Ontwerpresolutie - B9-0175/2020Ontwerpresolutie
B9-0175/2020

ONTWERPRESOLUTIE Commissie vervoer en toerisme

10.6.2020 - (2020/2649(RSP))

naar aanleiding van een verklaring van de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 132, lid 2, van het Reglement

Roberts Zīle, Carlo Fidanza
namens de ECR-Fractie

Procedure : 2020/2649(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B9-0175/2020
Ingediende teksten :
B9-0175/2020
Stemmingen :
Aangenomen teksten :

B9‑0175/2020

Resolutie van het Europees Parlement over toerisme en vervoer in en na 2020

(2020/2649(RSP))

Het Europees Parlement,

 gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,

A. overwegende dat het toerisme een horizontale economische activiteit is met verstrekkende gevolgen voor de economische groei, de werkgelegenheid en de sociale ontwikkeling;

B. overwegende dat de toeristische sector werk biedt aan 22,6 miljoen mensen, 11,2% van de totale werkgelegenheid in de EU, en in 2019 goed was voor 5% van het BBP van de EU, dat deze sector een evenwichtige regionale structuur bevordert en een positief effect heeft op de regionale ontwikkeling;

C. overwegende dat het toerisme uit een complexe waardeketen van vele belanghebbenden bestaat en direct is verbonden met het personenvervoer;

D. overwegende dat de sectoren vervoer en toerisme van alle belangrijke economische sectoren het meest te lijden hebben gehad van COVID-19;

E. overwegende dat de Commissie op 13 mei 2020 de mededeling getiteld “Toerisme en vervoer in en na 2020”, en het pakket inzake toerisme en vervoer heeft aangenomen en zo de eerste noodzakelijke stap heeft gezet om onze waardevolle sectoren vervoer en toerisme te helpen herstellen van de COVID-19-pandemie;

F. overwegende dat het zeer lang geleden is, namelijk in juni 2010, dat de Europese Commissie de mededeling "Europa, toeristische topbestemming in de wereld - een nieuw beleidskader voor het toerisme in Europa" heeft goedgekeurd, waarin een nieuwe strategie en een nieuw actieplan voor het toerisme in de EU worden uiteengezet;

Europese herstelplannen voor toerisme en vervoer na de uitbraak van COVID-19

1. erkent dat de vervoersector een van de sectoren is die het meest worden getroffen door de huidige COVID-19-crisis, en vraagt daarom om specifieke steun, ook voor vrachtvervoerders over de weg, door het verstrekken van kredietlijnen om het gebrek aan liquiditeit het hoofd te bieden;

2. benadrukt dat in de herstelplannen voor het vervoer de steun niet alleen gericht moet zijn op het redden van de bestaande vervoersectoren maar ook op innovatieve groeimogelijkheden, zoals hyperloopverbindingen tussen de grote steden van Europa als een betaalbaar, schoon en snel alternatief voor korteafstandsvluchten;

3. onderstreept dat het in de huidige crisisomstandigheden, waarin veel transportbedrijven moeite hebben om te overleven, van het grootste belang is om strategische vervoersinfrastructuur, zoals havens en spoorwegen, te beschermen tegen buitenlandse overnames, met name door China, en om zorgvuldig na te gaan wat de daadwerkelijke omvang is van de Chinese investeringen in strategische Europese vervoersectoren;

4. is van mening dat de sectoren vervoer en toerisme snelle steun op korte termijn nodig hebben om hun voortbestaan te waarborgen, terwijl het voor de duurzaamheid van de sector op langere termijn essentieel is om maatregelen te nemen waardoor toeristen weer met een gerust hart naar en in Europa kunnen reizen; benadrukt dat de huidige crisis ook een historische kans biedt om het toerisme in de EU te moderniseren en het te beginnen zien als een echt industrieel ecosysteem met eigen investeringsdoelstellingen, menselijk kapitaal, technologische innovatiebehoeften en prestatie-indicatoren;

5. is ingenomen met de mededeling “Naar een gefaseerde en gecoördineerde aanpak van het herstel van het vrije verkeer en de opheffing van de binnengrenscontroles – COVID-19”, die de Commissie heeft goedgekeurd als onderdeel van het pakket, en met het voorstel voor een gefaseerde en gecoördineerde aanpak om terug te keren naar het onbeperkte vrije verkeer van personen;

