ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in Burkina Faso na de staatsgreep
14.10.2022 - (2022/2865(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 132, lid 2, van het Reglement
Jan‑Christoph Oetjen, Olivier Chastel, Bernard Guetta, Karen Melchior, Javier Nart, María Soraya Rodríguez Ramos, Nicolae Ştefănuță, Hilde Vautmans
namens de Renew-Fractie
Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B9-0464/2022
B9‑0464/2022
Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in Burkina Faso na de staatsgreep
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties over Burkina Faso, en met name die van 19 december 2019 over schendingen van de mensenrechten, waaronder de godsdienstvrijheid, in Burkina Faso[1], die van 16 september 2020 over de samenwerking tussen de EU en Afrika op het gebied van veiligheid in de Sahelregio, West-Afrika en de Hoorn van Afrika[2], en die van 16 februari 2022 over de politieke crisis in Burkina Faso[3],
– gezien de verklaring van de commissaris voor Internationale Partnerschappen, Jutta Urpilainen, namens de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid van 4 oktober 2022 in het Europees Parlement in Straatsburg,
– gezien de verklaring van António Guterres, secretaris-generaal van de VN, van 1 oktober 2022,
– gezien de grondwet van Burkina Faso,
– gezien de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van 1948,
– gezien het Afrikaanse Handvest van de rechten van de mens en de volkeren,
– gezien het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van de VN van 1966,
– gezien de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000 (Overeenkomst van Cotonou),
– gezien de resolutie van de Paritaire Parlementaire Vergadering van de Organisatie van staten in Afrika, het Caribisch gebied en het gebied van de Stille Oceaan (ACS) en de EU van 11 maart 2021 over democratie en het naleven van de grondwet in EU- en ACS-landen,
– gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat er in Burkina Faso op 30 september 2022 een militaire staatsgreep heeft plaatsgevonden onder leiding van kapitein Ibrahim Traoré; overwegende dat dit de tweede militaire staatsgreep in Burkina Faso is in acht maanden tijd; overwegende dat kapitein Ibrahim Traoré rechtstreeks betrokken was bij de vorige militaire staatsgreep van 24 januari 2022 onder leiding van luitenant-kolonel Paul-Henri Sandaogo Damiba;
B. overwegende dat de voormalige president luitenant-kolonel Damiba op 2 oktober 2022 is afgetreden; overwegende dat president luitenant-kolonel Damiba volgens een desinformatiecampagne onder Franse bescherming zijn toevlucht had gezocht, wat onmiddellijk en stellig door de Franse autoriteiten werd ontkend; overwegende dat er gewelddadige en verwoestende protesten hebben plaatsgevonden voor de Franse ambassade en tegen het Institut Français; overwegende dat zowel de voormalige president luitenant-kolonel Damiba als kapitein Traoré hebben opgeroepen tot kalmte en deze geruchten hebben ontkend; overwegende dat de voormalige president van Burkina Faso volgens de Togolese autoriteiten Togo heeft mogen inreizen om een escalatie van geweld te voorkomen en de weg naar vrede in de regio te effenen;
C. overwegend dat de leider van de vorige staatsgreep en voormalige president luitenant-kolonel Paul-Henri Sandaogo Damiba op 4 januari 2022 de regering en de Nationale Vergadering heeft ontbonden en de grondwet heeft opgeschort; overwegende dat de voormalige president Roch Marc Christian Kaboré op 26 januari 2022 is gearresteerd en nog altijd onder huisarrest staat; overwegende dat de voorzitter van de Nationale Vergadering Alassane Bala Sakandé en enkele ministers op 24 januari 2022 zijn gearresteerd en ondertussen zijn vrijgelaten;
