Ontwerpresolutie - B9-0275/2022Ontwerpresolutie
B9-0275/2022

ONTWERPRESOLUTIE over de vervolging van de oppositie en de detentie van vakbondsleiders in Belarus

13.5.2022 - (2022/2664(RSP))

naar aanleiding van verklaringen van de Raad en de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 132, lid 2, van het Reglement

Petras Auštrevičius, Lucia Ďuriš Nicholsonová, Nicola Beer, Olivier Chastel, Vlad Gheorghe, Bernard Guetta, Karin Karlsbro, Georgios Kyrtsos, Nathalie Loiseau, Javier Nart, Urmas Paet, Dragoş Pîslaru, Frédérique Ries, María Soraya Rodríguez Ramos, Michal Šimečka, Nicolae Ştefănuță, Dragoş Tudorache, Hilde Vautmans
namens de Renew-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B9-0270/2022

Procedure : 2022/2664(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B9-0275/2022
Ingediende teksten :
B9-0275/2022
Aangenomen teksten :

B9‑0275/2022

Resolutie van het Europees Parlement over de vervolging van de oppositie en de detentie van vakbondsleiders in Wit-Rusland

(2022/2664(RSP))

Het Europees Parlement,

 gezien zijn eerdere resoluties over Belarus,

 gezien de conclusies van de Europese Raad van 21-22 oktober 2021,

 gezien de recente verklaringen van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid inzake Belarus, met name die van 10 december 2021 en 28 februari 2022,

 gezien het verslag van de VN-Mensenrechtenraad van 4 maart 2022 over de situatie van de mensenrechten in Belarus in de aanloop naar de presidentsverkiezingen van 2020 en in de nasleep ervan,

 gezien de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en alle mensenrechtenverdragen waarbij Belarus partij is,

 gezien de preambule van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de noodzaak van erkenning van het beginsel van vrijheid van vereniging, het IAO-Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, en het IAO-Verdrag betreffende het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen,

 gezien de artikelen 36 en 41 van de grondwet van de Republiek Belarus voor wat betreft de vrijheid van vereniging en het recht om vakbonden op te richten,

 gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,

A. overwegende dat het Loekasjenko-regime in Belarus de Russische militaire agressie tegen Oekraïne rechtstreeks mogelijk maakt, onder meer door Rusland toe te staan Oekraïne aan te vallen, onder meer door de lancering van ballistische raketten vanaf Belarussisch grondgebied, door de stationering en het vervoer van Russisch militair personeel, de opslag en het vervoer van militair materieel en wapens, waaronder zware wapens, mogelijk te maken, door Russische militaire vliegtuigen toe te staan via het Belarussische luchtruim naar Oekraïne te vliegen en door brandstof bij te tanken;

B. overwegende dat sinds het begin van de oorlog vele Belarussen zich hebben aangesloten bij de anti-oorlogsbeweging, waardoor de doorvoer van Russisch militair materieel door Belarus in gevaar komt en zij bij aanhouding het risico lopen van hoogverraad, spionage en terrorisme te worden beschuldigd;

C. overwegende dat Belarus op 27 februari 2022 in een zogenaamd referendum een nieuwe grondwet heeft goedgekeurd waarin afstand wordt gedaan van de niet-nucleaire status van het land, waardoor de omstandigheden worden geschapen voor een mogelijke inzet van Russische kernwapens in Belarus; overwegende dat het referendum in verscheidene steden tot anti-oorlogsprotesten leidde, waarbij ten minste 290 mensen werden aangehouden; overwegende dat de nieuwe grondwet de president ook levenslange immuniteit tegen vervolging verleent zodra hij zijn ambt heeft neergelegd;

D. overwegende dat de EU in 2022 een reeks maatregelen heeft genomen als reactie op de betrokkenheid van Belarus bij de niet-uitgelokte en niet-gerechtvaardigde militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne, waaronder individuele en economische sancties tegen 22 personen, handelsbeperkingen, een SWIFT-verbod voor drie Belarussische banken, een verbod op transacties met de centrale bank van Belarus, beperkingen op de financiële instroom van Belarus naar de EU en een verbod op de levering van bankbiljetten in euro aan Belarus;

