ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in Nicaragua na de verkiezingen van 7 november 2021
8.12.2021 - (2021/3000(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 132, lid 2, van het Reglement
Pedro Marques, Javi López
namens de S&D-Fractie
Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B9-0581/2021
B9‑0585/2021
Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in Nicaragua na de verkiezingen van 7 november 2021
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties over Nicaragua, en met name die van 8 juli 2021 over de situatie in Nicaragua[1],
– gezien de verklaringen over Nicaragua van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV) namens de EU, en met name die van 8 november 2021 over de recente verkiezingen,
– gezien de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Midden-Amerika, anderzijds[2] (associatieovereenkomst tussen de EU en de landen van Midden-Amerika),
– gezien de verordeningen en besluiten van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen ernstige mensenrechtenschendingen en misbruiken in Nicaragua en Besluit (GBVB) 2021/1800 van de Raad van 11 oktober 2021 tot wijziging van Besluit (GBVB) 2019/1720 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Nicaragua, waarbij de sancties tot en met 15 oktober 2022 zijn verlengd[3],
– gezien de resolutie van de Organisatie van Amerikaanse Staten (AOS) van 20 oktober 2021 over de situatie in Nicaragua,
– gezien de presidentiële actie van president Biden van de Verenigde Staten van 16 november 2021, getiteld “A Proclamation on suspension of Entry as Immigrants and Non-immigrants of Persons Responsible for Policies or Actions That Threaten Democracy in Nicaragua” (Een verklaring inzake het niet binnenlaten als immigranten en niet-immigranten van personen verantwoordelijk voor beleid of daden die een bedreiging vormen voor de democratie in Nicaragua),
– gezien de verklaring van de Inter-Amerikaanse Commissie voor de mensenrechten van 20 november 2021 waarin zij haar rechtsbevoegdheid ten aanzien van Nicaragua opnieuw bevestigt en betreurt dat het land besloten heeft om het Handvest van de OAS op te zeggen in een context van ernstige schendingen van de mensenrechten,
– gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat er op 7 november 2021 in Nicaragua schijnpresidents- en parlementsverkiezingen zijn gehouden tegen de achtergrond van beschuldigingen van fraude; overwegende dat het Ortega-regime sinds juni 2021 50 van zijn meest prominente politieke tegenstanders gevangenhoudt, onder wie presidentskandidaten; overwegende dat de door het regime geleide Hoge Kiesraad (el Consejo Supremo Electoral) de rechtspersoonlijkheid van alle onafhankelijke oppositiepartijen, waarbij zeven presidentskandidaten zijn aangesloten, heeft ingetrokken;
B. overwegende dat, nadat bijna de helft van de stemmen was geteld, de Hoge Kiesraad heeft gemeld dat Daniel Ortega zich met 75 % van de stemmen en een opkomst van 65 % heeft verzekerd van zijn vierde herverkiezing; overwegende dat 75 van de 91 zetels in de Nationale Assemblee zullen worden gecontroleerd door het FSLN (el Frente Sandinista de Liberación Nacional); overwegende dat Walter Espinoza van de Partido Liberal Constitucionalista, met 14 % van de stemmen en 10 zetels, de belangrijkste oppositieleider is in de zittingsperiode; overwegende dat op basis van observaties door Nicaraguaanse maatschappelijke organisaties de opkomst veel lager wordt geschat en ongeveer 81,5 % van de bevolking niet heeft gestemd;
C. overwegende dat volgens maatschappelijke organisaties op de verkiezingsdag 285 daden van politiek geweld en verkiezingsdwang werden geregistreerd, waaronder intimidatie, pesterijen, bedreigingen en chantage, die voornamelijk gericht waren op overheidspersoneel, werknemers in de publieke sector, studenten en medisch personeel, om hen tot stemmen te dwingen; overwegende dat de Nicaraguaanse regering de Nicaraguaanse bevolking heeft beroofd van hun politieke en burgerrechten, alsook van hun vrijheid van meningsuiting, vereniging en vreedzame vergadering, tientallen maatschappelijke organisaties heeft verboden en haar verbintenissen inzake mensenrechten en fundamentele vrijheden uit hoofde van de grondwet van Nicaragua, het Inter-Amerikaans Democratisch Handvest en internationale verdragen waarbij het land partij is, niet is nagekomen;