6. wijst nogmaals op het belang van het non-discriminatiebeginsel bij de geleidelijke opheffing van de nationale en grensoverschrijdende beperkingen en benadrukt dat het om de integriteit van de interne markt en het vrije verkeer te vrijwaren, van cruciaal belang is te vermijden dat tussen afzonderlijke lidstaten ongecoördineerde bilaterale overeenkomsten die buiten het kader van de Europese Unie worden besproken, worden gesloten (de zogenaamde toerismecorridors), die de economie van de lidstaten die in het bijzonder door de gezondheidscrisis zijn getroffen, en met name hun toeristische sector, verder zouden beïnvloeden;

7. onderstreept dat er maatregelen moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat een lidstaat wanneer deze besluit om reizen naar zijn grondgebied toe te staan, niet het bestaan van gelijke epidemiologische omstandigheden in aanmerking neemt, maar wel het werkelijk vermogen van lidstaten om ervoor te zorgen dat de in de richtsnoeren van de Commissie genoemde gezondheidsprotocollen worden nageleefd;

8. verzoekt de Commissie, gezien de moeilijke situatie van de sector strandtoerisme, Richtlijn 2006/123/EG te herzien, met name wat betreft de vergunningsprocedures voor het gebruik van maritiem openbaar domein, teneinde te zorgen voor bedrijfscontinuïteit en de investeringen weer op gang te brengen;

9. vindt het zeer jammer dat verschillende lidstaten onlangs unilaterale en zeer ontwrichtende maatregelen hebben opgelegd, die niet alleen een zware last leggen op de werking van de interne markt en op het leven van miljoenen EU-burgers, maar die ook het toerisme en het vertrouwen nog een extra klap toebrengen; vraagt daarom met aandrang dat de Commissie verhindert dat de lidstaten eender welke discriminerende en niet-epidemiologische maatregelen ten uitvoer leggen, die alleen maar de integriteit van het Schengengebied aantasten en een snel herstel van de Europese reis- en toerisme-industrie in de weg staan; is ingenomen met het initiatief van de Europese Commissie om de continue stroom van goederen, met name levensmiddelen en medische hulpmiddelen, in de hele EU te garanderen en met alle initiatieven die erop gericht zijn de volledige werking van de interne markt van de EU zonder ongerechtvaardigde controles en vertragingen te waarborgen;

10. erkent de belangrijke rol die internationale reizigers elk jaar in ons toerisme spelen; verzoekt de Commissie en de lidstaten derhalve om de niet-essentiële reisbeperkingen die aan de buitengrenzen van de Unie van toepassing zijn, geleidelijk op te heffen vóór het zomerseizoen 2020, zonder de volksgezondheid of de veiligheid in gevaar te brengen en rekening houdend met de epidemiologische situatie in elk derde land;

11. is ingenomen met de mededeling van de Commissie getiteld "Richtsnoeren betreffende het geleidelijke herstel van het vervoer en de connectiviteit - COVID-19", alsook de richtsnoeren die gebaseerd zijn op een kader van beginselen en een gemeenschappelijk instrumentarium dat zal bijdragen tot het hervatten van allerlei vervoersdiensten in de EU door het nemen van gecoördineerde, niet-discriminerende en evenredige maatregelen;

12. verzoekt de Commissie en de lidstaten overeenstemming te bereiken over tijdelijke, evenredige en duidelijk aan de COVID-19-uitbraak gekoppelde niet-quarantainemaatregelen, op basis van wetenschappelijk bewijs en een degelijke risicobeoordeling, volgens internationale normen die zijn vastgesteld door geloofwaardige bronnen, zoals de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) of het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC);

13. onderstreept het belang van de wederzijdse erkenning van de op EU-niveau overeengekomen maatregelen voor de hervatting van het reisverkeer binnen de EU en het internationale reisverkeer; benadrukt bovendien dat de tenuitvoerlegging van inperkingsmaatregelen evenals de versoepeling ervan op geen enkel moment mogen leiden tot een verlaging van de hoge veiligheids- en beveiligingsnormen van de EU in het vervoer;

