ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in Belarus
14.9.2020 - (2020/2779(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 132, lid 2, van het Reglement
Manu Pineda, Helmut Scholz
namens de GUE/NGL-Fractie
B9‑0273/2020
Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in Belarus
Het Europees Parlement,
– gezien het Handvest van de Verenigde Naties,
– gezien de grondwet van de Republiek Belarus,
– gezien de presidentsverkiezingen van 9 augustus 2020 in Belarus en de daaropvolgende en huidige gebeurtenissen,
– gezien de verklaring van het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten (ODIHR) van de OVSE van 17 juli 2020 en de eerdere rapporten van het ODIHR van de OVSE over verkiezingen in Belarus,
– gezien de conclusies van de enige internationale verkiezingswaarnemingsmissie aan Belarus, uitgevoerd door het Gemenebest van Onafhankelijke Staten, en het feit dat er geen tijdige uitnodiging is geweest voor het ODIHR van de OVSE om een verkiezingswaarnemingsmissie uit te voeren voor de presidentsverkiezingen,
– gezien de verklaringen van de secretaris-generaal van de VN van 10 en 14 augustus 2020 over de ontwikkelingen in Belarus na de verkiezingen,
– gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat de centrale kiescommissie van Belarus heeft verklaard dat de zittende president Alexander Loekasjenko de presidentsverkiezingen na de eerste ronde heeft gewonnen met 80,1 % van de stemmen en dat de voornaamste oppositiekandidaat Svetlana Tichanovskaja 10,1 % van de stemmen heeft behaald;
B. overwegende dat deze uitslag door verschillende oppositiepartijen is betwist; overwegende dat buitenlandse mogendheden zoals Canada, de Verenigde Staten en meerdere EU-lidstaten de uitslag van deze verkiezingen niet hebben erkend;
C. overwegende dat de Europese Raad op 19 augustus 2020 is overeengekomen om de verkiezingsuitslag niet te erkennen en vlak daarna heeft besloten sancties op te leggen;
D. overwegende dat Estland, Letland en Litouwen unilateraal sancties hebben opgelegd tegen 30 Belarussische ambtenaren;
E. overwegende dat er sinds de verkiezingen ongeziene protesten aan de gang zijn door het hele land om het aftreden van president Loekasjenko en nieuwe verkiezingen te eisen; overwegende dat sommige betogers extreemrechtse symbolen tonen tijdens deze protesten; overwegende dat er ook demonstraties zijn geweest om de voorzetting van het presidentschap van Alexander Loekasjenko en de geldigheid van de verkiezingen te steunen; overwegende dat dit heeft geleid tot verdere polarisatie en dat de maatschappelijke protesten doorgaan;
F. overwegende dat de speciale procedures van de VN-Mensenrechtenraad kritiek hebben geuit op de Belarussische autoriteiten voor de gemelde willekeurige opsluiting van tot wel 6 700 mensen tijdens de protesten en meldingen hebben ontvangen over de marteling en mishandeling van 450 gedetineerden;
G. overwegende dat van 17 journalisten van internationale media de persaccreditaties zijn ingetrokken;
H. overwegende dat oppositieleider Svetlana Tichanovskaja zichzelf heeft uitgeroepen tot “tussentijds leider” van het land, hetgeen haar verantwoordelijkheid om vroegtijdige verkiezingen uit te schrijven onderstreept, wat het vinden van een oplossing op basis van dialoog lastiger maakt;
I. overwegende dat president Loekasjenko zich bereid heeft getoond om constitutionele hervormingen door te voeren en vroegtijdige verkiezingen goed te keuren;
J. overwegende dat het Amerikaanse leger gemechaniseerde troepen heeft gestuurd naar Litouwse gebieden dicht bij de Belarussische grens; overwegende dat de VS dit jaar meer dan 20 000 soldaten hebben gestuurd naar Estland, Letland, Litouwen en Polen;
K. overwegende dat het Russische leger in de westelijke regio van de Russische Federatie extra troepen heeft ingezet bij de Belarussische grens;
L. overwegende dat Belarus en de EU verschillende akkoorden hebben ondertekend, onder ander op het gebied van bestuur, en overwegende dat de EU Belarus heeft gesteund bij de uitvoering van zijn nationale actieplan op het gebied van de mensenrechten; overwegende dat de EU Belarus tijdens de periode 2014-2020 in het kader van het Europees nabuurschapsinstrument 170 miljoen EUR aan steun heeft verleend;
M. overwegende dat het Belarussische volk heeft laten zien de soevereiniteit van het land te willen verdedigen en opkomt voor het recht om zijn eigen toekomst te bepalen;
1. uit zijn diepe bezorgdheid over de situatie in Belarus, waaronder de destabilisatie van het land en de polarisatie in de Belarussische samenleving; benadrukt dat de bevolking van Belarus een vreedzame en democratische oplossing moet vinden voor de huidige crisis, zonder buitenlandse inmenging en, indien nodig, met behulp van volledig transparante internationale bemiddeling;
2. ondersteunt de roep van verschillende sociale, politieke en culturele activisten om een nationale dialoog te houden tussen alle politieke actoren over een mogelijke oplossing, waarbij iedereen wordt betrokken; dringt aan op een volledig onafhankelijk onderzoek naar de gebreken van de verkiezingsprocedure en de verkiezingsuitslag, dat moet worden uitgevoerd onder toezicht van de VN en praktische ondersteuning moet krijgen van het OVSE, waarbij rekening moet worden gehouden met alle politieke en sociale partijen en belanghebbenden in Belarus en waardoor de weg kan worden vrijgemaakt voor nieuwe, vrije en eerlijke verkiezingen, indien hiertoe besloten wordt;
