Ontwerpresolutie - B9-0240/2019Ontwerpresolutie
B9-0240/2019

ONTWERPRESOLUTIE over de rechtsstaat in Malta, na de recente onthullingen over de moord op Daphne Caruana Galizia

16.12.2019 - (2019/2954(RSP))

naar aanleiding van een verklaring van de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 132, lid 2, van het Reglement

Roberta Metsola, Antonio Tajani
namens de PPE-Fractie
Claude Moraes, Juan Fernando López Aguilar, Birgit Sippel, Katarina Barley, Sylwia Spurek
namens de S&D-Fractie
Sophia in ’t Veld, Dragoş Tudorache, Ramona Strugariu, Michal Šimečka, Anna Júlia Donáth, Maite Pagazaurtundúa, Moritz Körner, Antony Hook, Fabienne Keller, Abir Al-Sahlani, Olivier Chastel, Karen Melchior
namens de Renew-Fractie
Sven Giegold, Daniel Freund, Terry Reintke, Alice Kuhnke, Gwendoline Delbos-Corfield, Bronis Ropė, Henrike Hahn, Tineke Strik, Saskia Bricmont, Viola Von Cramon-Taubadel, Erik Marquardt, Diana Riba i Giner
namens de Verts/ALE-Fractie
Assita Kanko, Nicola Procaccini, Zdzisław Krasnodębski, Jadwiga Wiśniewska, Dace Melbārde, Lucia Ďuriš Nicholsonová
namens de ECR-Fractie
Stelios Kouloglou, Konstantinos Arvanitis, Marisa Matias, José Gusmão, Manuel Bompard, Pernando Barrena Arza, Dimitrios Papadimoulis, Miguel Urbán Crespo, Idoia Villanueva Ruiz, Eugenia Rodríguez Palop, Anne-Sophie Pelletier, Manon Aubry, Petros Kokkalis, Niyazi Kizilyürek
namens de GUE/NGL-Fractie
Ignazio Corrao, Eleonora Evi, Piernicola Pedicini, Tiziana Beghin, Mario Furore, Fabio Massimo Castaldo, Dino Giarrusso, Rosa D’Amato, Sabrina Pignedoli


Procedure : 2019/2954(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B9-0240/2019
Ingediende teksten :
B9-0240/2019
Aangenomen teksten :

B9-0240/2019

Resolutie van het Europees Parlement over de rechtsstaat in Malta, na de recente onthullingen over de moord op Daphne Caruana Galizia

(2019/2954(RSP))

Het Europees Parlement,

 gezien de artikelen 2, 4, 5, 6, 7, 9 en 10 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU),

 gezien artikel 20 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU),

 gezien de artikelen 6, 7, 8, 10, 11, 12 en 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie,

 gezien het advies over constitutionele regelingen, de scheiding der machten en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en rechtshandhavingsinstanties in Malta, uitgebracht door de Commissie van Venetië tijdens haar 117e plenaire vergadering (Venetië, 14-15 december 2018),

 gezien het verslag van 23 januari 2019 van de Europese Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s getiteld “Burgerschaps- en verblijfsregelingen voor investeerders in de Europese Unie” (COM(2019)0012),

 gezien zijn resolutie van 16 januari 2014 over het te koop aanbieden van het EU‑burgerschap[1] en de gezamenlijke persverklaring van 29 januari 2014 van de Europese Commissie en de autoriteiten van Malta over het Maltese Individual Investor Programme (IIP),

 gezien zijn resolutie van 25 oktober 2016 met aanbevelingen aan de Commissie over de instelling van een EU-mechanisme voor democratie, de rechtsstaat en grondrechten[2] en zijn resolutie van 14 november 2018 over de noodzaak van een omvattend EU-mechanisme voor de bescherming van democratie, de rechtsstaat en grondrechten[3],

 gezien zijn resolutie van 15 november 2017 over de rechtsstaat in Malta[4],

 gezien zijn resolutie van 3 mei 2018 over pluralisme van de media en mediavrijheid in de Europese Unie[5],