D. overwegende dat Burkina Faso sinds 2015 gebukt gaat onder diverse ernstige veiligheidsdreigingen, islamitische opstanden, terrorisme en rebellenactiviteiten; overwegende dat op circa 40 % van het grondgebied van Burkina Faso momenteel gewelddaden worden gepleegd door gewapende rebellengroepen, waarvan sommige banden hebben met Al Qaida en Islamitische Staat; overwegende dat de burgers in deze gebieden te kampen hebben met een gebrek aan voedsel, water, elektriciteit en basisgezondheidszorg als gevolg van de door gewapende groepen opgelegde blokkade, en het risico lopen op gedwongen verdwijning, ontvoering en moord; overwegende dat een bevoorradingskonvooi van de militaire regering van Burkina Faso die op weg was naar de stad Djibo, de hoofdstad van de Sahelregio in het noorden van het land, op 26 september 2022 is aangevallen door terroristen, waarbij 37 mensen om het leven zijn gekomen; overwegende dat een op de tien inwoners van Burkina Faso momenteel binnenlands ontheemd is;
E. overwegende dat de meest recente militaire staatsgreep in Burkina Faso afbreuk doet aan de inspanningen om na de militaire staatsgreep van 24 januari 2022 de constitutionele orde te herstellen;
F. overwegende dat de Wagnergroep, een particuliere Russische militaire organisatie, haar activiteiten in de Sahelregio en West-Afrika blijft uitbreiden; overwegende dat een groep Russische militaire contractanten de leiders van de staatsgreep van Burkina Faso schriftelijk heeft aangeboden het leger van het land op te leiden in zijn strijd tegen jihadisten; overwegende dat de Russische Wagnergroep erom bekendstaat talloze oorlogsmisdaden in de regio te hebben begaan;
G. overwegende dat de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (Ecowas) naar aanleiding van de militaire staatsgreep van 30 september 2022 een onderzoeksmissie heeft gestuurd, onder leiding van de minister van Buitenlandse Zaken van Guinee-Bissau en de West-Afrikaanse bemiddelaar voor Burkina Faso;
1. veroordeelt de militaire staatsgreep van 30 september 2022 in Burkina Faso met klem; roept de nieuwe overgangsregering ertoe op zich aan het afgesproken tijdschema te houden voor het herstel van de constitutionele orde en de terugkeer naar een democratisch gekozen burgerregering;
2. merkt op dat kapitein Ibrahim Traoré volgens een op de nationale televisie uitgezonden officiële verklaring van de woordvoerder van de heersende junta, kapitein Kiswendsida Farouk Azaria Sorgho, op 5 oktober 2022 is benoemd tot hoogste leider van de strijdkrachten en staatshoofd van Burkina Faso;
3. neemt kennis van het feit dat president Traoré op 3 oktober 2022 publiekelijk heeft toegezegd zich te zullen houden aan de in juli 2022 door de vorige leider van Burkina Faso gedane belofte om uiterlijk in juli 2024 verkiezingen te organiseren en terug te keren naar een civiel bewind; verzoekt de militaire leiders de internationale verplichtingen van Burkina Faso na te komen, waaronder de volledige eerbiediging van de mensenrechten en bestrijding van terroristische organisaties, in volledige samenwerking met de internationale gemeenschap;
4. juicht toe dat Ecowas onmiddellijk na de militaire staatsgreep van 30 september een onderzoeksmissie heeft gestuurd; neemt kennis van de conclusies van de bijeenkomst van de Ecowas-delegatie met president Traoré en de religieuze leiders van het land; schaart zich achter de inspanningen van Ecowas om de overgang van Burkina Faso naar de constitutionele orde te blijven volgen; verzoekt de Commissie deze inspanningen te steunen en haar bijstand aan te bieden voor het waarborgen van een veilige transitie;
5. benadrukt met klem dat de autoriteiten van Burkina Faso de mensenrechten moeten verdedigen en eerbiedigen en de bevolking moeten toestaan haar civiele en politieke rechten uit te oefenen; verzoekt alle spelers – militaire, civiele en politieke – in Burkina Faso om de rechtsstaat te eerbiedigen en zich in te zetten voor het herstel en het behoud van de constitutionele orde;
6. dringt er bij alle partijen in Burkina Faso op aan de persvrijheid te handhaven om ervoor te zorgen dat binnenlandse en internationale mediaorganisaties vrijelijk hun werk kunnen doen, onder meer door verslag uit te brengen van de situatie van binnenlands ontheemden en operaties van de veiligheidstroepen;
