ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in Nicaragua
8.12.2021 - (2021/3000(RSP))
ingediend overeenkomstig met artikel 132, lid 2, van het Reglement
Leopoldo López Gil, Michael Gahler, David McAllister, Antonio Tajani, Paulo Rangel, Gabriel Mato, Francisco José Millán Mon, Antonio López‑Istúriz White, Isabel Wiseler‑Lima
namens de PPE-Fractie
Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B9-0581/2021
B9‑0581/2021
Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in Nicaragua
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties over Nicaragua, en met name die van 8 juli 2021 over de situatie in Nicaragua[1],
– gezien de verklaringen over Nicaragua van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV) namens de Unie, met name die van 8 november 2021 over de verkiezingen in Nicaragua en die van 10 juni 2021 over de verslechterende politieke situatie in Nicaragua, evenals de verklaring van zijn woordvoerder van 6 mei 2021 over de nieuwe kieswet,
– gezien de gezamenlijke verklaringen van 59 landen over Nicaragua van 22 juni 2021 die zijn aangenomen op de 47e zitting van de VN-Mensenrechtenraad,
– gezien de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Midden-Amerika, anderzijds[2],
– gezien de verordeningen en besluiten van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen ernstige schendingen van de mensenrechten in Nicaragua en het besluit van de Raad van 11 oktober 2021 tot wijziging van Besluit (GBVB) 2019/1720 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Nicaragua, waarmee de sancties werden verlengd tot 15 oktober 2022[3],
– gezien de verklaring van 8 november 2021 van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken over de ondemocratische verkiezingen in Nicaragua,
– gezien de resolutie van de Algemene Vergadering van de Organisatie van Amerikaanse Staten van 12 november 2021 over de situatie in Nicaragua,
– gezien de verklaringen van de Inter-Amerikaanse Commissie voor de mensenrechten (IACHR), met name die van 10 november 2021 waarin zij zich uitspreekt tegen de mensenrechtenschendingen die tijdens de verkiezingen in Nicaragua zijn gemeld, en die van 20 november 2021 waarin zij haar bevoegdheid ten aanzien van Nicaragua benadrukt en haar teleurstelling uit over het besluit van Nicaragua om het Handvest van de OAS op te zeggen in een context van ernstige schendingen van de mensenrechten,
– gezien het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 1966,
– gezien de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van 1948,
– gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat het regime van president Daniel Ortega op 7 november 2021 een schijnvertoning heeft opgevoerd waarmee het de indruk probeerde te wekken dat er in Nicaragua een verkiezingsproces plaatsvond, dat in feite vrij noch eerlijk was maar volledig ondemocratisch en onwettig; overwegende dat Ortega, die het land al sinds 2007 bestuurt, zichzelf heeft benoemd voor een vijfde termijn, waarvan er vier opeenvolgend zijn;
B. overwegende dat Ortega alle overige Nicaraguaanse autoriteiten de instructie heeft gegeven alle beschikbare middelen in te zetten om de uitkomst van het verkiezingsproces te vervalsen; overwegende dat de Nicaraguaanse autoriteiten elke geloofwaardige concurrentie bij de verkiezingen tussen mei en november 2021 hebben uitgeschakeld door middel van stelselmatige pesterijen, intimidatie en willekeurige opsluiting van veertig leiders uit verschillende sectoren, onder wie oppositieleiders, studenten, plattelandsleiders, journalisten, mensenrechtenactivisten en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, van wie er zeven presidentskandidaten van oppositiepartijen waren; overwegende dat de procedurele waarborgen bij de berechting van de willekeurig gearresteerde personen ernstig worden geschonden, hetgeen wijst op het gebrek aan onafhankelijkheid van de rechterlijke macht; overwegende dat deze schendingen van de mensenrechten, die naar verluidt voornamelijk worden begaan door politieagenten, gemeenteambtenaren, paramilitaire agenten en regeringsleden en -aanhangers, in de dagen voorafgaand aan de frauduleuze verkiezingen in aantal toenamen; overwegende dat de Hoge Kiesraad – een orgaan dat onder absolute zeggenschap van de regerende partij staat – de rechtspersoonlijkheid van de drie voornaamste oppositiepartijen heeft beëindigd en ze zo van de verkiezingen heeft uitgesloten;
C. overwegende dat de opkomst op basis van geloofwaardige waarnemingen door Nicaraguaanse maatschappelijke organisaties tussen de 14,7 % en 18,5 % wordt geschat, in vergelijking met de schatting van 65 % van de Hoge Kiesraad; overwegende dat op de dag van de verkiezingen volgens maatschappelijke organisaties meer dan 200 daden van politiek geweld en verkiezingsdwang werden waargenomen;
