Ontwerpresolutie - B9-0201/2022Ontwerpresolutie
B9-0201/2022

ONTWERPRESOLUTIE over de conclusies van de bijeenkomst van de Europese Raad van 24 en 25 maart 2022: onder meer over de recentste ontwikkelingen in de oorlog tegen Oekraïne en de EU-sancties tegen Rusland en de tenuitvoerlegging daarvan

5.4.2022 - (2022/2560(RSP))

naar aanleiding van verklaringen van de Europese Raad, de Raad en de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 132, lid 2, van het Reglement

Mick Wallace
namens de Fractie The Left

Procedure : 2022/2560(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B9-0201/2022
Ingediende teksten :
B9-0201/2022
Aangenomen teksten :

B9‑0201/2022

Resolutie van het Europees Parlement over de conclusies van de bijeenkomst van de Europese Raad van 24 en 25 maart 2022: onder meer over de recentste ontwikkelingen in de oorlog tegen Oekraïne en de EU-sancties tegen Rusland en de tenuitvoerlegging daarvan

(2022/2560(RSP))

Het Europees Parlement,

 gezien het Handvest van de Verenigde Naties,

 gezien de Slotakte van Helsinki, het Handvest van Parijs voor een Nieuw Europa en het Memorandum van Boedapest inzake veiligheidsgaranties,

 gezien de verslagen van de Hoge Commissaris van de VN voor de mensenrechten over de mensenrechtensituatie in Oekraïne,

 gezien de Verdragen van Genève van 1949 en de aanvullende protocollen hierbij van 1977,

 gezien de resolutie van de Algemene Vergadering van de VN van 24 maart 2022 over de humanitaire gevolgen van de agressie tegen Oekraïne,

 gezien Resolutie 27/21 van de VN-Mensenrechtenraad van 26 september 2014 over mensenrechten en unilaterale dwangmaatregelen, en Correndigum 1 daarbij,

 gezien de conclusies van de Europese Raad van 24 en 25 maart 2022,

 gezien de conclusies van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 3 en 4 maart 2022,

 gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,

A. overwegende dat de aanval van de Russische Federatie op Oekraïne van een omvang is die de internationale gemeenschap in Europa in decennia niet heeft gezien; overwegende dat de oorlog wordt gekenmerkt door het wijdverbreide gebruik van wapens met een groot explosief bereik in bevolkte gebieden, waaronder zwaar artillerievuur, meervoudige raketlanceerders en raket- en luchtaanvallen; overwegende dat de Russische Federatie de paraatheid van haar nucleaire arsenaal heeft verhoogd; overwegende dat bij de vijandelijkheden 3 455 burgerslachtoffers zijn gevallen en honderden wooncomplexen, ziekenhuizen, scholen, kleuterscholen en andere civiele gebouwen zijn beschadigd of verwoest; overwegende dat sinds het begin van de oorlog, en per 31 maart 2022 volgens VN-bronnen, meer dan 4 102 876 miljoen mensen Oekraïne zijn ontvlucht; overwegende dat vrouwen en kinderen 90 % uitmaken van alle mensen die Oekraïne ontvluchten; overwegende dat buurlanden te maken hebben met een enorme toevloed van vluchtelingen uit Oekraïne, met meer dan 2,3 miljoen in Polen, meer dan 623 000 in Roemenië, meer dan 390 000 in Moldavië, bijna 375 000 in Hongarije en meer dan 545 000 in andere landen; overwegende dat vrouwen en kinderen een verhoogd risico lopen op geweld, misbruik en uitbuiting en dat jonge vrouwen en kinderen een verhoogd risico lopen vermist te raken en het slachtoffer te worden van mensenhandel;

B. overwegende dat staakt-het-vuren-overeenkomsten zijn geschonden en onderhandelingen tussen Rusland en Oekraïne niet hebben geleid tot een stopzetting van de vijandelijkheden;

C. overwegende dat sinds de bevrijding van de Oekraïense stad Boetsja, honderden lijken van burgers zijn ontdekt; overwegende dat de oproep van de secretaris-generaal van de VN, António Guterres, om een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de moord op burgers in Boetsja en om de verantwoordelijken voor de rechter te brengen, overal ter wereld weerklank heeft gevonden;

