ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in Burkina Faso na de staatsgreep
14.10.2022 - (2022/2865(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 132, lid 2, van het Reglement
Pedro Marques, Hannes Heide, Maria Arena
namens de S&D-Fractie
Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B9-0464/2022
B9‑0468/2022
Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in Burkina Faso na de staatsgreep
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties, met name die van 19 december 2019 over schendingen van de mensenrechten, waaronder de godsdienstvrijheid, in Burkina Faso[1], die van 16 september 2020 over de samenwerking tussen de EU en Afrika op het gebied van veiligheid in de Sahelregio, West-Afrika en de Hoorn van Afrika[2], en die van 17 februari 2022 over de politieke crisis in Burkina Faso[3],
– gezien het communiqué van de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (Ecowas) van 30 september 2022 over de sociaal-politieke situatie in Burkina Faso,
– gezien de verklaring van de voorzitter van de Commissie van de Afrikaanse Unie van 30 september 2022 over de situatie in Burkina Faso,
– gezien de verklaring door de woordvoerder van de secretaris-generaal van de VN van 1 oktober 2022 over de situatie in Burkina Faso,
– gezien de verklaring van de VN-Veiligheidsraad van 7 oktober 2022 over de situatie in Burkina Faso,
– gezien het Ecowas-protocol inzake democratie en goed bestuur,
– gezien de gezamenlijke mededeling van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid van 9 maart 2020, getiteld “Naar een brede strategie met Afrika” (JOIN(2020)0004),
– gezien de resolutie van de Paritaire Parlementaire Vergadering van de Organisatie van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) en de EU van 11 maart 2021 over democratie en het naleven van de grondwet in EU- en ACS-landen,
– gezien de duurzameontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) van de Verenigde Naties, en met name SDG 16 over het bevorderen van rechtvaardige, vreedzame en inclusieve samenlevingen met het oog op duurzame ontwikkeling,
– gezien de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens,
– gezien de grondwet van de Republiek Burkina Faso,
– gezien de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000 (de Overeenkomst van Cotonou)[4],
– gezien het Afrikaans Handvest inzake democratie, verkiezingen en bestuur,
– gezien het Verdrag van de Afrikaanse Unie betreffende de bescherming en ondersteuning van intern ontheemden in Afrika,
– gezien het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 1966,
– gezien het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen van 1979,
– gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat onder leiding van kapitein Ibrahim Traoré op 30 september 2022 door het leger van Burkina Faso een staatsgreep is gepleegd waarbij luitenant-kolonel Paul-Henri Sandaogo Damiba van zijn positie is verstoten, en overwegende dat die zelf op 24 januari 2022 de macht had gegrepen met een staatsgreep waarbij democratisch verkozen president Roch Kaboré werd afgezet; overwegende dat kapitein Ibrahim Traoré aankondigde dat de grenzen van Burkina Faso voor onbepaalde tijd zouden worden gesloten en dat alle politieke activiteiten en activiteiten van het maatschappelijk middenveld zouden worden opgeschort; overwegende dat kapitein Ibrahim Traoré op 2 oktober 2022 de heropening van de landsgrenzen en het einde van de avondklok heeft aangekondigd;
B. overwegende dat de staatsgreep op 30 september 2022 door Ecowas “in de krachtigste bewoordingen” is veroordeeld en is aangemerkt als “ongepast op een moment waarop reeds vooruitgang is geboekt in het proces van terugkeer naar de grondwettelijke orde tegen 1 juli 2024”;