D. overwegende dat de regering steeds meer haar pijlen richt en de aanval inzet op de journalistiek, de persvrijheid en het recht op informatie; overwegende dat de internationale media op de dag van de verkiezingen toegang tot het land werd ontzegd, in een poging om het volledig frauduleuze proces verder af te schermen en de censuur daaromtrent te verhogen;
E. overwegende dat de Nicaraguaanse regering de bevolking van Nicaragua heeft beroofd van haar politieke en burgerrechten, alsook van haar vrijheid van meningsuiting, vereniging en vreedzame vergadering, tientallen maatschappelijke organisaties heeft verboden en haar verplichtingen op het gebied van de mensenrechten en fundamentele vrijheden uit hoofde van de grondwet van Nicaragua, het Inter-Amerikaans Democratisch Handvest en internationale verdragen waarbij het land partij is, niet is nagekomen;
F. overwegende dat de Nicaraguaanse regering de afgelopen jaren steeds restrictievere wetten heeft aangenomen, waardoor onderdrukking onderdeel van het systeem is geworden en de discriminerende handelingen die in het land zijn gepleegd, sinds de aanneming van deze wetten legaal zijn geworden; overwegende dat Nicaragua is veranderd in een republiek die beheerst wordt door angst, en dat grote aantallen burgers gedwongen zijn hun toevlucht te zoeken in ballingschap;
G. overwegende dat uit de extreem lage opkomst, de aanvallen op de oppositie en de onderdrukking van de politieke en burgerrechten blijkt dat het Ortega-regime de integriteit van het verkiezingsproces teniet heeft gedaan, waardoor ieder resultaat onwettig wordt;
1. veroordeelt de schijnverkiezingen die op 7 november 2021 door het regime Ortega-Murillo in scene zijn gezet ten stelligste; stelt vast dat het resultaat onwettig is aangezien alle internationale democratische normen voor geloofwaardige, inclusieve, eerlijke en transparante minimale verkiezingsconcurrentie tijdens het proces zijn geschonden; benadrukt dat het geen enkele institutionele autoriteit erkent die uit de gemanipuleerde stemming is voortgekomen, en dat ook nooit zal doen; steunt verklaringen waarin wordt gesteld dat deze verkiezingen de overgang van Nicaragua naar een autocratisch regime hebben voltooid;
2. veroordeelt het geweld en de stelselmatige aanvallen op leiders van de politieke oppositie, de onderdrukking van vertegenwoordigers uit het maatschappelijk middenveld, van personen die opkomen voor de mensenrechten en van de media, en de wijdverbreide straffeloosheid waarmee misdaden tegen hen worden gepleegd, evenals de aanhoudende corruptie van Nicaraguaanse regeringsfunctionarissen; herinnert eraan dat deze daden een duidelijke schending van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat vormen en laten zien dat president Daniel Ortega, vicepresident Rosario Murillo en Nicaraguaanse regeringsfunctionarissen weigeren deze beginselen en waarden te verdedigen;
3. herhaalt zijn oproep tot onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van alle willekeurig opgesloten politieke gevangenen, activisten van de oppositie, mensenrechten- en milieuactivisten en journalisten, en tot nietigverklaring van gerechtelijke procedures die tegen hen lopen; veroordeelt het voortdurende geestelijk en lichamelijk misbruik waaraan zij door de politie en gevangenisautoriteiten worden onderworpen en waarvan vooral vrouwen doelwit zijn, evenals het feit dat sommigen van hen in absolute afzondering zijn opgesloten, zonder contact met hun advocaat en familie en zonder toegang tot medische zorg;
4. dringt aan op gerechtigheid en verantwoordingsplicht voor alle slachtoffers in overeenstemming met de Nicaraguaanse grondwet, internationale verbintenissen en verplichtingen door middel van onpartijdige, grondige en onafhankelijke onderzoeken; spoort de Nicaraguaanse autoriteiten aan tot vergaande structurele hervormingen om de minimale juridische waarborgen en een eerlijke procesgang te garanderen; roept de Nicaraguaanse autoriteiten opnieuw op tot intrekking van beperkende en bestraffende wetten die erop gericht zijn maatschappelijke organisaties, oppositiepartijen en critici van het Ortega-regime uit te schakelen; verzoekt de EU en haar lidstaten de oprichting van een onderzoeks- en verantwoordingsmechanisme binnen de VN-Mensenrechtenraad te ondersteunen;
5. verzoekt de Nicaraguaanse autoriteiten de mensenrechten te waarborgen en verdedigen en de Nicaraguaanse bevolking toe te staan haar politieke en burgerrechten uit te oefenen en aan vrije en eerlijke verkiezingen deel te nemen; dringt er in verband op aan dat verkiezingen worden gehouden in overeenstemming met internationale normen en het Inter-Amerikaans Democratisch Handvest, en dat internationale en maatschappelijke organisaties toestemming krijgen om het land binnen te reizen en te monitoren; merkt op dat het houden van vrije, eerlijke en transparante verkiezingen, het herstel van vrijheden, de beëindiging van onderdrukking, de vrijlating van politieke gevangenen, het herstel van de wettelijke status van de politieke partijen die op willekeurige gronden waren uitgesloten en de terugkeer van ballingen zonder uitzondering en met volledige garanties, noodzakelijke voorwaarden zijn voor welke dialoog dan ook met het Nicaraguaanse regime;