D. overwegende dat de Raad in februari en maart 2022 zijn goedkeuring heeft gehecht aan een totaalbedrag van 1 miljard EUR aan financiering in het kader van de Europese Vredesfaciliteit om de Oekraïense strijdkrachten te steunen met militaire uitrusting, waaronder dodelijke wapens; overwegende dat EU-lidstaten en NAVO-lidstaten Oekraïne ongekende militaire steun hebben verleend; overwegende dat de NAVO eenheden van de NAVO-reactiemacht heeft ingezet en 40 000 manschappen in Oost‑Europa heeft gestationeerd, samen met aanzienlijke lucht- en zeemachten; overwegende dat de NAVO-lidstaten hun militaire begroting aanzienlijk hebben verhoogd;

E. overwegende dat de VN-Commissie voor de rechten van de mens een onafhankelijke internationale onderzoekscommissie heeft ingesteld die een mandaat krijgt dat onder meer inhoudt dat alle vermeende schendingen en misbruiken van de mensenrechten en daarmee verband houdende misdrijven worden onderzocht en dat aanbevelingen worden gedaan over maatregelen om de verantwoordelijken ter verantwoording te roepen;

F. overwegende dat mensen in heel Europa diep bezorgd zijn over de oorlog, die kan uitlopen op een oorlog tussen kernmogendheden; overwegende dat overal in Europa, ook in Rusland, vredesinitiatieven ontstaan uit protest tegen het feit dat burgers gegijzeld worden door een oorlogszuchtig beleid;

G. overwegende dat de Raad een reeks sancties tegen Rusland en Belarus heeft aangenomen, waaronder gerichte individuele sancties, economische en financiële sancties en handelsbeperkingen, en verdere sancties blijft voorbereiden in nauwe samenwerking met internationale partners;

H. overwegende dat Rusland de grootste welvaartsongelijkheid in Europa kent: de rijkste 10 % van de Russische inwoners bezit ongeveer 74 % van de totale rijkdom; overwegende dat een groot deel van de rijkdom van Russische miljonairs zich in offshore belastingparadijzen bevindt; overwegende dat de aan Rusland opgelegde sancties waarschijnlijk een onevenredig groot effect zullen hebben op spaarders, loontrekkenden en gepensioneerden in Rusland en zullen leiden tot een lagere levensstandaard en economische ontberingen voor de gehele Russische bevolking;

I. overwegende dat in Resolutie 27/21 van de Mensenrechtenraad over mensenrechten en unilaterale dwangmaatregelen wordt benadrukt dat unilaterale dwangmaatregelen en wetgeving in strijd zijn met het internationaal recht, het internationaal humanitair recht, het VN-Handvest en de normen en beginselen die de vreedzame betrekkingen tussen staten regelen, en dat erin wordt benadrukt dat deze maatregelen op de lange termijn kunnen leiden tot sociale problemen en humanitaire bezorgdheid in de staten die worden geviseerd;

J. overwegende dat de mensen in Europa buitengewoon solidair blijven met het Oekraïense volk; overwegende dat zij onderdak, voedsel, administratieve bijstand en vriendschap bieden, vaak zonder overheidssteun; overwegende dat ondanks de besluiten van de EU en de lidstaten inzake steun voor vluchtelingen, er nog veel uitdagingen overblijven;

K. overwegende dat de oorlog, de sancties tegen Rusland en de tegensancties ernstige gevolgen hebben, niet alleen voor Rusland, maar ook voor de continuïteit van de energievoorziening in Europa en de voedselzekerheid in de wereld, alsmede voor de mondiale toeleveringsketens;

L. overwegende dat de oorlog in Oekraïne de Europese economie op haar grondvesten begint te doen schudden, met als gevolg een verslechtering van de sociale situatie van de mensen in Europa; overwegende dat er vóór de oorlog al precaire en kwetsbare situaties bestonden als gevolg van armoede onder werkenden, huizenprijzen, stijgende energieprijzen, inflatie en de COVID-19-pandemie, en dat nu meer mensen in ernstiger mate zullen worden getroffen door de energiecrisis, de aanhoudende inflatie, de voedselprijzen en het tekort aan huisvesting; overwegende dat sommige bedrijven hun productie geheel of gedeeltelijk zullen moeten verminderen wegens de energiecrisis en de verstoring van de toeleveringsketens; overwegende dat deze bedrijven moeten worden ondersteund door kortetermijnregelingen, vergelijkbaar met die welke tijdens de pandemie zijn ingesteld;