 gezien het verslag van 11 januari 2018 over het bezoek van de ad-hocdelegatie van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en de Enquêtecommissie die onderzoek moest doen naar vermeende inbreuken op en gevallen van wanbeheer bij de toepassing van het Unierecht met betrekking tot witwaspraktijken, belastingontwijking en belastingontduiking (PANA) aan Malta van 30 november tot 1 december 2017,

 gezien het verslag van 16 november 2018 over het bezoek van de ad-hocdelegatie van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken aan Malta en Slowakije van 17 tot 20 september 2018,

 gezien de hoorzittingen en gedachtewisselingen die de Groep voor toezicht op de democratie, de rechtsstaat en de grondrechten heeft gehouden sinds haar oprichting door de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken op 4 juni 2018,

 gezien de brief van de premier van Malta van 13 maart 2019,

 gezien resolutie 2293 (2019) van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa van 26 juni 2019, getiteld “De moord op Daphne Caruana Galizia en de rechtsstaat in Malta en daarbuiten – ervoor zorgen dat de hele waarheid boven water komt”,

 gezien de vraag aan de Commissie over de stand van zaken ten aanzien van de rechtsstaat en de strijd tegen corruptie binnen de EU, in het bijzonder in Malta en Slowakije[6],

 gezien de ad-hocdelegatie van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken naar Malta van 3 tot 4 december 2019,

 gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,

A. overwegende dat de Europese Unie gevestigd is op de waarden van eerbiediging van de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, en overwegende dat deze waarden universeel zijn en dat de lidstaten deze gemeen hebben;

B. overwegende dat de eerbiediging van de rechtstaat, de democratie, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden en de in de EU-Verdragen en internationale mensenrechteninstrumenten vervatte waarden en beginselen verplichtingen zijn die op de Unie en haar lidstaten rusten en die moeten worden nagekomen; overwegende dat de Unie op grond van artikel 2, artikel 3, lid 1, en artikel 7 van het VEU bevoegd is om op te treden om de gemeenschappelijke waarden waarop zij berust, te beschermen en dat het rechtsstatelijkheidsmechanisme in gelijke mate op alle lidstaten moet worden toegepast;

C. overwegende dat het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie deel uitmaakt van het primaire EU-recht; overwegende dat de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid en pluriformiteit van de media zijn vastgelegd in artikel 11 van het Handvest van de grondrechten en artikel 10 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (EVRM);

D. overwegende dat de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht is vastgelegd in artikel 19, lid 1, van het VWEU, artikel 47 van het Handvest van de grondrechten en artikel 6 van het EVRM, en dat zij een essentiële vereiste is van het democratische beginsel van de scheiding der machten;

E. overwegende dat de stelselmatige weigering van één lidstaat om de fundamentele waarden van de Europese Unie en de Verdragen waartoe hij uit vrije wil is toegetreden, te eerbiedigen, gevolgen heeft voor de EU als geheel;

Onderzoeken

F. overwegende dat Daphne Caruana Galizia, de Maltese onderzoeksjournaliste en blogster gespecialiseerd in corruptiebestrijding, op 16 oktober 2017 is vermoord met een autobom;

G. overwegende dat het onderzoek naar de moord onder leiding van de Maltese autoriteiten, bijgestaan door Europol, tot dusver heeft geleid tot de identificatie en voorgeleiding van verscheidene verdachten en één potentiële opdrachtgever van de moord, namelijk de eigenaar van het in Dubai gevestigde bedrijf 17 Black Ltd., die op 20 november 2019 is gearresteerd terwijl hij klaarblijkelijk probeerde Malta op zijn jacht te ontvluchten;

H. overwegende dat een van de vermoedelijke medeplichtigen en de vermoedelijke opdrachtgever de voormalige kabinetschef van de premier bij de planning en financiering van de moord hebben betrokken;

I. overwegende dat deze onthullingen hebben geleid tot tal van grote demonstraties en protesten van het maatschappelijk middenveld in Malta, waarbij werd opgeroepen tot gerechtigheid, verantwoordingsplicht en eerbied voor de rechtsstaat;

J. overwegende dat de kabinetschef van de premier informatie heeft verkregen tijdens veiligheidsbriefings door de politie en de Maltese veiligheidsdienst; overwegende dat hij op 26 november 2019 ontslag heeft genomen nadat hij door de politie was ondervraagd in verband met de zaak-Daphne Caruana Galizia; overwegende dat hij sindsdien verscheidene malen opnieuw door de politie is gearresteerd, verhoord en zonder aanklacht is vrijgelaten;

