Ontwerpresolutie - B9-0467/2022Ontwerpresolutie
B9-0467/2022

ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in Burkina Faso na de staatsgreep

14.10.2022 - (2022/2865(RSP))

naar aanleiding van een verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid
ingediend overeenkomstig artikel 132, lid 2, van het Reglement

Željana Zovko, David McAllister
namens de PPE-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B9-0464/2022

Procedure : 2022/2865(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B9-0467/2022
Ingediende teksten :
B9-0467/2022
Debatten :
Stemmingen :
Aangenomen teksten :

B9‑0467/2022

Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in Burkina Faso na de staatsgreep

(2022/2865(RSP))

Het Europees Parlement,

 gezien zijn eerdere resoluties over Burkina Faso, met name die van 17 februari 2022 over de politieke crisis in Burkina Faso[1], en zijn eerdere resoluties over de Sahel en West-Afrika,

 gezien het debat binnen het Europees Parlement van 4 oktober 2022,

 gezien de verklaring van 1 oktober 2022 van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV) over de staatsgreep,

 gezien de verklaring van de VV/HV van 5 oktober 2022 over Burkina Faso,

 gezien de verklaring van de VN-Veiligheidsraad van 7 oktober 2022,

 gezien de verklaring van de voorzitter van de Commissie van de Afrikaanse Unie van 30 september 2022, waarin hij de tweede gewelddadige machtsovername in Burkina Faso veroordeelt,

 gezien de verklaringen van 30 september, 1 oktober en 2 oktober 2022 van de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (Ecowas) over Burkina Faso,

 gezien de missie van Ecowas naar Burkina Faso op 4 oktober 2022,

 gezien het Ecowas-protocol over democratie en goed bestuur,

 gezien de gezamenlijke mededeling van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid van 9 maart 2020, getiteld “Naar een brede strategie met Afrika” (JOIN(2020)0004),

 gezien de duurzameontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) van de Verenigde Naties, met name SDG 16 over het bevorderen van vreedzame en inclusieve samenlevingen met het oog op duurzame ontwikkeling,

 gezien de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens,

 gezien de grondwet van de Republiek Burkina Faso,

 gezien de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000 (de Overeenkomst van Cotonou)[2],

 gezien het Afrikaans handvest inzake democratie, verkiezingen en bestuur,

 gezien het Verdrag van de Afrikaanse Unie betreffende de bescherming en ondersteuning van intern ontheemden in Afrika,

 gezien het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 1966,

 gezien het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen van 1979,

 gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,

A. overwegende dat Burkina Faso sinds 2015 is terechtgekomen in een escalerende spiraal van geweld die wordt toegeschreven aan strijders van groeperingen zoals de JNIM (groep voor steun aan Islam en Moslims), een bondgenoot van Al Qaida, en  de Islamitische Staat in de Groot-Sahara, een uitloper van de Islamitische Staat in Irak en de Levant (Da’esh), en overwegende dat hierbij duizenden mensen om het leven zijn gekomen en twee miljoen mensen zijn ontheemd, en Burkina Faso hiermee een nieuw epicentrum van conflict is geworden in de Sahel;

B. overwegende dat er op 30 september 2022 een staatsgreep heeft plaatsgevonden in Burkina Faso, waarbij legerkapitein Ibrahim Traoré luitenant-kolonel Paul-Henri Sandaogo Damiba afzette, die op zijn beurt op 24 januari 2022 de in november 2020 verkozen president Roch Marc Christian Kaboré ten val had gebracht; overwegende dat kapitein Traoré aan het hoofd staat van de Mouvement Patriotique pour la Sauvegarde et la Restauration (MPSR), opgericht door luitenant-kolonel Paul-Henri Sandaogo Damiba na de staatsgreep begin 2022;

