ONTWERPRESOLUTIE over de vervolging van de oppositie en de detentie van vakbondsleiders in Belarus
13.5.2022 - (2022/2664(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 132, lid 2, van het Reglement
Pedro Marques, Tonino Picula, Thijs Reuten, Juozas Olekas
namens de S&D-Fractie
Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B9-0270/2022
B9‑0276/2022
Resolutie van het Europees Parlement over de vervolging van de oppositie en de detentie van vakbondsleiders in Belarus
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties over Belarus, met name die van 7 oktober 2021 over de situatie in Belarus een jaar na het begin van de demonstraties en het gewelddadige neerslaan ervan[1] en van 10 juni 2021 over de systematische onderdrukking in Belarus en de gevolgen ervan voor de Europese veiligheid na de ontvoeringen uit een door de Belarussische autoriteiten onderschept EU-passagiersvliegtuig[2],
– gezien de verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV) van 28 februari 2022 over het referendum over de grondwet,
– gezien de verklaring van de woordvoerder van de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) van 29 april 2022 over nieuwe repressieve maatregelen in Belarus waarbij de mogelijkheden voor het opleggen van de doodstraf worden verruimd,
– gezien de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens,
– gezien IAO-Verdrag nr. 87 betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht en IAO-Verdrag nr. 98 betreffende het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen,
– gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat sinds het begin van de vreedzame protesten tegen de massaal vervalste presidentsverkiezingen van 9 augustus 2020 de mensenrechtensituatie in Belarus voortdurend verslechtert als gevolg van de ongekende omvang en systematiek van de schendingen van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, met inbegrip van de rechten van werknemers, en verscheidene georkestreerde repressieve acties tegen maatschappelijke organisaties, werknemers en vakbondsactivisten, academische en onderwijsinstellingen, onafhankelijke media, onlineplatforms, journalisten en politieke partijen;
B. overwegende dat er sinds augustus 2020 bijna 40 000 personen zijn aangehouden, bijna 1 200 politieke gevangenen zijn opgesloten en meer dan 5 500 strafrechtelijke aanklachten zijn ingediend tegen Belarussische burgers, en dat terwijl er geen enkele aanklacht is ingediend tegen de personen die verantwoordelijk zijn voor of medeplichtig zijn aan de systematische schendingen van de mensenrechten;
C. overwegende dat sinds juli 2021 vele prominente leden van de democratische oppositie en de protestbeweging zijn veroordeeld tot gevangenisstraffen, soms van tien jaar of meer, op grond van politiek gemotiveerde aanklachten, onder wie de winnaars van de Sacharovprijs van het Parlement voor de vrijheid van denken van 2020;
D. overwegende dat op 19 april 2022 verscheidene leiders en leden van onafhankelijke vakbonden in Belarus – het Belarussische congres van democratische vakbonden (BKDP), de vakbond van werknemers in de radio-elektronische industrie (REP), de vrije vakbond van metaalarbeiders (SPM) en de vrije vakbond van Belarus (SPB) – zijn gearresteerd, en dat privéwoningen en vakbondskantoren zijn doorzocht; overwegende dat deze meest recente aanval op onafhankelijke vakbonden in Belarus in april 2022 was voorafgegaan door de classificatie van de aan de BKDP gelieerde REP als “extremistische organisatie” en het ontnemen van de wettelijke status aan drie primaire groeperingen, met name de aan de BKDP gelieerde vestigingen van de Belarussische onafhankelijke vakbonden bij de olieraffinaderijen van Grodno Azot, Naftan en Mozyr;
E. overwegende dat verscheidene vakbondsleden nog steeds in hechtenis zitten, onder wie de voorzitter en vicevoorzitter van de leidende onafhankelijke vakcentrale BKDP, zonder informatie over de rechtsgrondslag voor hun arrestatie en zonder toegang tot hun advocaten, familieleden of vakbondscollega’s;
F. overwegende dat vakbondskantoren onder toezicht worden geplaatst, dat vakbondsactivisten worden lastiggevallen, onwettig worden ontslagen en gearresteerd, en dat intimidatie wordt aangewend om ervoor te zorgen dat vakbondsleden ontslag nemen;
G. overwegende dat op 28 april 2022 BKDP-voorzitter Aliaksandr Jarasjoek, BKDP-vicevoorzitter Siarhei Antusevitsj en SPB-voorzitter Mikalaj Sjarach officieel in staat van beschuldiging zijn gesteld wegens overtreding van deel 1 van artikel 342 van het Belarussische wetboek van strafrecht, dat “het organiseren en voorbereiden van daden die de openbare orde ernstig verstoren, of het actief deelnemen aan dergelijke daden” strafbaar stelt; overwegende dat deel 1 van artikel 342 een ruime strafbaarstelling mogelijk maakt van handelingen of louter “voorbereidingen” van dergelijke handelingen, die aanleiding kunnen geven tot aanhouding of vrijheidsbeperking van 2 tot 5 jaar, of tot gevangenisstraf van maximaal 4 jaar;