14. verwelkomt de mededeling van de Commissie, getiteld “EU-richtsnoeren voor de geleidelijke hervatting van toeristische diensten en voor gezondheidsprotocollen voor horecagelegenheden — COVID-19” en dringt er bij de lidstaten op aan om deze richtsnoeren te delen met de bevoegde autoriteiten op regionaal en lokaal niveau; roept de Commissie en de lidstaten in dit verband op om de reis- en toerismesector financieel te ondersteunen bij de uitvoering van deze maatregelen, in volledige samenwerking met de toerisme- en reisindustrie;

15. roept de Commissie op om gemeenschappelijke EU-regels voor te stellen voor de voorwaarden van de tegoedbonnen die wegens COVID-19 worden afgegeven , altijd onder de voorwaarde dat deze vrijwillig door de consument worden aanvaard, en zonder afbreuk te doen aan de verplichting voor bedrijven om reizigers te vergoeden, zoals momenteel in de EU-wetgeving is vastgelegd, om tegoedbonnen aantrekkelijker en levensvatbaarder te maken, en om te voorkomen dat er een nieuwe lappendeken van uitvoering ontstaat wat zou leiden tot een verschillende behandeling van consumenten en tot concurrentievervalsing op de vervoers- en toerismemarkt; vraagt bovendien met aandrang aan de Commissie dat zij alle middelen die zij heeft gebruikt om te zorgen voor een correcte handhaving en uniforme toepassing van de EU-wetgeving, en om het gebruik van geharmoniseerde regels inzake tegoedbonnen op vrijwillige basis te bevorderen

16. moedigt de Commissie en de lidstaten ertoe aan na te gaan of onlinereisbureaus zich houden aan de geldende nationale regelgeving met betrekking tot de annulering en terugbetaling van de reserveringen, teneinde de volledige bescherming van de klant en de economische duurzaamheid van de kmo’s te waarborgen;

17. vraagt de Commissie, de overheidsinstanties van de lidstaten en de belanghebbenden dat zij samenwerken om zo snel mogelijk passende en gemeenschappelijke paraatheidsplannen op te stellen voor een mogelijke tweede golf van COVID-19-besmettingen, waarbij aandacht moet worden besteed aan maatregelen voor infectiepreventie en -beheersing voor de reis- en toerismesector;

 

18. verzoekt de Commissie een speciale EU-communicatiecampagne over reizen en toerisme op te zetten om het reizen binnen de EU te bevorderen, het vertrouwen van de burgers in reizen en toerisme tijdens de COVID-19-pandemie te herstellen, toeristen te informeren over de bestaande gezondheids- en veiligheidsmaatregelen en duurzame en op cohesie gerichte waarden op te bouwen door middel van een EU-label voor toerisme; dringt erop aan het concept “veilige en slimme bestemming” centraal te stellen om te zorgen voor de ontwikkeling van duurzaam, verantwoord en toegankelijk toerisme;

Meer solidariteit en coördinatie in de toeristische sector van de EU

19. herinnert eraan dat het toerisme een aanzienlijke bron is van economische groei, regionale ontwikkeling en werkgelegenheid, en dat de EU sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon in 2009 ondersteunende bevoegdheden heeft, met als doel het optreden van de lidstaten op dit gebied te coördineren en aan te vullen[1];

20. verwelkomt het voorstel van de Commissie om een Europese top voor toerisme te organiseren waarbij de EU-instellingen, de industrie, de regio's, de steden en de belanghebbenden worden betrokken, om na te denken over het Europese toerisme van morgen, en steunt de ontwikkeling van een routekaart voor 2050 naar een duurzaam, innovatief en veerkrachtig Europees toeristisch ecosysteem (“Europese agenda voor toerisme 2050"); roept de Commissie daarom op om op basis van de resultaten van deze dialoog in 2021 een nieuwe strategie en een nieuw actieplan voor het toerisme in de EU vast te stellen, zodat Europa zich door middel van een “EU-label voor toerisme” als toonaangevende bestemming kan blijven profileren;

21. is verheugd over het initiatief van de Commissie om voor flexibiliteit te zorgen wat betreft de regels voor staatssteun; dringt echter aan op duidelijke en sectorspecifieke richtsnoeren in de sectoren vervoer en toerisme om een effectieve coördinatie tussen alle lidstaten mogelijk te maken en ervoor te zorgen dat de nationale compensatieregelingen op uniforme wijze worden gebruikt en voor beperkte duur, tijdig en proportioneel worden ingevoerd, met als doel een oplossing te bieden voor de verliezen als gevolg van de COVID-19-uitbraak, zonder dat de concurrentie al te zeer wordt verstoord;

