Ontwerpresolutie - B9-0469/2022Ontwerpresolutie
B9-0469/2022

ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in Burkina Faso na de staatsgreep

14.10.2022 - (2022/2865(RSP))

naar aanleiding van een verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid
ingediend overeenkomstig artikel 132, lid 2, van het Reglement

Anna Fotyga, Assita Kanko, Bogdan Rzońca, Elżbieta Rafalska, Ryszard Czarnecki, Joachim Stanisław Brudziński, Valdemar Tomaševski, Witold Jan Waszczykowski, Alexandr Vondra, Eugen Jurzyca, Jadwiga Wiśniewska, Veronika Vrecionová, Ladislav Ilčić, Patryk Jaki, Angel Dzhambazki, Adam Bielan, Beata Kempa, Carlo Fidanza
namens de ECR-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B9-0464/2022

Procedure : 2022/2865(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B9-0469/2022
Ingediende teksten :
B9-0469/2022
Debatten :
Stemmingen :
Aangenomen teksten :

B9‑0469/2022

Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in Burkina Faso na de staatsgreep

(2022/2865(RSP))

Het Europees Parlement,

 gezien zijn resoluties van 17 februari 2022 over de politieke crisis in Burkina Faso[1] en van 19 december 2019 over schendingen van de mensenrechten, waaronder de godsdienstvrijheid, in Burkina Faso[2],

 gezien de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens,

 gezien het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten,

 gezien het Afrikaans Handvest inzake de rechten van mensen en volken,

 gezien de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000 (Overeenkomst van Cotonou)[3],

 gezien de verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid van 4 oktober 2022 over de situatie in Burkina Faso na de staatsgreep,

 gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,

A. overwegende dat Burkina Faso sinds 2015 is terechtgekomen in een escalerende golf van geweld die wordt toegeschreven aan strijders van groeperingen zoals de groep voor steun aan de islam en moslims (JNIM), die banden heeft met Al Qaida, en de Islamitische Staat in de Groot-Sahara (ISGS), een zijtak van de Islamitische Staat in Irak en de Levant (Da’esh), en overwegende dat hierbij duizenden mensen om het leven zijn gekomen en twee miljoen mensen zijn ontheemd, en dat Burkina Faso hiermee het nieuwe epicentrum van het conflict in de Sahel is geworden;

B. overwegende dat het leger van Burkina Faso onder leiding van luitenant-kolonel Paul‑Henri Sandaogo Damiba op 24 januari 2022 de civiele regering van president Roch Kaboré heeft afgezet omdat zij er niet in was geslaagd de verslechterende veiligheidssituatie onder controle te houden;

C. overwegende dat Paul-Henri Sandaogo Damiba op 30 september 2022 is afgezet tijdens de tweede staatsgreep in het land in één jaar en dat legerkapitein Ibrahim Traoré daarbij de leiding heeft genomen, de overgangsregering heeft ontbonden en de grondwet heeft opgeschort, met als reden voor de staatsgreep dat Damiba niet in staat zou zijn geweest een gewapende opstand in het land te beteugelen die de voorafgaande negen maanden nog heviger was geworden;

D. overwegende dat de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (Ecowas) de laatste staatsgreep in Burkina Faso heeft veroordeeld en deze niet passend acht in het licht van de vooruitgang die is geboekt bij het streven naar een ordelijke terugkeer naar een constitutioneel bestel tegen 1 juli 2024; overwegende dat Traoré heeft verklaard dat een nationale conferentie tegen het einde van het jaar een nieuwe interim-leider zal benoemen en toezicht zal houden op de terugkeer naar een civiel bewind tegen 2024;

E. overwegende dat volgens Acled (Armed Conflict Location & Event Data Project) de aanvallen door gewapende groeperingen met 23 % zijn toegenomen in de vijf maanden na de machtsovername door de voormalige leider Paul-Henri Sandaogo Damiba; overwegende dat Mahamadou Issoufou, voormalig president van Niger en bemiddelaar tussen Ecowas en Burkina Faso, in juni 2022 stelde dat Ouagadougou slechts 60 % van het land onder controle had;

