ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in Venezuela
13.1.2020 - (2020/2507(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 132, lid 2, van het Reglement
Manu Pineda, Sira Rego, João Ferreira, Sandra Pereira, Mick Wallace, Clare Daly, Giorgos Georgiou, Manuel Bompard, Stelios Kouloglou
namens de GUE/NGL-Fractie
B9‑0051/2020
Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in Venezuela
Het Europees Parlement,
– gezien de grondwet van de Bolivariaanse Republiek Venezuela,
– gezien het Handvest van de Verenigde Naties van 1945, en met name hoofdstuk 1, artikel 1, lid 2, waarin de doelstelling van de Verenigde Naties als volgt wordt gedefinieerd: “tussen de naties vriendschappelijke betrekkingen tot ontwikkeling te brengen, die zijn gegrond op eerbied voor het beginsel van gelijke rechten en van zelfbeschikking voor volken, en andere passende maatregelen te nemen ter versterking van de vrede overal ter wereld”,
– gezien het beginsel van niet-inmenging, dat in het VN-Handvest is vastgelegd,
– gezien artikel 1 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en artikel 1 van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, waarin wordt vastgesteld dat alle volken zelfbeschikkingsrecht bezitten en zij uit hoofde van dit recht in alle vrijheid hun politieke status bepalen en vrijelijk hun economische, sociale en culturele ontwikkeling nastreven,
– gezien artikel 2 van het VN-Handvest waarin de verbintenis van de VN-lidstaten ligt vastgelegd om de soevereine gelijkheid van alle landen te waarborgen en hun territoriale integriteit en politieke onafhankelijkheid te respecteren,
– gezien het reglement van de Nationale Vergadering van de Bolivariaanse Republiek Venezuela, en met name de artikelen 7 en 8, waarin de regels zijn verankerd voor de verkiezing van de voorzitter en het Bureau,
– gelet op artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat in artikel 7 van het reglement van de Nationale Vergadering van de Bolivariaanse Republiek Venezuela is bepaald dat een nieuwe voorzitter en een nieuw Bureau aan het begin van de jaarlijkse zittingsperiode moeten worden gekozen door de tijdens de eerste zitting aanwezige leden van de Vergadering;
B. overwegende dat op 5 januari 2020 een nieuwe voorzitter en een nieuw bureau van de Nationale Vergadering van de Bolivariaanse Republiek Venezuela zijn gekozen, in overeenstemming met haar reglement;
C. overwegende dat Luis Parra van de oppositiepartij Primero Justicia door 81 van de 140 aanwezige leden was gekozen tot voorzitter van de Nationale Vergadering; overwegende dat hiermee ruimschoots is voldaan aan het vereiste quorum zoals vastgesteld in artikel 46 van het reglement van de Nationale Vergadering van de Bolivariaanse Republiek Venezuela;
D. overwegende dat tijdens dezelfde zitting het Bureau van de Nationale Vergadering werd gekozen; overwegende dat dit bestaat uit Franklyn Duarte (Copei), eerste vicevoorzitter, José Noriega (Voluntad Popular), tweede vicevoorzitter, Negal Morales (Acción Democrática), secretaris, en Alexis Vivenes (Voluntad Popular), adjunct-secretaris;
E. overwegende dat Juan Guaidó niet aanwezig was op de gewone zitting van de Nationale Vergadering van 5 januari 2020; overwegende dat de zitting werd bijgewoond door de leiders van de voornaamste oppositiepartijen;
F. overwegende dat de pas gekozen tweede vicevoorzitter en de adjunct-secretaris van de Nationale Vergadering, José Noriega en Alexis Vivenes, lid zijn van Voluntad Popular, dezelfde partij als Juan Guaidó;
G. overwegende dat de aftredend voorzitter Juan Guaidó zichzelf na de verkiezing van de nieuwe voorzitter en het Bureau van de Nationale Vergadering tegenover een groep journalisten uitriep tot voorzitter voor een nieuw mandaat, en daarmee volledig voorbij ging aan de in het reglement van de Nationale Vergadering vervatte beginselen;
H. overwegende dat het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken gedreigd heeft met nieuwe sancties die de situatie van de Venezolaanse bevolking verder zouden doen verslechteren;
I. overwegende dat de economische en sociale situatie in Venezuela enorm is verslechterd als gevolg van het toenemende aantal economische en financiële sancties van de Verenigde Staten en de EU, die tot hyperinflatie, bevoorradingsproblemen, toenemende armoede en schaarste aan geneesmiddelen en medische apparatuur hebben geleid;