22. is ingenomen met het voorstel voor een EU-herstelplan dat de Commissie op 27 mei 2020 heeft ingediend, dat onder meer voorziet in een verhoging van de langetermijnbegroting van de EU (MFK 2021-2027) en een nieuw herstelinstrument van 750 miljard euro (“Next Generation EU”) en waarin erkend wordt dat het toerisme een van de belangrijkste economische activiteiten was die zwaar door de COVID-19-crisis zijn getroffen en dat voor het toeristische ecosysteem een investering van 161 miljard euro nodig zal zijn;

23. verzoekt de Commissie in het herstelpakket het nodige belang toe te kennen aan de toeristische sector en richtsnoeren uit te vaardigen om te zorgen voor een snelle toegang tot financiering in het kader van de lopende en komende programma's, zonder hinder van onevenredige administratieve lasten;

24. roept de Commissie en de lidstaten op om bedrijven, met name kleine en middelgrote ondernemingen, dringend steun te verlenen bij het beheer van hun liquiditeit om hen te helpen banen te behouden en om onnodige administratieve lasten te verminderen; is in dit verband ingenomen met het nieuwe SURE-initiatief van de Commissie, dat tot doel heeft de kosten van nationale regelingen voor kortetermijnwerk te dekken, zodat bedrijven banen kunnen redden en kasreserves kunnen behouden;

25. pleit voor een Europese horizontale strategie voor het herstel van kmo’s, om hen te ondersteunen door de administratieve rompslomp en de kosten van de toegang tot financiering te verminderen, en door investeringen in strategische waardeketens te stimuleren, in overeenstemming met de Green Deal; herinnert eraan dat de nodige aanpassingen moeten worden verricht om te voldoen aan de nieuwe gezondheids- en veiligheidsmaatregelen, waarbij aanzienlijke investeringen moeten worden gedaan om de veiligheid van de consument te waarborgen en de regels inzake social distancing na te leven, alsook aan de andere relevante voorzorgsmaatregelen;

26. benadrukt het belang van een nauwere samenwerking tussen de EU, de nationale, regionale en lokale autoriteiten en alle relevante belanghebbenden, met het oog op de aanpak van horizontale kwesties in verband met toerisme; verzoekt de Commissie in dit verband een EU-strategie voor toerisme op te stellen met onder meer een duidelijk actieplan met doelstellingen voor de korte, middellange en lange termijn, waarin wordt voorgesteld dat de lidstaten duidelijke, strategische, operationele en resultaatgerichte doelstellingen vaststellen;

27. herinnert eraan dat de overregulering in de wetgeving inzake de interne markt voor toeristische diensten moet worden teruggedrongen, met als doel tegenstrijdigheden en overlappingen in de regelgeving weg te nemen en te voorkomen, door te zorgen voor een betere coördinatie van maatregelen en wetgeving die van invloed zijn op de toeristische sector;

28. verzoekt de Commissie richtsnoeren uit te vaardigen op basis van de beste praktijken in de toeristische sector in geval van een pandemische crisis en te zorgen voor voldoende  financiële steun en een vlottere ontwikkeling en coördinatie van adequate onlineplatforms waar belanghebbenden beste praktijken en informatie kunnen uitwisselen; benadrukt dat alle vormen van uitwisseling van beste praktijken door de Commissie moeten worden aangemoedigd en ondersteund;

29. is verheugd over de inspanningen van de Commissie om de lidstaten te helpen bij het coördineren van de bijstand en de consulaire repatriëringsoperaties van EU-burgers in de hele wereld; verzoekt de Commissie voorts na te gaan welk gebruik is gemaakt van de bestaande EU-wetgeving en -wetten in de lidstaten voor deze repatriëringsoperaties, en verdere mogelijkheden te onderzoeken voor een snelle en doeltreffende deelname indien zich in de toekomst soortgelijke situaties voordoen;

