ONTWERPRESOLUTIE over de aanwezigheid van hormoonontregelende stoffen in recyclingproducten
23.10.2018
Mireille D’Ornano
B8‑0511/2018
Ontwerpresolutie van het Europees Parlement over de aanwezigheid van hormoonontregelende stoffen in recyclingproducten
Het Europees Parlement,
– gezien artikel 168 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien artikel 133 van zijn Reglement,
A. overwegende dat vijf verenigingen – WECF France (Women in Europe for a Common Future), France Nature Environnement (FNE), Health and Environment Alliance (HEAL), Arnika en het Internationaal Netwerk voor de uitbanning van persistente organische verontreinigende stoffen (IPEN) – in een in oktober 2018 gepubliceerde studie de recyclingkring aan de kaak stellen zoals die momenteel in de EU is toegestaan;
B. overwegende dat een test op 430 dagdagelijkse producten de aanwezigheid van giftige stoffen, die als hormoonontregelaars zijn erkend, heeft bevestigd, met name in keukengerei en speelgoed;
C. overwegende dat 25 % van de geteste producten broomhoudende brandvertragende stoffen bevatten, waaronder polybroomdifenylethers en hexabroomcyclododecaan, d.w.z. persistente organische verontreinigende stoffen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid en het milieu, dat deze brandvertragende stoffen afkomstig zijn van elektronisch afval en dat de EU die stoffen daarom in kunststof tolereert;
D. overwegende dat meerdere studies hebben bevestigd dat hormoonontregelende stoffen inwerken op de hersenen en de schildklier, waardoor het risico op concentratiestoornissen en hyperactiviteit bij kinderen toeneemt;
E. overwegende dat jonge kinderen hun speelgoed vaak in de mond nemen;
1. dringt er bij de Commissie op aan de wetgeving betreffende deze afwijkingen dringend te herzien om de volksgezondheid, en met name de gezondheid van de allerjongsten, te beschermen.