K. overwegende dat ook de minister van Toerisme op 26 november 2019 ontslag heeft genomen; overwegende dat de minister van Economie zijn functie dezelfde dag tijdelijk heeft neergelegd, maar op 1 december 2019 in zijn ambt is hersteld;

L. overwegende dat de Maltese premier te midden van de groeiende politieke onrust rond het moordonderzoek heeft aangekondigd dat hij zal aftreden na een partijvoorzittersverkiezing die op 12 januari 2020 zal worden gehouden;

M. overwegende dat de Maltese regering op 20 september 2019 heeft laten weten dat er een “openbaar onafhankelijk onderzoek naar de moord op Daphne Caruana Galizia” zou worden ingesteld; overwegende dat de premier, na zware kritiek van de familie Caruana Galizia en internationale waarnemers, twee nieuwe leden van de raad heeft benoemd en de reikwijdte van het onderzoek in aanzienlijke mate heeft gewijzigd, zodat nu alle partijen tevreden zijn;

N. overwegende dat de premier de verdachte die vermoedelijk de tussenpersoon bij de moord was, op 25 november 2019 op eigen gezag presidentiële gratie heeft verleend in ruil voor informatie die tot de opdrachtgever leidt, mits alle informatie door bewijzen wordt gestaafd; overwegende dat de vermoedelijke opdrachtgever, wiens advocaat publiekelijk heeft verklaard dat hij informatie kan verstrekken over het moordcomplot en corruptie waarbij mensen uit de omgeving van de premier, onder wie de voormalige kabinetschef en de voormalige minister van Toerisme, betrokken zijn, om gratie heeft verzocht maar dat zijn verzoek eerst eigenmachtig door de premier en een tweede keer door het kabinet is afgewezen op advies van de politiecommissaris en de advocaat-generaal;

O. overwegende dat tientallen maatschappelijke organisaties, media-agentschappen, studentenorganisaties, vakbonden en beroepsverenigingen zoals de Maltese werkgeversorganisatie, de kamer van koophandel en industrie en de orde van advocaten de premier publiekelijk hebben opgeroepen om met onmiddellijke ingang af te treden;

P. overwegende dat er nog steeds ernstige bezorgdheid bestaat over de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad in Malta; overwegende dat dit het vertrouwen van de burgers in de openbare instellingen dreigt te ondermijnen, wat zou kunnen leiden tot een gevaarlijke onderlinge verwevenheid tussen criminele groepen en de overheid;

Q. overwegende dat er, ondanks herhaalde oproepen van het Europees Parlement en andere internationale instellingen, geen oplossing voor het geïmproviseerde gedenkteken in Valetta is gevonden, aangezien de wetgeving en de houding van de regering onveranderd blijven en er vrijwel dagelijks voorwerpen van eerbetoon door overheidspersoneel worden weggehaald;

Mediavrijheid

R. overwegende dat de familie van Daphne Caruana Galizia nog steeds te maken heeft met haatcampagnes en talrijke aanklachten wegens smaad, onder meer van de kant van leden van de Maltese regering, en overwegende dat verscheidene regeringsfunctionarissen, onder wie de premier, hebben gezegd dat ze niet zien waarom deze aanklachten wegens smaad zouden moeten worden ingetrokken;

S. overwegende dat Malta op de wereldindex voor persvrijheid 2019 van Verslaggevers zonder grenzen naar de 77e plaats is gezakt (in 2018 stond het op de 65e plaats, in 2017 op de 47e)[7];

T. overwegende dat de beoordeling van de “civic space” in Malta volgens de Civicus Monitor 2019 is verslechterd van “open” naar “versmald”; overwegende dat Civicus de omgeving voor journalisten beschrijft als “steeds vijandiger, met name voor journalisten die verslag uitbrengen over corruptie” en stelt dat “de straffeloosheid na de moord [...] op [...] Daphne Caruana Galizia de staat de ruimte heeft geboden om activisten en mensen die opkomen voor gerechtigheid, te intimideren en lastig te vallen”[8];

