Ontwerpresolutie - B9-0274/2020Ontwerpresolutie
B9-0274/2020

ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in Belarus

14.9.2020 - (2020/2779(RSP))

naar aanleiding van een verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid
ingediend overeenkomstig artikel 132, lid 2, van het Reglement

Kati Piri, Tonino Picula, Norbert Neuser, Robert Biedroń
namens de S&D-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B9-0271/2020

Procedure : 2020/2779(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B9-0274/2020
Ingediende teksten :
B9-0274/2020
Stemmingen :
Aangenomen teksten :

B9‑0274/2020

Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in Belarus

(2020/2779(RSP))

Het Europees Parlement,

 gezien zijn eerdere resoluties over Belarus, in het bijzonder die van 4 oktober 2018 over de achteruitgang van de mediavrijheid[1], van 19 april 2018 over Belarus na de gemeenteraadsverkiezingen op 18 februari 2018[2], van 24 november 2016 over de situatie in Belarus na de parlementsverkiezingen op 11 september 2016[3] en van 8 oktober 2015 over de doodstraf in Belarus[4],

 gezien de conclusies van de voorzitter van de Europese Raad na de videoconferentie met de leden van de Europese Raad op 19 augustus 2020,

 gezien de verklaringen van de hoge vertegenwoordiger namens de Europese Unie van 11 augustus 2020 over de presidentsverkiezingen en van 11 september 2020 over de escalatie van het geweld tegen en de intimidatie van leden van de coördinatieraad,

 gezien de verklaringen van de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter, en met name die van 7 augustus 2020 voorafgaand aan de presidentsverkiezingen en van 14 juli 2020 over het niet registreren van presidentskandidaten, en gezien de gezamenlijke verklaring van de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter en de minister van Buitenlandse Zaken van Canada van 26 augustus 2020, alsook de gezamenlijke verklaring van de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter en de commissaris voor Nabuurschap en Uitbreiding van 10 augustus 2020 over de presidentsverkiezingen,

 gezien de verklaringen van de woordvoerder van de EDEO, en met name die van 19 juni 2020 over de recente ontwikkelingen in de aanloop naar de presidentsverkiezingen en van 18 november 2019 over parlementsverkiezingen in Belarus,

 gezien het besluit van de Raad van 17 februari 2020 tot verlenging van het EU-embargo van 2004 ten aanzien van Belarus betreffende wapens en uitrusting die kan worden gebruikt voor binnenlandse repressie[5],

 gezien de verklaring van ODIHR van 15 juli 2020 dat geen verkiezingswaarnemingsmissie wordt gestuurd wegens het ontbreken van een uitnodiging,

 gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,

A. overwegende dat Belarus op 9 augustus 2020 presidentsverkiezingen heeft gehouden en de periode in de aanloop naar deze verkiezingen werd gekenmerkt door landelijk politieoptreden tegen vreedzame demonstranten, activisten van het maatschappelijk middenveld, bloggers en journalisten, alsook door ernstige intimidatie van politieke activisten, hardnekkige belemmeringen bij de registratie van kandidaten en de vorming van kieskommissies, het niet-registreren en de detentie van kandidaten en hun campagnemedewerkers en medestanders;

B. overwegende dat het verkiezingsproces niet kon worden waargenomen door een ODIHR-verkiezingswaarnemingsmissie omdat de Belarussische autoriteiten met opzet niet tijdig een uitnodiging hebben verzonden, en het verkiezingsproces gepaard ging met een enorm aantal meldingen van ernstige schendingen van het verkiezingsproces die getuigen van de opzettelijke vervalsing van de uitslag;

C. overwegende dat de verkiezingscampagne en de presidentsverkiezingen plaatsvonden tijdens de COVID-19-pandemie, waarvan de gevolgen consequent werden ontkend door de politieke leiders en de autoriteiten, hetgeen ertoe heeft geleid dat journalisten, medisch personeel en gewone mensen in actie zijn gekomen om cruciale informatie over de pandemie en de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen te delen, waarmee zij het maatschappelijk engagement en de vitaliteit van het Belarussische maatschappelijk middenveld hebben aangetoond;

D. overwegende dat sommige presidentskandidaten en campagnemedewerkers en medestanders op grond van valse beschuldigingen zijn gearresteerd, terwijl de centrale kiescommissie grote aantallen handtekeningen ter ondersteuning de kandidatuur van andere kandidaten heeft afgewezen;

