ONTWERPRESOLUTIE over de strijd tegen straffeloosheid met betrekking tot oorlogsmisdaden in Oekraïne
13.5.2022 - (2022/2655(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 132, lid 2, van het Reglement
Miguel Urbán Crespo
namens de Fractie The Left
B9‑0272/2022
Resolutie van het Europees Parlement over de strijd tegen straffeloosheid met betrekking tot oorlogsmisdaden in Oekraïne
Het Europees Parlement,
– gezien het Handvest van de Verenigde Naties,
– gezien de Verdragen van Genève van 1949, in het bijzonder het Vierde Verdrag betreffende de bescherming van burgers in oorlogstijd, en de aanvullende protocollen,
– gezien de door de Commissie voor internationaal recht van de Verenigde Naties ontwikkelde beginselen van Neurenberg, die bepalen wat een oorlogsmisdaad is,
– gezien de Slotakte van Helsinki van en de daaropvolgende documenten,
– gezien resolutie ES-11/1 van de Algemene Vergadering van de VN van 2 maart 2022 over de Russische agressie tegen Oekraïne,
– gezien Resolutie 27/21 van de VN-Mensenrechtenraad van 26 september 2014 over mensenrechten en unilaterale dwangmaatregelen, en het correndigum daarop,
– gezien resolutie 49/1 van de VN-Mensenrechtenraad van 4 maart 2022 over de situatie van de mensenrechten in Oekraïne als gevolg van de Russische agressie,
– gezien de verslagen van de VN-waarnemingsmissie voor de mensenrechten in Oekraïne,
– gezien de verklaring van het Bureau van de Hoge Commissaris van de VN voor de mensenrechten (OHCHR) van 5 mei 2022 getiteld “Ukraine: Bachelet urges protection of civilians, renewed efforts to agree on a ceasefire”,
– gezien het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof van 17 juli 1998,
– gezien zijn eerdere resoluties over Oekraïne,
– gezien de conclusies van de Europese Raad van 24 februari 2022 en 24 en 25 maart 2022,
– gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat er sinds 24 februari 2022, toen Rusland zijn illegale invasie in Oekraïne begon, hetgeen volgens het humanitair recht al een misdaad is, beschuldigingen zijn van meerdere oorlogsmisdaden in Oekraïne; overwegende dat de VN sinds 2014 waarschuwt voor oorlogsmisdaden in de Donbas;
B. overwegende dat moord, foltering en onmenselijke of vernederende behandeling van burgers, al dan niet in hechtenis, en gevangen genomen strijders als oorlogsmisdaden worden beschouwd; overwegende dat willekeurige aanvallen, de onnodige vernietiging van steden en dorpen, plundering en verwoesting die niet door militaire noodzaak worden gerechtvaardigd, als oorlogsmisdaden worden beschouwd; overwegende dat het oorlogsrecht ook verkrachting en andere daden van seksueel geweld verbiedt; overwegende dat er geen verjaringstermijn is voor oorlogsmisdaden;
C. overwegende dat in een gewapend conflict alle partijen verplicht zijn het internationaal humanitair recht te eerbiedigen, met inbegrip van de Verdragen van Genève van 1949, het Eerste Aanvullend Protocol bij de Verdragen van Genève en het internationaal gewoonterecht;
D. overwegende dat de invasie van Oekraïne reeds heeft geleid tot willekeurige aanvallen op woonwijken, scholen, ziekenhuizen, sociale en andere civiele infrastructuur, en duizenden doden, gewonden en ontheemden onder de burgerbevolking heeft veroorzaakt; overwegende dat er volgens het OHCHR in Oekraïne ten minste 7 172 burgerslachtoffers zijn gevallen, waaronder 3 459 doden en 3 713 gewonden; overwegende dat volgens de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen ongeveer 5 miljoen vluchtelingen uit Oekraïne naar de EU zijn gevlucht en nog eens 7,1 miljoen mensen binnen Oekraïne ontheemd zijn geraakt;
E. overwegende dat er berichten zijn over burgerdoden als gevolg van willekeurige aanvallen in Charkiv en Soemy; overwegende dat bij de aanval op het treinstation van Kramatorsk op 8 april zestig mensen om het leven zijn gekomen en 111 anderen gewond zijn geraakt; overwegende dat er op 9 maart een aanval was op het kinderziekenhuis van Marioepol, waar verscheidene zwangere vrouwen werden vastgehouden; overwegende dat er ook verscheidene gevallen van plundering van burgereigendommen, waaronder voedsel, kleding en brandhout, zijn gedocumenteerd; overwegende dat deze willekeurige aanvallen van de Russische troepen oorlogsmisdaden kunnen vormen;