E. overwegende dat de EU op 2 december 2021 het vijfde sanctiepakket tegen Belarus heeft aangenomen wegens aanhoudende mensenrechtenschendingen en de instrumentalisering van migranten;

F. overwegende dat op 21 maart 2022 de logistieke faciliteit van Broezgi, die in de buurt van de grens tussen Belarus en Polen had gefunctioneerd en sinds november 2021 tijdelijk onderdak had geboden aan meer dan 1 500 gestrande migranten, zonder voorafgaande informatie of kennisgeving van de autoriteiten en met nog ongeveer 400 mensen in het logistieke centrum voordat het werd gesloten, zijn werkzaamheden heeft gestaakt; overwegende dat het merendeel van de gestrande migranten thans in de bosgebieden van stedelijke nederzettingen verblijft en zich tot de Internationale Organisatie voor Migratie blijft wenden voor verdere bijstand en steun; overwegende dat de Poolse autoriteiten waarschuwen dat het aantal migranten uit Belarus weer toeneemt nu het weer beter wordt; overwegende dat sinds het begin van de crisis 19 mensen aan de grens zijn gestorven;

G. overwegende dat de Belarussische nationale vergadering op 28 april 2022 een wijziging van het wetboek van strafrecht heeft goedgekeurd, waarbij de doodstraf wordt ingevoerd voor “pogingen tot terrorisme”, hetgeen ingaat tegen de wereldwijde tendens om de doodstraf af te schaffen;

H. overwegende dat de Belarussische autoriteiten verschillende onafhankelijke mediakanalen hebben geblokkeerd wegens oorlogsverslaggeving, onder verwijzing naar de verspreiding van “extremistisch materiaal” en “valse informatie”; overwegende dat de procureur-generaal van Belarus op 5 april 2022 heeft aangekondigd dat de website van Human Rights Watch was geblokkeerd;

I. overwegende dat presidentskandidaat Viktor Babariko op 6 juli 2021 tot 14 jaar gevangenisstraf is veroordeeld en dat het hoofd van zijn presidentscampagne en laureaat van de Sacharovprijs 2020 van het Europees Parlement voor de vrijheid van denken, Maria Kalesnikava, en haar advocaat Maksim Znak tot respectievelijk elf en tien jaar gevangenisstraf zijn veroordeeld;

J. overwegende dat op 14 december 2021 de Belarussische oppositieleiders Sergej Tichanovski en Mikola Statkevich, laureaten van de Sacharovprijs 2020 van het Europees Parlement voor de vrijheid van denken, en Ihar Losik, Artsyom Sakau, Uladzimir Tsyhanovich en Dzmitry Papou tot lange gevangenisstraffen zijn veroordeeld op basis van verzonnen beschuldigingen van poging tot machtsovername, aanzetten tot haat en sociale onrust, en extremisme; overwegende dat Sergej Tichanovski die in mei 2020 werd gearresteerd nadat hij had aangekondigd dat hij het tegen de Belarussische dictator Aleksandr Loekasjenko op wilde nemen voor het presidentschap, en die sindsdien in hechtenis is gebleven, tot 18 jaar gevangenisstraf is veroordeeld; overwegende dat Mikola Statkevich, een oud-politicus die aan het hoofd staat van de niet-geregistreerde politieke partij Narodnaja Hramada en meedeed aan de presidentsverkiezingen van 2010, is veroordeeld tot 14 jaar gevangenisstraf; overwegende dat Ihar Losik, Artsyom Sakau, Uladzimir Tsyhanovich en Dzmitry Papou veroordeeld zijn tot straffen van respectievelijk 15, 16, 15 en 16 jaar op grond van soortgelijke verzonnen beschuldigingen;

K. overwegende dat de meest recente aanval op de onafhankelijke vakbond plaatsvond op 19 april 2022; overwegende dat huiszoekingen zijn verricht in het kantoor van het Belarussische congres van democratische vakbonden (BKDP) en de kantoren van de daarbij aangesloten vakbonden, de Belarussische vrije vakbond (SPB), de vrije vakbond van metaalarbeiders (SPM) en de vakbond van werknemers van de Belarussische radio- en elektronica-industrie (REP) in Minsk en in de regio’s, alsook in de privéwoningen van vakbondsleiders en -activisten;

