Ontwerpresolutie - B9-0369/2021Ontwerpresolutie
B9-0369/2021

ONTWERPRESOLUTIE over de vaststelling van Antarctische beschermde mariene gebieden (MPA’s) en het behoud van de biodiversiteit in de Zuidelijke Oceaan

30.6.2021 - (2021/2757(RSP))

naar aanleiding van verklaringen van de Raad en de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 132, lid 2, van het Reglement

Sirpa Pietikäinen
namens de PPE-Fractie
César Luena
namens de S&D-Fractie
Catherine Chabaud
namens de Renew-Fractie
Grace O’Sullivan
namens de Verts/ALE-Fractie
Anja Hazekamp
namens de Fractie The Left


Procedure : 2021/2757(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B9-0369/2021
Ingediende teksten :
B9-0369/2021
Aangenomen teksten :

B9‑0369/2021

Resolutie van het Europees Parlement over de vaststelling van Antarctische beschermde mariene gebieden (MPA’s) en het behoud van de biodiversiteit in de Zuidelijke Oceaan

(2021/2757(RSP))

Het Europees Parlement,

 gezien de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties en de duurzameontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s), met name SDG’s 13 en 14,

 gezien het Verdrag van de Verenigde Naties inzake biologische diversiteit,

 gezien het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de Zee (Unclos), met name deel XII,

 gezien het Verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren (CCAMLR),

 gezien het mondiaal evaluatieverslag over biodiversiteit en ecosysteemdiensten van het intergouvernementeel platform voor biodiversiteit en ecosysteemdiensten (IPBES) van 31 mei 2019,

 gezien het speciaal verslag van de Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering (IPCC) over de oceaan en de cryosfeer in een veranderend klimaat van 24 september 2019 en het speciaal verslag van de IPCC over de opwarming van de aarde met 1,5 °C van 8 oktober 2018,

 gezien het door de missieraad Gezonde oceanen, zeeën, kust- en binnenwateren van de Commissie op 22 september 2020 gepubliceerde verslag “Missie Zeester 2030: Herstel onze oceaan en wateren”,

 gezien de mededeling van de Commissie van 11 december 2019, getiteld “De Europese Green Deal”(COM(2019)0640),

 gezien de mededeling van de Commissie van 20 mei 2020 getiteld “EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030: De natuur terug in ons leven brengen” (COM(2020)0380),

 gezien de toespraak over de staat van de Unie van voorzitter Von der Leyen tijdens de plenaire vergadering van het Europees Parlement van 16 september 2020,

 gezien de gezamenlijke verklaring van de 21e EU-China-top van 9 april 2019,

 gezien het communiqué van de G7-leiders getiteld “Our shared agenda for global action to build back better” van 13 juni 2021,

 gezien de verklaring van de EU-VS-top van 15 juni 2021 getiteld “Towards a renewed Transatlantic partnership”,

 gezien zijn resolutie van 28 november 2019 over de noodsituatie op het gebied van klimaat en milieu[1],

 gezien zijn resolutie van 15 januari 2020 over de Europese Green Deal[2],

 gezien zijn resolutie van 9 juni 2021 over de EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030: de natuur terug in ons leven brengen[3],

 gezien zijn resolutie van 16 januari 2020 over de 15e bijeenkomst van de Conferentie van de partijen bij het Verdrag inzake biologische diversiteit (COP15)[4],

 gezien zijn resolutie van 25 maart 2021 over de gevolgen van zwerfvuil op zee voor de visserij[5],

 gezien het op 1 december 1959 ondertekende Verdrag inzake Antarctica,

 gezien het Protocol van Madrid betreffende milieubescherming bij het Verdrag inzake Antarctica, ondertekend op 4 oktober 1991 (het Protocol van Madrid),

 gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,

A. overwegende dat een goede ecologische toestand van de oceaan van cruciaal belang is voor het behoud van de biodiversiteit en de continuïteit van de ecosysteemdiensten, zoals de absorptie van CO2 en de productie van zuurstof;

B. overwegende dat Antarctica en de Zuidelijke Oceaan een uiterst rijk ecosysteem van flora en fauna herbergen, terwijl bepaalde soorten op de rode lijst van bedreigde soorten met een bedreigde of kwetsbare status van de Internationale Unie voor behoud van de natuur en de natuurlijke hulpbronnen staan;

C. overwegende dat de oceaan van essentieel belang is voor het beperken van de klimaatverandering en meer dan 90 % van de door onze koolstofdioxide-emissies ingesloten warmte heeft geabsorbeerd; overwegende dat het ’s werelds grootste actieve koolstofput is, waar meer dan 30 % van de koolstof uit die emissies is vastgelegd[6];

D. overwegende dat Antarctica tussen 1989 en 2018 met 1,8 °C is opgewarmd, wat drie keer zo veel is als het mondiale gemiddelde[7]; overwegende dat de Groenlandse en Antarctische ijskappen naar verwachting in de 21e eeuw en daarna in steeds sneller tempo massa zullen verliezen;