U. overwegende dat journalisten en met name, maar niet uitsluitend, onderzoeksjournalisten in toenemende mate worden geconfronteerd met zogenoemde “strategische rechtszaken tegen burgerparticipatie”, die bedoeld zijn om hun werk te bemoeilijken;

V. overwegende dat journalisten na een persconferentie in het kantoor van de premier op 29 november 2019 de zaal en het gebouw een tijdlang niet mochten verlaten; overwegende dat een gebrek aan veiligheid voor journalisten en een krimpende ruimte voor het maatschappelijk middenveld als gevolg van pesterijen en intimidatie, het toezicht op de uitvoerende macht ondergraven en het maatschappelijke engagement van de burgers doen afbrokkelen;

Witwaspraktijken/corruptie

W. overwegende dat het “Egrant”-onderzoeksrapport niet openbaar is gemaakt; overwegende dat de beschikbare conclusies niet bevestigen dat de premier van Malta en zijn echtgenote eigenaar zijn van Egrant Inc.; overwegende dat alleen de premier, de minister van Justitie, de kabinetschef van de premier en de woordvoerder van de premier toegang hebben tot de volledige, ongecensureerde versie van het onderzoeksrapport; overwegende dat vervolgens geen onderzoek is gestart om duidelijkheid te verkrijgen over wie de uiteindelijke begunstigde van Egrant is;

X. overwegende dat er vijf administratieve onderzoeken lopen naar beschuldigingen van corruptie, namelijk een onderzoek naar Pilatus Bank, een onderzoek naar een bedrag dat de voormalige kabinetschef van de premier heeft overgemaakt aan de accountant van Nexia BT, een onderzoek naar smeergeld tussen de voormalige kabinetschef van de premier en Adrian Hillman van de Times of Malta, een onderzoek naar 17 Black Ltd. en twee andere bedrijven, Tillgate en Hearnville, en een onderzoek naar Vitals;

Y. overwegende dat tussen mei 2016 en november 2019 de kabinetschef van de minister-president, de minister van Toerisme en de voormalige minister van Energie de enige actieve hoge overheidsfunctionarissen van een EU-lidstaat waren die in de Panama Papers genoemd werden als eindbegunstigden van een bedrijf;

Z. overwegende dat een van de vermeende opdrachtgevers voor de moord de eigenaar van het in Dubai gevestigde bedrijf 17 Black Ltd. en voormalig bestuurslid van het bedrijf Electrogas Malta Ltd. is, en dat deze persoon eveneens betrokken is bij de uitvoering van de langetermijnovereenkomst voor gaslevering van Azerbeidzjan aan Malta;

AA. overwegende dat Moneyval, het antiwitwasorgaan van de Raad van Europa, de Maltese autoriteiten in zijn verslag van 12 september 2019 heeft verzocht hun maatregelen ter bestrijding van witwassen en de financiering van terrorisme in de praktijk strikter toe te passen, en daarnaast heeft besloten zijn intensievere follow-upprocedure toe te passen en Malta gevraagd heeft om in december 2020 verslag uit te brengen; overwegende dat de wetshandhavingsinstanties volgens het verslag momenteel niet in staat zijn om complexe witwaszaken op hoog niveau die verband houden met financiële delicten, omkoping en corruptie doeltreffend en tijdig aan te pakken[9];

AB. overwegende dat GRECO, het anticorruptieorgaan van de Raad van Europa, in zijn verslag van 22 maart 2019 vraagtekens heeft geplaatst bij de doeltreffendheid van de openbare instellingen die verantwoordelijk zijn voor de democratische controlemechanismen, aangezien het land de afgelopen jaren een ongekende golf van controverses heeft doorgemaakt met betrekking tot de integriteit van regeringsfunctionarissen tot op het hoogste niveau[10];

AC. overwegende dat de Commissie in het verslag van het Europees Semester 2019 over Malta (SWD(2019)1017) heeft gesteld dat het  institutionele kader voor corruptiebestrijding tekortschiet, en dat er op diverse overheidsniveaus een risico op belangenconflicten bestaat;