F. overwegende dat aanvallen door gewapende islamistische groeperingen waarbij ook sprake is van moorden, standrechtelijke executies, verkrachting van burgers en wijdverbreide plundering, worden beraamd om grootschalige verplaatsingen uit te lokken en ter plaatse tweedracht te bevorderen; overwegende dat gewapende islamistische groeperingen naast de massamoorden op burgers ook gerichte aanvallen hebben uitgevoerd om vrouwen en jonge meisjes die brandhout verzamelen, naar de markt gaan of aanvallen op hun dorp ontvluchten, te ontvoeren, te slaan en te verkrachten; overwegende dat gewapende islamistische groeperingen naar verluidt kindsoldaten, van wie sommigen nog maar 12 jaar zijn, hebben geronseld om ze voor hen te laten vechten;

G. overwegende dat de veiligheidstroepen van de staat, in de eerste plaats de zelfverdedigingsmilitie Vrijwilligers voor de verdediging van het vaderland (VDP), onder het mom van terrorismebestrijding standrechtelijke executies hebben uitgevoerd en gedwongen verdwijningen van burgers en vermeende islamistische strijders zonder enig bewijs of proces hebben doen gebeuren, en dat daarbij de meeste slachtoffers etnisch tot de Peulh behoren, wat etnische spanningen heeft uitgelokt;

H. overwegende dat sinds januari 2022 al meer dan 3,5 miljoen mensen in Burkina Faso, van wie 2 miljoen kinderen, humanitaire hulp nodig hebben; overwegende dat meer dan 1,9 miljoen mensen intern ontheemd zijn geraakt; overwegende dat de schoolsluitingen in slechts twee maanden zijn toegenomen met 16 %, en dat 4 258 scholen zijn gesloten en 708 341 kinderen daardoor niet naar school konden; overwegende dat ook de toegang tot de gezondheidszorg ernstig beperkt is, aangezien 183 instellingen voor gezondheidszorg zijn gesloten en 339 nog nauwelijks kunnen functioneren, waardoor meer dan 2,2 miljoen mensen geen toegang meer hebben tot de gezondheidszorg die zij nodig hebben; overwegende dat voedselzekerheid in Burkina Faso een ernstig punt van zorg blijft; overwegende dat het land volgens de VN behoort tot een groep van West-Afrikaanse landen die te kampen hebben met een alarmerend hongerniveau en de ergste hongercrisis in zes jaar, waarbij hongersnood dreigt voor meer dan 630 000 mensen, en 54 984 kinderen voor ernstige acute ondervoeding zijn behandeld;

I. overwegende dat Afrika een prioriteit van het buitenlands beleid van Rusland is geworden en dat de Wagnergroep actief is geweest in Libië in 2015, in Sudan in 2017, in de Centraal-Afrikaanse Republiek en Madagaskar in 2018, in Mozambique in 2019 en in Mali in 2020; overwegende dat de Wagnergroep bestuurlijke elites en kritieke infrastructuur in heel Afrika beschermt in ruil voor toegang tot natuurlijke hulpbronnen, lucratieve commerciële contracten, toegang tot strategische infrastructuur en steun voor de doelstellingen van het buitenlands beleid van Rusland;

J. overwegende dat de dreiging van Russische invloed een groot veiligheidsprobleem vormt in Burkina Faso; overwegende dat Jevgenij Prigozjin, de leider van de Wagnergroep, die al actief is in buurland Mali, positief op de staatsgreep heeft gereageerd, en overwegende dat Russische desinformatie het anti-Franse sentiment in Burkina Faso heeft aangewakkerd om in te spelen op de wrok over het koloniale verleden; overwegende dat de aanwezigheid van de Wagnergroep en de verschuiving naar partnerschappen met Rusland in Mali en Burkina Faso wijzen op een zorgwekkende tendens van toenemende Russische invloed in de Sahel;