C. overwegende dat het leger na de staatsgreep van januari 2022 dankzij de bemiddeling van Ecowas heeft ingestemd met een overgangsperiode die loopt tot juli 2024, wanneer er democratische verkiezingen moeten worden belegd; overwegende dat de EU Ecowas grote ondersteuning heeft geboden bij haar bemiddelingsoptreden en zich aanzienlijk heeft ingespannen voor meer samenwerking, onder meer op het gebied van defensie en veiligheid; overwegende dat Ecowas de jongste staatsgreep in Burkina Faso heeft veroordeeld en deze niet terecht acht gezien de vooruitgang die reeds is geboekt voor wat betreft de ordelijke herinvoering van een grondwettelijk bestel tegen 1 juli 2024;

D. overwegende dat de Franse ambassade en het consulaat in Ouagadougou evenals het Institut français in Ouagadougou en Bobo Dioulasso op 1 oktober 2022, een dag na de recente staatsgreep, zijn gevandaliseerd; overwegende dat er soortgelijke uitingen van geweld en agressie tegen andere Europese instellingen zijn vastgesteld;

E. overwegende dat luitenant-kolonel Damiba op 2 oktober na overleg met traditionele stamhoofden ontslag heeft genomen als president; overwegende dat hij zijn aftreding afhankelijk heeft gesteld van zeven voorwaarden, waaronder de verplichte handhaving van de overeenkomst met Ecowas gedurende een overgangsperiode van 24 maanden; overwegende dat kapitein Traoré al deze voorwaarden heeft aanvaard en dat luitenant-kolonel Damiba vervolgens Burkina Faso heeft verlaten en in Togo in ballingschap is gegaan;

F. overwegende dat een onderzoeksmissie van Ecowas onder leiding van de voormalige Nigerese president Mahamadou Issoufou op 4 oktober 2022 een bezoek heeft gebracht aan Burkina Faso om met de nieuwe leiders van het land te spreken; overwegende dat kapitein Traoré daarna heeft bevestigd dat hij zich zal houden aan het tijdschema voor de overgang en vóór 1 juli 2024 verkiezingen zal beleggen;

G. overwegende dat kapitein Traoré op 5 oktober is benoemd tot de nieuwe overgangspresident en tot hoofd van het leger;

H. overwegende dat kapitein Traoré op 7 oktober het volledige diplomatieke korps in Ouagadougou heeft ontmoet om hen er nogmaals van te verzekeren dat hij wil samenwerken met alle partners van Burkina Faso;

I. overwegende dat kapitein Traoré heeft aangekondigd dat er op 14 en 15 oktober een nationale conferentie zal plaatsvinden, met deelname van alle maatschappelijke actoren, om een nieuwe overgangspresident aan te wijzen en een overgangshandvest op te stellen;

J. overwegende dat de EU in een aantal verklaringen van kapitein Traoré als slechts “één van de vele” partners van Burkina Faso wordt genoemd, wat kan wijzen op een toenadering tussen Burkina Faso en spelers zoals Rusland;

K. overwegende dat de veiligheidssituatie in Burkina Faso al geruime tijd achteruitgaat en dat de Burkinese militaire leiders er ondanks meervoudige pogingen niet in zijn geslaagd het tij noemenswaardig te keren; overwegende dat 40 % van het Burkinese grondgebied aan de controle van de nationale defensie- en veiligheidstroepen ontsnapt; overwegende dat Burkina Faso ruim twee miljoen intern ontheemden telt; overwegende dat meer dan 3,5 miljoen mensen in het land humanitaire bijstand nodig hebben;

L. overwegende dat door gewapende islamistische groeperingen aanvallen waarbij ook sprake is van moorden, standrechtelijke executies, verkrachting van burgers en wijdverbreide plundering worden beraamd om grootschalige verplaatsingen uit te lokken en ter plaatse tweedracht te bevorderen; overwegende dat gewapende islamistische groeperingen naast de massamoorden op burgers ook gerichte aanvallen hebben uitgevoerd om vrouwen en jonge meisjes die brandhout verzamelen, naar de markt gaan of aanvallen op hun dorp ontvluchten, te ontvoeren, te slaan en te verkrachten; overwegende dat gewapende islamistische groeperingen naar verluidt kindsoldaten hebben geronseld van soms nog maar twaalf jaar oud en die kinderen voor hen laten vechten;

