Ontwerpresolutie - B9-0145/2020Ontwerpresolutie
B9-0145/2020

ONTWERPRESOLUTIE over gecoördineerde EU-maatregelen om de COVID-19-pandemie en de gevolgen ervan te bestrijden

14.4.2020 - (2020/2616(RSP))

naar aanleiding van verklaringen van de Raad en de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 132, lid 2, van het Reglement

Marco Zanni, Marco Campomenosi, Jérôme Rivière, Gerolf Annemans, Ivan David, Jaak Madison, Sylvia Limmer
namens de ID-Fractie

Procedure : 2020/2616(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B9-0145/2020
Ingediende teksten :
B9-0145/2020
Stemmingen :
Aangenomen teksten :

B9‑0145/2020

Resolutie van het Europees Parlement over gecoördineerde EU-maatregelen ter bestrijding van de COVID-19-pandemie en de gevolgen ervan

(2020/2616(RSP))

Het Europees Parlement,

 gezien artikel 6, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU),

 Gezien alle initiatieven die tot nu toe zijn voorgesteld door de EU-instellingen naar aanleiding van de uitbraak van de coronavirusziekte 2019 (COVID-19),

 gezien de verklaringen van de Raad en de Commissie van 16 april 2020 over de gecoördineerde Europese maatregelen om de COVID-19-pandemie en de gevolgen ervan te bestrijden,

 gelet op artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,

A. overwegende dat COVID-19 wordt veroorzaakt door SARS-CoV-2 (severe acute respiratory syndrome coronavirus 2); overwegende dat het eerste geval van COVID-19 in november 2019 in China is vastgesteld; overwegende dat het virus zich sindsdien snel over de hele wereld heeft verspreid;

B. overwegende dat de Chinese regering op de hoogte was van de ontwikkeling van het nieuwe virus lang voordat de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de rest van de wereld officieel op de hoogte werden gesteld;

C. overwegende dat wereldwijd bij meer dan 1,5 miljoen mensen COVID-19 is vastgesteld en dat meer dan 100 000 mensen zijn overleden als gevolg van de besmetting; overwegende dat de WHO op 11 maart 2020 de uitbraak van COVID-19 heeft uitgeroepen tot een wereldwijde pandemie;

D. overwegende dat COVID-19 niet alleen ernstig is omdat het hoge sterftecijfers veroorzaakt onder bepaalde segmenten van de bevolking, zoals ouderen en mensen met onderliggende medische aandoeningen, maar ook omdat het zorgt voor een overbelasting van de beperkte capaciteit van ziekenhuizen; overwegende dat er evenwel nog steeds geen nauwkeurige statistische of wetenschappelijke gegevens bestaan over de mortaliteit van het virus met betrekking tot bepaalde leeftijdsgroepen en de verspreiding ervan onder de algemene bevolking, wat leidt tot onzekerheid over de juiste respons op het virus; overwegende dat COVID-19 kan worden verspreid wanneer mensen nog geen symptomen vertonen, waardoor zij het virus kunnen overdragen zonder het te weten;

E. overwegende dat het verscheidene maanden zal duren om een vaccin tegen COVID-19 te ontwikkelen en te testen; overwegende dat er momenteel geen behandeling bestaat;

F. overwegende dat de meeste lidstaten pas in maart 2020 zijn begonnen met de uitvoering van serieuze maatregelen om de verspreiding van de uitbraak te beperken; overwegende dat deze maatregelen onder meer voorzien in het afkondigen van noodtoestanden, die hebben geleid tot een beperking van de basisrechten van de burgers; overwegende dat de maatregelen die in de meeste lidstaten zijn genomen, gericht zijn op het “afvlakken van de curve” door sociale contacten te beperken;

G. overwegende dat de eerste gecoördineerde maatregelen van de Commissie naar aanleiding van de uitbraak pas op 13 maart werden aangekondigd, verscheidene weken nadat de eerste gevallen in Europa waren gedetecteerd;

H. overwegende dat het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) het EU-agentschap is dat ervoor moet zorgen dat Europa zich beter kan verdedigen tegen besmettelijke ziekten; overwegende dat de belangrijkste taken van dit agentschap bestaan uit toezicht, epidemiologische informatie, respons, wetenschappelijk advies, microbiologie, paraatheid, opleiding op het gebied van volksgezondheid, internationale betrekkingen en gezondheidscommunicatie;

