ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in de Straat van Taiwan
12.9.2022 - (2022/2822(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 132, lid 2, van het Reglement
Raffaele Fitto, Anna Fotyga, Charlie Weimers, Assita Kanko, Elżbieta Kruk, Witold Jan Waszczykowski, Hermann Tertsch, Beata Kempa, Alexandr Vondra, Bert‑Jan Ruissen, Kosma Złotowski, Adam Bielan, Veronika Vrecionová, Eugen Jurzyca, Beata Mazurek, Jadwiga Wiśniewska, Vincenzo Sofo, Carlo Fidanza
namens de ECR-Fractie
Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B9-0389/2022
B9‑0400/2022
Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in de Straat van Taiwan
Het Europees Parlement,
– gezien zijn aanbeveling van 21 oktober 2021 aan de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid betreffende de politieke betrekkingen en samenwerking tussen de EU en Taiwan[1],
– gezien zijn resoluties van 7 juni 2022 over de EU en de veiligheidsuitdagingen in de Indo-Pacifische regio[2], van 16 september 2021 over een nieuwe EU-strategie ten aanzien van China[3] en van 9 oktober 2013 over de handelsbetrekkingen EU-Taiwan[4],
– gezien de verklaring van de ministers van Buitenlandse Zaken van de G7 van 3 augustus 2022 over het behoud van vrede en stabiliteit in de Straat van Taiwan,
– gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat het Chinese Volksbevrijdingsleger (PLA) op 4 augustus 2022 in de Straat van Taiwan een reeks gezamenlijke schietoefeningen hield door meerdere raketten te lanceren en talrijke vliegtuigen en vaartuigen te sturen om de luchtverdedigingszone van Taiwan binnen te komen en de grenslijn van de Straat van Taiwan over te steken, hetgeen sindsdien bijna dagelijks voorkomt; overwegende dat de Volksrepubliek China het bezoek van de voorzitter van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden, Nancy Pelosi, op 2 en 3 augustus 2022 opzettelijk als voorwendsel heeft gebruikt om haar provocerende militaire acties in de wateren en het luchtruim rond Taiwan te intensiveren;
B. overwegende dat het afgelopen jaar de spanningen in de Straat van Taiwan zijn toegenomen, en dat sinds 1 oktober 2021 de Volksrepubliek China 150 oorlogsvliegtuigen, waaronder gevechtsvliegtuigen en met kernwapens uitgeruste bommenwerpers, naar de luchtverdedigingszone van Taiwan heeft gestuurd; overwegende dat op 10 en 11 september 2022 de meest recente schendingen van de Taiwanese luchtverdedigingszone door de Volksrepubliek China hebben plaatsgevonden, waarbij respectievelijk 17 en 3 Chinese vliegtuigen de grenslijn van de Straat van Taiwan passeerden; overwegende dat deze schendingen de bufferzone tussen beide zijden feitelijk inkrimpen en de responstijd van het leger van Taiwan verkorten;
C. overwegende dat de aanhoudende Chinese militaire strijdlustigheid en activiteiten “in het grijze gebied”, alsook andere vormen van provocatie van Taiwan, zoals spionage, cyberaanvallen en het rekruteren van Taiwanese talenten, niet alleen een ernstige bedreiging vormen voor de status quo tussen Taiwan en China, maar ook voor de vrede en stabiliteit in de Straat van Taiwan en de uitgebreide regio; overwegende dat deze activiteiten ook de op regels gebaseerde internationale orde ondermijnen, gevolgen hebben voor het reguliere internationale verkeer en de handel en tot een gevaarlijke escalatie kunnen leiden; overwegende dat China, tegelijkertijd met zijn militaire oefeningen, grootschalige desinformatiecampagnes en cyberaanvallen tegen Taiwan is begonnen, waarbij de websites van Taiwanese overheidsinstanties, zoals het kantoor van de president, het ministerie van Buitenlandse Zaken en het ministerie van Nationale Defensie, de belangrijkste doelwitten zijn;
D. overwegende dat de reeks schietoefeningen strookt met de doctrine inzake strategische afschrikking van het PLA; overwegende dat het PLA, naast de algemene doelstelling van strategische afschrikking, ook specifieke operationele doelstellingen heeft om de status quo te wijzigen;
E. overwegende dat de herhaalde en provocerende militaire acties van China een poging lijken te zijn om eenzijdig de status quo in de Straat van Taiwan te wijzigen, het VN-beginsel van vreedzame geschillenbeslechting te schenden en de rechten van Taiwan uit hoofde van het internationaal recht ernstig schenden; overwegende dat de militaire oefeningen van China in de omgeving van Taiwan de normale activiteiten van een van de drukste lucht- en scheepvaartroutes in de Indo‑Pacifische regio hebben gehinderd; overwegende dat dit ernstige gevolgen heeft gehad voor het internationale vervoer en de internationale handel en de regionale vrede en veiligheid heeft ondermijnd;
