Ontwerpresolutie - B9-0118/2019Ontwerpresolutie
B9-0118/2019

ONTWERPRESOLUTIE over de gevolgen van het faillissement van reisorganisatie Thomas Cook

21.10.2019 - (2019/2854(RSP))

naar aanleiding van een verklaring van de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 132, lid 2, van het Reglement

José Ramón Bauzá Díaz, Dinesh Dhamija, Bill Newton Dunn, Caroline Nagtegaal, Izaskun Bilbao Barandica, Liesje Schreinemacher, Dita Charanzová, Dominique Riquet, Valter Flego, Ilhan Kyuchyuk, Vlad‑Marius Botoş, Iskra Mihaylova, Atidzhe Alieva‑Veli
namens de Renew-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B9-0118/2019

Procedure : 2019/2854(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B9-0118/2019
Ingediende teksten :
B9-0118/2019
Debatten :
Aangenomen teksten :

B9‑0118/2019

Resolutie van het Europees Parlement over de gevolgen van het faillissement van reisorganisatie Thomas Cook

(2019/2854(RSP))

Het Europees Parlement,

 gezien de verklaring van de Commissie van 21 oktober 2019 over de gevolgen van het faillissement van reisorganisatie Thomas Cook,

 gezien artikel 195 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU),

 gezien de mededeling van de Commissie van 30 juni 2010 getiteld “Europa, toeristische topbestemming in de wereld – een nieuw beleidskader voor het toerisme in Europa” (COM(2010)0352),

 gezien zijn resolutie van 29 oktober 2015 over nieuwe uitdagingen en concepten voor de bevordering van toerisme in Europa[1],

 gezien Richtlijn (EU) 2015/2302 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen, en met name artikel 13 (over de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de pakketreis), artikel 16 (over de verplichting bijstand te bieden), en hoofdstuk V (over de bescherming van reizigers in geval van insolventie van een organisator of doorverkoper)[2],

 gezien Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 295/91[3],

 gezien zijn resolutie van 25 november 2009 over schadevergoeding voor passagiers bij faillissement van luchtvaartmaatschappijen[4],

 gezien de mededeling van de Commissie van 18 maart 2013 getiteld “Passagiersbescherming in geval van insolventie van luchtvaartmaatschappijen” (COM(2013)0129), waarin zij de maatregelen ter verbetering van de bescherming van passagiers in geval van insolventie van luchtvaartmaatschappijen uiteenzet, waaronder een betere handhaving van Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad,

 gezien Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (Herziening), en met name artikel 8 over de geldigheid van een exploitatievergunning en artikel 9 over de schorsing en intrekking van een exploitatievergunning[5],

 gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 (EFG-verordening)[6],

 gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,

A. overwegende dat reisorganisaties in een snel veranderend en steeds concurrerender klimaat actief zijn, zowel op de interne markt als daarbuiten, en dat ze zich moeten aanpassen aan nieuw consumentengedrag en nieuwe bedrijfsmodellen (bv. de groei van online reisboekingsdiensten en hun aantrekkelijke arrangementen);

B. overwegende dat de teloorgang van Thomas Cook verschillende oorzaken heeft, waaronder het feit dat het bedrijf er niet in is geslaagd zijn bedrijfsmodel te veranderen en te innoveren om in de digitale economie te kunnen concurreren;

C. overwegende dat reisorganisatie Thomas Cook, dat hotels, resorts en luchtvaartmaatschappijen uitbaatte in 16 landen en 19 miljoen mensen per jaar bediende, in september 2019 ineen is gestort, waardoor 600 000 vakantiegangers in het buitenland gestrand waren en overheden en verzekeringsmaatschappijen een enorme reddingsoperatie moesten coördineren;

D. overwegende dat autoriteiten in de lidstaten al goed op de hoogte waren van de financiële situatie van Thomas Cook;

E. overwegende dat de liquidatie van Thomas Cook wereldwijd 22 000 banen op het spel zet, waarvan 9 000 in het VK, 2 500 in Spanje en meer dan 1 000 in Griekenland; overwegende dat dit, ook al is de toekomst van deze banen nog onzeker, waarschijnlijk een aanzienlijk sneeuwbaleffect zal hebben, met niet alleen gevolgen voor de toerisme- en de vervoerssector, maar ook voor de gehele economie;

F. overwegende dat alleen al dit jaar een aantal luchtvaartmaatschappijen, zoals Air Berlin, Alitalia, Aigle Azur en Adria Airways, insolvent is verklaard, wat ernstige gevolgen heeft gehad voor bedrijven, toerisme en consumenten;

G. overwegende dat de burgerluchtvaartautoriteit van het Verenigd Koninkrijk Thomas Cook in april 2019 nog een exploitatievergunning van twaalf maanden heeft verleend;