M. overwegende dat volgens het Internationaal Energieagentschap de huidige marktvoorwaarden kunnen leiden tot een overwinst van 200 miljard EUR voor de energiebedrijven in de EU; overwegende dat een belasting op de onverhoopte winsten van deze bedrijven zou kunnen worden herverdeeld over de elektriciteitsverbruikers om de hogere energierekeningen gedeeltelijk te compenseren; overwegende dat in Italië en Roemenië in 2022 reeds maatregelen zijn aangenomen om onverhoopte winsten van sommige energiebedrijven te belasten;

N. overwegende dat Oekraïne zich de aflossing van zijn schulden niet langer kan veroorloven omdat zijn economie als gevolg van de oorlog gedestabiliseerd is; overwegende dat het Internationaal Monetair Fonds (IMF) leningen heeft verstrekt waaraan voorwaarden inzake bezuinigingen op de sociale uitgaven zijn verbonden; overwegende dat de terugbetalingen van de leningen de Oekraïense regering ertoe hebben gedwongen de uitgaven voor vitale behoeften te verminderen en bezuinigingsmaatregelen toe te passen op fundamentele economische sectoren; overwegende dat sommige Oekraïense burgers een petitie zijn gestart waarin om kwijtschelding van de schuld wordt gevraagd, wijzend op de chaotische leningen en de asociale schuldvoorwaarden die door het IMF, de Wereldbank en de EU zijn opgelegd en die tot een totale oligarchisering van Oekraïne hebben geleid;

1. herhaalt in de krachtigst mogelijke bewoordingen zijn veroordeling van de aanval op de territoriale integriteit en de soevereiniteit van Oekraïne die het gevolg is van de invasie van de Russische Federatie in Oekraïne; veroordeelt deze invasie als een aanvalsoorlog die een ernstige schending vormt van het internationaal recht, met name het VN‑Handvest, en waarvoor geen rechtvaardiging bestaat; veroordeelt de betrokkenheid van Belarus bij deze agressie;

2. is geschokt door de vermeende Russische wreedheden in Boetsja en de belegering en vernietiging van Marioepol, Kiev en andere Oekraïense steden door het Russische leger; spreekt zijn ontzetting uit over berichten over aanvallen op civiele voorzieningen zoals woningen, scholen en ziekenhuizen, en over burgerslachtoffers, onder wie vrouwen, ouderen, mensen met een handicap en kinderen; dringt aan op een onafhankelijk onderzoek dat ertoe moet leiden dat de schuldigen daadwerkelijk ter verantwoording worden geroepen; betuigt zijn oprechte solidariteit met het Oekraïense volk;

3. eist dat Rusland onmiddellijk een einde maakt aan alle vijandelijkheden, bombardementen en aanvallen op burgers en al zijn militaire en paramilitaire troepen uit Oekraïne terugtrekt;

4. veroordeelt de schendingen van staakt-het-vuren-overeenkomsten en roept Rusland en Oekraïne op onmiddellijk een alomvattend staakt-het-vuren voor het gehele land overeen te komen als dringend noodzakelijke stap naar beëindiging van de oorlog; roept de EU op tot actieve ondersteuning van en betrokkenheid bij diplomatieke inspanningen ter bevordering van onderhandelingen en dialoog om een onmiddellijk staakt-het-vuren tot stand te brengen en tot een politieke oplossing voor het conflict te komen;

5. is verheugd over het begin van een onderhandelingsproces tussen Rusland en Oekraïne; roept ertoe op het proces niet te baseren op militair succes, maar op een werkelijke inspanning om oplossingen te vinden voor de bestaande problemen en de noodzaak Oekraïne opnieuw op te bouwen; roept de EU op haar inspanningen vooral te richten op ondersteuning van het onderhandelingsproces, de oproepen van de secretaris-generaal van de VN tot bemiddeling te steunen, en zich te onthouden van elke actie die deze onderhandelingen verder zou kunnen bemoeilijken;

