ONTWERPRESOLUTIE over de vervolging van de oppositie en de detentie van vakbondsleiders in Belarus
13.5.2022 - (2022/2664(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 132, lid 2, van het Reglement
Anna Fotyga, Adam Bielan, Angel Dzhambazki, Anna Zalewska, Assita Kanko, Beata Kempa, Bogdan Rzońca, Carlo Fidanza, Dominik Tarczyński, Elżbieta Rafalska, Hermann Tertsch, Jacek Saryusz‑Wolski, Jadwiga Wiśniewska, Ryszard Czarnecki, Valdemar Tomaševski, Veronika Vrecionová, Witold Jan Waszczykowski, Charlie Weimers
namens de ECR-Fractie
Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B9-0270/2022
B9‑0277/2022
Resolutie van het Europees Parlement over de vervolging van de oppositie en de detentie van vakbondsleiders in Wit-Rusland
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties over Belarus, met name die van 7 oktober 2021 over de situatie in Belarus een jaar na het begin van de demonstraties en het gewelddadige neerslaan ervan[1],
– gezien de conclusies van de Europese Raad van 25 mei, 25 juni en 22 oktober 2021 over Belarus,
– gezien de conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van 21 juni en 15 november 2021 over Belarus,
– gezien de toespraak van voorzitter von der Leyen over de staat van de Unie van 2021,
– gezien de verklaringen van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV), Josep Borrell, van 26 maart 2021 over de steun van de EU aan het Internationaal Platform inzake Verantwoordingsplicht voor Belarus en van 15 juli 2021 over het harde optreden tegen het maatschappelijk middenveld in Belarus, zijn verklaring namens de EU van 30 juli 2021 over de instrumentalisering van migranten en vluchtelingen door het regime, zijn verklaring namens de EU van 8 augustus 2021, een jaar na de frauduleuze presidentsverkiezingen in Belarus van 9 augustus 2020, en van 10 november 2021 over de situatie aan de grens van de Europese Unie,
– gezien de verklaringen van de woordvoerder van de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) van 6 juli 2021 over de veroordeling van Viktor Babariko en andere politieke processen, van 7 juli 2021 over de beperking van de diplomatieke aanwezigheid van Litouwen, van 30 augustus 2021 over de repressie tegen journalisten en media, van 6 september 2021 over de veroordeling van Maria Kalesnikava en Maksim Znak, en van 29 april 2022 over nieuwe repressieve maatregelen die de mogelijkheden voor het opleggen van de doodstraf verruimen,
– gezien de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en alle mensenrechtenverdragen waarbij Belarus partij is,
– gezien het Handvest van Parijs voor een Nieuw Europa van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE),
– gezien het verslag van de speciale VN-rapporteur voor de mensenrechtensituatie in Belarus, Anaïs Marin, van 5 juli 2021 aan de VN-Mensenrechtenraad,
– gezien de resolutie van de VN-Mensenrechtenraad van 13 juli 2021 over de mensenrechtensituatie in Belarus,
– gezien de aanneming van elf resoluties door de VN-Mensenrechtenraad op 1 april 2022, waarbij het mandaat voor Belarus werd verlengd,
– gezien zijn aanbeveling van 16 september 2021 aan de Raad, de Commissie en de VV/HV betreffende de koers van de politieke betrekkingen tussen de EU en Rusland[2],
– gezien de toekenning van de Sacharovprijs voor de vrijheid van denken van het Europees Parlement 2020 aan de democratische oppositie in Belarus,
– gezien de verklaring van de Noord-Atlantische Raad van 12 november 2021 over de situatie aan de grens tussen Polen en Belarus,
– gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat de Belarussische autoriteiten zich schuldig hebben gemaakt aan onaanvaardbaar geweld tegen vreedzame betogers, intimidatie, willekeurige arrestaties en detenties, instrumentalisering van migranten en hybride aanvallen op lidstaten na de presidentsverkiezingen van augustus 2020, waarvan de EU de uitslag niet erkent en veroordeelt als zijnde niet vrij en niet eerlijk;