Naar een toekomstbestendige toeristische sector in de EU

30. benadrukt dat de toeristische sector sterk afhankelijk is van de vervoersector en dat het verbeteren van de toegankelijkheid en de connectiviteit van alle vervoerswijzen, met behoud van het hoogste veiligheidsniveau in alle vervoersectoren (wegvervoer, spoorvervoer, luchtvaart, zeevaart en binnenvaart), zeker een grote invloed zal hebben op de bevordering van de toeristische sector in de EU;

31. wijst erop dat alle lidstaten over een netwerk van ontwikkelde, moderne en veilige infrastructuur moeten beschikken om het reizen in de EU te vergemakkelijken en de perifere lidstaten beter toegankelijk te maken voor het intracommunautair en internationaal toerisme; verzoekt de Commissie derhalve het bestaande infrastructuurnetwerk op zijn geschiktheid te controleren en onmiddellijk aanvullende maatregelen voor te stellen voor de minst ontwikkelde gebieden, om ervoor te zorgen dat de lidstaten een passende planning hebben voor het voltooien van het volledige TEN-T-kernnetwerk tegen 2030 en de uitgebreide netwerken tegen 2050, met vermelding van het tijdschema en de beschikbare begrotingsmiddelen, en zich met name te richten op grensoverschrijdende trajecten, met name in lidstaten die geen vooruitgang hebben geboekt in deze gebieden;

32. vraagt de Commissie een toezichtskader vast te stellen met onder meer tussentijdse doelstellingen voor de beoordeling van de door de lidstaten geboekte vooruitgang, een systematische en uniforme aanpak te volgen met vaste termijnen voor de lidstaten om feedback te geven over voltooide segmenten, en bij de herziening van de TEN-V-verordening passende maatregelen te nemen om de planning van onderhoud op lange termijn door de lidstaten te verbeteren;

33. verzoekt de Commissie zich te buigen over de haalbaarheid en de mogelijke voordelen van een mechanisme voor crisisbeheer voor de toerismesector in de EU, niet alleen om adequaat en snel te kunnen reageren op de gevolgen van de huidige COVID-19-uitbraak, maar ook om de sector voor te bereiden op toekomstige uitdagingen van dezelfde aard en omvang; benadrukt dat een dergelijk mechanisme financieringsoplossingen voor financiële tekorten op de korte termijn moet omvatten, en ook moet voorzien in kaders en strategieën voor de middellange en lange termijn;

34. stelt voor hierin een volledige reeks geteste en goedgekeurde maatregelen op te nemen en een pakket van toekomstgerichte oplossingen op te stellen dat snel kan worden toegepast in reactie op crisissituaties, onder meer een reeks richtsnoeren die uitsluitend gericht zijn op de toerisme- en vervoersector; herinnert eraan dat de capaciteit om het optreden van de lidstaten in tijden van crisis te ondersteunen en aan te vullen, verder moet worden ontwikkeld teneinde de werknemers te beschermen, de bedrijven te helpen en de veiligheid van de passagiers te garanderen. onderstreept voorts de noodzaak om nauw samen te werken met alle relevante belanghebbenden, zodat rekening wordt gehouden met alle specifieke kenmerken van de desbetreffende toerisme- en vervoersectoren;

35. wijst op het belang van een gemeenschappelijke EU-aanpak om het concurrentievermogen van de sector te waarborgen door de communicatiestrategie van de EU ten aanzien van de burgers te verbeteren; wijst voorts op de coördinerende rol van de EU voor de toeristische sector, die moet worden verbeterd door EU-initiatieven met een toegevoegde waarde te lanceren en de uitwisseling van beste praktijken tussen de lidstaten verder te vergemakkelijken; pleit ervoor de administratieve en fiscale lasten te verminderen, de oprichting van ondernemingen te ondersteunen en de grensoverschrijdende verkoop en dienstverlening te bevorderen;

36. meent dat de opkomst van nieuwe technologieën en verdere digitalisering de aantrekkelijkheid van de reis- en toerismesector aanzienlijk zouden vergroten en dat gebruikersvriendelijke platforms en nieuwe bedrijfsmodellen de groei, het concurrentievermogen en de welvaart van de sector zouden bevorderen; meent dan ook dat regelmatige opleiding en bijscholing van de bestaande arbeidskrachten in de sector van essentieel belang zijn en dat bijzondere aandacht moet gaan naar digitale vaardigheden en innovatieve technologieën;