6. bevestigt nogmaals de solidariteit van de EU met de Nicaraguaanse bevolking; wijst erop dat de EU en de lidstaten hun humanitaire bijstand om de meest kwetsbaren te ondersteunen moeten handhaven; roept de EU en haar lidstaten op om via hun vertegenwoordigers en ambassades in Nicaragua de situatie ter plaatse nauwlettend in het oog te houden, onder meer door rechtszaken te volgen en door critici en oppositieleiders in de gevangenis of onder huisarrest te bezoeken, en om de uitgifte van noodvisa te faciliteren en waar passend tijdelijke opvang om politieke redenen in de lidstaten aan te bieden; wenst dat de Europese Dienst voor extern optreden via de EU-delegatie ter plaatse meer inspanningen levert om zijn regelmatige dialoog met Nicaraguaanse maatschappelijke organisaties en mensenrechtenverdedigers te verstevigen, ter ondersteuning van hun onontbeerlijke werkzaamheden;
7. herhaalt dat de enige oplossing voor de ernstige politieke crisis in Nicaragua een inclusieve en betekenisvolle nationale dialoog is; veroordeelt de aanhoudende desinteresse van het Nicaraguaanse regime en zijn onwil om een dergelijk proces op gang te brengen ten stelligste; dringt er bij de EU en haar lidstaten op aan steun te verlenen aan de huidige en toekomstige inspanningen van het maatschappelijk middenveld om de voorwaarden te scheppen voor een dialoog die leidt tot een democratische transitie, in overeenstemming met hetgeen er in de overeenkomsten van maart 2019 is vastgelegd;
8. benadrukt dat de corruptie en het patrimonialisme van het Nicaraguaanse regime, daarbij inbegrepen de verwoesting van natuurlijke hulpbronnen, endemisch en wijdverbreid is; verzoekt de EU en haar lidstaten in dit verband toezicht te houden op de Europese middelen die aan Nicaragua worden toegewezen, onder meer via multilaterale en financiële instellingen, om te waarborgen dat zij niet in handen van het corrupte regime vallen en in plaats daarvan rechtstreeks bij de lokale bevolking terechtkomen;
9. steunt de VV/HV in zijn verklaring dat hij alle instrumenten die de EU ter beschikking staan, in overweging neemt om aanvullende maatregelen te treffen, waaronder maatregelen die verder kunnen gaan dan beperkingen gericht op individuen, waarbij hij tegelijkertijd maatregelen wil vermijden die de moeilijke omstandigheden van de Nicaraguaanse bevolking zouden kunnen verergeren; juicht toe dat Rosario Murillo samen met enkele anderen is opgenomen op de lijst van personen aan wie sancties zijn opgelegd, die is verlengd tot oktober 2022; dringt erop aan dat Daniel Ortega onmiddellijk op deze lijst wordt opgenomen;
10. betreurt dat de minister van Buitenlandse Zaken van Nicaragua op 19 november het Handvest van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) heeft opgezegd, en benadrukt dat dit besluit ook inhoudt dat het land zich terugtrekt uit de regionale mechanismen van de OAS voor de bescherming van de mensenrechten; benadrukt dat het wel twee jaar kan duren voor deze terugtrekking een feit is; brengt in herinnering dat Nicaragua, ondanks het feit dat het het handvest heeft opgezegd, nog steeds moet voldoen aan zijn verplichtingen uit hoofde van andere instrumenten van de OAS, zoals het Amerikaans Mensenrechtenverdrag;
11. verzoekt de internationale gemeenschap en democratische eensgezinde partners de politieke druk op en isolatie van het Nicaraguaanse regime op gecoördineerde wijze binnen multilaterale fora op te voeren om het Nicaraguaanse volk te helpen het democratisch bestel en de volkssoevereiniteit snel en volledig te herstellen;
12. herinnert eraan dat Nicaragua op grond van de associatieovereenkomst tussen de EU en Midden-Amerika de beginselen van de rechtsstaat, de democratie en de mensenrechten moet eerbiedigen en consolideren; herhaalt zijn eis dat de democratieclausule van de associatieovereenkomst gezien de huidige omstandigheden in werking moet worden gesteld;
13. herhaalt zijn verzoek om de onmiddellijke uitlevering van Alessio Casimirri aan Italië;
14. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten, de Euro-Latijns-Amerikaanse Parlementaire Vergadering, het Midden-Amerikaans Parlement, de Groep van Lima en de regering en het parlement van de Republiek Nicaragua.
- [1] Aangenomen teksten, P9_TA(2021)0359.
- [2] PB L 346 van 15.12.2012, blz. 3.
- [3] PB L 361 van 12.10.2021, blz. 52.