ONTWERPRESOLUTIE over 90 jaar na de Holodomor: de massamoord door uithongering erkennen als genocide
12.12.2022 - (2022/3001(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 132, lid 2, van het Reglement
Viola von Cramon‑Taubadel, Francisco Guerreiro, Ignazio Corrao, Rosa D’Amato, Hannah Neumann, Sergey Lagodinsky, Reinhard Bütikofer
namens de Verts/ALE-Fractie
Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B9-0559/2022
B9‑0561/2022
Resolutie van het Europees Parlement over 90 jaar na de Holodomor: de massamoord door uithongering erkennen als genocide
Het Europees Parlement,
– gezien zijn vorige resoluties over Oekraïne en Rusland, met name zijn resolutie van 23 oktober 2008 over de herdenking van de Holodomor, de kunstmatig veroorzaakte hongersnood in Oekraïne (1932-1933)[1],
– gezien het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden,
– gezien het VN-Verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide,
– gezien het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof,
– gezien de resolutie van de Oekraïense Rada waarin de opzettelijk veroorzaakte hongersnood als een daad van genocide wordt aangemerkt,
– gezien de Gezamenlijke Verklaring van de Verenigde Naties van 2003 over de Grote Hongersnood (Holodomor) in Oekraïne in 1932-1933,
– gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat het VN-Verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide een aantal daden strafbaar stelt die worden gepleegd met het doel om een bepaalde nationale, etnische, raciale of godsdienstige groepering geheel of gedeeltelijk te vernietigen; overwegende dat tot deze daden behoren het doden van leden van de groep, het toebrengen van ernstig lichamelijk of geestelijk letsel aan leden van de groep, het opzettelijk aan de groep opleggen van levensomstandigheden die op haar gehele of gedeeltelijke lichamelijke vernietiging gericht zijn, het nemen van maatregelen die tot doel hebben geboorten binnen de groep te voorkomen, en het onder dwang overbrengen van kinderen van de groep naar een andere groep;
B. overwegende dat de Holodomor-hongersnood van 1932-1933, waarbij miljoenen Oekraïners om het leven zijn gekomen, door het regime van Stalin op cynische wijze gepland en op wrede wijze uitgevoerd werd om het Sovjetbeleid van collectivisering van de landbouw er tegen de wil van de plattelandsbevolking in Oekraïne door te drukken en aannemelijkerwijs de Oekraïense onafhankelijkheidsbeweging te elimineren; overwegende dat de massamoord door verhongering gebruikt werd als middel om de Oekraïense nationale identiteit te onderdrukken en het proces van “Oekraïnisering” om te keren;
C. overwegende dat het regime van Stalin vergelijkbare wrede methoden ook in andere delen van de Sovjet-Unie, met name Kazachstan, Belarus, de Noord-Kaukasus en elders, heeft toegepast; overwegende dat het stelselmatig doden van - voornamelijk - plattelandsbewoners in Oekraïne in veel gevallen vergezeld ging van “agitprop”, het tot zondebok verklaren van boeren en het verantwoordelijk stellen van deze groep voor de hongersnood;
D. overwegende dat het herdenken van misdrijven tegen de menselijkheid in de Europese geschiedenis een herhaling van soortgelijke misdaden in de toekomst moet helpen voorkomen, overwegende dat het autoritaire regime van Vladimir Poetin in Rusland een geïdeologiseerd historisch beleid voert dat een herbeoordeling van Stalinistische misdrijven, waaronder de Holodomor, onmogelijk maakt; overwegende dat de door een rechtbank bevolen ontmanteling (eind 2021) van de mensen- en burgerrechtenorganisatie Memorial International, die zich onder andere met de herbeoordeling van Sovjetmisdrijven bezighield, eens te meer de revisionistische ideologie van het in Rusland gevoerde historische beleid laat zien;
E. overwegende dat de militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne en de vernietiging van de energie- en landbouwinfrastructuur van Oekraïne, inclusief het blokkeren van de export van Oekraïens graan en het feit dat Rusland miljoenen tonnen graan heeft gestolen, de vrees voor een grootschalige, door de mens veroorzaakte hongersnood in Oekraïne en het Globale Zuiden, dat van betaalbaar Oekraïens graan afhankelijk is, nieuw leven heeft ingeblazen;
1. herdenkt alle slachtoffers van de Holodomor en verklaart zich solidair met het Oekraïense volk dat onder deze tragedie heeft geleden, met name de nog in leven zijnde overlevers van de Holodomor en de gezins- en familieleden van de slachtoffers; betuigt zijn respect aan degenen die zijn overleden als gevolg van deze inhumane misdrijven van een totalitair regime;
2. spreekt zijn krachtige veroordeling van de Holodomor uit als misdrijf tegen de menselijkheid, die als genocide als bedoeld in het VN-Verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide zou kunnen worden erkend;
3. verzoekt de landen die bij het uiteenvallen van de Sovjetunie zijn ontstaan om hun archieven over de Holodomor van 1932-1933 in Oekraïne open te stellen voor een uitgebreid onderzoek, zodat alle oorzaken en gevolgen aan het licht kunnen worden gebracht en grondig kunnen worden onderzocht;
4. drukt de wens uit dat de herdenking van de Holodomor en een beter bewustzijn van de misdrijven van de totalitaire regimes uit het verleden kunnen helpen om te voorkomen dat dergelijke misdrijven zich nu en in de toekomst opnieuw voordoen, en om ze vastberaden te bestrijden, met name gezien de huidige Russische agressie tegen Oekraïne;
5. veroordeelt het feit dat het Russische regime de historische nagedachtenis misbruikt en manipuleert voor het doel van politieke ideologie, en roept de internationale gemeenschap op om druk uit te oefenen op de Russische Federatie, als de rechtsopvolger van de Sovjetunie, om de Holodomor niet langer te ontkennen en er officieel haar excuses voor aan te bieden;
6. roept alle EU-instellingen en de lidstaten op om onderzoekers en maatschappelijke organisatie te helpen bij het documenteren, onderzoeken en geven van voorlichting over politieke onderdrukking en totalitaire misdrijven in de Sovjetunie, alsook om alle pogingen om historische feiten te verdraaien of de publieke opinie in Europa te manipuleren door middel van onjuiste geschiedschrijving bedoeld om de ideologie en het voortbestaan van criminele regimes te ondersteunen, actief aan te kaarten en te verwerpen;
7. herhaalt dat de huidige Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne erop wijst dat het nodig is de Sovjetmisdrijven vanuit historisch en juridisch oogpunt grondig tegen het licht te houden en daar een transparant publiek debat over te hebben, vooral in Rusland zelf, om bewustwording te creëren, de weerstand tegen desinformatie en verdraaide historische feiten te vergroten, en te voorkomen dat soortgelijke misdrijven zich herhalen;
8. verzoekt de EU, haar lidstaten en haar internationale partners Oekraïne alle noodzakelijke politieke, financiële, humanitaire en militaire hulp te blijven geven, gezien de onwettige, ongerechtvaardigde en niet-uitgelokte Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne;
9. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, de Raad van Europa, de Verenigde Naties, en de president, de regering en de Verchovna Rada van Oekraïne.
- [1] PB C 15E van 21.1.2010, blz. 78.