ONTWERPRESOLUTIE over de conclusies van de bijeenkomst van de Europese Raad van 24 en 25 maart 2022, onder meer met betrekking tot de recentste ontwikkelingen in de oorlog in Oekraïne en de sancties van de EU tegen Rusland en de uitvoering daarvan
5.4.2022 - (2022/2560(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 132, lid 2, van het Reglement
Viola Von Cramon‑Taubadel, Michèle Rivasi, Mounir Satouri, Ernest Urtasun, Katrin Langensiepen, Ville Niinistö, Alviina Alametsä, Hannah Neumann, Tineke Strik, Sergey Lagodinsky
namens de Verts/ALE-Fractie
Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B9-0197/2022
B9‑0197/2022
Resolutie van het Europees Parlement over de conclusies van de bijeenkomst van de Europese Raad van 24 en 25 maart 2022, onder meer met betrekking tot de recentste ontwikkelingen in de oorlog in Oekraïne en de sancties van de EU tegen Rusland en de uitvoering daarvan
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties over Rusland en Oekraïne, met name de resolutie van 1 maart 2022 over de aanval van Rusland op Oekraïne[1],
– gezien het VN-Handvest, het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, de Slotakte van Helsinki, de Gedragscode van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa inzake de politiek-militaire aspecten van veiligheid, het Memorandum van Boedapest inzake veiligheidsgaranties en het Weens Document,
– gezien de conclusies van de Europese Raad van 24 maart 2022 over de Russische militaire agressie tegen Oekraïne,
– gezien de besluiten die de Raad sinds 2014 heeft genomen over beperkende maatregelen van de EU tegen Rusland in verband met Oekraïne,
– gezien de Verklaring van Versailles van 10 en 11 maart 2022,
– gezien de recente verklaringen van de voorzitter van de Commissie en de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV) over de sancties tegen Rusland,
– gezien de verklaringen van de leiders van de G7 van 11 en 24 maart 2022,
– gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat overeenkomstig het Handvest van de Verenigde Naties en de beginselen van het internationaal recht alle staten gelijke soevereiniteit genieten en zich in hun internationale betrekkingen moeten onthouden van bedreiging met of gebruik van geweld tegen de territoriale integriteit of de politieke onafhankelijkheid van enige staat;
B. overwegende dat de Russische Federatie op 24 februari 2022 een aanvalsoorlog tegen Oekraïne is begonnen; overwegende dat de militaire aanval op Oekraïne gedeeltelijk is begonnen vanaf het grondgebied van Belarus, dat Rusland in deze oorlog heeft bijgestaan en hiertoe in staat heeft gesteld;
C. overwegende dat meer dan 14 000 mensen, zowel militairen als burgers, hun leven hebben verloren in acht jaar van door Rusland aangewakkerd conflict in Oost-Oekraïne; overwegende dat de VN melding maakt van ten minste 1 100 bevestigde burgerdoden sinds 24 februari 2022, maar toegeeft dat het werkelijke dodental waarschijnlijk veel hoger ligt; overwegende dat volgens de Internationale Organisatie voor Migratie ongeveer 4 miljoen mensen Oekraïne zijn ontvlucht, en dat ongeveer 6,5 miljoen mensen in het land zelf ontheemd zijn;
D. overwegende dat de Raad van de Europese Unie vier sanctiepakketten tegen Rusland heeft goedgekeurd, die het vermogen van het Kremlin om de oorlog te financieren moeten verzwakken en die duidelijke economische en politieke kosten moeten opleggen aan de politieke elite van Rusland die verantwoordelijk is voor de invasie; overwegende dat de maatregelen gerichte individuele sancties, economische en financiële sancties, beperkingen voor de media, diplomatieke maatregelen en beperkingen op economische betrekkingen met de niet door de regering gecontroleerde gebieden van de oblasten Donetsk en Loehansk omvatten; overwegende dat de Raad ook sancties heeft aangenomen tegen Belarus, vanwege zijn betrokkenheid bij de invasie van Oekraïne;