E. overwegende dat de dag van de verkiezingen vreedzaam is verlopen, maar in de hoofdstad Minsk en in vele andere steden overal in het land onmiddellijk werd gevolgd door vreedzame en ordelijke demonstraties van ongeziene schaal en omvang tegen de flagrante schendingen van het verkiezingsproces en geloofwaardige meldingen van grootschalige vervalsing van de verkiezingsuitslag;

F. overwegende dat vreedzame demonstranten nieuwe verkiezingen eisten die vrij en eerlijk zijn en waarbij internationale verkiezingswaarnemers aanwezig zijn, en zij zo hun recht op democratische vertegenwoordiging en politieke participatie opeisten;

G. overwegende dat volgens de officiële verkiezingsuitslag zoals deze op 10 augustus 2020 werd gemeld door de centrale kiescommissie van Belarus Aleksander Loekasjenko 80,10 % van de stemmen heeft gekregen en Svetlana Tichanovskaja 10,12 % van de stemmen heeft gekregen, bij een opkomst van 84,17 %; overwegende dat geloofwaardige meldingen uit het hele land en particuliere initiatieven op sociale media aantonen dat op grote schaal verkiezingsfraude in het voordeel van Alexander Loekasjenko heeft plaatsgevonden; overwegende dat de EU in haar conclusies van de Raad van 19 augustus 2020 de officiële verkiezingsuitslag niet heeft erkend;

H. overwegende dat door de autoriteiten van Belarus op de legitieme en vreedzame demonstraties is gereageerd met buitensporig geweld, onaanvaardbare repressie en onmenselijke behandeling, waaronder foltering en seksueel geweld tegen de personen die tijdens de protesten zijn aangehouden; overwegende dat honderden vreedzame demonstranten zijn geslagen, duizenden zijn gearresteerd en ten minste drie demonstranten zijn gedood; overwegende dat de Belarussische autoriteiten het protest verder hebben geprobeerd te smoren door middel van de geleidelijke escalatie van arrestaties van de leiders van de protesten;

I. overwegende dat werknemers in Belarussische bedrijven, waaronder grote staatsbedrijven in verscheidene sectoren van de economie, collectieve acties hebben ondernomen en stakingscomités hebben opgericht ter ondersteuning van het volksprotest tegen verkiezingsfraude, geweld en repressie door de staatsautoriteiten; overwegende dat veel leiders van stakingscomités sindsdien zijn geïntimideerd, ondervraagd of gearresteerd en verscheidene van hen nog worden vastgehouden;

J. overwegende dat de coördinatieraad is opgericht om een tijdelijke institutionele partner te vormen voor een nationale dialoog die is gericht op het organiseren van nieuwe verkiezingen die volgens internationale normen en met waarneming door ODIHR zou moeten plaatsvinden;

K. overwegende dat duizenden mensen zich sindsdien hebben aangemeld voor lidmaatschap van de coördinatieraad of hun steun hebben uitgesproken voor de oproep van de coördinatieraad voor nieuwe verkiezingen en alle vooraanstaande leden van de coördinatieraad zijn geïntimideerd, ondervraagd of gearresteerd; overwegende dat aanhoudende intimidatie en bedreigingen twee vooraanstaande leden van de oppositie, Svetlana Tichanovskaja en Veronika Tsepkalo ertoe hebben bewogen naar de Europese Unie te vluchten; overwegende dat een andere leider, Maria Kolesnikova, op 8 september door gemaskerde mannen in een anoniem busje is ontvoerd; overwegende dat Nobelprijswinnaar Svetlana Alexijevitsj het enige lid van het presidium van de coördinatieraad is dat zich nog in Belarus en buiten de gevangenis bevindt; overwegende dat er ernstige zorgen zijn met betrekking tot haar veiligheid;

L. overwegende dat de president van de Russische Federatie op 27 augustus 2020 zijn steun heeft uitgesproken voor de repressie door de Belarussische autoriteiten van gerechtvaardigde burgerlijke grieven door aan te bieden een speciale politiemacht in te zetten; overwegende dat de heer Loekasjenko op 21 augustus 2020 bekendmaakte dat stakende en opgestapte journalisten van de staatsmedia werden vervangen door Russische mediaspecialisten; overwegende dat Rusland, China en Turkije de eerste staten waren die de heer Loekasjenko feliciteerden met zijn frauduleuze verkiezingsoverwinning;