I. overwegende dat de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) volstrekt ondoeltreffend is geweest bij de aanpak van de coronaviruscrisis, hoewel deze dienst in bijna alle landen ter wereld over aanzienlijke middelen en vertegenwoordigingen beschikt;

J. overwegende dat deze wereldwijde pandemie aanzienlijke gevolgen heeft voor de geopolitiek, onder meer politieke instabiliteit in nieuwe gebieden en het verergeren van bestaande politieke instabiliteit, wereldwijde recessie en financiële uitdagingen, gevolgen in verband met sociale en economische ongelijkheden, rechtstreekse gevolgen voor de markt van natuurlijke hulpbronnen en een herdefiniëring van de rol van bepaalde landen in hun mondiale toeleveringsketens;

K. overwegende dat de bevoorradingsproblemen in strategische sectoren die als gevolg van de crisis zijn ontstaan, het verlies aan soevereiniteit van de Europese industrie aan het licht hebben gebracht, alsook haar sterke afhankelijkheid van productie in derde landen, met name China, vooral in strategische sectoren zoals de automobielindustrie, de farmaceutische industrie en de elektronicasector;

L. overwegende dat de coronaviruscrisis aantoont hoe belangrijk de Europese landbouwproductie is en dat zij in staat is om aan de binnenlandse vraag te voldoen; overwegende dat tegelijkertijd de invoer van bepaalde producten uit derde landen ineenstort als gevolg van de reorganisatie van de wereldhandel die door dit virus is veroorzaakt;

M. overwegende dat de wetshandhavingsinstanties, waaronder ook het gevangenispersoneel, een sleutelrol spelen tijdens de crisis en bij het afdwingen van de noodmaatregelen, terwijl zij vaak niet beschikken over de passende beschermende uitrusting om hun zeer delicate taak te kunnen vervullen;

N. overwegende dat de uitbraak van COVID-19 een enorme impact heeft op onze samenlevingen en onze economieën, arbeidsmarkten en sociale stelsels;

1. betuigt zijn oprechte medeleven aan allen die dierbaren hebben verloren als gevolg van de uitbraak van COVID-19; spreekt zijn dankbaarheid uit voor de mensen die essentiële diensten verstrekken in de frontlinie bij de strijd tegen de uitbraak, onder meer, maar niet beperkt tot, het medisch personeel, de rechtshandhavers en de mensen die zich bezighouden met voedselproductie en -distributie;

2. spreekt zijn diepe bezorgdheid uit over het enorme aantal COVID-19-infecties, het stijgende aantal patiënten met symptomen van COVID-19 en het steeds toenemende aantal sterfgevallen als gevolg van de pandemie; spreekt zijn bijzondere bezorgdheid uit over de situatie in Spanje en Italië, waar de uitbraak het hardst heeft toegeslagen, en is diep bezorgd over de situatie in ziekenhuizen die overstelpt zijn door het aantal patiënten dat onmiddellijke zorg nodig heeft; geeft uiting aan zijn diepste bewondering en zijn meest oprechte dank jegens alle zorgverleners;

3. herinnert eraan dat de openbare gezondheidszorg en de sociale zekerheid geen EU-bevoegdheden maar nationale bevoegdheden zijn, die de prioriteiten van elke lidstaat weerspiegelen;

4. betreurt dat, ondanks de ontwikkeling van een pandemie, de meeste regeringen van de lidstaten volkomen onvoorbereid waren, zoals blijkt uit het gebrek aan materiaal voor fysieke bescherming en het ontbreken van elke berekende aanpak om de pandemie effectief te bestrijden; merkt op dat de Commissie passief heeft toegekeken op de komst van de uitbraak in de EU en geen aandacht heeft geschonken aan het feit dat de situatie zich ontwikkelde tot een dramatische gezondheids-, sociale en economische crisis; verbaast zich erover dat de regeringen de ontwikkeling van de crisis in China niet hebben gevolgd of geen belangstelling hebben getoond om die te volgen;