E. overwegende dat Antarctisch krill een essentieel onderdeel vormt van de voedselketen voor veel mariene roofdieren (pinguïns, walvissen, zeehonden, vissen) in de Zuidelijke Oceaan;

F. overwegende dat in het speciaal verslag van de IPCC getiteld “The Ocean and Cryosphere in a Changing Climate”[8] nader wordt uitgelegd dat klimaatmechanismen afhankelijk zijn van de gezondheid van de oceaan en van mariene ecosystemen, die op dit moment de gevolgen ondervinden van de opwarming van de aarde, vervuiling, overexploitatie van de mariene biodiversiteit, verzuring, zuurstofverlies en kusterosie;

G. overwegende dat de Verenigde Naties het Decennium van Oceaanwetenschappen voor Duurzame Ontwikkeling (2021-2030) hebben uitgeroepen om de oceaanwetenschappen te vergroten en collectieve kennis op te bouwen;

H. overwegende dat in het Verdrag inzake Antarctica, dat zestig jaar geleden, op 23 juni 1961, in werking is getreden, in artikel IX wordt opgeroepen tot de bescherming en instandhouding van de levende rijkdommen in Antarctica; overwegende dat deze inspanningen zijn vastgelegd in het Protocol van Madrid; overwegende dat in dit protocol Antarctica wordt aangewezen als “natuurreservaat, gewijd aan vrede en wetenschap”, en er basisbeginselen in zijn vastgesteld die van toepassing zijn op activiteiten in Antarctica;

I. overwegende dat de Europese Unie en haar lidstaten, Australië, Noorwegen, Uruguay en het Verenigd Koninkrijk zich op 28 april 2021 hebben aangesloten bij de Verenigde Staten en Nieuw-Zeeland als sponsors van het voorstel om twee MPA’s in te stellen in de Zuidelijke (Antarctische) Oceaan, in Oost-Antarctica en de Weddellzee;

J. overwegende dat in de Commissie voor de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren (CCAMLR) onderhandelingen gaande zijn over de oprichting van deze twee nieuwe MPA’s, die samen ongeveer 3 miljoen km2 groot zouden zijn; overwegende dat de goedkeuring van deze MPA’s zou bijdragen tot de verwezenlijking van mondiale en EU-verbintenissen met betrekking tot de bescherming van de mariene biodiversiteit;

K. overwegende dat MPA’s een belangrijk instrument zijn om de ecosystemen van de oceanen te beschermen, aangezien zij de diversiteit en de abundantie van soorten kunnen vergroten en de oceanen beter bestand kunnen maken tegen milieueffecten, waaronder klimaatverandering;

L. overwegende dat de G7-leiders hebben verklaard dat zij hun volledige steun geven aan de toezegging van de CCAMLR om een representatief systeem van MPA’s in het CCAMLR-verdragsgebied in de Zuidelijke Oceaan te ontwikkelen op basis van de beste beschikbare wetenschappelijke gegevens;

M. overwegende dat de EU en de VS hebben aangegeven zich ten volste te zullen inzetten voor het bevorderen van een succesvol en ambitieus mondiaal biodiversiteitskader voor de periode na 2020 in het kader van het Verdrag inzake biologische diversiteit en hun volledige steun hebben uitgesproken voor de aanwijzing van nieuwe MPA’s in de Zuidelijke Oceaan, en voor het voortzetten van de samenwerking ter bevordering van de duurzame blauwe economie, duurzame visserij en het voorkomen van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij);

N. overwegende dat het Parlement zijn krachtige steun heeft uitgesproken voor ambitieuze maatregelen om de mariene biodiversiteit te beschermen en te herstellen, met name in zijn resolutie over de EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030: de natuur terug in ons leven brengen en zijn resolutie van 16 januari 2020 over de 15e bijeenkomst van de Conferentie van de partijen bij het Verdrag inzake biologische diversiteit (COP15);

O. overwegende dat het Parlement de Commissie heeft opgeroepen om te pleiten voor een ambitieus internationaal governancemodel inzake mariene biodiversiteit dat verder reikt dan de nationale jurisdicties, en om alle zeeën en de oceaan te erkennen als een mondiaal gemeenschappelijk goed; overwegende dat de EU voorts streeft naar de goedkeuring van een ambitieus wereldwijd oceaanverdrag ter bescherming van mariene biodiversiteit in gebieden buiten de nationale jurisdictie wereldwijd in de volgende zitting van de intergouvernementele conferentie inzake biodiversiteit buiten de nationale jurisdictie;

P. overwegende dat in de Verenigde Naties onderhandelingen gaande zijn over een uitvoeringsovereenkomst ter bescherming van de mariene biologische diversiteit in gebieden die buiten de nationale jurisdictie vallen in het kader van Unclos, dat voorziet in de instelling van MPA’s op volle zee;