6. is bezorgd over de escalatie van de wapenwedloop in Europa; herinnert Rusland, de EU en haar lidstaten, en de NAVO en haar lidstaten eraan dat er geen militaire oplossing is voor hun conflicten;

7. dringt er in de krachtigste bewoordingen bij Rusland op aan de weg van geweld en agressie die het heeft gekozen te verlaten en terug te keren naar de weg van dialoog en onderhandeling; dringt er bij de NAVO en haar lidstaten op aan het conflict niet te laten escaleren door een nieuwe wapenwedloop te beginnen, en hun respons op de Russische invasie in Oekraïne zo vorm te geven dat een confrontatie tussen Rusland en de NAVO wordt uitgesloten; herhaalt dat er geen rechtvaardiging is voor de oorlog van Rusland tegen Oekraïne; vraagt om een analyse van de redenen die daartoe hebben geleid;

8. benadrukt dat de enige manier om na het einde van de oorlog een duurzame vrede in Europa tot stand te brengen een onderhandelingsproces is; herhaalt dat de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), als regionaal orgaan krachtens hoofdstuk VIII van het VN-Handvest, de organisatie bij uitstek blijft voor de vreedzame regeling van geschillen in de regio, en een essentieel instrument voor vroegtijdige waarschuwing, conflictpreventie, crisisbeheersing en verzoening na afloop van conflicten;

9. dringt er bij de bij de OVSE aangesloten landen op aan in onderlinge overeenstemming de modaliteiten vast te stellen voor een conferentie om territoriale geschillen tussen de deelnemende staten op vreedzame wijze te beslechten, en een systeem van collectieve veiligheid in Europa tot stand te brengen door daartoe een alomvattend Europees verdrag inzake collectieve veiligheid te sluiten;

10. roept op tot kwijtschelding van de Oekraïense schuld om de wederopbouw te vergemakkelijken van de strategische en infrastructurele ondernemingen die als gevolg van de oorlog zijn verwoest; steunt de oproep om te gepasten tijde een internationale conferentie te organiseren om in het kader van het solidariteitstrustfonds voor Oekraïne financiële middelen aan te trekken; benadrukt dat voorrang moet worden gegeven aan de wederopbouw van de voorzieningen die nodig zijn voor de veilige terugkeer van Oekraïners die wensen terug te keren; roept op tot een spoedige re-integratie van Oekraïne in de Europese en mondiale toeleveringsketens, met name die op het gebied van energie- en voedselvoorziening;

11. steunt de werkzaamheden van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA) met het oog op een zevenpijler-kader tussen Oekraïne en Rusland om de nucleaire veiligheid van Oekraïne te waarborgen; onderstreept het belang van het behoud van de integriteit van de infrastructuur en van een vlotte toegang tot nucleaire faciliteiten voor de IAEA-missie;

12. verwerpt de nieuwe militaire strategie van de EU (het Strategisch Kompas), waarin machtspolitiek, geostrategische invloedssferen en gewelddadige conflicten/oorlogen als politieke instrumenten worden gebruikt in plaats van diplomatieke conflictoplossing op basis van diplomatie, ontwapening en wapenbeheersingsmaatregelen;

13. verwerpt het Europees Defensiefonds, de permanente gestructureerde samenwerking en de Europese militaire mobiliteit, die alle bedoeld zijn om de Europese militaire capaciteit te versterken, de EU om te vormen tot een defensie-unie en het militair-industrieel complex te versterken;

14. veroordeelt de ongekende stijging van de militaire begrotingen van de EU-lidstaten; benadrukt dat Duitsland het land met de op twee na grootste militaire begroting zal worden, na de VS en China;

15. roept alle partijen op vluchtelingen een veilige en ongehinderde doorgang naar bestemmingen buiten Oekraïne te bieden en snelle, veilige en ongehinderde toegang tot humanitaire hulp voor personen in nood in Oekraïne te faciliteren, burgers te beschermen, met inbegrip van humanitair personeel en personen in kwetsbare situaties, zoals vrouwen, ouderen, mensen met een handicap, inheemse volkeren, migranten en kinderen, en de mensenrechten te eerbiedigen;