C. overwegende dat de voorzitter van de Commissie van de Afrikaanse Unie op 30 september 2022 een ongrondwettelijke regeringswissel heeft afgekeurd en het leger heeft opgeroepen “zich onmiddellijk en volledig te onthouden van alle vormen van geweld of bedreigingen gericht tegen de burgerbevolking, burgerlijke vrijheden en de mensenrechten, en toe te zien op een strikte naleving van de verkiezingstermijnen met het oog op herstel van de grondwettelijke orde uiterlijk tegen 1 juli 2024”;
D. overwegende dat de woordvoerder van de secretaris-generaal van de VN op 1 oktober 2022 “elke poging om op gewelddadige wijze de macht te grijpen” krachtig heeft veroordeeld, alle betrokkenen heeft opgeroepen “af te zien van geweld en te streven naar dialoog”, en heeft verklaard dat “Burkina Faso behoefte heeft aan vrede, stabiliteit en eenheid om terroristische groeperingen en criminele netwerken die in delen van het land actief zijn, te kunnen bestrijden”;
E. overwegende dat aanhangers van de nieuwe militaire machthebbers op 2 oktober 2022 het hoofdgebouw van de Franse ambassade in Ouagadougou hebben aangevallen; overwegende dat verscheidene andere Franse instellingen en bedrijven in het land sinds de staatsgreep zijn vernield;
F. overwegende dat kapitein Ibrahim Traoré op 2 oktober 2022 het door president Paul-Henri Damiba aangeboden voorwaardelijke ontslag heeft aanvaard;
G. overwegende dat kapitein Ibrahim Traoré op 4 oktober 2022 na een ontmoeting met een Ecowas-delegatie heeft verklaard het tussen zijn voorganger en Ecowas overeengekomen tijdschema voor de democratische overgang te zullen eerbiedigen; overwegende dat kapitein Ibrahim Traoré zich er ook toe heeft verbonden de internationale verplichtingen van Burkina Faso na te komen, met name wat betreft de bescherming van de mensenrechten;
H. overwegende dat de leden van de VN-Veiligheidsraad op 7 oktober 2022 hun ernstige bezorgdheid hebben geuit over de ongrondwettige regeringswisseling in Burkina Faso, met name gezien de ernstige regionale veiligheidsproblemen in de Sahel; overwegende dat op 7 oktober 2022 bij presidentieel decreet een nationale conferentie (“assises nationales”) is aangekondigd met als doel een president voor de overgang te benoemen;
I. overwegende dat Burkina Faso nog steeds te maken heeft met een nijpende veiligheids- en humanitaire situatie, en dat bijna een vijfde van de bevolking van het land hulpbehoeftig is; overwegende dat volgens cijfers van het VN-Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden in juni 2022 meer dan 1,5 miljoen mensen, waarvan meer dan de helft kinderen, ontheemd waren als gevolg van de verslechterende veiligheidssituatie in het land;
J. overwegende dat de regering van Burkina Faso in 2017 een proces van hervorming van de veiligheidssector heeft ingezet met de oprichting van een nationale raad voor defensie en veiligheid en met als doel de veiligheidssector te moderniseren en corruptie binnen die sector te bestrijden;
K. overwegende dat de burgerbevolking in de noord-centrale regio en de Sahel dagelijks te maken heeft met de dreiging van geweld door niet-statelijke gewapende groeperingen; overwegende dat volgens geloofwaardige berichten onlangs ten minste acht kinderen zijn overleden aan ondervoeding in de stad Djibo, die sinds mei 2022 door niet-statelijke gewapende groeperingen wordt belegerd; overwegende dat het laatste konvooi dat op 26 september 2022 heeft geprobeerd humanitaire hulp aan de stad te leveren, is aangevallen door gewapende groepen, waarbij 37 mensen, waaronder 10 burgers, om het leven zijn gekomen;
1. veroordeelt de door de strijdkrachten gepleegde staatsgreep — de tweede militaire machtsovername in Burkina Faso binnen acht maanden; betreurt dat deze actie in strijd is met de bepalingen van de nationale grondwet en met de regionale en internationale verplichtingen van het land en dat met deze actie de recente vooruitgang op weg naar een ordelijke terugkeer naar de grondwettelijke orde tegen 1 juli 2024, ondermijnd wordt;