F. overwegende Rusland ongeleide bommen heeft gebruikt, die op 3 maart bijna vijftig mensen doodden die in Tsjernigov in de rij stonden voor voedsel; overwegende dat het verboden wapens, zoals clustermunitie, heeft gebruikt tegen ten minste één kleuterschool in Ojtirka waar burgers beschutting zochten;
G. overwegende dat duizenden burgers in Charkiv, Izjoem, Marioepol en andere steden belegerd zijn en weinig of geen toegang hebben tot basisvoorzieningen als gevolg van belegeringen door Russische troepen; overwegende dat de humanitaire corridors zijn aangevallen;
H. overwegende dat buitengerechtelijke executies en foltering steeds vaker door het Russische leger worden gebruikt als oorlogswapen tegen de burgerbevolking in Oekraïne; overwegende dat er berichten zijn over vermeende oorlogsmisdaden van Russische strijdkrachten tegen burgers in Boetsja; overwegende dat honderden lijken van burgers, velen geboeid, in Boetsja werden gevonden na de terugtrekking van het Russische leger; overwegende dat volgens het OHCHR de Russische strijdkrachten in de vijf weken na het uitbreken van het conflict in de buitengebieden van Kiev burgers hebben geviseerd die als verdacht werden beschouwd, en dat veel mannen zijn gearresteerd, geslagen, standrechtelijk geëxecuteerd en in sommige gevallen naar Belarus of Rusland zijn gedeporteerd, waar zij in voorlopige hechtenis zijn genomen, zonder dat hun familie iets over hen wist;
I. overwegende dat het gebruik van seksueel en gendergerelateerd geweld als wapen een oorlogsmisdaad is en dus moet worden vervolgd volgens de bepalingen van het internationaal recht en het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof (ICC), met name de artikelen 7 en 8, waarin verkrachting, seksuele slavernij, gedwongen prostitutie, gedwongen zwangerschap en sterilisatie en elke andere vorm van seksueel geweld worden gedefinieerd als misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden; overwegende dat het OHCHR informatie heeft ontvangen over vrouwen die door Russische soldaten zijn verkracht, alsmede andere beschuldigingen betreffende het gebruik van seksueel geweld door beide partijen in het conflict; overwegende dat zowel het Oekraïense parket-generaal als het Internationaal Strafhof hebben aangekondigd dat zij een onderzoek zullen instellen naar beschuldigingen van seksueel geweld in de context van de oorlog;
J. overwegende dat vrouwen en kinderen een verhoogd risico lopen op geweld, misbruik en uitbuiting en dat jonge vrouwen en kinderen een verhoogd risico lopen vermist te raken en het slachtoffer te worden van mensenhandel;
K. overwegende dat de VN en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa talrijke aanvallen op journalisten hebben gedocumenteerd, waaronder folteringen, ontvoeringen en moorden; overwegende dat beide organen eraan hebben herinnerd dat aanvallen op journalisten oorlogsmisdaden zijn;
L. overwegende dat verscheidene VN-deskundigen hebben gewezen op de willekeurige arrestaties van burgers als oorlogsmisdaden, waaronder arrestaties van plaatselijke leiders, journalisten, activisten en mensenrechtenverdedigers;
M. overwegende dat het OHCHR 204 gevallen van gedwongen verdwijning heeft gedocumenteerd (169 mannen, 34 vrouwen, één jongen), waarvan de overgrote meerderheid door de Russische strijdkrachten en aanverwante gewapende groepen;
N. overwegende dat het OHCHR ook berichten heeft ontvangen over willekeurige aanvallen, foltering, mishandeling en het doden van burgers door het Oekraïense leger en paramilitaire groepen, alsmede willekeurige arrestaties door de Oekraïense strijdkrachten of verwante groepen;
O. overwegende dat er bewijzen zijn van foltering, mishandeling en het van dichtbij doodschieten door het Oekraïense leger van Russische militairen die tijdens het conflict gevangen zijn genomen; overwegende dat Human Rights Watch Oekraïne heeft opgeroepen een onderzoek in te stellen naar mogelijke oorlogsmisdaden tegen Russische gevangenen;