AD. overwegende dat uit het Commissieverslag van september 2019 blijkt dat Malta met afstand het hoogste percentage belastingontduiking van Europa heeft, en dat Maltese staatsburgers grote offshorerijkdom bezitten en hun vermogen in het buitenland plaatsen[11];

AE. overwegende dat in een verslag van de Europese Centrale Bank van de zomer van 2019 melding zou zijn gemaakt van ernstige tekortkomingen waardoor witwaspraktijken en andere criminele activiteiten bij de Bank of Valetta jarenlang konden voortduren, ondanks herhaalde waarschuwingen;

AF. overwegende dat Greco ook heeft geconcludeerd dat de Vaste Commissie tegen corruptie (Permanent Commission Against Corruption) nauwelijks kan worden beschouwd als een gespecialiseerd orgaan voor de ondersteuning van corruptieonderzoeken, en dat zijn bijdrage aan de corruptiebestrijding in Malta te verwaarlozen is[12];

Burgerschaps- en verblijfsregeling voor investeerders

AG. overwegende dat in 2019 ten minste vijf gevallen zijn gemeld waarbij begunstigden van de Maltese “burgerschaps- en verblijfsregeling voor investeerders” werden beschuldigd van ernstige financiële delicten;

AH. overwegende dat een vertegenwoordiger van de paspoortbemiddelaar Chetcuti Cauchi Advisors Ltd. in een interview voor het Franse tv-programma “Enquête exclusive” liet doorschemeren dat zijn persoonlijke connecties met de premier, de minister van Justitie en het parlementair secretariaat voor Hervormingen, Burgerschap en de Vereenvoudiging van administratieve procedures een gunstig effect zouden hebben op de aanvraagprocedure, ook voor cliënten met een crimineel verleden; overwegende dat deze onthullingen ernstige twijfels oproepen over de betrouwbaarheid en toetsing van de Maltese burgerschaps- en verblijfsregeling;

AI. overwegende dat de Maltese overheid op 8 november 2019 een verslag van de toezichthouder van het Individual Investor Programme (IIP) heeft gepubliceerd over een onderzoek naar de rol van Chetcuti Cauchi Advocates als bemiddelaar voor het IIP; overwegende dat in de samenvatting van dit verslag wordt gemeld dat tijdens het onderzoek “geen aanwijzingen zijn gevonden die de beschuldigingen volledig of ten dele ondersteunen”[13];

AJ. overwegende dat Chetcuti Cauchi Advisors Ltd. indiener was van de eerste goedgekeurde aanvraag in het kader van het nieuw ingevoerde Individual Investor Programme in Malta en in 2016 de bevoorrechte status van “goedgekeurde bemiddelaar” kreeg toegekend, omdat het “voldeed aan de door Identity Malta gestelde kwaliteits-, betrouwbaarheids- en volumevereisten”; overwegende dat een promotievideo voor het bedrijf is gefilmd in Auberge de Castille, het kantoor van de premier, en dat ook het  parlementair secretariaat voor burgerschap een rol in deze video speelt; overwegende dat de regering de vergunningen van burgerschapsbemiddelaars nrs. IIP 001 en IIP 124 op 23 september 2019 heeft ingetrokken omdat het bedrijf “misleidende informatie” zou hebben verspreid;

AK. overwegende dat het gebruik van burgerschaps- en verblijfsregelingen voor investeerders door EU-lidstaten ernstige risico's oplevert voor de bestrijding van witwassen, het wederzijds vertrouwen en de integriteit van de Schengenruimte, het mogelijk maakt dat onderdanen van derde landen toegang verkrijgen louter op grond van rijkdom in plaats van nuttige kennis, vaardigheden of humanitaire overwegingen, en resulteert in het daadwerkelijk verkopen van EU-burgerschap; overwegende dat de Commissie uitdrukkelijk heeft verklaard dat zij de Maltese burgerschaps- en verblijfsregeling voor investeerders niet onderschrijft;

Hervorming van de grondwet

AL. overwegende dat de Commissie van Venetië in haar advies inzake Malta, dat werd aangenomen tijdens haar 117e plenaire vergadering van 14 en 15 december 2018[14], een reeks voorstellen voor hervormingen van de grondwet had gedaan; 