E. overwegende dat de sancties effect sorteren, maar dat de EU door de aankoop van fossiele brandstoffen uit Rusland nog steeds middelen aan het regime verstrekt die de oorlog helpen financieren; overwegende dat de oorlog in Oekraïne en de sancties bovendien aanzienlijke negatieve economische gevolgen hebben voor alle lidstaten, waarbij sommige lidstaten meer dan andere worden getroffen, mede op basis van hun afhankelijkheid van de invoer van Russische energie;
F. overwegende dat president Poetin op 31 maart een presidentieel decreet heeft ondertekend waarbij “onvriendelijke naties”, met inbegrip van de EU, worden verplicht een bankrekening te openen bij de Russische Gazprombank om te kunnen blijven betalen voor de invoer van Russisch gas; overwegende dat Rusland de uitvoer van meer dan 200 producten tot eind 2022 heeft verboden, waaronder telecommunicatieapparatuur, medische apparatuur, voertuigen, landbouwmaterieel, elektrische apparatuur en hout; overwegende dat Rusland rentebetalingen aan buitenlandse beleggers die staatsobligaties bezitten, blokkeert en hen belet Russische aandelen te verkopen;
1. veroordeelt in de krachtigst mogelijke bewoordingen de aanvalsoorlog van de Russische Federatie tegen Oekraïne, alsook de betrokkenheid van Belarus bij deze oorlog, en eist dat Rusland onmiddellijk een einde maakt aan alle militaire activiteiten in Oekraïne en alle strijdkrachten en militaire uitrusting onvoorwaardelijk terugtrekt van het gehele internationaal erkende grondgebied van Oekraïne;
2. geeft uiting aan zijn onverdeelde solidariteit met de bevolking van Oekraïne, steunt ten volle de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne binnen zijn internationaal erkende grenzen, en onderstreept dat deze oorlog een ernstige schending van het internationaal recht vormt;
3. dringt aan op voortzetting van de diplomatieke inspanningen om de oorlog in Oekraïne te stoppen en een vreedzame oplossing te vinden, en verzoekt de lidstaten, de Commissie en de EDEO Oekraïne met alle mogelijke middelen te steunen en internationale partners aan te moedigen hetzelfde te doen;
4. veroordeelt ten strengste de gerapporteerde wreedheden van de Russische strijdkrachten in een aantal bezette Oekraïense steden, zoals Boetsja; staat erop dat de plegers van oorlogsmisdaden en andere ernstige schendingen van het recht, alsook de verantwoordelijke regeringsfunctionarissen en militaire leiders ter verantwoording worden geroepen; verleent zijn volledige steun aan het door de aanklager van het Internationaal Strafhof ingestelde onderzoek naar oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid, alsook aan de werkzaamheden van de onderzoekscommissie van het Bureau van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten (OHCHR);
5. is verheugd over de snelle aanneming van sancties door de Raad en prijst de eensgezindheid van de EU-instellingen en de lidstaten in hun reactie op de aanval van Rusland op Oekraïne, alsook het hoge niveau van coördinatie tussen de G7; roept alle partners, met name de kandidaat-lidstaten en de potentiële kandidaat-lidstaten, op zich als partij bij de sanctiepakketten aan te sluiten; is ingenomen met de pas opgerichte Russian Elites, Proxies, and Oligarchs Task Force, die tot doel heeft de werkzaamheden van de EU, de G7 en Australië met betrekking tot sancties tegen Russische en Belarussische oligarchen te coördineren;
6. onderstreept dat de volledige en doeltreffende tenuitvoerlegging van de bestaande sancties in de gehele EU en door de internationale bondgenoten van de EU nu een prioriteit moet zijn; roept de lidstaten op om onverwijld een rechtsgrondslag vast te stellen en, waar nodig, snel een rechtsgrondslag te creëren om volledige en effectieve naleving van de sancties binnen de nationale rechtsgebieden te waarborgen; verzoekt de Commissie en de toezichthoudende autoriteiten van de EU nauwlettend toe te zien op de doeltreffende en alomvattende tenuitvoerlegging van alle EU-sancties door de lidstaten en alle omzeilingspraktijken aan te pakken; verzoekt de Commissie en de lidstaten maatregelen te overwegen tegen derde landen die Rusland en Belarus proberen te helpen de opgelegde sancties te omzeilen;