B. overwegende dat de EU zes sanctiepakketten heeft uitgevaardigd die gericht zijn tegen in totaal 183 personen en 26 entiteiten in Belarus; overwegende dat naast de frauduleuze presidentsverkiezingen, het daaropvolgende geweld en de instrumentalisering van migranten ook sancties zijn uitgevaardigd tegen 22 personen, waaronder Aleksandr Loekasjenko, als reactie op het feit dat Belarus de militaire invasie van Oekraïne door Rusland heeft gesteund en mogelijk gemaakt;
C. overwegende dat de Belarussische autoriteiten hun onderdrukking van het Belarussische volk twee jaar na de zogenaamde verkiezingen van 9 augustus 2020 nog steeds voortzetten en dat daarbij vele burgers worden geïntimideerd, gearresteerd, gefolterd en veroordeeld voor het uiten van hun verzet tegen het regime of tegen de wijdverbreide schendingen van de mensenrechten die in Belarus plaatsvinden;
D. overwegende dat naar schatting meer dan 40 000 Belarussen ooit zijn vastgezet omdat zij tegen het regime hebben geprotesteerd, terwijl mensenrechtenactivisten honderden gevallen van foltering en mishandeling hebben gedocumenteerd, waarbij duizenden het land zijn ontvlucht, terwijl verscheidene mensen nog steeds worden vermist en anderen dood zijn teruggevonden;
E. overwegende dat de gehele rechterlijke macht van het land lijkt te zijn omgevormd tot een agent van het regime en wordt gebruikt om zijn voortbestaan te verzekeren, met meer dan 1 100 politieke gevangenen in Belarus en meer dan 4 600 strafzaken tegen Belarussische burgers, terwijl geen enkele zaak is geopend tegen de personen die verantwoordelijk zijn voor of medeplichtig zijn aan het geweld en de repressie;
F. overwegende dat op 14 december 2021 de leidende figuren van de Belarussische oppositie, Sergej Tichanovski, Mikalay Statkevitsj, Ihar Losik, Artsyom Sakau, Uladzimir Tsyhanovich en Dzmitry Papou, tot lange gevangenisstraffen zijn veroordeeld op grond van verzonnen beschuldigingen van poging tot machtsovername, aanzetten tot haat en sociale onrust, en extremisme;
G. overwegende dat de druk op de Belarussische vakbonden dramatisch is toegenomen, waarbij leiders en leden van de Belarussische onafhankelijke vakbond (BITU) en het Belarussische congres van democratische vakbonden (BKDP) op 19 april 2022 werden gearresteerd, beboet en onderworpen aan huiszoekingen door het Agentschap voor Federale Staatsveiligheid (KGB);
H. overwegende dat ook andere vakbondsleden werden gearresteerd, onder wie Yana Malash, Vitali Chychmarou, Hanna Dus, Vadzim Payvin, Mikhail Hromau, Yury Beliakou, Vasil Berasneu, Hennadz Fiadynich, Dzmitry Barodka, Miraslau Sabchuk en Iryna Bud‑Husaim;
I. overwegende dat de Belarussische autoriteiten de wettelijke status van de organisaties van de BITU (een lid van de BKDP) bij de olieraffinaderijen van Grodno Azot, Naftan en Mozyr hebben ingetrokken;
J. overwegende dat de vakbondskantoren van de BKDP in Minsk werden doorzocht, samen met de gebouwen van de Vrije Vakbond van Belarus (SPB), de Vrije Vakbond van Metaalarbeiders (SPM) en de Vakbond van Arbeiders van de Radio- en Elektronische Industrie (REP);
K. overwegende dat de veiligheidstroepen ook huiszoekingen hebben verricht bij vakbondsleiders en vakbondsmedewerkers, en daarbij computers, flash cards, persoonlijke documenten, paspoorten, bankkaarten (ook van familieleden), SIM-kaarten van buitenlandse mobiele telefoonoperatoren en vakbondsparafernalia in beslag hebben genomen;
L. overwegende dat deze aanvallen opnieuw een voorbeeld zijn van de voortdurende antivakbondscampagne van het Loekasjenko-regime, dat ervoor gekozen heeft kritiek op Aleksandr Loekasjenko en de steun van de Belarussische regering aan Poetins invasie in Oekraïne zwaar te onderdrukken, met ernstige gevolgen niet alleen voor Oekraïne, maar ook voor de werknemers in Rusland en Belarus;
M. overwegende dat vakbonden een fundamentele rol spelen bij het waarborgen van de goede werking van de democratie, de vertegenwoordiging van burgers en werknemers, en de verdediging van hun rechten;