M. overwegende dat de Belarussische autoriteiten hun gewelddadig optreden tegen onafhankelijke Belarussische verslaggevers en burgerjournalisten voortzetten en doelbewust pogen objectieve verslaggeving te hinderen om de binnenlandse en internationale bezorgdheid en afkeuring de kop in te drukken, onder meer door op 29 augustus 2020 de persaccreditatie van meer dan een dozijn internationale verslaggevers in te trekken;

N. overwegende dat ondanks talloze arrestaties van prominente leden van de politieke oppositie en de burgerlijke protestbeweging en gewone burgers grootschalige vreedzame demonstraties blijven plaatsvinden in de hoofdstad en elders in het land, hetgeen aantoont dat de ontevredenheid en het engagement van de maatschappij in Belarus ongekende proporties hebben bereikt en de maatschappij democratische rechten en de eerbiediging van de fundamentele vrijheden en mensenrechten eist, zoals verwoord door haar vertegenwoordigers, onder wie Svetlana Tichanovskaja en de andere leden van de coördinatieraad;

1. laakt in de meest scherpe bewoordingen de Belarussische autoriteiten vanwege hun gewelddadige repressie van vreedzame protesten voor gerechtigheid, vrijheid en democratie in de nasleep van de frauduleuze presidentsverkiezingen op 9 augustus 2020; eist dat de Belarussische autoriteiten onmiddellijk het gebruik van dwang, geweld en repressie tegen hun medeburgers staken en afzien van iedere handeling die niet leidt tot de noodzakelijke dialoog tussen het volk en zijn legitieme vertegenwoordigers, waaronder de coördinatieraad, het maatschappelijk middenveld, de autoriteiten en de politieke vertegenwoordigers van de autoriteiten;

2. pleit voor de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van alle politieke gevangenen en alle personen die zijn aangehouden omdat zij hebben deelgenomen aan demonstraties tegen de verkiezingsuitslag of tegen het geweld door de autoriteiten, of omdat zij hun steun voor deze demonstraties hebben geuit;

3. wijst de uitslag van de Belarussische presidentsverkiezingen van 9 augustus 2020 van de hand en herhaalt de eis van het Belarussische volk dat zo spoedig mogelijk nieuwe, vrije en eerlijk verkiezingen moeten plaatsvinden in overeenstemming met de internationale normen en met verkiezingswaarneming door ODIHR;

4. spreekt zijn ondubbelzinnige steun uit voor het volk van Belarus en zijn gerechtvaardigde eisen en verlangen naar nieuwe vrije en eerlijke verkiezingen, fundamentele vrijheden en mensenrechten, democratische vertegenwoordiging, politieke participatie, eerlijke melding van de verkiezingsuitslag en de beëindiging van de autoritaire repressie; verzoekt de Commissie, de VV/HV en de Raad bijstand te verlenen aan de democratische oppositie van Belarus, met inbegrip van de coördinatieraad onder leiding van Svetlana Tichanovskaja, als legitieme vertegenwoordigers van de eisen van het Belarussische volk, indien daarom wordt verzocht;

5. vraagt om een snel en doeltreffend onderzoek naar, en consequente gerechtelijke vervolging van eenieder die schuldig is aan het ongeëvenaarde geweld tegen demonstranten, hun medestanders en eenvoudige omstanders, met inbegrip van al het geweld dat is begaan door de Belarussische politieke autoriteiten, politie en speciale strijdkrachten; spreekt zijn ernstige verontrusting uit over de geloofwaardige berichten over eenheden in uniformen zonder herkenningstekens en voertuigen zonder kenteken die werkzaam zijn op het grondgebied van Belarus en deelnemen aan de binnenlandse repressie en ontvoeringen; verzoekt de Belarussische en andere relevante autoriteiten feitelijke opheldering te verschaffen over de identiteit, rol en aanwezigheid van deze eenheden op het grondgebied van Belarus; veroordeelt de aanhoudende repressie van onafhankelijke Belarussische en internationale journalisten; verzoekt de Belarussische autoriteiten onmiddellijk alle onterecht gedetineerde journalisten en burgerverslaggevers vrij te laten en de persaccreditatie van degenen van wie deze is ingetrokken volledig te herstellen; onderstreept dat het Belarussische volk recht heeft op objectieve verslaggeving over de gebeurtenissen die in het land plaatsvinden; laakt de inzet van Russische mediaspecialisten in de Belarussische staatsmedia;