16. doet een beroep op alle partijen om te zorgen voor een waardige behandeling van krijgsgevangenen aan alle zijden, met volledige eerbiediging van het Verdrag van Genève betreffende de behandeling van krijgsgevangenen; benadrukt dat schendingen aan beide zijden zijn gerapporteerd door Human Rights Watch en andere niet-gouvernementele organisaties; neemt nota van de verklaring van Oekraïense zijde, door Oleksij Arestovitsj, waarin wordt erkend dat mishandeling van krijgsgevangenen een oorlogsmisdaad kan zijn en zal worden bestraft;

17. is verheugd dat de richtlijn tijdelijke bescherming[1] (TPD) in werking is getreden om de huidige situatie van mensen die Oekraïne ontvluchten, aan te pakken; roept de lidstaten op bij de uitvoering van de TPD een inclusieve aanpak te hanteren en ervoor te zorgen dat alle mensen die Oekraïne ontvluchten, toegang hebben tot bescherming in de EU; verzoekt de lidstaten voorts ervoor te zorgen dat internationale studenten die in Oekraïne hebben gestudeerd, hun opleiding in de lidstaten van de EU kunnen voltooien;

18. roept de Commissie en de lidstaten op om de lering die is getrokken uit de reactie op deze oorlog, met inbegrip van de uitvoering van de TPD, te gebruiken om het Europees pact inzake immigratie en asiel en het migratiebeleid van de EU in zijn geheel opnieuw te bezien;

19. benadrukt dat ervoor moet worden gezorgd dat niemand die Oekraïne ontvlucht, met inbegrip van slachtoffers van reproductieve uitbuiting, daarvan wordt weerhouden, en dat alle personen die Oekraïne ontvluchten, bescherming wordt geboden, met inbegrip van internationale studenten, transvrouwen en Oekraïense gewetensbezwaarden, en in staat worden gesteld binnen de EU verder te trekken; veroordeelt de detentie van internationale studenten die Oekraïne zijn ontvlucht; betreurt het dat Oekraïense mannen van een voorgeschreven leeftijd door de Oekraïense autoriteiten worden verboden de oorlog te ontvluchten; roept de Oekraïense autoriteiten op hun beleid van gedwongen inlijving van mannen tussen 18 en 60 jaar zonder militaire ervaring te heroverwegen;

20. roept de lidstaten op ervoor te zorgen dat er voor Oekraïense migranten veilige en legale wegen zijn om de EU te bereiken, en dat zij tijdens de gehele reis worden beschermd tegen geweld, misbruik, uitbuiting en mensenhandel; verzoekt de lidstaten alle personen en gezinnen die onderdak bieden aan Oekraïense migranten, met name vrouwen en kinderen, te screenen en te controleren, en hen bovenal te behoeden voor mensenhandel en gedwongen prostitutie; roept de EU en de lidstaten op hun inspanningen op te voeren om mensenhandelaren en pooiers die vrouwen en kinderen in kwetsbare situaties uitbuiten om hen te misbruiken en tot prostitutie te dwingen, af te schrikken;

21. roept de lidstaten op meer te coördineren om te zorgen voor de sociale integratie van personen die Oekraïne ontvluchten, alsook van andere vluchtelingen; benadrukt dat bijzondere aandacht moet worden besteed aan de specifieke behoeften van kwetsbare groepen die Oekraïne ontvluchten, zoals staatloze Roma en LHBTIQ-personen;

22. benadrukt dat alle lidstaten alle mensen die de aanval van Rusland op Oekraïne ontvluchten, eerlijk en humaan moeten behandelen, ongeacht hun nationaliteit of etnische afstamming, en hun zo nodig asiel moeten verlenen; benadrukt dat alle vluchtelingen die conflicten ontvluchten, recht hebben op gelijke behandeling door de lidstaten, ongeacht het land dat zij ontvluchten;

