ONTWERPRESOLUTIE over de status van kandidaat-lidstaat van Oekraïne, de Republiek Moldavië en Georgië
20.6.2022 - (2022/2716(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 132, lid 2, van het Reglement
Raffaele Fitto, Ryszard Antoni Legutko, Anna Fotyga, Beata Kempa, Bogdan Rzońca, Elżbieta Rafalska, Jadwiga Wiśniewska, Ryszard Czarnecki, Patryk Jaki, Alexandr Vondra, Anna Zalewska, Beata Mazurek, Beata Szydło, Dominik Tarczyński, Elżbieta Kruk, Eugen Jurzyca, Grzegorz Tobiszowski, Joanna Kopcińska, Kosma Złotowski, Raffaele Stancanelli, Roberts Zīle, Tomasz Piotr Poręba, Valdemar Tomaševski, Veronika Vrecionová, Witold Jan Waszczykowski, Zbigniew Kuźmiuk, Zdzisław Krasnodębski
namens de ECR-Fractie
Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B9-0331/2022
B9‑0336/2022
Resolutie van het Europees Parlement over de status van kandidaat-lidstaat van Oekraïne, de Republiek Moldavië en Georgië
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties over Oekraïne, Georgië en de Republiek Moldavië,
– gezien de verklaring van de leiding van het Europees Parlement van 9 juni 2022,
– gezien artikel 49 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU),
– gezien de associatieovereenkomsten tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten enerzijds, en Georgië, de Republiek Moldavië en Oekraïne anderzijds,
– gezien de verzoeken van Oekraïne, de Republiek Moldavië en Georgië om toetreding tot de EU,
– gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat Oekraïne op 28 februari 2022 zijn officiële aanvraag tot toetreding tot de EU heeft ingediend, gevolgd door Georgië en de Republiek Moldavië op 3 maart 2022;
B. overwegende dat elke Europese staat die de in artikel 2 VEU bedoelde waarden eerbiedigt en zich ertoe verbindt deze uit te dragen, kan verzoeken lid te worden van de Unie, hetgeen in overeenstemming is met artikel 49 VEU;
C. overwegende dat de aanvragen worden ingediend tegen de achtergrond van de Russische militaire agressie tegen Oekraïne, die ongekend is in de moderne Europese geschiedenis en heeft geleid tot oorlogsmisdaden en zelfs tot genocide op de Oekraïense bevolking, alsook tot de aanhoudende bezetting van delen van de grondgebieden van Georgië en de Republiek Moldavië;
D. overwegende dat de burgers van Oekraïne, de Republiek Moldavië en Georgië hun vastberadenheid hebben getoond om tot de EU toe te treden en dezelfde bescherming en welvaart verdienen als andere volkeren van Europa; overwegende dat de meerderheid van de Belarussische bevolking, die zich verzet tegen het door Rusland gesteunde regime van Loekasjenko, soortgelijke aspiraties om in een vrij, soeverein en democratisch land te leven tot uitdrukking brengen;
1. is ingenomen met de aanvragen van Oekraïne, Georgië en de Republiek Moldavië en erkent dat dergelijke besluiten een voortzetting zijn van het succesvolle proces van Europese integratie en de naleving van de bepalingen van de associatieovereenkomsten; herhaalt zijn oproep aan de Raad om Oekraïne, de Republiek Moldavië en Georgië onmiddellijk de status van kandidaat-lidstaat van de EU te verlenen, hetgeen een duidelijke politieke erkenning van hun engagement zou zijn, overeenkomstig artikel 49 VEU; onderstreept bovendien dat Oekraïne, Georgië en de Republiek Moldavië altijd deel hebben uitgemaakt van de Europese familie en dat het toekennen van de status van kandidaat-lidstaat een nieuwe mijlpaal zou vormen in de opbouw van een volledig, onverdeeld en vrij Europa;
2. onderstreept dat, gezien de ongekende militaire agressie van Rusland en de belangen van de Russische Federatie in alle drie de landen, het toekennen van de status van kandidaat-lidstaat zou aantonen dat de Europese Unie de aspiraties van de bevolking van Oekraïne, de Republiek Moldavië en Georgië onverminderd steunt en op middellange en lange termijn een extra stimulans vormt voor de voortzetting van democratische hervormingen;
3. spreekt opnieuw zijn krachtige en onwrikbare steun uit voor de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne, Georgië en de Republiek Moldavië binnen hun internationaal erkende grenzen;
4. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, en de regeringen en parlementen van Georgië, de Republiek Moldavië en Oekraïne.