F. overwegende dat de regering van Taiwan heeft verklaard dat Taiwan “geen conflicten zal doen escaleren of geschillen zal uitlokken” en “met kalmte en vastberadenheid zal reageren om zijn soevereiniteit en nationale veiligheid te waarborgen”;
G. overwegende dat de EU zich er in 2016 toe heeft verbonden elk beschikbaar kanaal te gebruiken om initiatieven met het oog op de bevordering van de dialoog, samenwerking en vertrouwensopbouw tussen de twee zijden van de Straat van Taiwan te stimuleren; overwegende dat deze aspiraties tot dusver niet zijn waargemaakt;
H. overwegende dat China ondertussen aangeeft dat het de spanningen onder controle wil houden in de aanloop naar het 20e congres van de Communistische Partij, tijdens welke bijeenkomst president Xi Jinping naar verwachting een derde termijn als partijleider zal worden toegekend;
I. overwegende dat president Xi Jinping op 9 oktober 2021 plechtig heeft beloofd te streven naar een hereniging met Taiwan met beweerdelijk vreedzame middelen, maar heeft gewaarschuwd dat het grootste obstakel hiervoor de Taiwanese onafhankelijkheidsmacht is; overwegende dat er vanwege de strijdlustige verklaringen en acties van China ernstige twijfel bestaat over een dergelijke vreedzame aanpak; overwegende dat volgens een enquête van het Election Study Center van de Nationale Chengchi Universiteit in Taipei in juli 2021 slechts 1,5 % van de Taiwanese bevolking voorstander is van een zo snel mogelijke eenwording met het Chinese vasteland, terwijl een overweldigende meerderheid voorstander is van handhaving van de status quo, althans op korte termijn;
J. overwegende dat de Volksrepubliek China het bezoek van de voorzitter van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden als voorwendsel heeft gebruikt om verdere provocerende stappen te zetten die erop gericht zijn ten aanzien van Taiwan meer economische dwang uit te oefenen, door de invoer van citrusvruchten, vis en andere levensmiddelen uit Taiwan te verbieden en de uitvoer van natuurzand naar Taiwan op te schorten;
K. overwegende dat China met zijn rakettests probeert andere landen ervan te weerhouden tussenbeide te komen in zijn poging Taiwan binnen te dringen; overwegende dat China’s repetitie van anti-access- en area denial-capaciteiten (A2/AD) de geostrategische ambitie van China om de status quo in de Straat van Taiwan en de hele regio te wijzigen, aantoont;
L. overwegende dat het PLA de sterkste partner van Rusland was bij de Vostok 2022-oefeningen, die volgens het Chinese ministerie van Defensie tot doel hadden een meer praktische en vriendelijkere samenwerking met de legers van deelnemende staten te ontwikkelen, het niveau van strategische samenwerking tussen de deelnemers te verbeteren en het vermogen om te reageren op verschillende veiligheidsdreigingen te versterken;
M. overwegende dat de Volksrepubliek China haar eerste witboek over Taiwan heeft gepubliceerd sinds Xi Jinping aan de macht is gekomen, waarin wordt geweigerd uit te sluiten dat zij een poging zal doen de controle over Taiwan te krijgen;
N. overwegende dat de EU en Taiwan gelijkgestemde partners zijn die de gemeenschappelijke waarden van vrijheid, democratie, mensenrechten en de rechtsstaat delen;
1. is ernstig bezorgd over de toenemende militaire strijdlustigheid van China ten aanzien van Taiwan en over de druk die het land op Taiwan uitoefent, met name door middel van de aanzienlijke investeringen van China in militair vermogen, zijn militaire oefeningen en de frequente schendingen van de Taiwanese luchtverdedigingszone en de grenslijn van de Straat van Taiwan; veroordeelt ten stelligste het recente, ongerechtvaardigde gebruik van schietoefeningen en economische dwang, die tot onnodige escalatie kunnen leiden en de regio dreigen te destabiliseren; spreekt er zijn bezorgdheid over uit dat Peking de grenslijn tussen de Volksrepubliek China en Taiwan negeert – die beide partijen al meer dan 60 jaar als kenmerk van stabiliteit in acht nemen – met historische aantallen militaire schendingen in de afgelopen weken; merkt op dat deze acties deel uitmaken van een intensievere campagne van de Volksrepubliek China om druk uit te oefenen op Taiwan en de landen die hun steun betuigen aan de democratische bevolking van Taiwan en zijn leiders; veroordeelt met name de ongekende en bijzonder onverantwoordelijke schietoefeningen en raketlanceringen;
2. roept de Volksrepubliek China op om niet eenzijdig en met geweld te morrelen aan de status quo in de regio en om de geschillen over de Straat met vreedzame middelen op te lossen; eist dat China zich terughoudend opstelt; dringt er bij Peking op aan een einde te maken aan de militaire, diplomatieke en de economische druk en dwang die het ten aanzien van Taiwan uitoefent, welke destabiliserend is, het risico van misrekeningen met zich meebrengt en de regionale vrede en stabiliteit ondermijnt;