P. overwegende dat president Zelenski er bij de VN-Veiligheidsraad op heeft aangedrongen een tribunaal in te stellen voor mogelijke oorlogsmisdaden van Rusland; overwegende dat 38 landen bij het ICC een aanklacht tegen Rusland hebben ingediend wegens oorlogsmisdaden; overwegende dat de hoofdaanklager van het ICC reeds een onderzoek heeft geopend; overwegende dat noch Oekraïne noch Rusland het Statuut van Rome heeft ondertekend, maar dat de autoriteiten in Kiev de jurisdictie ervan aanvaard; overwegende dat de Commissie heeft toegezegd een onderzoek naar mogelijke oorlogsmisdaden in Oekraïne te zullen steunen;
Q. overwegende dat de VN-Mensenrechtenraad in zijn resolutie van 4 maart 2022 een onafhankelijke internationale onderzoekscommissie heeft ingesteld, die de opdracht krijgt alle vermeende schendingen en misbruiken van de mensenrechten en schendingen van het internationaal humanitair recht te onderzoeken, bewijsmateriaal van dergelijke schendingen, misbruiken en daarmee samenhangende misdrijven te verzamelen, te consolideren en te analyseren, en aanbevelingen te doen over maatregelen om de verantwoordelijken ter verantwoording te roepen;
R. overwegende dat in 2016 in een rapport van de VN-waarnemingsmissie voor de mensenrechten in Oekraïne werd opgemerkt dat 90 % van de 2 000 burgers die tussen 2014 en 2016 werden gedood, het slachtoffer waren van willekeurige artillerieaanvallen op woongebieden aan beide zijden van de frontlinie; overwegende dat de VN-missie de straffeloosheid voor in de Donbas gepleegde misdaden aan de kaak stelt en opmerkt dat de mensenrechtencrisis en de moorden op deelnemers aan de massale manifestaties op Maidan en in Odessa de aanzet hebben gegeven tot het conflict; overwegende dat in 2014 Oekraïense extreemrechtse strijdkrachten het huis van de vakbonden in Odessa hebben aangevallen en daarbij ongeveer veertig mensen hebben gedood die Rusland steunden of van wie werd aangenomen dat zij Rusland steunden; overwegende dat deze misdaden ongestraft blijven;
S. overwegende dat het waarborgen van waarheid, gerechtigheid en schadevergoeding voor slachtoffers van oorlogsmisdaden van bijzonder belang is; overwegende dat straffeloosheid bij de vervolging van oorlogsmisdaden degenen die verantwoordelijk zijn voor de mishandelingen beschermt en hen aanmoedigt door te gaan met het plegen van deze daden; overwegende dat daders van oorlogsmisdaden bijna nooit voor de rechter worden gebracht en historisch gezien alleen oorlogsmisdaden die door de verliezers, niet de overwinnaars, zijn begaan, zijn vervolgd; overwegende dat een groot aantal oorlogsmisdaden die zijn gepleegd in landen als Syrië, Myanmar/Birma, Irak, Afghanistan, Palestina en Jemen, nog steeds onbestraft zijn; overwegende dat de Verenigde Staten, Rusland, China en India alle de jurisdictie van het ICC afwijzen;
1. herhaalt in de krachtigst mogelijke bewoordingen zijn veroordeling van de aanval van de Russische Federatie op de territoriale integriteit en de soevereiniteit van Oekraïne; beschouwt dit als een ernstige schending van het internationaal recht, met name het VN‑Handvest; betuigt zijn oprechte solidariteit met het Oekraïense volk;
2. benadrukt dat alle partijen die bij een gewapend conflict betrokken zijn, het internationaal humanitair recht scrupuleus moeten eerbiedigen en verzoekt in dit verband alle partijen om de internationale regels na te leven en geen oorlogsmisdaden meer te begaan;
3. herinnert eraan dat de beste manier om aan deze schendingen een einde te maken het beëindigen van de vijandelijkheden is; eist dat Rusland onmiddellijk een einde maakt aan alle vijandelijkheden, bombardementen en aanvallen op burgers en dat het al zijn militaire en paramilitaire troepen terugtrekt uit Oekraïne; veroordeelt de schendingen van staakt-het-vuren-overeenkomsten en roept Rusland en Oekraïne op onmiddellijk een alomvattend staakt-het-vuren voor het gehele land overeen te komen als dringend noodzakelijke stap naar beëindiging van de oorlog; roept de EU op tot actieve ondersteuning en diplomatieke inspanningen ter bevordering van onderhandelingen en dialoog om te komen tot een onmiddellijk staakt-het-vuren en een politieke oplossing voor het conflict die niet gebaseerd is op militair succes, maar op een echte inspanning om oplossingen te vinden voor de bestaande problemen en de behoeften voor de wederopbouw van Oekraïne; roept de EU op zich te onthouden van elke actie die deze onderhandelingen verder zou kunnen bemoeilijken; verzoekt de NAVO en haar lidstaten om het conflict niet te laten escaleren door een nieuwe ronde van de wapenwedloop te beginnen;