D. overwegende dat de Nicaraguaanse regering de afgelopen jaren steeds restrictievere wetten heeft aangenomen, waardoor onderdrukking onderdeel van het systeem is geworden en de misdaden die in het land zijn gepleegd, sinds de aanneming van deze wetten legaal zijn geworden; overwegende dat Nicaragua is veranderd in een republiek die door angst wordt beheerst, en dat 140 000 burgers gedwongen zijn in ballingschap te gaan; overwegende dat in 2020 47 % van de Nicaraguanen in Costa Rica in armoede leefde, meer dan driekwart van hen slechts eenmaal per dag kon eten, 41 % geen stabiele bron van inkomsten had en een vijfde geen veilige huisvesting had voor de volgende maand;
E. overwegende dat in het verslag van de Inter-Amerikaanse Commissie voor de mensenrechten van 25 oktober 2021 getiteld “Nicaragua: Concentration of Power and the Undermining of the Rule of Law” wordt verklaard dat in Nicaragua door middel van onderdrukking, corruptie, verkiezingsfraude en structurele straffeloosheid een politiestaat tot stand is gekomen die door de regering is opgetuigd zodat zij voor onbepaalde tijd aan de macht kan blijven en haar voorrechten en immuniteiten kan behouden;
F. overwegende dat meer dan 40 landen hun sterke afkeuring hebben uitgesproken over de verkiezingen in Nicaragua en hebben geweigerd deze verkiezingen als democratisch te erkennen; overwegende dat tijdens de Algemene Vergadering van de OAS op 10 november 2021 een ontwerpresolutie is aangenomen waarin wordt gesteld dat de Nicaraguaanse verkiezingen geen “democratische legitimiteit” hadden; overwegende dat de Nicaraguaanse regering bij wijze van vergelding heeft aangekondigd dat zij het tweejarige proces van terugtrekking uit de OAS zal starten;
G. overwegende dat tijdens de verkiezingsperiode zeven internationale media het land niet binnen mochten om de verkiezingen te verslaan; overwegende dat onafhankelijke verenigingen van journalisten tussen 25 oktober en 7 november 2021 ten minste 52 aanvallen op onafhankelijke journalisten hebben veroordeeld; overwegende dat op 7 november alleen officiële mediakanalen geaccrediteerd waren, wat in strijd is met het recht op informatie en de vrijheid van meningsuiting;
H. overwegende dat tussen 3 en 7 november 2021 in het land 35 willekeurige aanhoudingen zijn gemeld; overwegende dat slechts 9 van de gevangenen zijn vrijgelaten en dat er nog 26 gevangen worden gehouden; overwegende dat dit neerkomt op in totaal 170 personen in willekeurige detentie, waaronder de zeven presidentskandidaten; overwegende dat deze schendingen van de mensenrechten, die naar verluidt voornamelijk worden begaan door politieagenten, gemeenteambtenaren, personeel van semioverheidsorganisaties en regeringsleden en -aanhangers in de dagen voorafgaand aan de frauduleuze verkiezingen in aantal toenamen;
I. overwegende dat in oktober 2021 slechts 5 % van de bevolking in Nicaragua volledig was gevaccineerd; overwegende dat Nicaragua, als deze trend zich voortzet, op zijn vroegst in 2023 groepsimmuniteit zal bereiken;
1. veroordeelt het ondemocratische verkiezingsproces in Nicaragua waarin alle internationale democratische normen voor geloofwaardige, inclusieve, eerlijke en transparante verkiezingen zijn geschonden; verwerpt de legitimiteit van de resultaten van de illegale verkiezingen; steunt verklaringen waarin wordt gesteld dat deze verkiezingen de omvorming van Nicaragua tot een autocratisch regime voltooid hebben;
2. betuigt opnieuw zijn solidariteit met de Nicaraguaanse bevolking en veroordeelt ten stelligste alle repressieve acties van de Nicaraguaanse autoriteiten tegen (leden van) democratische oppositiepartijen, journalisten en andere medewerkers van de media, studenten, inheemse bewoners, verdedigers van de mensenrechten en het maatschappelijk middenveld, alsmede hun familieleden, en veroordeelt met name de dodelijke slachtoffers die hierdoor zijn gevallen; roept op tot de onmiddellijke stopzetting van het opleggen van restrictieve maatregelen, de repressie en de schendingen van de mensenrechten, en roept op tot het afleggen van rekenschap voor de ernstige schendingen die de Nicaraguaanse regering sinds 2018 heeft begaan;