23. roept de EU op een einde te maken aan haar rol in de financiering van de bouw en de exploitatie van detentiefaciliteiten voor migranten in Oekraïne; herinnert eraan dat in deze detentiefaciliteiten talrijke schendingen van de mensenrechten plaatsvinden, dat het hier gebruikelijk is dat asielaanvragen van personen die het slachtoffer zijn van pushbacks of standrechtelijk de EU zijn uitgezet, worden genegeerd en dat deze personen door de Oekraïense autoriteiten voor onbepaalde tijd in door de EU gefinancierde detentiefaciliteiten worden geplaatst; wijst met bijzondere bezorgdheid op het geval van de gedetineerden in het Zhuravychi Migrant Accommodation Centre, waar ten minste 35 Afghanen, Bengalezen, Kameroeners, Indiërs, Pakistanen en Sudanezen worden vastgehouden en daardoor niet in staat zijn de oorlog te ontvluchten; roept op tot de onmiddellijke vrijlating van al deze gedetineerden en verzoekt de Oekraïense autoriteiten ervoor te zorgen dat zij veilig naar de EU kunnen reizen;

24. steunt de antioorlogsbewegingen in Rusland en in Belarus die protesteren tegen Poetins invasie in Oekraïne; eist dat de lidstaten bescherming en asiel verlenen aan Russen en Belarussen die worden vervolgd omdat zij zich hebben uitgesproken tegen of hebben geprotesteerd tegen de oorlog, alsmede aan Russische en Belarussische deserteurs en gewetensbezwaarden; eist dat de bescherming en het asiel van de EU ook worden uitgebreid tot Oekraïense deserteurs en gewetensbezwaarden;

25. verwelkomt en steunt de mobilisatie van de brede Europese vredesbeweging; spreekt zijn bezorgdheid uit over de tendens om mensen aan te vallen die kritische vragen stellen bij verwant EU-beleid; roept de lidstaten op ervoor te zorgen dat stemmen voor vrede en verzoening niet tot zwijgen worden gebracht;

26. dringt erop aan dat de aan Rusland opgelegde sancties zorgvuldig moeten worden gericht op het ontmoedigen en bemoeilijken van de voortzetting van de militaire agressie tegen Oekraïne en op degenen die verantwoordelijk zijn voor de Russische agressie tegen Oekraïne, degenen die verantwoordelijk zijn voor oorlogsmisdaden, en oligarchen en belastingontduikers, maar verwerpt sancties die worden opgelegd op basis van een logica van gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van het Russische volk; benadrukt dat gerichte sancties moeten worden opgelegd en gehandhaafd en dat de EU‑activa van functionarissen van de regering-Poetin en van oligarchen die dicht bij het regime staan, met inbegrip van hun familieleden, moeten worden bevroren; merkt met bezorgdheid op dat als gevolg van de extreme reikwijdte van de sanctieregeling veel gewone Russen en Russische dissidenten die uit Rusland naar de EU zijn gevlucht, geen toegang hebben tot hun tegoeden of betalingen kunnen verrichten;

27. herinnert er in het licht van de Paradise Papers aan dat de meeste activa van de oligarchen verborgen zijn in Europese belastingparadijzen; betreurt dat dit gebrek aan fiscale transparantie de EU verhindert gerichte sancties op te leggen op de activa van oligarchen en aldus echte druk op hen uit te oefenen, hetgeen op zijn beurt Poetin onder druk zou zetten; roept de EU op haar optreden tegen Europese belastingparadijzen te intensiveren;

28. wijst erop dat onafhankelijke journalisten schatten dat de in belastingparadijzen verborgen activa van de Russische oligarchen ten minste goed zijn voor 17,5 miljard USD; verzoekt de EU om in het kader van de onderhandelingen over het wetgevingspakket inzake het witwassen van geld en de bestrijding van de financiering van terrorisme de financiële transparantie snel te vergroten, alle mazen te dichten die bedoeld zijn om de uiteindelijke gerechtigden te verbergen, en ervoor te zorgen dat al het geld dat door Russische oligarchen in de Unie wordt bewaard, in beslag wordt genomen; dringt er in dit verband op aan dat alle financiële instellingen in niet-EU‑landen die zich bezighouden met het witwassen van geld of dit mogelijk maken, op een zwarte lijst worden geplaatst;

29. dringt aan op het opzetten van een mondiaal financieel register (GFR) met informatie over vermogen, vastgoed, financiële activa en uiteindelijke eigendom van activa; eist de volledige medewerking van de Europese belastingparadijzen bij het opzetten van het GFR;