N. overwegende dat de vervolging van onafhankelijke vakbonden en vakbondsleiders de laatste tijd een systematisch karakter heeft gekregen, zoals het Parlement ook in zijn resolutie van 7 oktober 2021 heeft benadrukt;
O. overwegende dat de onafhankelijke vakbond in Belarus al vele jaren zwaar onder vuur ligt en dat sommige vakbonden onlangs door de KGB als “extremistische groeperingen” zijn bestempeld, waaronder het REP op 7 april 2022;
P. overwegende dat de onafhankelijke vakbond in Belarus lange tijd voorop heeft gelopen in de strijd voor democratie en dialoog in Belarus;
Q. overwegende dat Aleksandr Loekasjenko zijn campagne tegen mensenrechtenactivisten en journalisten heeft uitgebreid door Andrzej Poczobut gevangen te zetten, een prominente journalist en activist die het slachtoffer werd van een propagandacampagne gebaseerd op valse historische verhalen;
R. overwegende dat niets erop wijst dat de Belarussische autoriteiten een onderzoek voeren naar de duizenden meldingen van buitensporig politiegeweld die sinds medio augustus 2020 zijn gedaan of naar de dood van betogers; overwegende dat de wijdverspreide straffeloosheid voor schendingen van de mensenrechten de wanhopige situatie van het Belarussische volk bestendigt, terwijl het ontbreken van een rechtsstaat hun recht op een eerlijk proces belemmert;
S. overwegende dat Belarus als enige land in Europa nog steeds de doodstraf voltrekt;
1. stelt zich vastberaden solidair met het Belarussische volk, alsook met de oppositie en de vakbondsleiders die blijven opkomen voor een vrij en democratisch Belarus; herinnert eraan dat de Europese Unie en haar lidstaten de resultaten van de presidentsverkiezingen van 2020 niet hebben erkend vanwege de grootschalige vervalsing en falsificatie en dat zij Aleksandr Loekasjenko niet erkennen als de president van Belarus;
2. veroordeelt de arrestatie van vakbondsleiders en roept op tot de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van de voorzitter van de BKDP, Aleksandr Jarasjoek, de vicevoorzitter van de BKDP, Sergej Antusevitsj, de voorzitter van de SPM, Aleksandr Boechvostau, en de voorzitter van de SPB, Mikalaj Sharakh;
3. eist de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van alle onafhankelijke vakbondsleiders en -activisten; eist dat er een einde komt aan de intimidatie van onafhankelijke vakbondsleiders en -activisten en aan de verstoring van het functioneren van de vakbonden in Belarus;
4. veroordeelt met klem de repressie, foltering en mishandeling van de vreedzame bevolking van Belarus, het hardhandig optreden tegen vakbondsleiders en de onderdrukking van de media en het internet; blijft oproepen tot onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating en intrekking van alle aanklachten tegen alle vakbondsleiders en personen die willekeurig zijn opgepakt, en eist dat onmiddellijk een einde wordt gemaakt aan het geweld en de repressie door de autoriteiten van Belarus;
5. spreekt zijn teleurstelling uit over het feit dat de EU er tot dusver niet in is geslaagd een alomvattende strategie ten aanzien van het Belarussische bewind te ontwikkelen, en dringt er bij de Raad, de Commissie en de VV/HV op aan een samenhangende en alomvattende strategie ten aanzien van Belarus uit te werken;
6. wijst erop dat het dringend noodzakelijk is de situatie in Belarus aan de orde te blijven stellen in alle relevante Europese en internationale organisaties, met name de OVSE, de VN en haar gespecialiseerde organen, met als doel de internationale actie ten aanzien van de situatie in Belarus te versterken en de obstructie van Rusland en andere landen tegen dergelijke actie te overwinnen;
7. blijft de Belarussische bevolking ondersteunen bij haar legitieme eisen en aspiraties voor vrije en eerlijke verkiezingen, fundamentele vrijheden en mensenrechten, democratische vertegenwoordiging en politieke participatie in een vrij en soeverein Belarus;