L. overwegende dat de Belarussische autoriteiten voortdurend burgers vervolgen op politieke gronden, onder meer voor anti-oorlogsprotesten, en dat vreedzame demonstranten nog steeds worden vastgehouden en willekeurige arrestaties worden opgelegd voor het tonen van wit-rood-witte symbolen, onder meer in particuliere woningen en op privéterreinen; overwegende dat volgens het mensenrechtencentrum Viasna in mei 2022 ongeveer 1 200 personen in Belarus als politieke gevangenen worden beschouwd;

M. overwegende dat strafvervolging een ernstige vorm van repressie is en in Belarus nog steeds willekeurig en wijdverbreid is; overwegende dat de rechterlijke macht een effectief instrument is geworden voor de onderdrukking van rechten en vrijheden in Belarus, waarbij rechters actief betrokken zijn bij de repressie; overwegende dat verzonnen bewijsmateriaal niet aan een objectieve kritische beoordeling wordt onderworpen, ondemocratische wetgeving blindelings wordt toegepast en verdachten selectief tot de zwaarst mogelijke straffen worden veroordeeld;

N. overwegende dat uit het onderzoek van het Bureau van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten van de VN(OHCHR) is gebleken dat personen het doelwit waren en werden onderworpen aan een consistent patroon van onnodig of onevenredig gebruik van geweld, arrestaties, detentie – met inbegrip van incommunicado-detentie – foltering of mishandeling, verkrachting en seksueel en gendergerelateerd geweld, en de stelselmatige ontkenning van het recht op een eerlijke rechtsgang en een eerlijk proces;

O. overwegende dat vakbonden een fundamentele rol spelen bij het waarborgen van de goede werking van de democratie, de vertegenwoordiging van burgers en werknemers, en de verdediging van hun rechten;

P. overwegende dat de vervolging van onafhankelijke vakbonden en vakbondsleiders de laatste tijd een systematisch karakter heeft gekregen, zoals het Parlement ook in zijn resolutie van 7 oktober 2021 heeft benadrukt;

Q. overwegende dat ten minste 18 vakbondsleiders en vertegenwoordigers van de onafhankelijke vakbond in Belarus op 19 april 2022 zijn gearresteerd en op grond van artikel 342 van het wetboek van strafrecht in staat van beschuldiging zijn gesteld in verband met het organiseren en voorbereiden van acties die de openbare orde ernstig verstoren of in verband met actieve deelname aan dergelijke acties, hetgeen heeft geleid tot ofwel arrestatie, ofwel vrijheidsberoving gedurende twee tot vijf jaar, ofwel een gevangenisstraf van maximaal vier jaar; overwegende onder de gearresteerden Alexander Yaroshuk, voorzitter van de BKDP, die ook vicevoorzitter is van het Internationaal Verbond van Vrije Vakverenigingen en lid van de Raad van Beheer van de IAO, is; Sergej Antoesevitsj, vicevoorzitter van de BKDP; Oleg Podolinski, internationaal secretaris van de BKDP, en Elena Yeskova, advocaat van de Unie, en Mikola Sharakh, voorzitter van de SPB;

R. overwegende dat de onafhankelijke vakbond in Belarus al vele jaren zwaar onder vuur ligt en dat sommige vakbonden onlangs door de KGB als “extremistische groepering” zijn bestempeld, waarbij de REP op 7 april 2022 als extremistische organisatie is aangemerkt;

S. overwegende dat de Belarussische autoriteiten de wettelijke status van de Belarussische Onafhankelijke Vakbond (BITU, lid van de BKDP) bij de olieraffinaderijen van Gardnoazot, Naftan en Mozyr hebben ingetrokken;

T. overwegende dat de onafhankelijke vakbond in Belarus lange tijd voorop heeft gelopen in de strijd voor democratie en dialoog in Belarus;

U. overwegende dat Belarus met de commerciële exploitatie van de Belarussische kerncentrale in Astravets is begonnen zonder gevolg te geven aan alle veiligheidsaanbevelingen uit het verslag van de EU-stresstest van 2018; overwegende dat Belarus niet transparant is en geen betrouwbare informatie verstrekt over de gebeurtenissen op het terrein van de kerncentrale, en nogmaals bevestigt dat de kerncentrale in Belarus onveilig is en een ernstige bedreiging vormt voor de nucleaire veiligheid van de bevolking van Belarus, de buurlanden en heel Europa;