37. wijst erop dat duurzaam toerisme moet worden bevorderd, aangezien het bijdraagt tot het scheppen van werkgelegenheid, de bescherming en het herstel van natuurlijke ecosystemen en tot groei en concurrentievermogen, door voort te bouwen op nieuwe bedrijfsmodellen; vraagt dat de Commissie de toegang tot slimme en duurzame EU-financiering voor belanghebbenden in de toeristische sector vergemakkelijkt; bevestigt dat dergelijke financiering de ontwikkeling van innovatieve toeristische producten en diensten van hoge kwaliteit moet ondersteunen en verder moet bijdragen tot duurzaamheid, reizen buiten het seizoen en een geografische spreiding van de toeristenstromen; is van mening dat er steun en coördinatie op EU-niveau nodig is om de administratie van het toerisme op nationaal, regionaal en lokaal niveau te verbeteren, onder meer door de invoering van een duurzaamheidscertificering voor het toerisme;

38. benadrukt het belang van toerisme voor sommige landen en regio’s van de EU, waar diensten die verband houden met toerisme vaak een aanzienlijke bron van werkgelegenheid zijn en een van de belangrijkste bronnen van inkomsten voor de plaatselijke bevolking; verzoekt de Commissie om maatregelen op maat uit te werken voor het herstel van het vrij verkeer en van de transportverbindingen tussen de ultraperifere gebieden en eilanden en het vasteland van de EU; wijst erop dat specifieke verbindingswegen en aanvullende financiële en administratieve ondersteuning van cruciaal belang zijn voor deze regio’s; benadrukt dat er in de toerismestrategie en -initiatieven van de EU aandacht moet komen voor kustgebieden en maritieme gebieden, onder meer in de vorm van financieringsmogelijkheden en promotie- en communicatiemiddelen, en dat de werking van de relevante markten moet worden versterkt door op maat gemaakt beleid te ontwikkelen in samenwerking met de belanghebbenden en autoriteiten;

39. herinnert eraan dat het cultuurtoerisme goed is voor 40 % van al het Europese toerisme; vraagt de Commissie dan ook dat zij aan de lidstaten duidelijke, strategische, operationele en resultaatgerichte doelstellingen voorstelt in het volgende werkplan voor cultuur en dat zij het huidige strategische kader voor cultuur verbetert; benadrukt dat investeringen in cultureel belangrijke plaatsen moeten worden gezien en behandeld als een middel om het concurrentievermogen en de groei op lokaal niveau te verbeteren, waarbij niet mag worden voorbijgegaan aan de intrinsieke waarde van deze plaatsen als onderdeel van ons cultureel erfgoed, dat moet worden beschermd, met name tegen de klimaatverandering en het massatoerisme;

40. wijst op de voordelen van het plattelandstoerisme en verzoekt de Commissie initiatieven te bevorderen en te ondersteunen die extra inkomstenbronnen voor het platteland genereren, werkgelegenheidskansen bieden, ontvolking voorkomen en de sociale voordelen vergroten; benadrukt de rol die het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO), met name het LEADER-programma, kan spelen bij de ondersteuning van initiatieven voor lokaal en plattelandstoerisme en dringt erop aan dat dit programma naar behoren wordt gefinancierd voor de programmeringsperiode 2021-2027.

41. wijst op het belang van het gezondheidstoerisme, dat medisch, wellness- en kuurtoerisme omvat; roept de Commissie op om, waar nodig, het Europees gezondheidspreventie-, balneologie-, duurzaam, berg- en medisch toerisme te bevorderen; benadrukt de noodzaak van verdere investeringen ter verbetering van de infrastructuur voor duurzaam toerisme en het belang van een betere zichtbaarheid van de Europese kuuroorden voor kuur- en wellnesstoerisme; roept de Commissie op om verdere op wetenschap gebaseerde financieringsmogelijkheden te plannen, aangezien medisch toerisme kan helpen om de gezondheidskosten terug te dringen door middel van preventiemaatregelen en om het geneesmiddelenverbruik te verminderen, en de duurzaamheid en kwaliteit van arbeid verder zou verbeteren;

42. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de voorzitter van de Commissie, de voorzitter van de Europese Raad en het fungerend voorzitterschap van de Raad.

Laatst bijgewerkt op: 17 juni 2020
Juridische mededeling - Privacybeleid