H. overwegende dat de Raad van de Republiek op 4 mei 2022 een wijziging van artikel 289 van het wetboek van strafrecht heeft goedgekeurd, waarbij de doodstraf wordt ingevoerd voor “pogingen tot terrorisme”, terwijl meer dan 30 politieke gevangenen zijn aangeklaagd of tot lange gevangenisstraffen zijn veroordeeld op grond van dezelfde bepaling van het wetboek van strafrecht en andere vertegenwoordigers van de democratische oppositie of politieke activisten worden gezocht op beschuldiging van “terrorisme”;
1. uit opnieuw zijn bezorgdheid over de situatie van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden in Belarus, de niet aflatende systematische onderdrukking en de aanhoudende straffeloosheid in het land en herhaalt dat er in overeenstemming met de beginselen van de OVSE moet worden voldaan aan de legitieme eisen van de Belarussische bevolking op het gebied van democratie op basis van mensenrechten en fundamentele vrijheden, welvaart, soevereiniteit en veiligheid;
2. blijft dringend verzoeken om onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van alle politieke gevangenen en alle personen die willekeurig worden vastgehouden, gearresteerd of veroordeeld op politieke gronden, en om intrekking van alle aanklachten tegen hen, alsmede om hun volledige rehabilitatie en financiële compensatie voor de schade die zij hebben geleden als gevolg van hun onwettige detentie; dringt aan op onmiddellijke stopzetting van de systematische onderdrukking door de overheidsinstanties van de bevolking van Belarus, alsook op nieuwe vrije en eerlijke verkiezingen onder internationale waarneming van het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten van de OVSE (ODIHR);
3. hekelt de politiek gemotiveerde processen en de ongerechtvaardigde vonnissen tegen leden van de democratische oppositie, demonstranten, journalisten en andere willekeurig vastgehouden personen; veroordeelt het feit dat deze processen vaak achter gesloten deuren en zonder eerlijke rechtsbedeling plaatsvinden en dat zij derhalve in strijd zijn met de internationale verplichtingen en verbintenissen van het land; veroordeelt in dit verband ook de recente wijzigingen in het wetboek van strafrecht met betrekking tot de doodstraf en roept de Belarussische autoriteiten op de doodstraf onmiddellijk en definitief af te schaffen;
4. prijst de dappere bevolking van Belarus, die sinds 24 februari 2022 ondanks grootschalige onderdrukking protesteert tegen de betrokkenheid van Belarus bij de Russische invasie in Oekraïne; veroordeelt met klem de gewelddadige reactie van de Belarussische autoriteiten op het vreedzame verzet van de Belarussische bevolking tegen de oorlog van Rusland en het faciliteren daarvan door het regime van Loekasjenko; erkent de steun van de onafhankelijke vakbonden aan deze protesten, die door de autoriteiten kunnen zijn gebruikt als voorwendsel om huiszoekingen te verrichten in de gebouwen en woningen van vakbondsactivisten en om verscheidene leiders van onafhankelijke vakbonden in hechtenis te nemen;
5. veroordeelt krachtig de detentie van leiders en leden van onafhankelijke vakbonden in Belarus en eist dat zij onmiddellijk en onvoorwaardelijk worden vrijgelaten, dat alle aanklachten tegen hen worden ingetrokken, dat informatie wordt verstrekt over hun verblijfplaats en detentieomstandigheden, en dat hun de toegang tot een advocaat naar keuze, medische bijstand en contact met familieleden wordt gegarandeerd; roept de EU‑delegatie in Belarus op om, waar mogelijk, de processen van alle politieke gevangenen, onder wie prodemocratische activisten en vakbondsvertegenwoordigers, als waarnemer bij te wonen en te volgen;
6. roept de Belarussische autoriteiten op een einde te maken aan alle beschuldigingen tegen en vervolgingen van vakbondsactivisten, onder meer op basis van artikel 342 van het Belarussische wetboek van strafrecht, dat een schending inhoudt van het recht op vreedzame vergadering en vereniging, zoals gewaarborgd in de internationale wetgeving inzake mensenrechten en arbeidsrechten, met name in de IAO-verdragen nrs. 87 en 98; dringt hij erop aan dat de Belarussische autoriteiten alle belemmeringen, zowel van juridische als van praktische aard, voor de organisatie van en de deelneming aan onafhankelijke vakbonden wegnemen; roept de Belarussische autoriteiten op de wetgeving van het land in overeenstemming te brengen met zijn internationale verbintenissen inzake arbeidsrecht, de desbetreffende conclusies van de IAO‑Commissie van deskundigen voor de naleving van verdragen en het ILO-Comité voor vakbondsvrijheid, en met de IAO samen te werken bij de volledige en onverwijlde uitvoering van de aanbevelingen van de onderzoekscommissie;
