Ontwerpresolutie - B9-0404/2020Ontwerpresolutie
B9-0404/2020

ONTWERPRESOLUTIE over de noodzaak van een specifieke Raadsformatie voor gendergelijkheid

9.12.2020 - (2020/2896(RSP))

naar aanleiding van verklaringen van de Raad en de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 132, lid 2, van het Reglement

Jadwiga Wiśniewska, Margarita de la Pisa Carrión, Dominik Tarczyński, Bogdan Rzońca, Elżbieta Kruk, Derk Jan Eppink, Kosma Złotowski, Joachim Stanisław Brudziński, Andżelika Anna Możdżanowska, Ryszard Antoni Legutko, Beata Kempa, Zbigniew Kuźmiuk, Anna Zalewska, Grzegorz Tobiszowski
namens de ECR-Fractie

Procedure : 2020/2896(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B9-0404/2020
Ingediende teksten :
B9-0404/2020
Stemmingen :
Aangenomen teksten :

B9‑0404/2020

Resolutie van het Europees Parlement over de noodzaak van een specifieke Raadsformatie voor gendergelijkheid

(2020/2896(RSP))

Het Europees Parlement,

 gezien artikel 8 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU),

 gezien artikel 223, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

 gezien artikel 240, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

 gezien de vraag aan de Raad over de noodzaak van een specifieke Raadsformatie voor gendergelijkheid (O-000054/2020 — B9‑0025/2020),

 gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,

A. overwegende dat volgens de bepalingen van het VWEU zowel het Parlement als de Raad eerstverantwoordelijk zijn voor hun interne organisatie;

B. overwegende dat de gelijkheid van mannen en vrouwen een van de kernwaarden van de Europese Unie vormt en bijgevolg moet worden beschouwd als een horizontaal beginsel dat de EU in al haar activiteiten nastreeft;

1. merkt op dat alle Raadsformaties voor sectoraal beleid dit horizontale beginsel moeten volgen, aangezien de Unie er krachtens het VWEU in al haar activiteiten toe verplicht is de ongelijkheden tussen mannen en vrouwen op te heffen;

2. benadrukt dat de Raadsformaties heel uitgebreid zijn en zodanig zijn opgezet dat alle lidstaten hun interne bestuursstructuren in het algemeen kunnen aanpassen aan de Raadsformaties;

3. benadrukt dat het ontbreken van een officiële formatie en een discussieforum die uitsluitend gericht zijn op het bereiken van gelijkheid tussen mannen en vrouwen, niet automatisch wijst op een gebrek aan inzet op dit gebied; merkt in dit verband op dat de Raad en de lidstaten er niet toe kunnen worden gedwongen hun organisatiestructuren af te stemmen op die van de Commissie en het Parlement, aangezien de wezenlijke aard en het werkingsdoel van deze organen verschilt;

4. is van mening dat de Raad, samen met de vertegenwoordigers van de lidstaten, onafhankelijk moet zijn en vrij moet kunnen beslissen over zijn eigen organisatiestructuur en beleidsconfiguraties;

5. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

 

Laatst bijgewerkt op: 14 december 2020
Juridische mededeling - Privacybeleid