8. betreurt het feit dat Belarus momenteel het enige land in Europa is dat de doodstraf nog toepast en de mogelijkheden voor de toepassing ervan heeft verruimd; herinnert eraan dat veel politieke gevangenen zijn aangeklaagd of reeds tot lange gevangenisstraffen zijn veroordeeld op grond van de terrorismebepalingen van het Belarussische wetboek van strafrecht;
9. herinnert eraan dat veel van de door het regime gearresteerde Belarussische burgers achter gesloten deuren, in oneerlijke en partijdige processen worden berecht, vaak op grond van verzonnen beschuldigingen en zonder juridische waarborgen;
10. eist de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van alle politieke gevangenen in Belarus; eist voorts de onmiddellijke vrijlating van alle Belarussische burgers die zijn aangehouden en in staat van beschuldiging zijn gesteld omwille van hun burgeractiviteiten en hun verzet tegen de repressie van het regime, alsook omwille van hun verzet tegen de steun van het regime aan de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne;
11. spreekt zijn krachtige veroordeling uit over het gebruik dat het Russische leger maakt van het grondgebied van Belarus voor het verplaatsen van troepen en wapens, het gebruik van het luchtruim, het bijtanken, het bevoorraden en opslaan van militair materieel; veroordeelt de steun van Belarus en de Belarussische strijdkrachten aan het lanceren van de militaire aanval op Oekraïne; acht Belarus medeplichtig voor de aanval en is van mening dat het daarom alle juridische consequenties moet dragen die uit het internationaal recht voortvloeien; geeft uiting aan zijn diepe bezorgdheid over de risico’s die verbonden zijn aan het feit dat Belarus zijn neutraliteit opgeeft en onderdak biedt aan Russische strijdkrachten;
12. dringt erop aan dat alle toekomstige sanctierondes die tegen Rusland worden uitgevaardigd, een strikte afspiegeling vormen voor Belarus en op passende wijze worden uitgevoerd;
13. spreekt zijn waardering en steun uit voor de Belarussische burgers die met gevaar voor eigen veiligheid de straat zijn opgegaan om de oorlog te veroordelen die in naam van de Russische Federatie en met de steun van de onwettige dictator van Belarus is ontketend, en voor degenen die sabotage-operaties hebben uitgevoerd om de Russische militaire logistiek op het grondgebied van Belarus te verhinderen en te verstoren;
14. spoort de Commissie en de lidstaten aan steun en bescherming te bieden aan mensenrechtenactivisten en het maatschappelijk middenveld in Belarus, die te maken zullen krijgen met ernstige repressie, onder meer door noodvisa af te geven om Belarus zo nodig te verlaten;
15. veroordeelt ten zeerste de voortdurende instrumentalisering van migranten door het Loekasjenko-regime, hetgeen in strijd is met de internationale normen en de bilaterale verdragen van Belarus met zijn buurlanden; onderstreept dat de door de Belarussische staat gesteunde illegale grensoverschrijdingen aan de buitengrenzen van de EU, in combinatie met een desinformatiecampagne, een vorm van hybride oorlogvoering is die gericht is op het intimideren en destabiliseren van de lidstaten; betuigt zijn krachtige solidariteit met Polen, Litouwen, Letland en andere lidstaten die het doelwit zijn van het Belarussische regime; herhaalt dat de meest getroffen landen de grenzen van de lidstaten doeltreffend moeten beschermen, met inachtneming van het toepasselijke internationale recht;
16. roept de lidstaten op tot betere samenwerking op het gebied van grensbeheer, bestrijding van mensenhandel, sigarettensmokkel en andere veiligheidsproblemen die het Belarussische regime heeft veroorzaakt of in de hand heeft gewerkt;
17. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de Raad van Europa, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, de autoriteiten van de Republiek Belarus en van de Russische Federatie en aan de vertegenwoordigers van de Belarussische democratische oppositie.