7. dringt er bij de Commissie op aan ervoor te zorgen dat de nationale sancties voor inbreuken op EU-sancties doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn; is ingenomen met de aankondiging van een informatiecentrum voor sancties en een routekaart (met criteria en een tijdschema) voor de overgang van de opsporing van systematische niet-naleving van EU-sancties naar inbreukprocedures voor het Hof van Justitie van de Europese Unie;
8. benadrukt dat de lidstaten ervoor moeten zorgen dat de autoriteiten, ondernemingen en andere actoren die op hun grondgebied zijn geregistreerd, de besluiten van de Raad betreffende beperkende maatregelen volledig naleven; dringt er bij de lidstaten en de Commissie op aan intensiever samen te werken en informatie uit te wisselen, en roept op tot het versterken van het Europees toezicht- en handhavingsmechanisme; verzoekt de Raad de ondernemingen op de sanctielijsten regelmatig bij te werken, aangezien de ondernemingen op de lijsten de neiging hebben gebruik te maken van juridische achterpoortjes en andere creatieve oplossingen te vinden om aan sancties te ontkomen;
9. verzoekt de Commissie, de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) en de lidstaten een alomvattend actieplan voor de EU op te stellen met betrekking tot verdere sancties, en duidelijk te communiceren over rode lijnen en maatregelen om de sancties af te bouwen ingeval Rusland stappen onderneemt om de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne binnen zijn internationaal erkende grenzen te herstellen;
10. roept de EU en haar lidstaten op een mondiaal sanctiemechanisme voor corruptiebestrijding in te stellen en snel gerichte sancties vast te stellen tegen personen die verantwoordelijk zijn voor corruptie op hoog niveau in Rusland en Belarus;
11. is verheugd over de aanneming van uitvoercontrolemaatregelen betreffende producten voor tweeërlei gebruik; verzoekt de Commissie en de EDEO onverwijld de invoering van invoerverbodsmaatregelen te overwegen om ervoor te zorgen dat de handel met Rusland op geen enkele wijze bijdraagt tot de financiering van de oorlog tegen Oekraïne, met inbegrip van de invoer van fossiele brandstoffen, staal en grondstoffen; roept met name op tot een verbod op de handel in diamanten; roept op tot een verbod op de deelname van Russische bedrijven aan overheidsopdrachten op EU-niveau;
12. dringt aan op een onmiddellijk verbod op de invoer van energiegrondstoffen uit Rusland, en dringt er bij de lidstaten op aan niet toe te geven aan de eis van Rusland om voor deze aankopen alleen roebels te aanvaarden; roept de Commissie en de lidstaten op zich in plaats daarvan te concentreren op de decentralisatie van het energiesysteem en de investeringen in energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen massaal op te voeren; dringt erop aan dat er een Europese oplossing komt om de gevolgen van een invoerverbod op te vangen, en dringt er bij de lidstaten op aan zich in te zetten voor een solidariteitsmechanisme dat gericht is op de meest kwetsbare burgers en kleine en middelgrote ondernemingen;
13. dringt er bij de lidstaten op aan hun kernenergiestrategieën te herzien en de samenwerking met Russische bedrijven bij nieuwe projecten, onder meer in Finland en Bulgarije, alsook bij bestaande projecten waarbij Russische deskundigen door westerse kunnen worden vervangen, te beëindigen, en geleidelijk een einde te maken aan het gebruik van de diensten van Rosatom; roept op tot beëindiging van de wetenschappelijke samenwerking met Russische energiebedrijven, zoals Rosatom, en andere relevante Russische wetenschappelijke entiteiten;
14. dringt er bij de internationale energieorganisaties op aan de rol van Rusland in hun activiteiten te heroverwegen, met inbegrip van de mogelijke opschorting van samenwerkingsprojecten tussen Rusland en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie, alsook de opschorting van de Russische deelname aan multilaterale projecten;