7. veroordeelt de aanvallen van grote menigten op de Franse ambassade en het Institut Français in de hoofdstad Ouagadougou, evenals de vele aanvallen op Franse symbolen en diplomatieke instellingen die op 2 oktober 2022 in heel Burkina Faso hebben plaatsgevonden; geeft uiting aan zijn zorgen over de toenemende hoeveelheid kwaadaardige Russische desinformatiecampagnes in Burkina Faso;
8. verzoekt de juntaleiders van Burkina Faso met klem zich te houden aan de internationale wettelijke verplichtingen van het land om diplomatieke stafleden en gebouwen te beschermen, en de veiligheid van buitenlanders in het land te waarborgen;
9. maakt zich zorgen over het gebrek aan focus in de strijd tegen terrorisme en gewapende groepen in Burkina Faso, waardoor burgers het zwaarder te verduren hebben; merkt op dat de steun voor EU-activiteiten op het gebied van vredesopbouw en ontwikkelingssamenwerking in Burkina Faso en de Sahel afneemt, een verschijnsel dat steeds meer het beleid is van bepaalde instellingen; verzoekt de Commissie meer zichtbaarheid te geven aan haar optreden ter ondersteuning van de mensenrechten en humanitaire en ontwikkelingssamenwerking in de regio;
10. uit zijn bezorgdheid over de toenemende instabiliteit in de Sahel, die de veiligheid en de stabiliteit van de omliggende landen ondermijnt en ingrijpende internationale gevolgen heeft; spreekt zijn bezorgdheid uit over de algemene toestand van de democratie in de regio en verzoekt alle spelers, zowel de binnenlandse als de internationale, zich te beraden over de vraag welke lering uit de verschillende staatsgrepen moet worden getrokken en hoe de democratische processen in de regio beter kunnen worden ondersteund en aangemoedigd; spreekt opnieuw zijn afkeuring uit over militaire machtsovernames als methode voor transities; benadrukt hoe belangrijk het is democratische waarden via democratische instellingen te verdedigen om zo een vreedzame machtsoverdracht te waarborgen;
11. merkt op dat staatsgrepen ondermijnend zijn voor de inspanningen die worden geleverd om de rechtsstaat te versterken en de democratische legitimiteit van regeringsoptreden te verzekeren; herinnert eraan dat echte democratische overgang en hervorming door burgers moet worden geleid en ruimte moet bieden voor de volledige en actieve betrokkenheid van maatschappelijke organisaties, vrouwen, jongeren en oppositiepartijen;
12. maakt zich ernstig zorgen over de activiteiten van de Russische Wagnergroep in de Sahelregio; raadt de autoriteiten van Burkina Faso ten sterkste af gebruik te maken van de Wagnergroep om hun leger op te leiden of stabiliteit te krijgen; herinnert de autoriteiten van Burkina Faso eraan dat het gebruik van particuliere militaire organisaties zoals de Wagnergroep indruist tegen de doelstelling om vrede, veiligheid en stabiliteit tot stand te brengen in Burkina Faso en de Sahel;
13. verzoekt de lidstaten van de EU hun internationale verplichtingen na te komen en een grondig controle- en traceringssysteem toe te passen bij hun uitvoer van wapens naar landen buiten de EU, zoals bepaald in het wapenhandelsverdrag (ATT), om misbruik en aanmoediging van mensenrechtenschendingen te voorkomen;
14. verzoekt de EU en haar lidstaten de financiële steun en humanitaire hulp voor het maatschappelijk middenveld te verhogen om tegemoet te komen aan de dringende behoeften van de bevolking van Burkina Faso, en met name de behoeften van ontheemden en vluchtelingen in buurlanden;
15. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de autoriteiten van Burkina Faso, de Commissie, de vicevoorzitter van de Europese Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de ACS-EU-Raad van ministers en de Paritaire Parlementaire Vergadering, de Afrikaanse Unie, de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties en het Pan-Afrikaanse Parlement.