M. overwegende dat honderden burgers en militairen het leven hebben gelaten in terroristische aanslagen, bijvoorbeeld op 21 en 27 mei, 12 juni en meest recentelijk op 26 september 2022; overwegende dat Afrika bezuiden de Sahara volgens de wereldwijde terrorisme-index voor 2022 van het Instituut voor Economie en Vrede (IEP) op weg is het brandpunt van terrorisme wereldwijd te worden, en dat terroristische groeperingen het snelst groeien in de Sahel, met op kop de Islamitische Staat in West-Afrika (ISWAP), momenteel de dodelijkste terroristische groepering ter wereld, en overwegende dat Burkina Faso massaal getroffen wordt door terroristische aanslagen;

N. overwegende dat ongeveer 4,9 miljoen mensen met voedselonzekerheid worden geconfronteerd en dat ongeveer 600 000 mensen honger dreigen te lijden; overwegende dat slechts ongeveer 44 % van de bevolking van het land toegang heeft tot drinkwater; overwegende dat de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne een extra bedreiging vormt voor de voedselzekerheid;

O. overwegende dat Burkina Faso van cruciaal regionaal belang is, aangezien het een strategische brug vormt tussen de Sahel en de landen langs de West-Afrikaanse kust; overwegende dat islamistische terroristen hun aanwezigheid reeds hebben uitgebreid naar het zuiden toe, in de richting van die kuststaten;

P. overwegende dat de gebeurtenissen in de Sahelregio belangrijk zijn voor heel Afrika en voor Europa; overwegende dat de internationale gemeenschap de dreiging van jihadisme in de Sahelregio en de sluipende invloed ervan heeft onderschat, en dat seculiere samenlevingen in de Sahel hierdoor in snel tempo worden ondergraven en Europa hiervan de gevolgen ondervindt in de vorm van een algemene uitholling van de rechtsstaat, een slechtere veiligheidssituatie, toenemende migratie, mensenhandel en drugshandel, en minder goede partnerschappen met de Afrikaanse landen;

Q. overwegende dat er sinds 2021 in het kader van de EU-opleidingsmissies EUTM Mali en EUCAP Sahel Burkinees personeel wordt opgeleid;

R. overwegende dat de G5-Sahel, die in 2014 werd opgericht om de regionale stabiliteit te bevorderen, moeite heeft om de regio onder controle te krijgen nog is verzwakt sinds Mali in mei 2022 heeft besloten zich uit de G5-Sahel terug te trekken;

S. overwegende dat het Accra-initiatief, dat tot doel heeft de overloopeffecten van terrorisme uit de Sahel te verhinderen en internationale georganiseerde misdaad en gewelddadig extremisme in aan de lidstaten grenzende gebieden aan te pakken, nog niet is geformaliseerd;

T. overwegende dat Rusland zijn aanwezigheid in de Sahel en in het bijzonder Mali probeert te vergroten, met name via zijn Wagner-huurlingenleger; overwegende dat er na de staatsgreep geruchten de ronde begonnen te doen over het mogelijke belang en de mogelijke betrokkenheid van Rusland bij de gebeurtenissen in Burkina Faso;

U. overwegende dat de Wagner Group volgens het ACLED (Armed Conflict Location and Event Data Project) steeds vaker civiele doelwitten in het vizier neemt in Mali en de Centraal-Afrikaanse Republiek;

V. overwegende dat Burkina Faso niet heeft deelgenomen aan de stemmingen binnen internationale instanties over resoluties ter veroordeling van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne;

W. overwegende dat de EU en Burkina Faso al decennia serieuze betrekkingen onderhouden en dat de EU tussen 2014 en 2020 grosso modo 1 miljard EU aan steun heeft verleend aan Burkina Faso; overwegende dat de EU-steun in het kader van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI) - Europa in de wereld voor de periode 2021-2024 naar verwachting 384 miljoen EUR zal bedragen;