15. dringt erop aan dat de lijst van personen op wie de sancties van toepassing zijn, wordt uitgebreid en dat de lidstaten onderzoeken op welke manieren, naast bevriezing en inbeslagneming van vermogensbestanddelen, vermogensbestanddelen van oligarchen verbeurd kunnen worden verklaard; stelt voor dat de opbrengsten van de verbeurdverklaring van vermogensbestanddelen worden gebruikt om Oekraïne te helpen; verzoekt de Commissie de door elke lidstaat bevroren en in beslag genomen vermogensbestanddelen in kaart te brengen en te publiceren; is ingenomen met de inspanningen van het maatschappelijk middenveld en onderzoeksjournalisten om de vermogens van Russische oligarchen aan het licht te brengen, met name het initiatief “Russian Asset Tracker”, en verzoekt de autoriteiten samenwerking te verlenen aan dergelijke initiatieven;
16. herhaalt het standpunt dat het heeft ingenomen in zijn resolutie van 9 maart 2022 met voorstellen aan de Commissie over burgerschaps- en verblijfsregelingen voor investeerders; neemt nota van de aanbeveling van de Commissie van 28 maart 2022 over onmiddellijk te nemen maatregelen in verband met burgerschapsregelingen voor investeerders en verblijfsregelingen voor investeerders naar aanleiding van de Russische invasie van Oekraïne; herhaalt dat personen die het voorwerp zijn van de beperkende maatregelen van de EU of die schendingen van het internationaal recht steunen, geen aanspraak kunnen maken op het burgerschap of de verblijfsrechten van de EU, ongeacht hun nationaliteit; roept de Commissie en de lidstaten op een duurzame oplossing te vinden voor de verblijfsrechten in de EU van politici van de oppositie, journalisten, activisten van het maatschappelijk middenveld, mensenrechtenactivisten en andere tegenstanders van de repressieve regimes in Rusland en Belarus, zonder dat een beroep hoeft te worden gedaan op staatsburgerschap en verblijfsvergunningsregelingen;
17. dringt er bij de EU en de lidstaten op aan de bestaande antiwitwasregels (AML) consequent uit te voeren en te handhaven, en verzoekt de Commissie met aangescherpte maatregelen te komen voor het AML-pakket dat zij vorig jaar heeft voorgesteld, en daarbij lacunes zoals crypto-activa aan te pakken; dringt aan op een snelle en ambitieuze aanneming door de Raad van het voorstel van de Commissie om lege vennootschappen te verbieden, die op grote schaal door Russische oligarchen zijn gebruikt om hun rijkdom te verbergen;
18. verzoekt de Commissie de doeltreffendheid te beoordelen van de tenuitvoerlegging van de sancties in een aantal belangrijke derde landen waar bezorgdheid bestaat over het gebrek aan de nodige zorgvuldigheid, en verzoekt de toezichthoudende autoriteiten van de EU met financiële ondernemingen in contact te treden om ervoor te zorgen dat deze in staat zijn de sancties naar behoren ten uitvoer te leggen; verzoekt de Commissie haar lijst van derde landen met een hoog witwasrisico te herzien en daarin de Verenigde Arabische Emiraten op te nemen, die in maart 2022 door de Financiële-actiegroep (FATF) op een grijze lijst zijn geplaatst;
19. eist dat Rusland en Belarus op de EU-lijst van derde landen met een hoog AML-risico worden geplaatst, en verzoekt de lidstaten te overwegen alle automatische uitwisseling van belastinggegevens met Rusland op te schorten en dubbele-belastingovereenkomsten met zowel Rusland als Belarus op te schorten;
20. dringt aan op de instelling van een Europees vermogensregister, om de registratie van de uiteindelijke begunstigden van alle soorten activa, zoals onroerend goed, jachten, privéjets en kunst, in de gehele EU bij te houden, en is van mening dat dit register voor alle bevoegde autoriteiten toegankelijk moet zijn via één enkel Europees toegangspunt;
21. dringt aan op een uitbreiding van het Swift-verbod tot een groter aantal Russische banken dan die welke momenteel op de lijst staan, teneinde Rusland daadwerkelijk van de financiële markten af te snijden;
