ONTWERPRESOLUTIE over het feit dat het een jaar geleden is dat Rusland Oekraïne binnenviel en een aanvalsoorlog tegen dat land begon
13.2.2023 - (2023/2558(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 132, lid 2, van het Reglement
Mick Wallace
namens de Fractie The Left
Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B9-0123/2023
B9‑0123/2023
Resolutie van het Europees Parlement over het feit dat het een jaar geleden is dat Rusland Oekraïne binnenviel en een aanvalsoorlog tegen dat land begon
Het Europees Parlement,
– gezien het Handvest van de Verenigde Naties (VN) en in het bijzonder de verplichting van alle staten uit hoofde van artikel 2 van het Handvest om in hun internationale betrekkingen af te zien van dreiging met of gebruik van geweld tegen de territoriale integriteit of politieke onafhankelijkheid van andere staten, en van enigerlei andere gedraging die niet in overeenstemming is met de doelstellingen van de VN, en om hun internationale geschillen op vreedzame wijze op te lossen,
− gezien resolutie 2625 (XXV) van de Algemene Vergadering van de VN van 24 oktober 1970 en in het bijzonder de daarin neergelegde beginselen dat het grondgebied van een staat niet het onderwerp mag zijn van verwerving door een andere staat die het resultaat is van dreiging met of gebruik van geweld, en dat elke poging die gericht is op de gehele of gedeeltelijke aantasting van de nationale eenheid en territoriale integriteit van een staat of een land, of van zijn politieke onafhankelijkheid, onverenigbaar is met de doelstellingen en beginselen van het VN-Handvest,
− gezien resolutie 3314 (XXIX) van de Algemene Vergadering van de VN van 14 december 1974, waarin agressie wordt gedefinieerd als het gebruik van gewapend geweld door een staat tegen de soevereiniteit, territoriale integriteit of politieke onafhankelijkheid van een andere staat, of op enige andere wijze die onverenigbaar is met het VN-Handvest,
− gezien de Verdragen van Genève van 1949 en aanvullend protocol I hierbij van 1977,
− gezien de Slotakte van Helsinki, het Handvest van Parijs voor een Nieuw Europa, en het Memorandum van Boedapest inzake veiligheidsgaranties,
− gezien de verslagen van de Hoge Commissaris van de VN voor de mensenrechten over de mensenrechtensituatie in Oekraïne,
− gezien de periodieke verslagen van het VN-Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden,
− gezien de resoluties van de Algemene Vergadering van de VN die sinds het begin van de aanvalsoorlog tegen Oekraïne zijn aangenomen,
− gezien het verzoek van Oekraïne om toetreding tot de EU van 28 februari 2022, de mededeling van de Commissie “Advies van de Commissie over het verzoek van Oekraïne om toetreding tot de Europese Unie” van 17 juni 2022 (COM(2022)0407), en de daaropvolgende conclusies van de Europese Raad van 23 en 24 juni 2022,
– gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat de Russische Federatie sinds 24 februari 2022 een grootschalige aanvalsoorlog tegen Oekraïne voert, die een overduidelijke en flagrante schending vormt van het VN-Handvest en van de fundamentele beginselen van het internationaal recht;
B. overwegende dat de voortdurende aanvallen op de energie-infrastructuur van Oekraïne steeds opnieuw schade aanrichten, met als resultaat dat miljoen mensen in dat land zonder stroom komen te zitten en er regelmatig geen water en verwarming beschikbaar is; overwegende dat de aanvallen ook schade hebben veroorzaakt aan andere civiele infrastructuur; overwegende dat reeds duizenden Oekraïense burgers, waaronder honderden kinderen, zijn gedood of verwond, of gedwongen ontheemd zijn geraakt; overwegende dat volgens de VN 5,5 miljoen Oekraïeners intern verdreven zijn en 7,8 miljoen Oekraïeners naar Europa zijn gevlucht; overwegende dat de intern verdreven personen die in collectieve opvangcentra wonen tot de meest kwetsbare maatschappelijke groepen behoren: 64 % van hen zijn vrouwen, 25 % zijn kinderen, 17 % zijn ouderen, en 15 % hebben een handicap; overwegende dat zij grote behoefte hebben aan bescherming en humanitaire hulp, waaronder voedsel, onderdak, medische zorg, water en sanitaire voorzieningen; overwegende dat volgens de VN ongeveer 700 humanitaire organisaties doorgaan met het bieden van hulp aan de bevolking van Oekraïne en humanitaire bijstand geven aan 13,6 miljoen mensen, waaronder 1 miljoen mensen die in gebieden wonen die onder tijdelijke controle staan van de Russische Federatie, die moeilijk te bereiken zijn;