H. overwegende dat het voor veel consumenten niet duidelijk was of zij recht hadden op een schadevergoeding en welke delen van hun boeking door hun verzekering gedekt waren;

I. overwegende dat Europa de belangrijkste toeristische bestemming ter wereld is, met een marktaandeel van 50,8 % in 2018; overwegende dat toerisme (rechtstreeks en onrechtstreeks) 10,3 % van het totale bbp van de EU-28 genereert – een cijfer dat tegen 2027 naar verwachting zal stijgen tot 11,2 % van het bbp – en dat naar schatting 12,3 miljoen mensen in de toerismesector van de EU werken;

J. overwegende dat toerisme een van de belangrijkste aanjagers van werkgelegenheid is, zowel in de EU als wereldwijd, en dat het bijdraagt aan de werkgelegenheid en economische ontwikkeling in alle lidstaten, met name in de zuidelijke lidstaten, die bijzonder hard zijn getroffen door de financiële en economische crisis;

K. overwegende dat er bij de toerismesector grote vraag is naar meer coördinatie op EU-niveau en een duidelijk EU-toerismebeleid met de nodige begrotingssteun; overwegende dat in het EU-toerismebeleid rekening zou moeten worden gehouden met het feit dat de verschillende sectoren die een belangrijke rol spelen in toerisme, zoals vervoer en accommodatie, binnen de EU op verschillende gebieden worden gereguleerd;

L. overwegende dat de steun van de Unie aan ontslagen werknemers flexibel moet zijn en zo snel en efficiënt mogelijk ter beschikking moet worden gesteld;

M. overwegende dat het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om aanvullende steun te verlenen aan werknemers die de gevolgen ondervinden van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen en van de aanhoudende wereldwijde financiële en economische crisis;

1. wijst erop dat de reisorganisatie Thomas Cook actief was op verschillende gebieden, zoals accommodatie, vervoer en vrijetijdsactiviteiten, voor verschillende soorten consumenten en bedrijven en dat de ineenstorting van het bedrijf daarom onder EU-wetgeving en wetgeving in de lidstaten valt;

2. erkent de grote inspanningen die zijn geleverd voor de repatriëringsoperatie, in overeenstemming met de EU-wetgeving; betreurt echter dat het faillissement van Thomas Cook negatieve gevolgen heeft gehad voor duizenden toeristen, wier reserveringen automatisch zijn geannuleerd en van wie er velen zich nog op hun bestemming bevonden zonder dat ze een alternatieve terugvlucht kregen aangeboden, wat enorme juridische onzekerheid voor de sector en een aanzienlijk gebrek aan bescherming voor de consument met zich heeft meegebracht;

3. roept de Raad op een algemene oriëntatie vast te stellen over de herziening van Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad, teneinde een alomvattend kader voor de rechten van passagiers vast te stellen, waarin kwesties aan bod komen zoals een lijst met uitzonderlijke omstandigheden, drempelwaarden voor vergoedingen in het geval van annuleringen of vertragingen of vergoedingen voor gemiste aansluitende vluchten; betreurt het feit dat de Raad sinds februari 2014 niet in staat is geweest hierover overeenstemming te bereiken;

4. is van mening dat de plotselinge ineenstorting van Thomas Cook vermeden had kunnen worden en dat de afwikkeling van het bedrijf op een orderlijkere manier had kunnen gebeuren; spoort de Commissie ertoe aan de oorzaken van de liquidatie van Thomas Cook te beoordelen, rekening houdend met het feit dat de negatieve evolutie van de financiële situatie van het bedrijf reeds gekend was, teneinde te bepalen of preventieve maatregelen hadden kunnen worden getroffen om deze plotselinge ineenstorting te voorkomen;

5. heeft bedenkingen bij de beslissing om Thomas Cook, gezien zijn financiële situatie, nog een exploitatievergunning te verlenen; roept de Commissie er daarom toe op ervoor te zorgen dat de bevoegde vergunningverlenende autoriteiten van de lidstaten artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad over de schorsing en intrekking van een exploitatievergunning beter handhaven wanneer er duidelijke aanwijzingen zijn van financiële problemen of insolventie; is bovendien van mening dat de lidstaten luchtvaartmaatschappijen een tijdelijke exploitatievergunning moeten toekennen zodat ze na insolvabiliteit de passagiers kunnen blijven repatriëren; roept de EU ertoe op de verplichting van de lidstaten om bij het verlenen van een exploitatievergunning de financiële prestaties van luchtvaartmaatschappijen te beoordelen, in een toekomstige herziening van de verordening te versterken;

6. benadrukt dat het beheer van de ineenstorting van een reisorganisatie die zo groot is als Thomas Cook niet stopt bij de repatriëring, vergoeding en terugbetaling van de consument, en dat de gevolgen op de lange termijn naar verwachting nog erger zullen zijn wat vervoersconnectiviteit, toerisme en werkgelegenheid betreft;