AM. overwegende dat Malta onder toezicht van de president een discussie is gestart over een proces van grondwettelijke hervormingen, waarbij verschillende politieke krachten en het maatschappelijk middenveld zijn betrokken, en dat voor uitvoering van het merendeel van deze hervormingen een tweederdemeerderheid in het parlement is vereist; overwegende dat er een hervormingsproces gaande is waarin de controversiële grondwettelijke rol van de procureur-generaal en het huidige stelsel voor gerechtelijke benoemingen ter discussie worden gesteld;

AN. overwegende dat het Europees Parlement en verschillende andere internationale instellingen herhaaldelijk zorgen hebben geuit over de onpartijdigheid van de wetshandhaving, de scheiding der machten en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht in Malta, vooral wat betreft de politisering en het gebrek aan transparantie bij selectie- en benoemingsprocedures, bijvoorbeeld voor de functie van korpschef;

AO. overwegende dat de Commissie op 17 juli 2019 een mededeling heeft gepubliceerd over de “Versterking van de rechtsstaat binnen de Unie – Een blauwdruk voor acties” (COM(2019)0343), naar aanleiding van verschillende breed gesteunde resoluties van het Europees Parlement[15] met voorstellen voor een omvattend en onafhankelijk mechanisme om de situatie ten aanzien van democratie, de rechtsstaat en grondrechten (DRG) jaarlijks in alle lidstaten te monitoren;

1. maakt zich grote zorgen over de integriteit en geloofwaardigheid van de onderzoeken naar de moord op Daphne Caruana Galizia; neemt kennis van het wijdverbreide negatieve beeld van het optreden van de overheid in deze zaak, en van het afnemende vertrouwen en geloof in de instellingen; onderstreept dat een onbetwist vertrouwen in het onderzoeksproces, zowel van de Maltese burgers als de Europese gemeenschap, van essentieel belang is; neemt kennis van de vorderingen in het onderzoek naar de moord op Daphne Caruana Galizia; benadrukt echter dat de zaak nog altijd niet is opgelost en het onderzoek nog loopt;

2. beklemtoont dat ieder risico op het feitelijk of vermeend in gevaar brengen van het onderzoek te allen tijde moet worden vermeden; wijst er voorts op dat dit risico blijft voortbestaan zolang de premier in functie blijft;

3. vindt het bijzonder zorgwekkend dat in diverse andere onderzoeken naar gerelateerde witwas- en corruptiezaken geen vooruitgang is geboekt of dat de onderzoeken niet eens zijn opgestart, in het bijzonder ten aanzien van de voormalige kabinetschef van de premier en de voormalige minister van Toerisme; verzoekt de Maltese autoriteiten deze onderzoeken op te starten en vooruit te helpen;

4. pleit nogmaals voor de volledige en voortdurende betrokkenheid van Europol bij alle aspecten van het moordonderzoek en bij alle daaraan gerelateerde onderzoeken; dringt erop aan dat de betrokkenheid van Europol wordt vergroot naarmate deze resultaten oplevert;

5. betreurt ten zeerste dat de ontwikkelingen in Malta van de afgelopen jaren hebben geleid tot ernstige en aanhoudende bedreigingen van de rechtsstaat, democratie en grondrechten, met inbegrip van de mediavrijheid, de onafhankelijkheid van de politie en de rechterlijke macht, en het recht op vrijheid van vreedzame vergadering; betreurt het gebrek aan passende grondwettelijke waarborgen met betrekking tot de scheiding der machten;

6. betreurt dat de Commissie de afgelopen jaren geen concrete maatregelen heeft getroffen tegen de Maltese regering, ondanks herhaaldelijke verzoeken van het Europees Parlement; spoort de nieuwe Commissie ertoe aan zonder verdere vertraging een dialoog aan te gaan met de Maltese overheid in de context van het EU-kader voor de rechtsstaat;

7. merkt op dat het hervormingsproces met betrekking tot de controversiële grondwettelijke rol van de procureur-generaal en het huidige stelsel voor gerechtelijke benoemingen en loopbaanontwikkeling, zoals voorgesteld door de Commissie van Venetië, zich in het laatste stadium bevindt; verzoekt de regering en het parlement van Malta met klem de overige aanbevelingen van de Commissie van Venetië en Greco binnen gestelde tijd volledig ten uitvoer te brengen;

