ONTWERPRESOLUTIE over het toezicht van het Europees Parlement op de lopende beoordeling door de Commissie en de Raad van de nationale plannen voor herstel en veerkracht
7.6.2021 - (2021/2738(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 132, lid 2, van het Reglement
Roberts Zīle
namens de ECR-Fractie
B9‑0335/2021
Resolutie van het Europees Parlement over het toezicht van het Europees Parlement op de lopende beoordeling door de Commissie en de Raad van de nationale plannen voor herstel en veerkracht
Het Europees Parlement,
– gezien Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (de RRF-verordening)[1],
– gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat de RRF-verordening is aangenomen volgens de gewone wetgevingsprocedure;
B. overwegende dat de herstel- en veerkrachtfaciliteit een uniek instrument is wat zijn volume en financieringswijzen betreft; overwegende dat de Commissie zich voorbereidt op de uitgifte van schuldbewijzen, aangezien alle EU-lidstaten het eigenmiddelenbesluit hebben geratificeerd[2];
C. overwegende dat een herstel- en veerkrachtdialoog wordt gevoerd met het oog op meer transparantie en een grotere verantwoordingsplicht en dat de Commissie het Parlement informatie verstrekt, overeenkomstig artikel 26 van de RRF-verordening;
D. overwegende dat het Parlement zijn standpunten in het kader van de herstel- en veerkrachtdialoog kenbaar kan maken, onder meer via uitwisselingen met de Commissie;
E. overwegende dat de lidstaten in de regel uiterlijk 30 april 2021 hun nationale plannen voor herstel en veerkracht bij de Commissie moeten hebben ingediend; overwegende dat tot op heden 23 lidstaten hun plannen voor herstel en veerkracht bij de Commissie hebben ingediend;
1. is van mening dat de herstel- en veerkrachtfaciliteit een historisch EU-instrument is om de lidstaten te helpen de economische en sociale gevolgen van de COVID-19-pandemie te verlichten, om hun economieën op sterke en duurzame groeitrajecten te brengen, om de EU voor te bereiden op de aanpak van langetermijnuitdagingen ter bevordering van economische, sociale en territoriale cohesie en convergentie, en om toegevoegde waarde voor de EU te genereren;
2. verzoekt de Commissie grondige en omvattende beoordelingen te verstrekken, en is ingenomen met de inspanningen van de Commissie om de uitvoeringsbesluiten van de Raad die verband houden met de nationale plannen voor herstel en veerkracht spoedig (vóór de zomer) aan te nemen, alsook met haar doorlopende samenwerking met de lidstaten om deze te helpen plannen van goede kwaliteit op te stellen;
3. is van mening dat het Parlement zich bij de uitoefening van zijn controlebevoegdheden moet onthouden van inmenging, voornamelijk vanwege de specifieke aard van de herstel- en veerkrachtfaciliteit, die wordt gefinancierd met buitengewone middelen buiten de EU-begroting, welke zijn geleend met de goedkeuring van de afzonderlijke lidstaten;
4. is ervan overtuigd dat de middelen eerlijk moeten worden verdeeld over samenlevingen om te zorgen voor een zo groot mogelijke impact op sociaal opwaartse en territoriale convergentie;
5. is met name ingenomen met de maatregelen in de ingediende plannen voor herstel en veerkracht ter ondersteuning van slimme, duurzame en inclusieve groei, ter bevordering van hoogwaardige werkgelegenheid, ter bestrijding van armoede, ter bevordering van cultuur en onderwijs en de ontwikkeling van competenties en vaardigheden, ter ondersteuning van kinderen en jongeren, ter vergroting van de crisisparaatheid en de capaciteit voor crisisrespons, en ter beperking van de gevolgen van de COVID-19-crisis voor de economie;
6. herinnert de Commissie eraan dat investeringen gepaard moeten gaan met hervormingen, en dringt er bij haar op aan ervoor te zorgen dat alle met terugwerkende kracht goedgekeurde investeringen duidelijk vergezeld gaan van overeenkomstige mijlpalen en streefdoelen; merkt op dat het ontbreken van werkelijk aanvullende met behulp van de herstel- en veerkrachtfaciliteit gefinancierde projecten de macro-economische impact ervan zou kunnen beperken;
7. verzoekt de Commissie volledige transparantie te waarborgen wat betreft de tijdlijn voor de goedkeuring van de gedelegeerde handelingen die uit de RRF-verordening voortvloeien, en met het oog op de spoedige goedkeuring daarvan rekening te houden met de relevante elementen van de herstel- en veerkrachtdialoog;
8. verzoekt de Commissie tijdens de herstel- en veerkrachtdialoog een open, transparante en constructieve benadering te blijven volgen;
9. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Europese Raad, de Raad en de Commissie.