30. roept de EU op sancties te overwegen op basis van het GFR die gericht zouden zijn tegen Russische personen met meer dan 10 miljoen EUR aan onroerend goed en financiële activa (0,02 % van de Russische volwassen bevolking), aangezien een aanzienlijk deel van hun onroerend goed en financiële activa zich in de EU bevindt;

31. neemt nota van de eenzijdige dwangmaatregelen van de EU en andere landen en de nadelige gevolgen daarvan voor de gehele Russische bevolking; is bezorgd over de gevolgen ervan voor het ten volle genieten van de in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens neergelegde mensenrechten, met name het recht van eenieder op een levensstandaard die hoog genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf, waaronder inbegrepen voeding, geneeskundige verzorging, huisvesting en de noodzakelijke sociale diensten; verwerpt sancties die worden opgelegd op basis van een logica van gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van het Russische volk; herhaalt dat sancties tot doel moeten hebben de staat waartegen zij zijn gericht ertoe aan te zetten een geschonden internationale verplichting na te komen, maar niet mogen neerkomen op dwang, die zou worden beschouwd als verboden inmenging in de binnenlandse aangelegenheden van de staat; herhaalt dat – zoals in VN-resoluties is bepaald – dergelijke sancties onwettig zijn en dat de sanctionerende staat (staten) daardoor verantwoordelijkheid draagt (dragen);

32. neemt nota van de besprekingen over een onmiddellijk verbod op de Europese invoer van Russische olie, gas en steenkool en over de uitsluiting van alle Russische en Belarussische financiële instellingen van Swift; verzoekt de Commissie en de lidstaten het Europese publiek te informeren over de sociaal-economische gevolgen van dergelijke maatregelen voor de EU-burgers en de EU-economie, en over de wijze waarop de EU en haar lidstaten deze gevolgen zullen verzachten; blijft erbij dat een dergelijk besluit niet door de regeringen alleen kan worden genomen, maar ter goedkeuring aan de nationale parlementen moet worden voorgelegd;

33. roept de EU en haar lidstaten op meer te doen om de gevolgen van de oorlog in Oekraïne voor de sociaal-economische situatie in de lidstaten te beperken; benadrukt dat de lidstaten al vóór het begin van de oorlog in Oekraïne voor grote uitdagingen stonden, zoals een stagnerende arbeidsproductiviteit, toenemende ongelijkheid en de klimaatcrisis;

34. beklemtoont dat de EU niet afhankelijk kan blijven van mondiale toeleveringsketens die reeds tijdens de pandemie kwetsbaar zijn gebleken; merkt op dat de EU een door investeringen en innovatie gedreven strategie die op strategische uitgaven is gebaseerd, moet ontwikkelen om deze problemen aan te pakken; merkt op dat onderwijs en onderzoek belangrijke stuwende krachten zijn achter productiviteit; is van mening dat de EU-mededingingsregels de lidstaten beter in staat moeten stellen de risico’s te nemen die zijn gemoeid met het aanboren van nieuwe markten, met bijzondere aandacht voor dergelijke maatschappelijke langetermijnkwesties;

35. maakt zich grote zorgen over de inflatoire druk in combinatie met een matige economische groei als gevolg van de aanbodschok die de oorlog in Oekraïne teweegbrengt; benadrukt de kwetsbaarheid van de financiële sector en de activaprijszeepbellen op de huizen- en de aandelenmarkt die sinds het begin van de COVID-19 crisis zijn ontstaan; is zeer bezorgd dat deze zeepbellen zullen barsten als gevolg van de economische gevolgen van de Oekraïnecrisis, waar vooral kwetsbare huishoudens de gevolgen van zullen ondervinden; neemt nota van de afwikkelingsbesluiten van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad met betrekking tot Sberbank Europe AG en betreurt ten zeerste dat een aantal banken meer dan 10 jaar na de financiële crisis nog steeds te groot en te onderling verweven is om failliet te gaan;

36. verzoekt de Commissie een noodplan op te stellen en in te dienen op basis van Verordening (EU) 2017/1938 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2017 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gasleveringszekerheid[2] voor het geval Rusland zijn gastoevoer naar Europa onderbreekt;