1. bevestigt zijn solidariteit met het volk van Belarus, dat blijft opkomen voor een soeverein, vrij en democratisch Belarus, en eist de vrijlating van alle politieke gevangenen, de stopzetting van het politiegeweld en de organisatie van nieuwe, vrije en eerlijke verkiezingen; herinnert eraan dat de Europese Unie en haar lidstaten de resultaten van de presidentsverkiezingen van 2020 niet hebben erkend vanwege de grootschalige vervalsing en falsificatie en dat zij Aleksandr Loekasjenko niet erkennen als de president van Belarus;

2. herhaalt zijn oproep aan het Belarussische regime om een einde te maken aan de confrontatiespiraal en alle politieke gevangenen onmiddellijk en onvoorwaardelijk vrij te laten; merkt op dat de vrijlating van alle politieke gevangenen en van degenen die ten onrechte worden vastgehouden en opgesloten, het eerste teken zou zijn van de bereidheid van het Loekasjenko-regime om betrekkingen aan te knopen met de democratische oppositie en het maatschappelijk middenveld in Belarus;

3. herinnert Belarus aan zijn verplichtingen uit hoofde van het internationaal recht inzake de mensenrechten en dringt erop aan dat de fundamentele vrijheden en de mensenrechten, de rechtsstaat en een functionerende onafhankelijke rechterlijke macht in Belarus worden gewaarborgd;

4. betreurt het feit dat politieke processen achter gesloten deuren en zonder behoorlijke rechtsgang worden gevoerd, hetgeen heeft geleid tot de strenge en ongerechtvaardigde straffen die zijn uitgesproken tegen oppositieleiders, met name tegen Sergej Tichanovski, Mikola Statkevich, Viktor Babariko, Maria Kalesnikava, Maksim Znak, Ihar Losik, Artsyom Sakau, Uladzimir Tsyhanovich en Dzmitry Papou; wijst op de onmenselijke omstandigheden in de detentiecentra in Belarus, waaronder fysiek en psychisch misbruik, en overbevolkte en onhygiënische cellen;

5. roept de Belarussische autoriteiten op alle vakbondsleiders en -vertegenwoordigers die zijn vastgezet, onmiddellijk en onvoorwaardelijk vrij te laten;

6. is ontzet over de steun die wordt verleend aan de niet-uitgelokte oorlog van Rusland in Oekraïne, onder meer via het zogenoemde referendum dat het land zijn nucleaire status teruggeeft, maar ook door het toestaan van troepen- en wapenverplaatsingen, van het gebruik van het luchtruim van het land, van bijtanken en van de opslag van militaire munitie; neemt kennis van de toegenomen rol van Rusland in Belarus, met inbegrip van zijn financiële invloed, die ernstige twijfel doet rijzen omtrent het vermogen van Belarus om soevereine beslissingen te nemen;

7. betreurt de instrumentalisering van migranten door het Loekasjenko-regime en de organisatie van illegale migratie, die opnieuw is toegenomen; betreurt dat sinds het begin van de crisis ten minste 19 migranten aan de Pools-Belarussische grens het leven hebben verloren, terwijl honderden anderen nog steeds tussen beide landen vastzitten; roept de autoriteiten van Polen, Letland, Litouwen en andere betrokken lidstaten op ervoor te zorgen dat de asiel- en terugkeerwetgeving van de EU en het internationaal recht inzake de mensenrechten worden geëerbiedigd; verzoekt de Commissie als de hoedster van de Verdragen toe te zien op de naleving van het toepasselijke EU-recht;

8. veroordeelt het besluit van het Belarussische regime om het toepassingsgebied van de doodstraf uit te breiden;

9. veroordeelt de recente arrestatie en detentie van vakbondsleiders en -vertegenwoordigers door de Belarussische autoriteiten, alsook de aanval die dit betekent op zowel de mensenrechten als de grondrechten die zijn verankerd in internationale verdragen, waaronder die van de IAO met betrekking tot het recht van werknemers om zich te organiseren en deel te nemen aan publieke acties;