C. overwegende dat Rusland op 30 september 2022 eenzijdig de annexatie van de gedeeltelijk door Rusland bezette Oekraïense regio’s Donetsk, Cherson, Loehansk en Zaporizja heeft uitgeroepen, nadat het eerder de Krim al had geannexeerd;
D. overwegende dat mensen in heel Europa diep bezorgd zijn over de oorlog, die kan uitlopen op een oorlog tussen kernmogendheden;
1. herhaalt in de krachtigst mogelijke bewoordingen zijn veroordeling van de aanval op de territoriale integriteit en de soevereiniteit van Oekraïne die het resultaat is van de invasie van de Russische Federatie in Oekraïne; veroordeelt deze invasie als een aanvalsoorlog die een ernstige schending vormt van het internationaal recht, met name het VN-Handvest, en waarvoor geen rechtvaardiging bestaat; laakt de betrokkenheid van Belarus bij deze agressie;
2. betuigt zijn oprechte solidariteit met het Oekraïense volk;
3. beklemtoont dat er dringend intensieve en aanhoudende diplomatieke inspanningen moeten worden geleverd om onmiddellijk een einde te maken aan de oorlog in Oekraïne en aan het lijden van de Oekraïense bevolking;
4. dringt er in de krachtigste bewoordingen bij Rusland op aan de weg van geweld en agressie die het heeft gekozen, te verlaten en terug te keren naar de weg van dialoog en onderhandeling; dringt er bij de NAVO en haar lidstaten op aan het conflict niet te laten escaleren door een nieuwe wapenwedloop te beginnen, en hun respons op de Russische invasie in Oekraïne zo vorm te geven dat een confrontatie tussen Rusland en de NAVO kan worden uitgesloten;
5. bevestigt zijn steun voor de soevereiniteit, onafhankelijkheid, eenheid en territoriale integriteit van Oekraïne binnen zijn internationaal erkende grenzen, waaronder zijn territoriale wateren; beklemtoont dat de EU geen enkel besluit over de annexatie van grondgebied van derde landen zal erkennen, en verzoekt Rusland terug te komen op zijn besluit om Oekraïens grondgebied te annexeren;
6. eist dat de Russische Federatie stop met het gebruik van geweld tegen Oekraïne en afziet van elke onwettige dreiging met of gebruik van geweld tegen enige lidstaat van de EU; eist dat de Russische Federatie haar strijdkrachten van het grondgebied van Oekraïne terugtrekt;
7. spreekt zijn verontwaardiging uit over de grootschalige Russische aanvallen op civiele infrastructuur, waaronder energiecentrales, woonwijken, scholen en ziekenhuizen; verzoekt Rusland met klem alle vijandelijkheden, bombardementen en aanvallen op burgers onmiddellijk te beëindigen eist dat alle partijen zich volledig houden aan hun verplichtingen uit hoofde van het internationaal humanitair recht om de burgerbevolking en civiele objecten te sparen, af te zien van het aanvallen, vernietigen, verwijderen of onklaar maken van objecten die nodig zijn voor het overleven van de burgerbevolking, en humanitaire hulpverleners en zendingen met humanitaire hulpgoederen te respecteren en te beschermen; beklemtoont dat personen die zich schuldig maken aan oorlogsmisdaden ter verantwoording moeten worden geroepen overeenkomstig het internationaal recht;
8. eist dat alle partijen vluchtelingen een veilige en onbelemmerde aftocht toestaan naar bestemmingen in Oekraïne en in derde landen, en zorgen voor snelle, veilige en ongehinderde toegang tot humanitaire hulp voor zij die hieraan behoefte hebben in Oekraïne; prijst humanitaire organisaties, gemeenschappen in de lidstaten van de EU en in buurlanden, en het grote publiek voor de buitengewone inspanningen die zij leveren in reactie op de humanitaire en vluchtelingencrisis die het gevolg is van de agressie van de Russische Federatie; verzoekt de EU en haar lidstaten dringend deze actoren meer steun te bieden;