K. overwegende dat het aantal doden door toedoen van de Malinese veiligheidstroepen sterk is gestegen als gevolg van de komst van de Wagnergroep, zodat de jarenlange inzet van de EU en de VN om de veiligheidssector te professionaliseren, wordt tenietgedaan; overwegende dat de aanwezigheid van de Wagnergroep in Mali waarschijnlijk tot een verdere destabilisering van dat land zal leiden, het geweld nog zal aanwakkeren en de stellingen van islamistische groeperingen geloofwaardiger zal maken; overwegende dat het moeilijk is om gerechtigheid voor de slachtoffers tot stand te brengen omdat Rusland zijn veto heeft gesteld tegen het plan van de VN-Veiligheidsraad om een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar het ergste bloedbad dat is gepleegd, namelijk dat in het dorp Moura; overwegende dat Mali de VN heeft belet een team ter plekke te sturen, zodat de Wagnergroep ongestraft actief kon zijn;

L. overwegende dat de gebeurtenissen in de Sahel belangrijk zijn voor heel Afrika en voor Europa; overwegende dat de internationale gemeenschap de dreiging van het jihadisme in de Sahel en de sluipende, verraderlijke invloed ervan heeft onderschat, en dat seculiere samenlevingen in de Sahel hierdoor zeer snel worden ondergraven en Europa hiervan de gevolgen ondervindt in de vorm van een algemene uitholling van de rechtsstaat, een slechtere veiligheidssituatie, toenemende migratie en minder goede partnerschappen met de Afrikaanse landen;

M. overwegende dat de EU-opleidingsmissie in Mali zich voorbereidt op de uitvoering van een van de belangrijkste taken die haar in het kader van haar vijfde mandaat zijn toevertrouwd, namelijk ook actief te worden in de G5-Sahel en daarbij te starten in Burkina Faso; overwegende dat het Politiek en Veiligheidscomité van de EU volgens de strategische evaluatie van de Europese Dienst voor extern optreden van 25 mei 2022 over de EU-opleidingsmissie en EU-missie voor capaciteitsopbouw in Mali de EU-instellingen moet verzoeken verdere mogelijkheden te onderzoeken voor een militaire missie in Burkina Faso in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid, indien de omstandigheden dit toelaten;

1. betuigt opnieuw zijn steun aan de bevolking van Burkina Faso bij haar inspanningen om oplossingen te vinden voor de complexe uitdagingen waar het land mee wordt geconfronteerd, alsook voor veiligheid en samenwerking in de Sahel;

2. eist van het Burkinese leger dat dit het constitutioneel bestel herstelt en vraagt de defensie- en veiligheidstroepen hun belangrijkste opdracht te blijven vervullen, namelijk de bevolking beschermen en het grondgebied van hun land verdedigen, en hun wensen geweldloos kenbaar te maken;

3. dringt er bij de EU en haar lidstaten op aan de bevolking van Burkina Faso te steunen bij haar strijd voor vrede en democratie, en tegelijkertijd de invloed tegen te gaan van niet-overheidsactoren die chaos tot stand willen brengen en hun macht willen consolideren; steunt de acties van Ecowas ter verdediging van de democratie en de rechtsstaat in Burkina Faso en eist dat het door Ecowas en de overgangsautoriteiten van Burkina Faso overeengekomen tijdschema voor een snelle en ordelijke terugkeer naar een constitutioneel bestel tegen 1 juli 2024 nauwgezet wordt gevolgd;

4. dringt er bij de regering van Burkina Faso op aan een langetermijnstrategie te ontwikkelen die gericht is op een inclusievere en hechtere samenleving, en haar veiligheidsaanpak in het hele land zodanig aan te passen dat de grondrechten van de bevolking worden geëerbiedigd en beschermd en het vertrouwen van het publiek wordt hersteld;