1. toont zich ernstig bezorgd over de ongrondwettige regeringswisseling in Burkina Faso op 30 september 2022, en onderstreept dat deze tweede militaire machtsovername in Burkina Faso in acht maanden tijd een klap vormt voor de algemene toestand van de democratie en de vooruitgang in het land; eist van het Burkinese leger dat dit het grondwettelijke bestel herstelt en vraagt de Burkinese defensie- en veiligheidstroepen hun belangrijkste opdracht te blijven vervullen, namelijk de bevolking beschermen en het grondgebied van hun land verdedigen, en hun wensen op vreedzame wijze kenbaar te maken;

2. herinnert eraan dat de nieuwe Burkinese leiders hun internationale verbintenissen moeten nakomen, waaronder het akkoord om de democratische overgang voort te zetten en uiterlijk op 1 juli 2024 verkiezingen te beleggen; is in dit verband ingenomen met de verklaringen van kapitein Traoré dat hij zich aan deze verbintenissen zal houden;

3. neemt kennis van de organisatie van een nationale conferentie maar onderstreept dat deze conferentie moet worden gekenmerkt door transparantie en inclusiviteit; benadrukt voorts dat de conclusies en besluiten van de conferentie de weg moeten effenen voor de nationale verkiezingen die vóór juli 2024 moeten worden plaatsvinden;

4. betuigt zijn medeleven met de bevolking van Burkina Faso, die keer op keer het slachtoffer is van gewelddadige aanvallen, vaak gepleegd door islamisten; onderstreept dat de EU bereid is het Burkinese volk en de hele regio te begeleiden op de lange weg naar vrede en welvaart;

5. onderstreept dat de EU achter Burkina Faso en de Burkinese bevolking staat en bereid is haar betrokkenheid op te voeren; benadrukt dat de Burkinese leiders zelf moeten zorgen voor een situatie waarin een dergelijk versterkt partnerschap mogelijk wordt;

6. wijst er met klem op dat gelijk welke nauwere samenwerking met kwaadwillige derde partijen, zoals Rusland en zijn Wagner Group, alle toekomstige samenwerking met de EU op de helling zou zetten en bovendien uiteindelijk ook nadelig zou zijn voor de toekomstperspectieven van de Burkinese bevolking; wijst op de desastreuze gevolgen van het Russische optreden in Mali, waar straffeloosheid en mislukte militaire strategieën ertoe hebben geleid dat de bevolking nu te lijden heeft onder toenemende islamistische bedreigingen en onder mensenrechtenschendingen door Russische huurlingen, en waar de Russen daarnaast ook de natuurlijke rijkdommen en overheidsmiddelen hebben uitgebuit, wat de algemene situatie in het land en de levensomstandigheden van de gemiddelde burger nog heeft verslechterd;

7. betuigt zijn volledige steun aan Ecowas en de Afrikaanse Unie met betrekking tot hun bemiddelingsinspanningen in Burkina Faso en verklaart zich bereid deze inspanningen waar mogelijk te ondersteunen;

8. dringt er bij de autoriteiten van Burkina Faso op aan steun te verlenen aan de inspanningen om al wie zich schuldig heeft gemaakt aan ernstige mensenrechtenschendingen voor de rechter te brengen, en ervoor te zorgen dat er gerechtelijke onderzoeken worden gevoerd en dat veroordeelde personen worden bestraft;

9. verzoekt de Burkinese autoriteiten om het werk van humanitaire organisaties in Burkina Faso te vergemakkelijken door ongehinderde toegang voor humanitaire hulp te garanderen; verzoekt de EU en de lidstaten de humanitaire situatie in Burkina Faso te verlichten door lokale autoriteiten en organisaties te ondersteunen bij het opzetten van onderdak voor intern ontheemden, ervoor te zorgen dat hun recht op gezondheid en werk wordt geëerbiedigd en erop toe te zien dat kinderen en jongeren opnieuw naar school kunnen gaan;