6. verzoekt de Belarussische autoriteiten de internationale verplichtingen van Belarus te eerbiedigen, in het bijzonder zijn verplichting als OVSE-lid om werkelijk democratische verkiezingen te houden en de vrijheid van meningsuiting en het recht op vreedzame vergadering zowel in de wet als in de praktijk te eerbiedigen;

7. wijst erop dat het vastberaden is schouder aan schouder te staan met het volk van Belarus in zijn strijd voor vrijheid, democratie en de eerbiediging van de mensenrechten;

8. spreekt zijn waardering uit voor de belangrijke bijdrage die de vrouwen van Belarus onder leiding van Svetlana Tichanovskaja, Veronika Tsepkalo en Maria Kolesnikova hebben geleverd, en voor hun medestanders die de legitieme eisen van het Belarussische volk uitspreken en vertegenwoordigen; merkt op dat vele Belarussen Svetlana Tichanovskaja als winnaar van de presidentsverkiezingen zien; onderstreept dat vrouwen, studenten en jongeren een cruciale rol spelen in de aanhoudende politieke protesten van gewone mensen;

9. merkt met bezorgdheid op dat met uitzondering van Svetlana Alexijevitsj alle leden van het presidium van de coördinatieraad onwettig zijn gearresteerd of tot ballingschap zijn gedwongen; eist de onmiddellijke vrijlating van Maxim Znak, Maria Kolesnikova, Sjarhej Dylewski en Lilija Oelasava; staat erop dat iedere mogelijke nationale dialoog moet plaatsvinden met de volledige en ongehinderde deelname van de coördinatieraad; is verheugd over de bescherming die door de vertegenwoordigers van EU-lidstaten wordt geboden aan Svetlana Alexijevitsj;

10. onderkent dat de huidige protestbeweging in Belarus niet door één persoon of één specifieke groep personen van de politieke oppositie wordt geleid, maar gegrond is op algehele weerstand tegen het huidige regime en gegrond is op de legitieme eis dat het volk van Belarus dezelfde fundamentele rechten op democratie en vrijheid moet genieten als alle andere burgers op het Europese continent;

11. spreekt zijn volledige steun uit voor de inwoners van Belarus die onmiddellijk na de presidentsverkiezingen de straat op zijn gegaan, hun protest ondanks verwerpelijk geweld, repressie en onmenselijke behandeling door de Belarussische autoriteiten niet hebben gestaakt, en sinds de verkiezingen vastberaden door de straten van Minsk en vele andere steden in het land zijn blijven stappen;

12. wijst op de doorslaggevende bijdragen die zijn geleverd door talrijke werknemers in staatsbedrijven in verschillende sectoren van de economie die collectieve acties hebben ondernomen en stakingscomités hebben opgericht en daardoor het risico lopen dat zij worden gearresteerd, ontslagen of geen verlenging van hun tijdelijke contract krijgen aangeboden; verzoekt om de eerbiediging van het fundamentele recht van Belarussische werknemers om te staken zonder dat zij het risico lopen op ontslag, arrestatie of andere vormen van vergelding, overeenkomstig IAO-verdragen nrs. 87 en 98; schaart zich achter de uitingen van solidariteit van het Europees Verbond van Vakverenigingen en steunt het verzoek van het Internationaal Verbond van Vrije Vakverenigingen aan de Internationale Arbeidsorganisatie om onverwijld optreden tegen de arrestaties en veroordelingen van de leiders van stakingscomités en onafhankelijke vakbondsactivisten om hun vrijheid van vergadering en vereniging te beschermen; spreekt zijn steun uit voor de coördinerende rol die het Belarussisch Congres van democratische vakbonden speelt;

13. verzoekt de Raad en de hoge vertegenwoordiger zich resoluut en principieel op te stellen tegenover de Belarussische autoriteiten, op basis van de vastberadenheid van de EU om de beginselen van de democratie en rechtsstaat, eerbiediging van het internationaal recht, universele mensenrechten en fundamentele vrijheden als de vrijheid van meningsuiting, vergadering en vereniging te verdedigen, en op basis van resoluut optreden tegen degenen die verantwoordelijk zijn voor de schending van deze beginselen, waarden en rechten;