J. overwegende dat eenzijdige dwangmaatregelen in strijd zijn met het gevestigde internationaal recht; overwegende dat de VN, en in het bijzonder de speciale rapporteur van de VN voor negatieve gevolgen van eenzijdige dwangmaatregelen voor de eerbiediging van de mensenrechten, dit herhaaldelijk heeft benadrukt; overwegende dat sancties iedere staat kunnen ontwrichten en dat zij, wanneer zij de economie schaden, een vernietigend effect kunnen hebben op de burgers van ontwikkelingslanden;
K. overwegende dat het standpunt van de Verenigde Staten, enkele EU-lidstaten en de zogenaamde Limagroep gericht is op inmenging in de interne politieke situatie van Venezuela en de verhoudingen verder op scherp heeft gezet;
L. overwegende dat de externe inmenging, destabilisering, desinformatiecampagnes, manipulatie van de publieke opinie en het door sommige delen van de oppositie aangewakkerde geweld jegens de soevereiniteit, onafhankelijkheid, vrede en democratische stabiliteit van het land en jegens de Venezolaanse bevolking, bij diverse gelegenheden zijn veroordeeld;
M. overwegende dat dialoog de basis vormt voor de vreedzame beslechting van conflicten en interne kwesties in alle landen; overwegende dat de lidstaten een constructieve dialoog met de Venezolaanse regering moeten aanmoedigen teneinde oplossingen te vinden voor de concrete problemen waar Venezuela op dit moment mee kampt;
N. overwegende dat de Venezolaanse regering en de oppositie naar aanleiding van de door Noorwegen mogelijk gemaakte gesprekken in Barbados overeen zijn gekomen deel te nemen aan een permanente vredesdialoog; overwegende dat dit initiatief geleid heeft tot een rondetafel voor nationale dialoog, met zeven partijen die zowel de regering als de oppositie vertegenwoordigen;
O. overwegende dat de rondetafel voor nationale dialoog de wettige en legitieme verkiezing van Luis Parra tot voorzitter van de Nationale Vergadering van de Bolivariaanse Republiek Venezuela heeft erkend;
1. erkent de verkiezing van de voorzitter en het Bureau van de Nationale Vergadering van de Bolivariaanse Republiek Venezuela, voorgezeten door Luis Parra, die plaatsvond op 5 januari 2020;
2. dringt er bij de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de regeringen van de EU-lidstaten op aan geen enkele andere titel te gebruiken voor Juan Guaidó dan zijn huidige titel van lid van de Nationale Vergadering;
3. dringt er met klem bij de Verenigde Staten en de EU-lidstaten op aan hun verplichting om het internationaal recht te eerbiedigen, na te komen, in het bijzonder het beginsel van niet-inmenging in de interne aangelegenheden van derde landen;
4. staat achter de inspanningen van democratische krachten, de Venezolaanse regering, de democratische oppositie en de Venezolaanse bevolking om zelf een oplossing te vinden voor hun politieke en economische uitdagingen en om de versterking van de nationale dialoog in Venezuela te bevorderen;
5. veroordeelt de dreigementen van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken en de regeringen van sommige EU-lidstaten, zoals het dreigement van president Trump om het land binnen te vallen en het aandringen van zijn regering op verdere sancties, die de politieke situatie in Venezuela hebben aangetast; roept de Europese Unie en haar lidstaten ertoe op de inspanningen van de rondetafel voor nationale dialoog te steunen;
6. benadrukt dat de aan Venezuela opgelegde sancties het leven en de gezondheid van mensen zeer ernstig hebben geschaad en in steeds grotere mate blijven schaden; is van mening dat deze sancties voldoen aan de definitie van collectieve bestraffing van de burgerbevolking als omschreven in zowel het Internationaal Verdrag van Genève en Den Haag, hetgeen betekent dat zij krachtens het internationaal recht en de internationale verdragen illegaal zijn; dringt met klem aan op de opheffing van de economische en financiële sancties tegen Venezuela, die sterk hebben bijgedragen tot de verslechtering van de economie van het land en de maatschappelijke situatie van de burgerbevolking;
7. merkt op dat de economische moeilijkheden waarin de Bolivariaanse Republiek Venezuela verkeert zijn verergerd door sancties van de Verenigde Staten; verzoekt de Algemene Vergadering van de VN de stemrechten van de Bolivariaanse Republiek Venezuela te herstellen in overeenstemming met artikel 19 van het VN-Handvest, waarin is bepaald dat leden mogen stemmen wanneer het uitblijven van de betaling te wijten is aan omstandigheden waar zij geen vat op hebben;
8. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, en de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de parlementen en regeringen van de lidstaten, de regering van Venezuela, en de Euro-Latijns-Amerikaanse Parlementaire Vergadering.