7. spreekt nogmaals zijn steun uit voor het verzoek van het Internationaal Verbond van Vrije Vakverenigingen in het najaar van 2020 aan de IAO om onverwijld optreden tegen de arrestaties en veroordelingen van de leiders van stakingscomités en onafhankelijke vakbondsactivisten om hun vrijheid van vergadering en vereniging te beschermen; roept de Commissie op de steun voor capaciteitsopbouw aan de onafhankelijke vakbonden, de vrije media, het maatschappelijk middenveld en de prodemocratische activisten in Belarus en die in ballingschap op te voeren;
8. spreekt zijn volledige solidariteit uit met de Belarussische werknemers en de onafhankelijke vakbondsactivisten die een beslissende bijdrage hebben geleverd aan de protestbeweging tegen de massaal vervalste presidentsverkiezingen van 9 augustus 2020, het daaropvolgende geweld en de systematische onderdrukking en het misbruik van het Belarussische grondgebied en de Belarussische infrastructuur ter ondersteuning van de Russische invasie in Oekraïne;
9. onderstreept de belangrijke coördinerende rol die het Belarussische congres van democratische vakbonden speelt bij het vertegenwoordigen van leden van onafhankelijke vakbonden van Belarus bij nationale en internationale instellingen, en roept de Belarussische autoriteiten op een einde te maken aan hun repressie en een werkrelatie op te bouwen met democratische en onafhankelijke vakbonden op basis van een sociale dialoog, als een manier om een dialoog op te bouwen tussen de autoriteiten, de overheidsinstellingen, de werkgevers en werknemers, en het maatschappelijk middenveld in het algemeen;
10. roept de Commissie, de Raad, de VV/HV en de lidstaten op de situatie in Belarus aan de orde te blijven stellen in alle relevante Europese en internationale organisaties, met name de OVSE, de VN en haar gespecialiseerde organen en de IAO, met als doel de internationale aandacht voor de mensenrechtenschendingen te vergroten, het internationale optreden ten aanzien van de situatie in Belarus te intensiveren en de obstructie van Rusland en andere landen tegen een dergelijk optreden te overwinnen; dringt erop aan dat alle misdaden die het regime tegen de bevolking van Belarus heeft begaan, volledig worden onderzocht en dat alle daders ter verantwoording worden geroepen; prijst in dit verband het werk van het Internationaal Platform inzake verantwoordingsplicht voor Belarus, en roept de EU en de lidstaten op het platform te blijven steunen, teneinde de verantwoordingsplicht voor de ernstige en systematische mensenrechtenschendingen in Belarus te versterken;
11. dringt er bij de Belarussische autoriteiten op aan onmiddellijk een einde te maken aan hun systematische schendingen van de mensenrechten en alle politieke gevangenen en willekeurig vastgehouden personen vrij te laten, volledig samen te werken met de bevoegde internationale instanties zoals de UNHCR, de OVSE en de IAO, onder meer door onbelemmerde toegang te verlenen en aanbevelingen uit te voeren, en hun verplichtingen uit hoofde van het nationale en het internationale recht na te komen;
12. benadrukt dat het referendum over de grondwet van 27 februari 2022, dat door de onwettige Belarussische autoriteiten is gehouden in een context van wijdverspreide mensenrechtenschendingen, brute repressie en het doelbewuste gebruik van desinformatie, niet kan worden beschouwd als de legitieme democratische uiting van de wil van de Belarussische bevolking, noch als een legitimatie van Aleksandr Loekasjenko’s voortgezette onwettige presidentschap; roept de Belarussische autoriteiten op de aanbevelingen van de onafhankelijke deskundigenmissie in het kader van het Moskou-Mechanisme uit te voeren;
13. is ingenomen met het voorstel van de Commissie voor een zesde sanctiepakket tegen Rusland en Belarus en roept de Raad op ervoor te zorgen dat dit pakket volledig en snel wordt uitgevoerd; dringt er bij de Raad en de Commissie op aan om omzeiling van sancties te voorkomen door te zorgen voor harmonisatie van de sanctieregelingen tegen de Russische Federatie en de Republiek Belarus;
14. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de Raad van Europa, de OVSE, de autoriteiten van de Republiek Belarus en de vertegenwoordigers van de Belarussische democratische oppositie.