22. verzoekt de EU en haar lidstaten verdere maatregelen te nemen tegen buitenlandse inmenging en desinformatie, onder meer in de vorm van het instellen van een sanctieregeling; is van mening dat deze regeling de invoering van een sectoroverschrijdend en asymmetrisch sanctiekader moet omvatten, evenals diplomatieke sancties, reisverboden, bevriezing van tegoeden en het afnemen van EU‑verblijfsvergunningen van buitenlandse personen en hun familieleden die betrokken zijn bij pogingen tot buitenlandse inmenging, en dat die regeling zo nauwkeurig mogelijk gericht moet zijn op de besluitvormers en organen die verantwoordelijk zijn voor agressieve acties, waarbij een lik-op-stukbeleid wordt vermeden, overeenkomstig artikel 29 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 215 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (beperkende maatregelen) en stevig verankerd moet zijn in de pijlers van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid van de Unie;
23. is verheugd over de aankondiging van vicevoorzitter/hoge vertegenwoordiger Borrell van 8 maart 2022 waarin een mechanisme wordt voorgesteld voor het bestraffen van kwaadaardige desinformatieactoren als onderdeel van een breder instrumentarium voor het tegengaan van buitenlandse inmenging, waarvan de ontwikkeling reeds werd overwogen in het gezamenlijk door de Commissie en de EDEO uit te voeren actieplan voor de Europese democratie;
24. merkt op dat Russische desinformatie wordt versterkt door de gepersonaliseerde, op interactie gebaseerde aanbevelingsalgoritmen die door onlineplatforms en sociale netwerken als onderdeel van hun bedrijfsmodel worden gebruikt; constateert met bezorgdheid dat deze aanbevelingsalgoritmen momenteel de standaard zijn en Russische desinformatie over de invasie in Oekraïne actief blijven verspreiden en promoten; verzoekt de Commissie en de Raad derhalve maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat deze algoritmen niet langer de standaardoptie blijven en dat chronologische volgorde de standaardoptie wordt; roept de Raad op snel overeenstemming te bereiken over een wet inzake digitale diensten (DSA) die rekening houdt met deze omstandigheden en dergelijke ontwikkelingen effectief onder controle brengt;
25. verzoekt de Commissie om, op basis van haar richtsnoeren voor de aanscherping van de praktijkcode betreffende desinformatie, de systeemrisico’s in verband met desinformatie, en meer in het bijzonder in verband met zogeheten “propaganda”, verder aan te pakken, met name bij het streven om de bestaande praktijkcode betreffende desinformatie te ontwikkelen tot een mederegulerende gedragscode, zoals voorzien in het kader van het DSA;
26. herhaalt het standpunt dat het heeft ingenomen in zijn resolutie van 1 maart 2022, waarin het gebruik van een informatieoorlog door de Russische autoriteiten, staatsmedia en door pro-Russische groeperingen wordt veroordeeld, en steunt het verbod op RT en Sputnik als propagandamedia die in handen zijn van de staat; dringt er met name op aan dat gezocht wordt naar doeltreffende manieren om oorlogspropaganda uit Rusland tegen te gaan, via kanalen als Rossija, Channel One en NTV, aangezien die inhoud verspreiden waarin de aanvalsoorlog wordt goedgepraat en onjuiste informatie over die oorlog wordt verstrekt; merkt echter op dat een eventueel verbod op de media tijdelijk moet zijn, beperkt moet blijven tot hetgeen noodzakelijk is, en geen precedent mag scheppen voor het schenden van de persvrijheid of de vrijheid van meningsuiting, alsmede van het recht om informatie te ontvangen; plaatst vraagtekens bij de wettigheid van het opleggen van blokkeringsverplichtingen aan online tussenpersonen en aanbieders van internettoegang, hetgeen in strijd is met secundaire wetgeving; verzoekt de Commissie en de lidstaten zich te concentreren op andere maatregelen die de verspreiding van desinformatie, met inbegrip van propaganda, voorkomen en tegengaan, en de onafhankelijke media versterken;