2. vraagt dat er een eind wordt gemaakt aan het geweld; verzoekt de nieuwe militaire autoriteiten hun belofte na te komen om zich te houden aan de internationale verplichtingen van het land, waaronder die welke betrekking hebben op de bevordering en bescherming van de mensenrechten; blijft uiterst bezorgd over het feit dat berichten over vermeende mensenrechtenschendingen ons blijven bereiken;
3. benadrukt dat een dringende terugkeer naar de grondwettelijke orde noodzakelijk is, met inbegrip van een onmiddellijke terugkeer naar een burgerregering; verzoekt de nieuwe militaire autoriteiten hun toezegging na te komen om het tijdschema voor een snelle terugkeer naar de grondwettelijke orde, dat met de overgangsautoriteiten was overeengekomen, na te leven en tevens de toezegging voor het uiterlijk op 1 juli 2024 houden van inclusieve en transparante verkiezingen na te leven; spreekt zijn steun uit voor verkiezingswaarnemers in het land;
4. dringt er bij de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV) en de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) op aan een zinvolle dialoog aan te gaan met alle partijen en technische bijstand te verlenen voor het faciliteren van een nationale dialoog met het oog op een terugkeer naar een civiel bestuur;
5. dringt er bij de nieuwe militaire autoriteiten op aan het arbitraire besluit om alle politieke activiteiten en activiteiten van het maatschappelijk middenveld op te schorten, onmiddellijk terug te draaien; dringt er bij de nieuwe militaire autoriteiten op aan maatschappelijke organisaties te betrekken bij het zoeken naar oplossingen voor de talrijke problemen van het land en ervoor te zorgen dat het maatschappelijk middenveld wordt uitgenodigd om actief en doeltreffend deel te nemen aan de “assises nationales”;
6. dringt er bij alle betrokken partijen op aan de vrijheid van mening en meningsuiting te eerbiedigen en journalisten hun onderzoekswerkzaamheden in vrijheid en veiligheid te laten voortzetten;
7. dringt er bij de nieuwe militaire autoriteiten op aan snel, grondig en onpartijdig onderzoek te doen naar alle doden en gewonden in verband met de staatsgreep, waaronder de doden en gewonden die zijn gevallen tijdens plunderingen en demonstraties, en te zorgen voor een onafhankelijke en onpartijdige rechtsbedeling en verantwoordingsplicht ten behoeve van slachtoffers en overlevenden;
8. verzoekt de EU en haar lidstaten hun financiële steun en humanitaire hulp te verhogen om tegemoet te komen aan de dringende behoeften van de bevolking van Burkina Faso, en met name de behoeften van ontheemden en vluchtelingen in buurlanden; verzoekt de nieuwe militaire autoriteiten het werk van humanitaire organisaties in Burkina Faso te ondersteunen en te faciliteren teneinde ongehinderde toegang voor humanitaire hulpverleners te waarborgen en hen in staat te stellen in de behoeften van ontheemden te voorzien; toont zich bezorgd over het effect van veiligheidsdreigingen op de effectiviteit van humanitaire hulp en ontwikkelingssamenwerking;
9. is ernstig bezorgd dat de instabiliteit op politiek en veiligheidsvlak en de nijpende sociaal-economische en humanitaire situatie in Burkina Faso een voedingsbodem zijn voor terroristische groeperingen om totale verwoesting aan te richten;
10. onderstreept dat terrorisme en instabiliteit overal in de Sahelregio een probleem vormen voor de consolidatie van de democratie en de rechtsstaat, en deze ondermijnen; herinnert eraan dat het aanpakken van de onderliggende oorzaken van extremisme, en militaire inspanningen om in de gehele regio de overheidscontrole te herstellen, van essentieel belang zijn voor het versterken van de legitimiteit van democratisch verkozen regeringen onder de bevolking;
11. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de autoriteiten van de Republiek Burkina Faso, het secretariaat van de G5-Sahel, de covoorzitters van de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU en het Pan-Afrikaanse Parlement, de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten en de Afrikaanse Unie en haar instellingen.