5. herinnert eraan dat de EU bevoegd is om het optreden van de lidstaten voor de bescherming van de menselijke gezondheid te ondersteunen, te coördineren of aan te vullen; merkt op dat de Commissie er volstrekt niet in geslaagd is enige zinvolle maatregelen te nemen om de lidstaten te helpen bij het coördineren of aanvullen van de nationale acties; betreurt in dit verband dat de Commissie het mandaat niet heeft vervuld dat haar door de Verdragen is verleend; dringt er dan ook op aan dat de soevereiniteit van de lidstaten behouden blijft, aangezien de natiestaat nog steeds het best is toegerust om te reageren op bedreigingen van de volksgezondheid;

6. verzoekt om een passende beoordeling van de rol en de werking van het ECDC, om te kunnen beoordelen of het agentschap heeft gefaald in zijn opdracht;

7. is verheugd over de vrijwillige bilaterale bijstand die door bepaalde lidstaten of particuliere instanties in de lidstaten is verleend, zoals het opnemen van patiënten, het verstrekken van beschermend materiaal of het inzetten van artsen;

8. betreurt het dat er in bijna alle lidstaten een ernstig tekort is aan beschermende pakken, gezichtsmaskers en ontsmettingsmiddelen; is van mening dat dit tekort voorkomen had kunnen worden als de lidstaten en de Commissie proactiever waren geweest in hun reactie op de uitbraak; merkt met bezorgdheid op dat bepaalde lidstaten het grote publiek hebben geadviseerd geen gezichtsmaskers te dragen, ook al is bewezen dat deze de overdracht verminderen in oosterse samenlevingen; is van mening dat deze desinformatie wordt verspreid omdat er een tekort is aan beschermende uitrusting;

9. neemt nota van het wetgevingsvoorstel van de Commissie om de tenuitvoerlegging van de verordening betreffende medische hulpmiddelen uit te stellen (COM(2020)0144); verzoekt de Commissie tegen het einde van het jaar te beoordelen of deze verordening een antwoord biedt op de nieuwe uitdagingen die zijn ontstaan door de COVID-19-crisis en zo nodig een wetgevingsvoorstel voor een herziening op te stellen;

10. is van mening dat de passiviteit van de Commissie en de regeringen van de meeste lidstaten in een vroeg stadium van de crisis heeft genoopt tot een veel brutalere respons op COVID-19; is van mening dat een vroegtijdige sluiting van de buitengrenzen van de EU, of zelfs systematische temperatuurcontroles op de luchthavens, de sluiting van de binnengrenzen van de EU overbodig had kunnen maken; betreurt met name dat een van de argumenten tegen de sluiting van de buitengrenzen was dat het in de kaart zou spelen van zogenaamde rechtse populisten, en meent dat op die manier duizenden burgers van de lidstaten onnodig besmettingsgevaar hebben gelopen om ideologische redenen en politieke instrumentalisering;

11. is van mening dat een vroegtijdige uitvoering van een test- en traceringsstrategie, zoals die in Zuid-Korea wordt toegepast, had kunnen leiden tot het vaststellen van besmettingen, het isoleren van hotspots en dus het minimaliseren van de gevolgen van COVID-19; is van mening dat het ontbreken van dergelijke tests heeft geleid tot lockdowns en shutdowns in de hele EU;

12. dringt erop aan dat het overwinnen van de crisis, gezien de ernst ervan, voorrang krijgt op alle andere projecten; verzoekt de EU ervoor te zorgen dat de lidstaten voldoende financiële middelen hebben om onverwijld de investeringen te doen die nodig zijn om kmo’s en de volksgezondheidssector te ondersteunen; vraagt dat de Commissie de lidstaten toestaat de nodige monetaire en fiscale maatregelen te nemen om het bedrijfsleven te ondersteunen, onder meer door de druk van de regelgeving te verminderen, bijvoorbeeld door instrumenten in het leven te roepen om de naleving van de regels te vergemakkelijken wanneer normale mechanismen omslachtig zouden blijken te zijn;

13. vraagt dat de Europese Raad zijn politieke prioriteiten opnieuw bekijkt en verzoekt de Commissie haar regelgevingsambitie van vóór de crisis radicaal terug te schroeven; is van mening dat het nu het moment is om pragmatisme voorop te stellen en nieuwe wetgevingsinitiatieven die in het werkprogramma van de Commissie zijn voorzien, uit te stellen;