9. benadrukt dat ervoor moet worden gezorgd dat niemand die Oekraïne ontvlucht, met inbegrip van slachtoffers van reproductieve uitbuiting, daarvan wordt weerhouden, en dat alle personen die Oekraïne ontvluchten, bescherming wordt geboden, met inbegrip van internationale studenten, transvrouwen en Oekraïense gewetensbezwaarden, en in staat worden gesteld binnen de EU verder te trekken; veroordeelt de detentie van internationale studenten die Oekraïne zijn ontvlucht; betreurt het dat Oekraïense mannen van een voorgeschreven leeftijd door de Oekraïense autoriteiten worden verboden de oorlog te ontvluchten; roept de Oekraïense autoriteiten op hun beleid van gedwongen inlijving van mannen tussen 18 en 60 jaar zonder militaire ervaring te heroverwegen;
10. spoort de Verenigde Naties en zijn lidstaten aan meer inspanningen te leveren om de politieke dialoog en bemiddeling op gang te brengen die nodig zijn om een staakt-het-vuren en vredesonderhandelingen voor te bereiden; verzoekt de EU zich vooral te richten op het ondersteunen van het onderhandelingsproces en van de pogingen van de secretaris-generaal van de VN om diplomatieke oplossingen te vinden;
11. maakt zich grote zorgen over de geopolitieke spanningen tussen de NAVO en de Russische Federatie in de gemeenschappelijke oostelijke nabuurschap, die tot een rechtstreeks confrontatie tussen beide blokken zou kunnen leiden, met mogelijkerwijs rampzalige gevolgen voor Europa en de wereld; is bezorgd over de uitbreiding van de NAVO naar het Oosten; dringt erop aan de spiraal van confrontatie en de wapenwedloop te beëindigen, en terug te keren naar diplomatie; herinnert eraan dat de burgers van de lidstaten van de EU tegen een oorlog met Rusland zijn;
12. eist dat Rusland een significante rol speelt bij de wederopbouw van Oekraïne na de oorlog; roept op tot kwijtschelding van de Oekraïense schuld om de wederopbouw van de tijdens de oorlog verwoeste strategische en infrastructurele ondernemingen te vergemakkelijken; steunt de oproep om t.z.t. een internationale conferentie te organiseren om in het kader van het solidariteitstrustfonds voor Oekraïne financiële middelen aan te trekken; benadrukt dat voorrang moet worden gegeven aan de wederopbouw van de voorzieningen die nodig zijn voor de veilige terugkeer van Oekraïners die wensen terug te keren; roept op tot een spoedige re-integratie van Oekraïne in de Europese en mondiale toeleveringsketens, met name die op het gebied van energie- en voedselvoorziening;
13. steun het werk van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA); onderstreept het belang van het behoud van de integriteit van infrastructuur en van een vlotte toegang tot nucleaire faciliteiten voor de IAEA-missie;
14. verklaart zich solidair met en steunt de moedige bevolkingen in Rusland en Belarus die zich tegen de invasie van Poetin in Oekraïne uitspreken; verzoekt de lidstaten met klem bescherming en asiel te verlenen aan Russen en Belarussen die worden vervolgd omdat zij zich hebben uitgesproken tegen of hebben geprotesteerd tegen de oorlog, alsmede aan Russische en Belarussische deserteurs en gewetensbezwaarden; eist dat de bescherming en het asiel van de EU ook worden uitgebreid tot Oekraïense deserteurs en gewetensbezwaarden;
15. spreekt zijn bezorgdheid uit over de aanvallen op personen die zich verzetten tegen wapenleveranties aan Oekraïne en kritische vragen stellen over het beleid van de EU op dit vlak; roept de lidstaten op ervoor te zorgen dat stemmen voor vrede en verzoening niet tot zwijgen worden gebracht; steun de vredesbeweging, die oproept tot onmiddellijke beëindiging van de wreedheden en het starten van onderhandelingen;
16. neemt kennis van het besluit van de Europese Raad om Oekraïne de status van kandidaat-lidstaat toe te kennen; benadrukt dat er geen versneld traject is voor het EU-lidmaatschap en dat toetreding een complex, op de prestaties van het land gebaseerd en gestructureerd proces is, waarbij geldt dat er daadwerkelijk hervormingen moeten worden doorgevoerd en dat het EU-acquis moet worden omgezet; benadrukt dat de EU op volgende uitbreidingen moet worden voorbereid door haar te hervormen;
17. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de Verenigde Naties, de Raad van Europa, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, de president, de regering en het parlement van Oekraïne, de president, de regering en het parlement van de Russische Federatie, en de president, de regering en het parlement van de Republiek Belarus.