3. is van mening dat de recente militaire provocaties van China twijfel doen rijzen over de langetermijnvoornemens van China om een vreedzame oplossing te zoeken; dringt erop aan dat elke verandering in de betrekkingen tussen China en Taiwan niet eenzijdig mag worden doorgevoerd en niet tegen de wil van de Taiwanese burgers mag ingaan;
4. wijst erop dat de handhaving van de vrede en stabiliteit in de Indo-Pacifische regio van wezenlijk belang is voor de EU en haar lidstaten; benadrukt dat een militair conflict in de Straat van Taiwan niet alleen een aanzienlijke economische ontwrichting met gevolgen voor de Europese belangen zou betekenen, maar ook de op regels gebaseerde orde in de regio ernstig zou ondermijnen, alsook een systeem van democratische bestuur waarbij de mensenrechten, democratie en rechtsstaat centraal staan; benadrukt hoe belangrijk het is de vrijheid van scheepvaart in de Straat van Taiwan te waarborgen;
5. bevestigt nogmaals zijn gedeelde en vastberaden streven naar handhaving van een op regels gebaseerde internationale orde, vrede en stabiliteit aan beide zijden van de Straat van Taiwan en in de regio als geheel; moedigt alle partijen aan kalm te blijven, terughoudendheid te betrachten, transparant te handelen en open communicatielijnen in stand te houden;
6. wijst nogmaals op het belang van eerbiediging van het internationaal recht, met name het VN-Verdrag inzake het recht van de zee, en de bijbehorende bepalingen inzake de verplichting om geschillen langs vreedzame weg te beslechten en inzake het behoud van vrijheid van scheepvaart en van overvliegen;
7. is ervan overtuigd dat de maatregelen van China tegen Taiwan en in de Zuid-Chinese Zee gevolgen zullen hebben voor de betrekkingen tussen de EU en China;
8. prijst de regering van Taiwan om haar terughoudendheid na de militaire provocaties van de Volksrepubliek China in de Straat van Taiwan;
9. beschouwt Taiwan als een belangrijke partner en democratische bondgenoot in de Indo-Pacifische regio, aangezien het een robuuste democratie met een technologisch geavanceerde economie is die zou kunnen bijdragen aan de handhaving van een op regels gebaseerde orde te midden van een toenemende rivaliteit tussen grootmachten; onderstreept het belang, met name in het licht van de aanhoudende provocaties en militaire opbouw van China, van verdere vooruitgang op alle niveaus van het partnerschap en de samenwerking tussen de EU en Taiwan;
10. roept de Commissie op om dadelijk van start te gaan met een effectbeoordeling, openbare raadpleging en verkennend onderzoek inzake de bilaterale investeringsovereenkomst met de Taiwanese autoriteiten ter voorbereiding van de onderhandelingen over het verdiepen van de bilaterale economische betrekkingen; wijst, gezien de regionale dynamiek, nogmaals op het belang van handels- en economische betrekkingen tussen de EU en Taiwan, onder meer met betrekking tot multilateralisme en de Wereldhandelsorganisatie, technologie en volksgezondheid, alsook op het belang van de essentiële samenwerking met betrekking tot kritieke voorraden van bijvoorbeeld halfgeleiders;
11. pleit ten zeerste voor de betekenisvolle deelname van Taiwan als waarnemer aan vergaderingen, mechanismen en activiteiten van internationale organen, waaronder de Wereldgezondheidsorganisatie, de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie, de Internationale Organisatie van Criminele Politie (Interpol) en het VN-Raamverdrag inzake klimaatverandering;
12. dringt er bij de EU en de lidstaten op aan een proactieve rol te spelen bij de samenwerking met gelijkgestemde internationale partners in het licht van het toenemende Chinese autoritarisme, om vrede en stabiliteit in de Straat van Taiwan na te streven, en partnerschappen aan te gaan met de democratische regering van Taiwan;
13. verzoekt de Voorzitter van het Europees Parlement een officieel bezoek te brengen aan Taiwan; moedigt de EU en Taiwan aan meer economische, wetenschappelijke, culturele, politieke en intermenselijke uitwisselingen, vergaderingen en samenwerking, alsook uitwisselingen met deelname van vertegenwoordigers van de lidstaten, ook op het hoogste niveau, te organiseren, zodat de dynamische, veelzijdige en nauwe samenwerking tussen de EU en Taiwan als gelijkgestemde partners volledig tot uiting komt;
14. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Europese Dienst voor extern optreden, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten en de toetredende landen en kandidaat-lidstaten, de regering en het parlement van de Volksrepubliek China en de regering en het parlement van Taiwan.
- [1] PB C 184 van 5.5.2022, blz. 170.
- [2] Aangenomen teksten, P9_TA(2022)0224.
- [3] PB C 117 van 11.3.2022, blz. 40.
- [4] PB C 181 van 19.5.2016, blz. 52.