3. toont zich solidair met Belarussische werkenden en vakbonden; dringt er bij de Belarussische autoriteiten en werkgevers op aan om het fundamentele recht van Belarussische werkenden om te staken te eerbiedigen, overeenkomstig Verdragen nrs. 87 en 98 van de Internationale Arbeidsorganisatie;
4. uit zijn bezorgdheid over het hardhandige optreden tegen vreedzame betogers; veroordeelt de voortdurende vervolging van verschillende vertegenwoordigers van de oppositie, betogers, activisten uit het maatschappelijk middenveld en journalisten; roept de Belarussische autoriteiten op om onmiddellijk de volledige eerbiediging van de mensenrechten te waarborgen, inclusief de persvrijheid en de vrijheid van vergadering, overeenkomstig het internationale recht en de internationale verplichtingen van Belarus;
5. spoort de autoriteiten van Belarus aan om onmiddellijk een halt toe te roepen aan het gebruik van geweld tegen vreedzame betogers; pleit voor een onderzoek naar het gebruik van geweld door rechtshandhavingsautoriteiten, inclusief de dood van vijf betogers, en benadrukt dat degenen die verantwoordelijk zijn voor eventuele strafbare feiten voor de rechter moeten worden gebracht;
6. uit zijn diepe bezorgdheid over de berichten dat Belarussische rechtshandhavingsautoriteiten niet optreden tegen personen in ongemarkeerde voertuigen die vreedzame betogers in elkaar slaan en ontvoeren om verdere confrontaties uit te lokken; uit zijn diepe bezorgdheid over de gewelddadige acties van bepaalde oppositiegroepen; benadrukt dat er opnieuw moet worden gekeken naar een politieke oplossing door middel van een open en transparante dialoog;
7. roept op tot de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van gevangenen die zijn gearresteerd tijdens de verkiezingscampagne en van betogers die hebben deelgenomen aan demonstraties na de verkiezingen maar die niet betrokken waren bij het geweld;
8. verwerpt nadrukkelijk elke externe inmenging, zowel heimelijk als openlijk, van andere landen, inclusief de EU-lidstaten en buurlanden, in de binnenlandse aangelegenheden van Belarus; roept alle externe actoren op om het soevereine recht van het Belarussische volk om een oplossing te vinden voor deze crisis en de toekomst van zijn land te bepalen, te eerbiedigen; steunt de voorstellen om de OVSE een bemiddelende rol te laten vervullen, zonder in te grijpen, tussen de verschillende binnenlandse politieke spelers in een poging om deze crisis te boven te komen;
9. pleit voor meer transparantie en nauwkeurig toezicht op de 53 miljoen EUR voor Belarus die door Commissievoorzitter von der Leyen is aangekondigd, zodat dat bedrag niet terechtkomt bij politieke organisaties of wordt ingezet in het belang van een enkele partij bij het conflict in plaats van te worden ingezet voor de bevordering van dialoog;
10. is tegen het opleggen van sancties, aangezien deze contraproductief zijn en een negatieve impact hebben op de bevolking, zoals verschillende oppositiegroepen en vreedzame betogers hebben benadrukt;
11. uit zijn diepe bezorgdheid over de toenemende spanningen tussen de EU en Rusland; roept de betrokken partijen op om zich terughoudend op te stellen en af te zien van het aanwakkeren van interne conflicten in Belarus en het land niet te gebruiken voor hun eigen geopolitieke belangen; benadrukt dat een onderhandelde oplossing voor dit conflict moet worden nagestreefd, waarbij de onafhankelijkheid en soevereiniteit van Belarus volledig geëerbiedigd wordt; wijst erop dat de meerderheid van de bevolking in Belarus wil dat de goede en vriendelijke samenwerking op basis van vertrouwen en de vreedzame betrekkingen tussen hun soevereine staat en de Russische Federatie in stand blijven;
12. benadrukt zijn bezorgdheid over de tekortkomingen van het EU-beleid in het kader van het Oostelijk Partnerschap en benadrukt dat dit beleid heroverwogen moet worden; dringt er bij de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV) op aan om met een plan te komen voor een constructieve dialoog met Rusland, waarin de belangrijke rol die buurlanden spelen bij het bevorderen van goede betrekkingen en banden met zowel de EU als Rusland wordt benadrukt; benadrukt dat er onafhankelijk internationaal beleid moet komen dat niet wordt beïnvloed door andere belangen, met name voor een gebied dat zo belangrijk is voor de EU als de oostelijke buurlanden;
13. herhaalt zijn bezorgdheid over de inzet van militaire troepen van de NAVO op het grondgebied van landen die grenzen aan Rusland, hetgeen enkel leidt tot meer wederzijds wantrouwen en confrontaties; maakt zich zorgen over de groeiende militaire aanwezigheid aan de grenzen van Belarus en roept de NAVO en de Russische Federatie op dit onmiddellijk een halt toe te roepen;
14. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de parlementen en regeringen van de lidstaten, en de regering van Belarus.