3. verklaart opnieuw dat de enige oplossing voor de diepe politieke crisis in Nicaragua een inclusieve en betekenisvolle nationale dialoog is, en betreurt de herhaalde terugtrekking van het Nicaraguaanse regime en zijn onwil om een dergelijk proces op gang te brengen; herinnert aan zijn eerdere standpunten met betrekking tot de basisvoorwaarden voor een inclusieve en zinvolle nationale dialoog die door de regering moet worden gestart; verzoekt de Nicaraguaanse regering onmiddellijk de rechtsstaat en de fundamentele vrijheden in het land te herstellen en een einde te maken aan de staat van onderdrukking en angst; dringt aan op de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van alle willekeurig vastgehouden politieke gevangenen en op de terugkeer van ballingen, zonder uitzondering en met alle waarborgen, alsmede de terugkeer van internationale mensenrechtenorganen in het land; dringt er bij de EU en haar lidstaten op aan steun te verlenen aan de huidige en toekomstige inspanningen van het maatschappelijk middenveld om de voorwaarden te scheppen voor een dialoog die leidt tot een democratische transitie, in overeenstemming met hetgeen er in de overeenkomsten van maart 2019 is vastgelegd;
4. dringt erop aan dat er verkiezingen worden gehouden in overeenstemming met internationale normen en de normen van het Inter-Amerikaans Democratisch Handvest zodat de democratische aspiraties van de bevolking van Nicaragua kunnen worden verwezenlijkt, en dat internationale en maatschappelijke organisaties onmiddellijk en zonder beperkingen toegang krijgen tot het land;
5. steunt de VV/HV in zijn verklaring dat hij alle instrumenten die de EU ter beschikking staan, in overweging neemt om aanvullende maatregelen te treffen, waaronder maatregelen die verder kunnen gaan dan beperkingen gericht op individuen, waarbij hij tegelijkertijd maatregelen wil vermijden die de moeilijke omstandigheden van de Nicaraguaanse bevolking zouden kunnen verergeren;
6. verzoekt de EU en haar lidstaten hun humanitaire samenwerking voort te zetten om de meest kwetsbare groepen te ondersteunen, en tegelijkertijd alternatieve maatregelen te onderzoeken om de wijdverbreide corruptie aan te pakken en ervoor te zorgen dat de aan Nicaragua onder meer via multilaterale en financiële instellingen toegewezen EU‑middelen niet worden gebruikt om het corrupte regime te versterken;
7. betreurt het feit dat de minister van Buitenlandse Zaken van Nicaragua op 19 november 2021 het Handvest van de OAS heeft opgezegd en benadrukt dat het land door dit besluit niet langer toegang zal hebben tot financiering door de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank en dat het inhoudt dat Nicaragua zich zal terugtrekken uit de regionale mechanismen van de OAS voor de bescherming van de mensenrechten;
8. herinnert eraan dat Nicaragua op grond van de associatieovereenkomst tussen de EU en Midden-Amerika de beginselen van de rechtsstaat, de democratie en de mensenrechten moet eerbiedigen en consolideren; vraagt nogmaals dat gezien de huidige omstandigheden de democratieclausule van de associatieovereenkomst in werking moet worden gesteld;
9. dringt aan op gerechtigheid en verantwoordingsplicht voor alle slachtoffers in overeenstemming met de Nicaraguaanse wetgeving, internationale verbintenissen en verplichtingen door middel van onpartijdige, grondige en onafhankelijke onderzoeken; verzoekt de EU en haar lidstaten de oprichting van een onderzoeks- en verantwoordingsmechanisme binnen de Mensenrechtenraad van de VN te ondersteunen;
10. verzoekt de EU en haar lidstaten de situatie ter plaatse nauwlettend in het oog te houden via hun vertegenwoordigers en ambassades in Nicaragua, onder meer door toezicht op processen en door bezoeken aan critici en oppositieleiders die in de gevangenis zitten of onder huisarrest staan, alsook de afgifte van noodvisa te versoepelen en tijdelijke opvang om politieke redenen in de lidstaten te bieden; verzoekt de Europese Dienst voor extern optreden zijn regelmatige dialoog met maatschappelijke organisaties en mensenrechtenverdedigers te intensiveren en de mechanismen ter ondersteuning van hun onontbeerlijke werkzaamheden te versterken;
11. verzoekt nogmaals om de onmiddellijke uitlevering van Alessio Casimirri aan Italië;
12. verzoekt zijn Voorzitter om deze resolutie te laten toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse staten, de Euro-Latijns-Amerikaanse Parlementaire Vergadering, het Midden-Amerikaans Parlement en de regering en het parlement van de Republiek Nicaragua.
- [1] Aangenomen teksten, P9_TA(2021)0359.
- [2] PB L 346 van 15.12.2012, blz. 3.
- [3] PB L 361 van 12.10.2021, blz. 52.