27. is derhalve verheugd over de ontwikkeling van specifieke platforms en nieuws in het Russisch en het Oekraïens; verzoekt de Commissie en de EDEO om door te gaan met het ontwikkelen van alternatieve online-informatie in het Russisch over actuele ontwikkelingen om desinformatie tegen te gaan, ervoor te blijven zorgen dat de publieke verklaringen van de EU in het Russisch worden vertaald en zich ook te richten tot Russischtalige doelgroepen en platforms; betreurt de dood en de gevangenneming van talrijke journalisten die verslag uitbrachten over het conflict, en roept op tot meer steun voor onafhankelijke Russische journalisten, alsook tot verdere steun voor alle journalisten die in Oekraïne actief zijn;
28. roept internet-backbone- en -uitwisselingsproviders op de verbindingen met het Russische internet niet te verbreken, aangezien dit de mogelijkheden van het maatschappelijk middenveld om verbinding te maken met de buitenwereld ernstig zou beperken;
29. wenst dat schepen waarvan de laatste of volgende aanloophaven zich in de Russische Federatie bevindt, de toegang tot alle EU-havens wordt ontzegd, behalve in geval van noodzakelijke en gerechtvaardigde humanitaire redenen, en dat verdere maatregelen op het gebied van het spoor- en wegvervoer worden overwogen; is ingenomen met de sancties die zijn opgelegd aan vervoersmiddelen die eigendom zijn van Rusland en die door Rusland worden geleaset, en roept de lidstaten op de genomen maatregelen verder te handhaven;
30. dringt erop aan dat alle toekomstige sancties ook in de toekomst nauw moeten worden gecoördineerd met de trans-Atlantische bondgenoten en gelijkgestemde internationale partners, teneinde de doeltreffendheid ervan te maximaliseren en een verenigd front tegen de Russische agressie te vormen; herhaalt zijn oproep om de sancties uit te breiden tot Belarus op grond van de rechtstreekse steun van dat land aan de oorlog die Rusland voert;
31. benadrukt dat gerichte sancties ten doel moeten hebben doeltreffende langetermijnresultaten te behalen; herhaalt de noodzaak van een regelmatige toetsing van de lijsten, duidelijk omschreven en transparante criteria en methoden voor het op de lijst plaatsen en van de lijst schrappen van personen of entiteiten waaraan sancties zijn opgelegd, alsook passende juridische procedures waarmee een plaatsing op de lijst kan worden aangevochten, zodat een grondige rechterlijke toetsing en beroepsmogelijkheden worden gewaarborgd;
32. is verheugd over de besluiten van internationale organisaties, onder meer op het gebied van cultuur en sport, om de deelname van Rusland op te schorten; verzoekt de lidstaten het aantal Russische diplomatieke en consulaire personeelsleden in de EU te verminderen, met name wanneer hun activiteiten verband houden met het leger;
33. wijst erop dat de gevolgen van de sancties voor de economie van de EU, met name de sociaal-economische factoren, moeten worden beperkt, en dat de Commissie en de lidstaten verdere noodplannen moeten opstellen voor het geval Rusland de energiemarkt als hefboom blijft gebruiken of nieuwe methoden ontwikkelt om druk uit te oefenen op de EU en haar partners; stelt voor een gestructureerd mechanisme in het leven te roepen dat vergelijkbaar is met de herstel- en veerkrachtfaciliteit op grond van artikel 122 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name subsidies, om de stabiliteit van de Unie en de begrotingsruimte van de lidstaten te beschermen en de energietransitie te versnellen;
34. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Europese Dienst voor extern optreden, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de Raad van Europa, de NAVO, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, de president, de regering en het parlement van Oekraïne, de president, de regering en het parlement van de Russische Federatie, en de president, de regering en het parlement van Belarus.
- [1] Aangenomen teksten, P9_TA(2022)0052.