7. betreurt dat het voor vakantiegangers met een all-inpakket gemakkelijker was om informatie en bijstand te krijgen dan voor consumenten die hun vlucht en accommodatie apart hadden geboekt;

8. roept de Commissie op de lidstaten aan te sporen een duidelijk en transparant nationaal garantiestelsel in te voeren; merkt echter op dat het, hoewel veel lidstaten een dergelijk stelsel al hebben opgezet, vaak onduidelijk blijft of een boeking al dan niet gedekt is;

9. is van mening dat de omvang van de ineenstorting van Thomas Cook ernstige negatieve gevolgen heeft voor de toerismesector van de EU – de belangrijkste toeristische bestemming ter wereld–, met name voor de lidstaten die erg afhankelijk zijn van toerisme en aangewezen waren op Thomas Cook, met name in regio’s zoals de Balearen, de Canarische eilanden, Rodos en Kreta; benadrukt dat de toerismediensten in deze toeristische regio’s, met name hotels, hun aanbod van diensten al vóór de ineenstorting van Thomas Cook hadden gepland en ze al veel reservaties hadden voor het volgende toeristische seizoen, en merkt derhalve op dat de lidstaten steun moeten verlenen om de negatieve gevolgen hiervan voor veel bedrijven aan te pakken;

10. roept de Commissie er opnieuw toe op een mechanisme te vinden voor de doeltreffende coördinatie en samenwerking tussen de lidstaten, regionale en lokale autoriteiten en financiële instellingen in de toerismesector en om in de EU-begroting een specifieke begrotingslijn voor toerisme te creëren, met name in het kader van het volgende meerjarig financieel kader 2021-2027, teneinde specifieke geldmiddelen toe te wijzen ter ondersteuning van het toerismebeleid van de EU;

11. is van mening dat het verband tussen toerisme en vervoer duidelijk en erg nauw is; benadrukt dat vervoer integraal deel uitmaakt van de toerismesector en dat toerisme groeit wanneer er betere vervoersystemen zijn; vraagt daarom om een Eurocommissaris die bevoegd is voor vervoer, mobiliteit en toerisme, en roept de nieuwe Commissievoorzitter ertoe op de nodige stappen te zetten om dit te bereiken;

12. verzoekt de door de liquidatie van Thomas Cook getroffen lidstaten nadrukkelijk om onmiddellijk acties op te zetten voor de ontslagen werknemers, zoals ondersteuning, begeleiding en integratie, opleiding, omscholing en beroepsopleiding, ondersteuning bij het oprichten van bedrijven en bijdragen aan het opstarten van nieuwe bedrijven die in aanmerking komen voor financiële steun van het EFG;

13. dringt er bij de lidstaten en de Commissie op aan pas in laatste instantie staatssteun te overwegen waarmee de negatieve economische gevolgen voor bedrijven, steden, regio’s en bestemmingen, alsmede de ernstige gevolgen voor de werkgelegenheid, kunnen worden verlicht;

14. roept de Commissie ertoe op te beoordelen hoe de bestaande EU-wetgeving en de respectieve wetten in de lidstaten een antwoord hebben geboden op deze enorme reddingsoperatie; merkt op dat de crisis door het faillissement van Thomas Cook geen geïsoleerde gebeurtenis is en in de toekomst nog kan voorvallen; roept de Commissie er daarom toe op te beoordelen of het haalbaar is specifieke acties en/of maatregelen in te voeren om te voorkomen dat dergelijke situaties zich opnieuw voordoen, teneinde de bescherming van de consument en de rechten van passagiers te verbeteren;

15. roept de Commissie ertoe op om in het licht van de recente ineenstorting van Thomas Cook een inventarisatie te verrichten van de bestaande EU-wetgeving op het gebied van faillissementen van luchtvaartmaatschappijen, consumentenbescherming, reispakketten en rechten van passagiers, teneinde te evalueren of het nodig is de wetgeving te verduidelijken en te verbeteren en andere maatregelen in te voeren om dergelijke situaties in de toekomst te voorkomen;

16. roept de Commissie ertoe op zich verder in te zetten voor de totstandbrenging van een echte digitale eengemaakte markt en de nodige steun te verlenen om EU-bedrijven te helpen de overgang naar de digitale economie en nieuwe bedrijfsmodellen te maken, zowel door middel van relevante financieringsprogramma’s en regelingen voor de toegang tot financiering als door middel van opleiding en het aanmoedigen van een digitale ondernemingsgeest;

17. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regeringen en parlementen van de lidstaten.

 

Laatst bijgewerkt op: 23 oktober 2019
Juridische mededeling - Privacybeleid