8. onderschrijft de opmerking van Commissievicevoorzitter Jourová dat er een artikel 7-procedure tegen Malta zou kunnen worden ingeleid op grond van de gebrekkige uitvoering van gerechtelijke hervormingen;

9. merkt op dat de bescherming van onderzoeksjournalisten en klokkenluiders van cruciaal belang is voor de samenleving; verzoekt de Maltese autoriteiten te allen tijde en tegen elke prijs toe te zien op de bescherming van de persoonlijke veiligheid en bestaansmiddelen en dus onafhankelijkheid van journalisten en klokkenluiders;

10. verzoekt de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) met de Maltese en de Europese autoriteiten samen te werken en erop toe te zien dat het geld dat op de bankrekeningen van “17 Black” bevroren is niet wordt vrijgegeven voordat een grondig onderzoek heeft plaatsgevonden; verzoekt de Commissie en de Maltese autoriteiten gebruik te maken van alle instrumenten die zij tot hun beschikking hebben om de medewerking van de autoriteiten van de VAE en passende juridische bijstand bij alle onderzoeken te waarborgen;

11. wijst nogmaals op de dringende noodzaak van een EU-mechanisme voor democratie, de rechtsstaat en grondrechten zoals voorgesteld door het Parlement in de vorm van een interinstitutioneel pact voor DRG, bestaande uit een jaarlijkse onafhankelijke, op feiten gebaseerde en niet-discriminerende evaluatie waarin alle EU-lidstaten op voet van gelijkheid worden beoordeeld op de naleving van de in artikel 2 VEU vastgelegde waarden, met landenspecifieke aanbevelingen (het Europees DRG-verslag) die worden gevolgd door een interparlementair debat, en een permanente DRG-beleidscyclus binnen de EU-instellingen[16]; verzoekt de Commissie andermaal om voorstellen in te dienen ter voorkoming van zogenaamde “strategische rechtszaken tegen publieke inspraak”;

12. dringt er bij de regering van Malta op aan haar burgerschaps- en verblijfsregeling voor investeerders te beëindigen, en opdracht te geven voor een onafhankelijk en internationaal onderzoek naar de gevolgen van deze verkoop van burgerschap en verblijfsvergunningen voor de Maltese handhavingscapaciteit ten aanzien van de bestrijding van witwassen, voor de grensoverschrijdende criminaliteit en voor de integriteit van het Schengengebied; verzoekt de Commissie alle bestaande burgerschaps- en verblijfsregelingen voor investeerders te blijven monitoren en evalueren en de nodige stappen te nemen, zoals voorgesteld in eerdere resoluties; verzoekt de Raad deze kwestie te bespreken[17];

13. verzoekt de Commissie gebruik te maken van alle instrumenten en procedures die zij tot haar beschikking heeft om volledige naleving van het EU-recht te waarborgen ten aanzien van de strijd tegen witwassen (met name wat betreft onderzoeken en handhaving en de onafhankelijkheid van de bevoegde autoriteiten), het toezicht op het bankwezen, de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, openbare aanbestedingen, ruimtelijke ordening en stedelijke ontwikkeling; verzoekt de Maltese autoriteiten alle aanbevelingen van Moneyval ten uitvoer te brengen;

14. betreurt dat de regering ondanks herhaalde verzoeken geen vooruitgang heeft geboekt bij het vinden van een oplossing voor het geïmproviseerde gedenkteken dat een roep om gerechtigheid vormt voor Daphne Caruana Galizia; verzoekt de premier onmiddellijk een einde te maken aan de bijna dagelijkse verwoesting van het geïmproviseerde gedenkteken in Valletta;

15. herinnert de Voorzitter er nogmaals aan dat er nog altijd geen gevolg is gegeven aan zijn oproep om een Europese Daphne Caruana Galizia-prijs voor onderzoeksjournalistiek in het leven te roepen die jaarlijks wordt uitgereikt voor uitzonderlijke prestaties op het gebied van onderzoeksjournalistiek in Europa;

16. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de Raad, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de Raad van Europa en de president van de Republiek Malta.

 

 

Laatst bijgewerkt op: 18 december 2019
Juridische mededeling - Privacybeleid