37. neemt nota van het tijdelijke crisiskader dat de Commissie heeft vastgesteld om de economie van de EU te ondersteunen in de context van de Russische invasie in Oekraïne; benadrukt dat niet alle lidstaten hetzelfde niveau van staatssteun zullen kunnen bieden aan ondernemingen, waardoor het risico bestaat dat de sociaal-economische verschillen tussen landen en regio’s toenemen; dringt er derhalve op aan het stabiliteits- en groeipact in te trekken en te vervangen door een nieuw pact voor duurzame ontwikkeling en werkgelegenheid, teneinde de dringend noodzakelijke overheidsinvesteringen mogelijk te maken;

38. verzoekt de Commissie, de lidstaten en de Europese Centrale Bank alomvattende, niet-standaardmaatregelen te nemen, waaronder wijzigingen in het mandaat van de Europese Centrale Bank, om de lasten te verlichten, met name voor kwetsbare huishoudens en micro-ondernemingen; verzoekt de Commissie en de lidstaten de algemene ontsnappingsclausule van het stabiliteits- en groeipact geactiveerd te houden totdat een fundamentele hervorming van het kader voor economische governance is aangenomen die de lidstaten in staat stelt dringend noodzakelijke overheidsinvesteringen te financieren met het oog op een snelle uitvoering van het Overeenkomst van Parijs en de VN-doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling;

39. benadrukt dat veel mensen in Europa zich reeds vóór de oorlog in Oekraïne in een precaire en kwetsbare situatie bevonden en waarschuwt dat de inflatie als gevolg van de oorlog en de sancties, met name de stijgende voedsel- en energieprijzen, de situatie voor die mensen ondraaglijk zal maken; roept de lidstaten op de getroffen personen adequate financiële steun te verlenen tegen energiearmoede (gas, olie en elektriciteit), voedseltekorten en stijgende huizenprijzen; roept de lidstaten op dergelijke maatregelen te financieren door middel van een ambitieuze belasting op onverhoopte winsten van energiebedrijven;

40. wijst erop dat de grondstoffenprijzen, vooral de voedselprijzen, stijgen ten gevolge van de Russische inval in Oekraïne; eist dat in de beleidsreactie speciale aandacht en steun wordt gegeven aan huishoudens in de EU met lage en middeninkomens en dat ervoor wordt gezorgd dat de verwezenlijking van de VN-doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling wereldwijd niet in gevaar komt;

41. eist dat alle acties die worden ondernomen om de afhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen te verminderen, worden afgestemd op de doelstelling om de opwarming van de aarde te beperken tot minder dan 1,5 °C ten opzichte van het pre-industriële niveau, en tegelijk te vermijden dat een lock-in ontstaat voor bestaande of nieuwe infrastructuur voor fossiele brandstoffen; dringt erop aan dat alle genomen maatregelen in overeenstemming zijn met het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” en de minimumgaranties als bedoeld in respectievelijk de artikelen 17 en 18 van Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2020 betreffende de totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame beleggingen[3], en dat deze een afspiegeling vormen van de beginselen die zijn verankerd in de Europese pijler van sociale rechten; benadrukt dat de EU onmiddellijk werk moet maken van massale groene investeringen in hernieuwbare energie en energie-efficiëntie om de energieonafhankelijkheid veilig te stellen en de klimaatcrisis aan te pakken;

42. is ingenomen met de maatregelen die het Internationaal Energieagentschap heeft voorgesteld in zijn publicatie van 18 maart 2022, getiteld “A 10-Point Plan to Cut Oil Use”; benadrukt dat de voorgestelde maatregelen het olieverbruik op korte termijn zouden doen dalen, en daarbij structurele veranderingen zouden teweegbrengen die de vraag naar olie op middellange en lange termijn zouden doen afnemen;

43. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de Verenigde Naties, de Raad van Europa, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, de president, de regering en het parlement van Oekraïne, de president, de regering en het parlement van de Russische Federatie, en de president, de regering en het parlement van Belarus.

Laatst bijgewerkt op: 6 april 2022
Juridische mededeling - Privacybeleid