14. verzoekt om een volledige heroriëntering van de prioriteiten voor het meerjarig financieel kader (MFK) voor de periode 2021-2027, rekening houdend met de sociaaleconomische gevolgen van de pandemie op de middellange tot lange termijn; vraagt dat het budget dat voor “klimaatmainstreaming” was uitgetrokken, in plaats daarvan wordt gebruikt voor COVID-19-gerelateerde maatregelen;

15. vraagt dat zijn Bureau, dat verantwoordelijk is voor de opstelling van de jaarlijkse begroting van het Parlement, een strategie opstelt om de middelen die door de lockdown van de instelling bespaard zijn, over te hevelen naar de lidstaten die bijzonder hard zijn getroffen door de COVID-19-uitbraak;

16. verzoekt de EU onmiddellijk een moratorium in te stellen op alle EU-acties die gericht zijn op geografische gebieden en structuren buiten de EU, alsmede op alle geplande acties, met uitzondering van de acties die de buitengrenzen van de EU rechtstreeks versterken en het niveau van de rechtsstaat en de algemene bescherming van de burgers binnen de lidstaten van de EU veiligstellen; dringt erop aan dat EU-middelen die voor het externe optreden van de EU zijn bestemd, beschikbaar worden gesteld voor maatregelen ter bescherming van de burgers van de lidstaten en van de Europese levenswijze tijdens en na de pandemie;

17. betreurt het dat landspecifieke aanbevelingen in het kader van het Europees semester inzake volksgezondheid contraproductief zijn gebleken met betrekking tot de veerkracht van de nationale gezondheidszorgstelsels in het geval van een ernstige volksgezondheidscrisis;

18. neemt kennis van de besluiten van de ECB en de gevolgen daarvan voor de financiële markten; verwerpt elke poging om de crisis aan te grijpen voor het bevorderen een steeds nauwere integratie binnen de eurozone door middel van wederzijdse waarborging van schulden of conditionaliteitsmechanismen;

19. erkent de voordelen van de mededeling van de Commissie “Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie tijdens de huidige uitbraak van COVID-19” (C(2020)1863), die de lidstaten in staat stelt de continuïteit van de economische activiteit tijdens en na de uitbraak van COVID-19 in stand te houden; benadrukt dat het belangrijk is om op lange termijn, zolang als nodig is, deze flexibiliteit te blijven verzekeren en te zorgen voor aanvullende instrumenten om alle bedrijven in staat te stellen hun goederen en diensten te leveren zonder te worden geconfronteerd met oneerlijke handelsbelemmeringen binnen de EU en op markten buiten de EU als gevolg van de COVID-19-uitbraak;

20. vraagt dat voorrang wordt gegeven aan rechtstreekse steun voor de voortzetting van de activiteiten van kmo’s, ambachtslieden, handelaren, zelfstandigen en landbouwers, die het grootste deel van de werkgelegenheid in de Europese landen voor hun rekening nemen en het merendeel van de diensten leveren die essentieel zijn voor het leven in onze regio’s;

21. verzoekt de lidstaten om coherente nationale gegevens te verzamelen over de gevolgen en met name de dodelijkheid van het virus, de vergelijkbaarheid van de gegevens te bestuderen en te verbeteren en deze toegankelijk te maken voor onderzoek en beleidsbeslissingen; dringt aan op een onafhankelijk internationaal onderzoek met een mandaat om China te bezoeken en te inspecteren en te bestuderen wat er daadwerkelijk in dit land is gebeurd; is ook van mening dat China ter verantwoording moet worden geroepen voor de pogingen om valse propaganda te verspreiden, om de schuld voor de virusuitbraak in Wuhan op een ander land te schuiven;

22. dringt erop aan dat de vrijwaringsclausules in handelsovereenkomsten worden geactiveerd om de landbouw- en visserijsector te beschermen; verzoekt de Commissie korte distributiekanalen te erkennen als de meest geschikte om een veilige voedselvoorziening voor de consument te waarborgen en een levensvatbaar inkomen voor de landbouwers te garanderen; verzoekt om afwijkende regels op grond waarvan landbouwers kunnen worden geholpen;

23. dringt er bij de lidstaten op aan de controles aan de buitengrenzen te versterken om het internationale vervoer voor de duur van de gezondheidscrisis te beperken en voorrang te geven aan het vervoer van levensmiddelen, brandstof, geneesmiddelen, beschermende uitrusting en medische apparatuur;