10. roept de Belarussische autoriteiten op duidelijke informatie te verstrekken over de verblijfplaats en de gezondheidstoestand van de op politieke gronden gearresteerde gevangenen, hen onmiddellijk vrij te laten en hun toegang tot onafhankelijke rechtspraak te waarborgen;

11. herhaalt dat het recht om te demonstreren en te staken een grondrecht is, en roept Belarus op alle wettelijke en praktische beperkingen op te heffen die deze vrijheden belemmeren, en onmiddellijk de juridische status te herstellen van de onafhankelijke vakbonden die deze status onlangs in verscheidene ondernemingen, onder meer in de olieraffinaderijen van Grodnoazot, Naftan en Mozyr, is ontnomen, en de classificatie van de REP als extremistische organisatie in te trekken;

12. roept de Belarussische autoriteiten op onmiddellijk een einde te maken aan de herhaalde discriminatie van onafhankelijke vakbonden, alsook aan de repressie, de intimidatiecampagne, de administratieve en strafrechtelijke vervolging en de inbeslagneming van de bezittingen van vakbondsactivisten;

13. moedigt de vakbonden in de lidstaten aan de contacten met hun tegenhangers in Belarus verder te intensiveren, informatie uit te wisselen over de ontwikkeling van de situatie van vakbondsactivisten in Belarus en over de repressie door het regime waarmee zij te maken hebben, de samenwerking te vergemakkelijken en hen materiële en psychologische steun te verlenen;

14. roept de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden op financiële en materiële steun te verlenen aan onafhankelijke vakbonden in Belarus en aan hun acties ter bevordering van de democratie en de vrijheid van meningsuiting en vereniging, alsook van de vertegenwoordiging van werknemers;

15. benadrukt dat het optreden van de Belarussische autoriteiten tegen onafhankelijke vakbonden een schending inhoudt van de nationale wetgeving van het land en van zijn internationale verplichtingen; roept de IAO op het lidmaatschap van de Belarussische regeringsgezinde vakbonden op te schorten, aangezien deze noch de onafhankelijke stem van de werknemers vertegenwoordigen, noch hun rechten beschermen;

16. roept de EU en haar lidstaten op de democratische politieke oppositie in Belarus te steunen door de hulp te bieden die nodig is om haar capaciteiten te versterken, onderwijsactiviteiten voor het Belarussische volk over democratische politieke vertegenwoordiging en politieke processen te ondersteunen, onder meer door permanente bijstand te verlenen aan de European Humanities University, als onderwijsbasis voor Belarussische studenten in ballingschap, en de Belarussische onafhankelijke media, in de Belarussische en de Russische taal, permanent te steunen;

17. herinnert aan het belang van de oprichting van volksambassades van Belarus wereldwijd en dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan verdere steun te verlenen om de rechten en belangen van Belarussische burgers in het buitenland en de belangen van een democratisch Belarus te beschermen, bijvoorbeeld door te zoeken naar manieren om de volksambassades van Belarus te financieren;

18. betreurt het feit dat de lidstaten niet op gecoördineerde wijze hebben gehandeld bij het terugroepen van hun diplomatieke vertegenwoordigingen uit Belarus;

19. benadrukt hoe belangrijk het is de nucleaire veiligheidsrisico’s van de Belarussische kerncentrale in Astravets aan te pakken; dringt erop aan dat Belarus volledig transparant is als het gaat om de nucleaire veiligheid van de Belarussische kerncentrale en zich ertoe verbindt volledig uitvoering te geven aan de aanbevelingen die in het kader van de collegiale toetsing door de Groep Europese regelgevers op het gebied van nucleaire veiligheid met betrekking tot de kerncentrale zijn gedaan; is in afwachting daarvan voorstander van het verbod op de invoer van energie uit de Belarussische kerncentrale op de EU-markt en van de opname van dit verbod in het EU-mechanisme voor koolstofgrenscorrectie;

20. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de Raad van Europa, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, de autoriteiten van de Republiek Belarus en de vertegenwoordigers van de Belarussische democratische oppositie.

 

Laatst bijgewerkt op: 17 mei 2022
Juridische mededeling - Privacybeleid