4. is geschokt door de vermeende Russische oorlogsmisdaden in Oekraïne, met name de misdaden tegen burgers in Boetsja en de belegering en vernietiging van Marioepol, Kiev en andere steden in Oekraïne; spreekt zijn ontzetting uit over berichten over aanvallen op civiele voorzieningen zoals woningen, scholen en ziekenhuizen, en over burgerslachtoffers, onder wie vrouwen, ouderen, personen met een handicap en kinderen;
5. veroordeelt krachtig het gebruik van seksueel en gendergerelateerd geweld als oorlogswapen en wijst erop dat dit een oorlogsmisdaad is; spreekt zijn bezorgdheid uit over het toenemende aantal meldingen van mensenhandel, seksueel geweld, uitbuiting, verkrachting en mishandeling waarmee vrouwen en kinderen die Oekraïne ontvluchten en in Europa aankomen, te maken krijgen; verzoekt de EU-lidstaten om in opvangcentra aandacht te besteden aan de specifieke behoeften van vrouwen en meisjes en ervoor te zorgen dat diensten, verwijzingsmogelijkheden en klachtenregelingen in verband met gendergerelateerd geweld binnen gemeenschappen onmiddellijk beschikbaar zijn in talen en formaten die voor alle groepen toegankelijk zijn; verzoekt de EU en de gast- en doorreislanden op de toegang tot seksuele en reproductieve gezondheid, rechten en diensten te waarborgen, met name noodanticonceptiemiddelen, profylaxe na blootstelling en abortushulpverlening, ook voor overlevenden van verkrachting; roept de EU en haar lidstaten op steun te verlenen aan lokale, nationale en internationale organisaties die diensten en opvang bieden aan overlevenden van gendergerelateerd geweld onder vluchtelingenvrouwen en -meisjes;
6. is ernstig bezorgd over het feit dat buitengerechtelijke executies en foltering steeds vaker door het Russische leger worden gebruikt als oorlogswapen tegen de burgerbevolking in Oekraïne; eist dat aan deze misdaden een einde wordt gemaakt en herinnert eraan dat moord, foltering en onmenselijke of vernederende behandeling van burgers als oorlogsmisdaden worden beschouwd; verzoekt de bevelhebbers om strijders duidelijke instructies te geven ter bescherming van burgers en personen buiten strijd, en daarbij het doden, mishandelen en willekeurig vasthouden van dergelijke personen duidelijk te verbieden;
7. roept op tot onmiddellijke stopzetting van alle geweld, moordaanslagen, pesterijen, intimidatie en censuur tegen journalisten en bloggers; roept op tot maatregelen om vermiste journalisten op te sporen en hen bij te staan, alsmede om de media en het internet in Oekraïne te beschermen tegen cyberaanvallen;
8. doet een beroep op alle partijen om te zorgen voor een waardige behandeling van krijgsgevangenen en burgers aan alle zijden, met volledige eerbiediging van het Verdrag van Genève betreffende de behandeling van krijgsgevangenen; benadrukt dat schendingen aan beide zijden zijn gerapporteerd door Human Rights Watch en andere niet-gouvernementele organisaties;
9. roept alle partijen op de mensenrechten te eerbiedigen, vluchtelingen een veilige en ongehinderde doorgang naar bestemmingen buiten Oekraïne te bieden, snelle, veilige en ongehinderde toegang tot humanitaire hulp voor personen in nood in Oekraïne te faciliteren en burgers te beschermen, met inbegrip van humanitair personeel en personen in kwetsbare situaties, zoals vrouwen, ouderen, personen met een handicap, etnische minderheden, zoals de Roma, migranten en kinderen;
10. veroordeelt de straffeloosheid die de plegers en de opdrachtgevers van oorlogsmisdaden genieten, en herhaalt dat degenen die verantwoordelijk zijn voor oorlogsmisdaden in Oekraïne of waar ook ter wereld, niet ongestraft mogen blijven;