1. benadrukt dat Antarctica en de Zuidelijke Oceaan ecosystemen en een biodiversiteit herbergen die van uitzonderlijke waarde en wetenschappelijk belang zijn, en dat de Weddellzee een sleutelrol speelt in de mondiale oceaancirculatie en het wereldklimaat; onderstreept hoe belangrijk het is dat zij snel en doeltreffend worden beschermd;

2. spreekt zijn volledige steun uit voor de inspanningen van de Europese Unie en haar lidstaten, Australië, Noorwegen, Uruguay, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Nieuw-Zeeland om twee nieuwe MPA’s in te stellen in het oostelijk deel van Antarctica en in de Weddellzee in de Zuidelijke Oceaan; verzoekt de Commissie en de lidstaten om, ter voorbereiding van de jaarvergadering van de CCAMLR in 2021, hun bilaterale en multilaterale inspanningen op te voeren om in de komende maanden steun te verwerven voor de instelling van deze MPA’s, en zich met name te richten op de CCAMLR-leden die zich tegen de MPA-voorstellen hebben uitgesproken;

3. herinnert eraan dat de EU, overeenkomstig de biodiversiteitsstrategie voor 2030, al haar diplomatieke invloed en outreach-capaciteiten moet aanwenden om te helpen tot een akkoord te komen over de aanwijzing van uitgestrekte MPA’s in de Zuidelijke Oceaan;

4. herinnert aan de toezegging van de Unie inzake de bescherming van de zeeën om ten minste 30 % van het zeegebied van de EU wettelijk te beschermen, waaronder de strikte bescherming van 10 % van haar zeeën; herinnert eraan dat de EU ervoor moet zorgen dat het mondiale kader voor de periode na 2020 ambitieuze mondiale 2030-doelstellingen omvat die in overeenstemming zijn met de toezeggingen van de EU; herhaalt voorts zijn standpunt dat de EU als een wereldleider moet optreden en tijdens de onderhandelingen moet ijveren voor een net zo hoog of nog hoger ambitieniveau dan ze zelf heeft, en dat zij daarbij ook moet zorgen voor juridisch bindende herstel- en beschermingsdoelstellingen op wereldschaal van ten minste 30 % tot 2030; onderstreept dat beschermde gebieden doeltreffend moeten worden beschermd;

5. herinnert aan de toezegging van de CCAMLR om uiterlijk in 2012 in haar CCAMLR-verdragsgebied een representatief systeem van MPA’s tot stand te brengen dat representatieve voorbeelden van mariene ecosystemen, biodiversiteit en habitats beschermt;

6. benadrukt dat het Protocol van Madrid activiteiten verbiedt die verband houden met de minerale rijkdommen van Antarctica, behalve voor wetenschappelijk onderzoek; dringt erop aan dat deze cruciale bepaling in toekomstige overeenkomsten wordt gehandhaafd;

7. wijst erop dat het geografische isolement van de Zuidelijke Oceaan de controleoperaties in het CCAMLR-verdragsgebied complex en moeilijk maakt;

8. benadrukt dat meer dan 80 % van de zeebodem nog niet is onderzocht[9], en dat verder oceanografisch onderzoek nodig is, met name naar de gevolgen van verontreiniging en klimaatverandering voor ecosystemen;

9. verzoekt de Commissie en de lidstaten om samen met mondiale partners het netwerk van beschermde mariene gebieden wereldwijd te versterken door beter beheer, betere ruimtelijke planning, evaluaties en handhaving, zodat de ecologische samenhang en verbondenheid van beschermde mariene gebieden kan worden vergroot;

10. benadrukt dat IOO-visserijactiviteiten een aanzienlijke bedreiging vormen voor duurzame visserij en voor het weerstandsvermogen van mariene ecosystemen;

11. benadrukt dat het toerisme in Antarctica op een duurzame manier moet verlopen; dringt er derhalve bij de CCAMLR op aan ervoor te zorgen dat het toerisme dienovereenkomstig verloopt en geen negatieve gevolgen heeft voor het ecosysteem;

12. benadrukt dat de instelling van deze twee nieuwe MPA’s een belangrijke bijdrage zou vormen aan de mondiale dimensie van de biodiversiteitsstrategie van de EU; roept de Commissie en de lidstaten op om de instelling van deze MPA’s als uitgangspunt te nemen bij de wereldwijde onderhandelingen in het kader van het Verdrag inzake biologische diversiteit tijdens de CoP15-biodiversiteitsconferentie van de VN in Kunming, China;

13. merkt op dat met de instelling van MPA’s van meer dan 3 miljoen km2 in het oostelijk deel van Antarctica en de Weddellzee een van de grootste beschermde mariene gebieden in de geschiedenis zou ontstaan;

14. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Europese Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de lidstaten van de CCAMLR.

Laatst bijgewerkt op: 5 juli 2021
Juridische mededeling - Privacybeleid