10. verzoekt de EU en haar lidstaten om bij het opstellen van beleid betreffende de Sahel rekening te houden met de essentiële vereiste van het ondersteunen van goed bestuur, het maatschappelijk middenveld, ontwikkeling en investeringen voor een betere toekomst voor de gemeenschappen in de Sahel; benadrukt echter dat deze steun zinloos dreigt te zijn als er niet wordt gezorgd voor veiligheid; dringt er bij de EU en haar lidstaten op aan snel te zorgen voor hernieuwde en versterkte samenwerking tussen Afrika en de EU op het gebied van vrede en veiligheid, zoals beoogd in de verklaring over een gezamenlijke visie voor 2030 die is gedaan tijdens de zesde topbijeenkomst tussen de EU en de Afrikaanse Unie op 17 en 18 februari 2022, teneinde het hoofd te bieden aan de toenemende veiligheidsproblemen waarmee beide continenten worden geconfronteerd en onder meer radicalisering, gewelddadig extremisme en terrorisme te bestrijden; benadrukt dat dit deel moet uitmaken van een bredere mentaliteitsverandering in de betrekkingen tussen de EU en Afrika, waarbij afhankelijkheid van hulp plaatsmaakt voor samenwerking op basis van een gelijkwaardig partnerschap tussen Europa en Afrika;

11. veroordeelt alle vormen van geweld en vandalisme ten aanzien van buitenlanders en buitenlandse instellingen; dringt er bij de regering van Burkina Faso op aan een langetermijnstrategie te ontwikkelen die gericht is op een inclusievere en hechtere samenleving, en haar veiligheidsaanpak in het hele land zodanig aan te passen dat de grondrechten van de bevolking worden geëerbiedigd en beschermd en het vertrouwen van het publiek wordt hersteld;

12. erkent dat Burkina Faso van fundamenteel belang is voor de veiligheid in de regio, aangezien het land een belangrijke schakel vormt tussen de Sahel en de landen langs de kust van West-Afrika; benadrukt daarom dat de EU haar betrokkenheid in Burkina Faso moet vergroten om te vermijden dat de veiligheid in de regio er verder op achteruitgaat;

13. uit zijn bezorgdheid over het feit dat de instabiliteit op het vlak van politiek en veiligheid en de nijpende sociaal-economische en humanitaire situatie in Burkina Faso als voedingsbodem hebben gediend voor de opkomst van terroristische groeperingen, die totale verwoesting aanrichten en honderden onschuldige mensenlevens op hun geweten hebben; benadrukt dat de internationale gemeenschap zich meer moet inzetten om deze naderende dreiging te bestrijden en verzoekt de EU met klem om meer samenwerking en steun op dit cruciale vlak;

14. betuigt zijn erkentelijkheid en brengt hulde aan de religieuze en traditionele leiders in Burkina Faso, die een essentiële bemiddelingsrol hebben gespeeld en zich tijdens de actuele crisis actief hebben ingezet om geweld en haat te neutraliseren; roept de Burkinese leiders ertoe op om religieuze minderheden, waaronder christenen, die vaak het slachtoffer zijn van geweld door islamistische militanten, beter te beschermen;

15. spoort de Burkinese leiders ertoe aan actief deel te nemen aan discussies en stemmingen in internationale organisaties die de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne veroordelen, en zich net als de meerderheid van de internationale gemeenschap uit te spreken tegen het optreden van Rusland en de door Vladimir Poetin begane oorlogsmisdaden;

16. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de autoriteiten van Burkina Faso, het secretariaat van de G5-Sahel, de covoorzitters van de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU, het Pan-Afrikaanse Parlement, de Afrikaanse Unie en de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten.

 

 

Laatst bijgewerkt op: 19 oktober 2022
Juridische mededeling - Privacybeleid