24. verzoekt de bevoegde nationale autoriteiten het markttoezicht te versterken om schade voor de consument te voorkomen en informatie over wanpraktijken te delen (misleidende beweringen over de reden voor prijsverhogingen of oplichting in verband met COVID-19);

25. onderstreept dat het van het grootste belang is om strategische sectoren en de productie van belangrijke strategische voorraden, zoals geneesmiddelen en medische hulpmiddelen, binnen de EU te houden teneinde de huidige situatie te keren waarin het grootste deel van de toeleveringsketen verplaatst is en niet onder controle is van - en dus onmiddellijk beschikbaar is voor - de lidstaten van de EU;

26. is van mening dat de geglobaliseerde toeleveringsketens te lang zijn opgerekt; waarschuwt dat een voortdurende verstoring van de toeleveringsketens, bijvoorbeeld door lockdowns en shutdowns, een bedreiging vormt voor de economie van de EU-lidstaten, die van essentieel belang is voor de welvaart, het inkomen en het welzijn; verzoekt de lidstaten te overwegen de verplaatsing van strategische productie te ondersteunen, het bedrijfskapitaal te beschermen tegen externe overnames en de logistieke ketens te verkorten;

27. verzoekt de lidstaten de werkende ouders die onze gezondheidsstelsels en andere belangrijke diensten draaiende houden, te ondersteunen en hen te helpen bij het vinden van oplossingen voor de kinderopvang, door ervoor te zorgen dat als de ene ouder een gezondheidswerker, zorgverlener of lid van de strijdkrachten of de politie is, de andere ouder het recht heeft om thuis te werken of ten minste deeltijds te werken om voor de kinderen te zorgen;

28. is gekant tegen elk voorstel dat de vervroegde vrijlating van gedetineerden vergemakkelijkt om de verspreiding van het virus tegen te gaan; benadrukt dat het gezondheidsresultaat van dergelijke maatregelen weliswaar onzeker is, maar dat zij de rechtszekerheid, de rechtsstaat en de rechten van de slachtoffers van misdrijven zouden ondermijnen;

29. verzoekt alle lidstaten hun grenscontroles te verscherpen om illegale immigratie te voorkomen, teneinde dit extra risico van verspreiding van het virus in Europa weg te nemen; is gekant tegen elk voorstel dat de vervroegde vrijlating van asielzoekers uit gesloten asielcentra zou vergemakkelijken; verzoekt de EU alle lidstaten aan te moedigen om te zorgen voor veilige collectieve en gesloten huisvesting voor alle illegale burgers van derde landen die zich momenteel in de EU bevinden, totdat zij al dan niet vrijwillig naar hun land van herkomst kunnen terugkeren;

30. dringt er bij de lidstaten op aan hun testcapaciteit te vergroten om nauwkeuriger gegevens over het sterftecijfer van het virus te verzamelen;

31. merkt op dat de noodmaatregelen die door de regeringen zijn genomen, ernstige gevolgen hebben voor de meest elementaire rechten die door de democratische grondwetten van deze lidstaten worden verleend; waarschuwt voor de gevaren van dergelijke beperkingen en dringt er daarom bij de lidstaten op aan een strategie voor te bereiden om de samenleving weer normaal te laten worden; roept op tot een tijdige beëindiging van onvrijwillige lockdowns, zo snel als redelijkerwijs mogelijk en passend is;

32. verwerpt het voorstel van de Commissie om gegevens van telecomaanbieders op te vragen; dringt er bij de lidstaten op aan om individuele toestemming te vragen voordat apps die bewegingen, contacten en gezondheidsgegevens monitoren, in gebruik worden genomen;

33. verzoekt de EU bij te dragen aan de oplossing van de crisis binnen haar huidige institutionele kader; verwerpt de oproep om innovatieve institutionele hervormingen van de EU door te voeren, aangezien de lidstaten, die het antwoord op de crisis moeten geven, beter zijn toegerust om de crisis doeltreffend te bestrijden; benadrukt evenwel de noodzaak van samenwerking en de wenselijkheid van wederzijdse bijstand tussen de lidstaten;

34. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de Europese Raad, de Raad en de regeringen en parlementen van de lidstaten.

 

Laatst bijgewerkt op: 15 april 2020
Juridische mededeling - Privacybeleid