14. verzoekt de Raad, de Commissie en de hoge vertegenwoordiger de situatie in Belarus nauwgezet te blijven volgen wat betreft de fundamentele vrijheden en mensenrechten; verzoekt hen iedere mogelijkheid aan te grijpen om de Belarussische autoriteiten te verzoeken onmiddellijk een einde te maken aan het geweld, de repressie en onmenselijke behandeling, alle politieke gevangen en alle personen die de afgelopen maanden en weken willekeurig zijn gearresteerd, vrij te laten, de personen die verantwoordelijk zijn voor de verkiezingsfraude, het geweld, de repressie en foltering te onderzoeken en te vervolgen, en zo spoedig mogelijk nieuwe verkiezingen te houden in overeenstemming met de internationale normen en met verkiezingswaarneming door ODIHR; verzoekt de OVSE met internationale mensenrechten-ngo’s en het onafhankelijk maatschappelijk middenveld van Belarus samen te werken bij het documenteren van ieder afzonderlijk geval waarin mensenrechten zijn geschonden, teneinde de volledige vervolging van alle daders in de toekomst mogelijk te maken;

15. verzoekt de lidstaten en hun consulaire posten in Belarus de slachtoffers van geweld en repressie en hun gezinnen te ondersteunen door humanitaire en onderwijsvisa te verstrekken; verzoekt in dit verband de Commissie om snel werk te maken van de daadwerkelijke uitvoering van financiële ondersteuning van de slachtoffers van repressie en het maatschappelijk middenveld en om meer middelen beschikbaar te stellen voor fysieke, psychologische en materiële ondersteuning aan hen;

16. verzoekt de Raad onverwijld en in nauwe samenwerking met internationale partners brede en doeltreffende sancties in te stellen tegen alle Belarussische schuldigen aan verkiezingsfraude, geweld en repressie, in een aantal dat ten minste gelijk is aan het aantal personen dat op 25 februari 2016 van de sanctielijst is gehaald; eist dat ook tegen Alexander Loekasjenko sancties worden ingesteld; verzoekt de Raad het voorbeeld te volgen van verscheidene lidstaten die aan Belarus grenzen en die Loekasjenko in hun sanctielijsten hebben opgenomen, door de aanvankelijk voorgestelde groep personen tegen wie sancties zouden worden ingesteld uit te breiden met een aanzienlijk aantal hooggeplaatste functionarissen en functionarissen uit het middenkader en met ondernemers van wie bekend is dat zij het regime ondersteunen of hun werknemers ontslaan omdat zij deelnemen aan sancties; verzoekt de Raad sancties in te stellen tegen iedere persoon of entiteit die verantwoordelijk is voor buitenlandse inmenging in Belarus; verzoekt alle leden van de Raad bij hun besluit over het instellen van sancties voorrang te geven aan de democratische rechten van het Belarussische volk boven veiligheidsoverwegingen van afzonderlijke aard; verzoekt de Commissie en de VV/HV de sanctieregeling van de EU voor mensenrechtenschendingen snel operationeel te maken en toe te passen;

17. is verheugd over de bereidheid van de EU om indien nodig verdere restrictieve maatregelen te nemen, zoals de VV/HV heeft verklaard; verzoekt de Raad in het geval gerichte sancties tegen de plegers van fraude, geweld en repressie onvoldoende resultaat opleveren, de instelling van bredere economische sancties tegen Belarus te overwegen, met bijzondere aandacht voor de staatsbedrijven die het nauwst verweven zijn met de zakelijke belangen van de autoriteiten; herhaalt zijn standpunt dat dergelijke sancties in geen geval een negatief effect mogen hebben op de bevolking van Belarus en de ontwikkeling van het democratisch maatschappelijk middenveld van Belarus;

18. verzoekt de Commissie, de EDEO en de hoge vertegenwoordiger de betrekkingen tussen de EU en Belarus opnieuw te beoordelen en hun werkwijze te veranderen van “kritische dialoog” naar “kritische herbeoordeling”, onder meer door middel van de herbeoordeling van de rol van Belarus in het Oostelijk Partnerschap, om zo rekening te houden met de volgende aspecten: coördinatie met internationale partners, dialoog over noodzakelijke hervormingen, sociaaleconomische ondersteuning voor de bevolking, capaciteitsopbouw voor het maatschappelijk middenveld, voortzetting van de intermenselijke contacten; herhaalt dat het vastbesloten is om, als hierom wordt verzocht, de volledige politieke, technische en financiële steun te verlenen die noodzakelijk is om de democratische politieke transitie van Belarus te faciliteren, onder meer door middel van versterkte handelsbetrekkingen, internationaal gecoördineerde bijstand voor economische hervormingen, en volledige ondersteuning voor de verdere ontwikkeling van het onafhankelijk maatschappelijk middenveld van Belarus;