11. dringt aan op een onmiddellijk, grondig, onafhankelijk en transparant onderzoek naar de oorlogsmisdaden die het leger sinds 2014 in het land heeft gepleegd en verlangt dat de daders worden berecht;
12. is ingenomen met het besluit van de VN-Mensenrechtenraad om een internationaal mechanisme in te stellen voor het verzamelen, consolideren, bewaren en analyseren van bewijsmateriaal over de ernstigste internationale misdrijven en schendingen van het internationaal recht die in Oekraïne zijn begaan, teneinde eerlijke en onafhankelijke strafprocedures te vergemakkelijken en te bespoedigen; roept de EU, haar lidstaten en de internationale gemeenschap op ervoor te zorgen dat het internationale mechanisme alle nodige politieke, logistieke en financiële steun krijgt om zijn mandaat te vervullen;
13. wijst erop dat de strijd tegen de straffeloosheid van oorlogsmisdaden ook inhoudt dat de slachtoffers ervan een waardig leven moet worden gegarandeerd; verzoekt de lidstaten te zorgen voor een inclusieve aanpak bij de uitvoering van de richtlijn tijdelijke bescherming[1], dat er veilige en legale wegen zijn waarlangs mensen die Oekraïne ontvluchten de EU kunnen bereiken, dat zij onderweg worden beschermd tegen geweld, misbruik, uitbuiting en mensenhandel, en dat zij toegang hebben tot veilig vervoer binnen de EU; verzoekt de lidstaten alle personen en gezinnen die onderdak bieden aan Oekraïense migranten, met name vrouwen en kinderen, te screenen en te controleren, en hen bovenal te behoeden voor mensenhandel en gedwongen prostitutie; roept de EU en de lidstaten op hun inspanningen op te voeren om mensenhandelaren en pooiers die vrouwen en kinderen in kwetsbare situaties uitbuiten om hen te misbruiken en tot prostitutie te dwingen, af te schrikken;
14. roept de lidstaten op tot verdere coördinatie om ervoor te zorgen dat alle mensen die Oekraïne ontvluchten, ongeacht hun nationaliteit of etnische afstamming, toegang hebben tot bescherming en sociale insluiting in de EU; benadrukt dat alle vluchtelingen die conflicten ontvluchten, recht hebben op gelijke behandeling door de lidstaten, ongeacht het land dat zij ontvluchten;
15. roept de Commissie en de lidstaten op om de lering die is getrokken uit de reactie op deze oorlog, met inbegrip van de uitvoering van de richtlijn tijdelijke bescherming, te gebruiken om het Europees pact inzake immigratie en asiel en het migratiebeleid van de EU in zijn geheel opnieuw te bezien;
16. verwerpt de gedwongen inlijving in zowel Rusland als Oekraïne en betreurt het dat mannen van een voorgeschreven leeftijd door de Oekraïense autoriteiten worden verboden de oorlog te ontvluchten; roept de autoriteiten op hun beleid van gedwongen dienstplicht te heroverwegen en verzoekt de EU asiel te verlenen aan deserteurs uit beide landen, die bovendien wellicht ook getuigen zijn van de gepleegde oorlogsmisdaden;
17. verwelkomt en steunt de mobilisatie van de brede Europese vredesbeweging; spreekt zijn bezorgdheid uit over de tendens om mensen aan te vallen die kritische vragen stellen bij verwant EU-beleid; roept de lidstaten op ervoor te zorgen dat stemmen voor vrede en verzoening niet tot zwijgen worden gebracht;
18. roept de Oekraïense autoriteiten op het conflict niet te gebruiken als rechtvaardiging voor schendingen van de mensenrechten en inperking van de grondrechten; veroordeelt in dit verband de onderdrukking van de activiteiten van elf politieke oppositiepartijen;
19. roept op tot kwijtschelding van de Oekraïense schuld om de wederopbouw van de door de oorlog verwoeste steden en civiele infrastructuur te vergemakkelijken en een einde te maken aan de structurele aanpassingsvoorwaarden die verbonden zijn aan de financiële bijstand die Oekraïne zowel van het Internationaal Monetair Fonds als van de EU ontvangt;
20. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de Verenigde Naties, de Raad van Europa, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, de president, de regering en het parlement van Oekraïne, de president, de regering en het parlement van de Russische Federatie, en de president, de regering en het parlement van Belarus.
- [1] PB L 212 van 7.8.2001, blz. 12.