5. dringt er bij de autoriteiten van Burkina Faso op aan de inspanningen te ondersteunen om al wie zich schuldig heeft gemaakt aan ernstige mensenrechtenschendingen voor de rechter te brengen, en ervoor te zorgen dat er gerechtelijke onderzoeken worden gevoerd en dat veroordeelde personen worden bestraft;

6. verzoekt de Burkinese autoriteiten om de werkzaamheden van humanitaire organisaties in Burkina Faso te vergemakkelijken door ongehinderde toegang voor humanitaire hulp te garanderen; verzoekt de EU en de lidstaten de humanitaire situatie in Burkina Faso te verlichten door lokale autoriteiten en organisaties te ondersteunen bij het opzetten van onderdak voor intern ontheemden, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat hun recht op gezondheid en werk wordt geëerbiedigd en erop moet worden toegezien dat kinderen en jongeren opnieuw naar school kunnen gaan;

7. verzoekt de EU en haar lidstaten om bij het opstellen van hun beleid betreffende de Sahel rekening te houden met de essentiële vereiste om goed bestuur, het maatschappelijk middenveld, ontwikkeling en investeringen voor een betere toekomst voor de gemeenschappen in de Sahel te ondersteunen; waarschuwt evenwel dat deze steun zinloos dreigt te zijn als er niet voor veiligheid wordt gezorgd; betreurt dat Burkina Faso door de staatsgreep van januari niet kon deelnemen aan de zesde top EU-Afrikaanse Unie van 17 en 18 februari 2022; dringt er bij de EU en haar lidstaten op aan om dringend hernieuwde en versterkte samenwerking voor vrede en veiligheid tussen Afrika en de EU tot stand te brengen, als beoogd in de verklaring “Een gezamenlijke visie voor 2030” die op de zesde top EU-Afrikaanse Unie is afgelegd, teneinde het hoofd te bieden aan de toenemende veiligheidsuitdagingen waar beide continenten mee worden geconfronteerd, met inbegrip van de gezamenlijke doelstelling om radicalisering, gewelddadig extremisme en terrorisme te bestrijden; benadrukt dat dit deel moet uitmaken van een bredere mentaliteitsverandering in de betrekkingen tussen de EU en Afrika, waarbij afhankelijkheid van hulp plaatsmaakt voor samenwerking op basis van een gelijkwaardig partnerschap tussen Europa en Afrika;

8. verzoekt de EU en haar lidstaten te beoordelen of er in Burkina Faso specifieke maatregelen moeten worden genomen in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid en of de Europese Vredesfaciliteit een geschikt instrument kan zijn om de veiligheidstroepen in het land bij te staan;

9. dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan zich te verzetten tegen de inspanningen van Rusland om zijn invloed in de Sahel te vergroten, onder meer door de bevolking van Burkina Faso en zijn nieuwe bewind ervan te overtuigen dat de huurlingen van de Wagnergroep objectief gezien niet geschikt zijn om het terrorisme in de Sahel te bestrijden, zoals in Mali is gebleken, en door duidelijk te maken dat de Wagnergroep een grote rol heeft gespeeld bij mensenrechtenschendingen in Noord-Afrika, het Midden-Oosten met inbegrip van Syrië, en Libië, evenals in de Centraal-Afrikaanse Republiek en Oekraïne; dringt er voorts bij de Commissie en de lidstaten op aan samen te werken met de Afrikaanse Unie en de G5-Sahel om de Burkinese samenleving weerbaarder te maken en de anti-Europese desinformatiecampagne van Rusland in Afrika te bestrijden en de Wagnergroep minder aantrekkelijk te maken voor Afrikaanse regeringen door haar mislukkingen en de contraproductieve gevolgen van haar acties onder de aandacht te brengen;

10. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de autoriteiten van Burkina Faso, het secretariaat van de G5-Sahel, de covoorzitters van de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU, het Pan-Afrikaanse Parlement, de Afrikaanse Unie en haar instellingen en de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten.

 

Laatst bijgewerkt op: 18 oktober 2022
Juridische mededeling - Privacybeleid