19. benadrukt dat eventuele financiële bijstand van de EU uitsluitend ten goede mag komen aan de inwoners van Belarus en niet aan het huidige regime, en moet bijdragen tot het verlichten van de sociaaleconomische gevolgen van de COVID-19 pandemie voor de bevolking, humanitaire noodhulp moet bieden aan de slachtoffers van geweld en repressie en hun gezinsleden, het maatschappelijk middenveld moet versterken en intermenselijke contacten moet stimuleren; verzoekt de Commissie de uitbetaling van eventuele financiële ondersteuning aan de Belarussische autoriteiten onmiddellijk te staken en alle financiële ondersteuning in plaats daarvan te gebruiken voor de inwoners van Belarus en onafhankelijke journalisten, ngo’s en internationale organisaties;

20. benadrukt de verzoeken van Belarussische burgers en de internationale gemeenschap om een inclusieve nationale dialoog die leidt tot nieuwe verkiezingen en werkelijk democratische vertegenwoordiging; verzoekt de Russische Federatie haar nauwe politieke banden met de leiders van Belarus te gebruiken en Belarus aan te sporen een vrije, eerlijke en inclusieve dialoog aan te gaan, waarbij de volledige eerbiediging van de democratische rechten van het Belarussisch volk onder het internationaal recht worden gewaarborgd, met als doel zo spoedig mogelijk nieuw verkiezingen te organiseren in overeenstemming met de internationale normen en met verkiezingswaarneming door ODIHR; is zeer verheugd over het voorstel van de fungerend Voorzitter van de OVSE in samenwerking met zijn voorganger om Belarus bij te staan bij het organiseren van een dialoog, is ook ingenomen met de bereidheid van ODIHR om de Belarussische autoriteiten bij te staan de hoognodige hervormingen door te voeren om de wetten en praktijken van Belarus af te stemmen op de internationale democratische normen en mensenrechtenverplichtingen; staat erop dat de Belarussische autoriteiten het aanbod dat hen door de huidige en aankomende fungerend Voorzitter van de OVSE is gedaan; verzoekt de Commissie en de EDEO derhalve samen met de OVSE te bepalen welke concrete bijstand de EU kan verlenen aan door de OVSE-geleide bemiddeling, en stelt zelf bereid te zijn met een delegatie van het Europees Parlement bij te dragen aan een toekomstige ODIHR-verkiezingswaarnemingsmissie;

21. verwerpt nadrukkelijk de huidige interventies en externe inmenging door Russische staats- en aan de staat gelieerde actoren, in het bijzonder in de Belarussische staatsmedia en veiligheidsdiensten; spreekt zijn niet-aflatende steun uit voor de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Belarus en het Belarussische volk; wijst erop dat de Belarussische protesten prodemocratisch en niet geopolitiek van aard zijn; verzoekt de Russische Federatie het internationaal recht, de soevereiniteit van Belarus en haar eigen oproep om af te zien van inmenging in Belarus te eerbiedigen; verzoekt de Russische Federatie om in plaats daarvan steun te verlenen aan de door de OVSE gestarte inspanningen om Belarus te helpen zijn nationale en internationale verplichtingen met betrekking tot democratie, fundamentele vrijheden en mensenrechten na te komen;

22. verzoekt de Raad onverwijld een alomvattende en doeltreffende sanctieregeling op EU‑niveau tot stand te brengen waarmee gerichte sancties kunnen worden opgelegd jegens personen, statelijke en niet-statelijke actoren en andere entiteiten die verantwoordelijk zijn voor of betrokken zijn bij ernstige mensenrechtenschendingen;

23. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de Raad van Europa, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, de Hoge Commissaris van de VN voor de mensenrechten en de Belarussische autoriteiten.

 

Laatst bijgewerkt op: 16 september 2020
Juridische mededeling - Privacybeleid