ONTWERPRESOLUTIE over de duurzame wederopbouw en integratie van Oekraïne in de Euro‑Atlantische gemeenschap
12.6.2023 - (2023/2739(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 132, lid 2, van het Reglement
Viola von Cramon‑Taubadel, Francisco Guerreiro, Nicolae Ştefănuță, Alviina Alametsä, Alice Kuhnke, Jakop G. Dalunde, Malte Gallée
namens de Verts/ALE-Fractie
Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B9-0270/2023
B9‑0270/2023
Resolutie van het Europees Parlement over de duurzame wederopbouw en integratie van Oekraïne in de Euro-Atlantische gemeenschap
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties over Oekraïne,
– gezien het VN-Handvest, de Verdragen van Den Haag, de Verdragen van Genève en de aanvullende protocollen daarbij en het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof,
– gezien de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds[1],
– gezien de verklaring van de NAVO-top in Boekarest van 2008,
– gezien het analytisch verslag van de Commissie dat op 1 februari 2023 werd gepubliceerd naar aanleiding van de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad en de Raad “Advies van de Commissie over het verzoek van Oekraïne om toetreding tot de Europese Unie” (SWD (2023) 0030),
– gezien de verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV), Josep Borrell, en de commissaris voor Crisisbeheersing, Janez Lenarčič, van 6 juni 2023 over de vernieling van de dam van Kachovka,
– gezien de verklaring aan de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van de adjunct-secretaris-generaal voor humanitaire zaken en noodhulpcoördinator van 6 juni 2023,
– gezien de nota van de Noord-Atlantische Raad aan de NAVO-leiders van 19 april 2023,
– gezien de verklaring van de ministers van Buitenlandse Zaken van de G7-top in Japan van 18 april 2023,
– gezien de tweede snelle beoordeling van de schade en de behoeften in Oekraïne van 20 maart 2023 door de Wereldbank, de regering van Oekraïne, de Europese Unie en de Verenigde Naties “Ukraine rapid damage and needs assessment: February 2022 – February 2023”,
– gezien de gezamenlijke verklaring naar aanleiding van de 24e top EU-Oekraïne van 3 februari 2023,
– gezien Resolutie ES-11/5 van de Algemene Vergadering van de VN van 14 november 2022 met de titel “Furtherance of remedy and reparation for aggression against Ukraine” (Bevordering van rechtsmiddelen en herstel voor de agressie tegen Oekraïne),
– gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat de Russische Federatie op 24 februari 2022 zonder aanleiding een ongerechtvaardigde en illegale aanvalsoorlog tegen Oekraïne is begonnen; overwegende dat de Russische agressie tegen Oekraïne in 2014 is begonnen met de bezetting van delen van de regio Donbas en de bezetting en annexatie van de Oekraïense Autonome Republiek Krim;
B. overwegende dat Rusland op 6 juni 2023, bij het begin van het Oekraïense tegenoffensief, een aanval heeft uitgevoerd op de dam van de waterkrachtcentrale van Kachovka in het door Rusland bezette deel van Oekraïne, met een enorme doorbraak en een onbeheersbare waterstroom tot gevolg, waardoor er een milieuramp ontstaat met nog niet te overziene gevolgen voor de lange termijn; overwegende dat Rusland het waterpeil in het Kachovka-reservoir tot een recordhoogte had verhoogd alvorens de dam op te blazen; overwegende dat de dam in de nabije toekomst waarschijnlijk verder zal instorten, wat tot extra overstromingen zal leiden; overwegende dat Ukrhydroenergo, het Oekraïense bedrijf dat de dam beheert, heeft verklaard dat de waterkrachtcentrale bij Nova Kachovka “volledig verwoest” is en niet kan worden gerepareerd;
C. overwegende dat de noodhulpcoördinator van de Verenigde Naties aan de Veiligheidsraad heeft gemeld dat de verwoesting van de dam van Kachovka een van de ernstigste gevallen is van beschadiging van civiele infrastructuur sinds het begin van de grootschalige invasie van Oekraïne door Rusland, en heeft gewaarschuwd voor ernstige en verstrekkende gevolgen voor duizenden mensen in het zuiden van Oekraïne; overwegende dat de verwoesting van de dam volgens het Verdrag van Genève een oorlogsmisdaad is die tot massale vernietiging leidt;
D. overwegende dat zowel Oekraïne als Rusland tot dusver verschillende sterfgevallen als gevolg van de overstromingen hebben gemeld; overwegende dat duizenden mensen zijn geëvacueerd, ondanks de aanhoudende gerichte beschietingen van het getroffen gebied door Russische troepen; overwegende dat Oekraïne heeft geschat dat tienduizenden mensen in het getroffen gebied gestrand zijn en honderdduizenden mensen geen toegang hebben tot veilig drinkwater;
E. overwegende dat tienduizenden hectaren landbouwgrond zijn vernietigd, waardoor de gewassen van dit jaar verloren gaan; overwegende dat nu woestijnvorming dreigt voor honderdduizenden hectaren land; overwegende dat de rivier de Dnipro verontreinigd is met 150 ton industriële smeerolie en dat er nog eens 300 ton dreigt weg te lekken, waarmee de trend van door Rusland veroorzaakte ecocide in Oekraïne wordt voortgezet; overwegende dat door de verwoesting van de dam naar schatting 55 000 hectare bos is overstroomd en 80 000 hectare beschermd natuurgebied is vernield; overwegende dat een onbekend aantal wilde dieren, huisdieren en landbouwdieren, waaronder honderden dieren in de dierentuin “Fairytale Díbrova”, als gevolg van de overstromingen om het leven is gekomen;
F. overwegende dat er door de kracht van de overstromingen landmijnen op drift zijn geraakt, wat leidt tot ernstige zorgen over de veiligheid van de bevolking in de regio, aangezien het Rode Kruis heeft gemeld dat het geen zicht meer heeft op de locatie van landmijnen;
G. overwegende dat het Oekraïense staatsbedrijf voor kernenergie Energoatom heeft gemeld dat het verlaagde waterpeil in het Kachovka-reservoir als gevolg van de vernieling van de dam door Rusland een extra bedreiging vormt voor de kerncentrale van Zaporizja; overwegende dat deskundigen van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA) ter plaatse de situatie op de voet volgen en melden dat zij ruimer toegang tot de centrale moeten krijgen om onderzoek te doen naar “een aanzienlijke discrepantie” in de gegevens over het peil van het waterreservoir achter de doorgebroken dam van Kachovka, dat wordt gebruikt voor het koelen van de reactoren van de centrale;
H. overwegende dat in de tweede snelle beoordeling van de schade en de behoeften wordt geschat dat de kosten van wederopbouw en herstel in Oekraïne zijn opgelopen tot minstens 383 miljard EUR; overwegende dat op 26 januari 2023 het uit meerdere agentschappen bestaande donorcoördinatieplatform ter ondersteuning van het herstel- en wederopbouwproces van Oekraïne in het leven is geroepen;
I. overwegende dat het verlies van mensenlevens, bestaansmiddelen, inkomens en activa 7,1 miljoen mensen in armoede heeft gebracht en 15 jaar vooruitgang op het gebied van ontwikkeling heeft teruggedraaid; overwegende dat de oorlog de ongelijkheid heeft verergerd doordat deze met name vrouwen, kinderen en mensen met een handicap treft, en heeft geleid tot dramatische tegenslagen met betrekking tot de verwezenlijking van de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling, met name op het gebied van armoede, gezondheid, onderwijs, economische groei, energie, vrede en justitie; overwegende dat de behoefte aan wederopbouw zal blijven toenemen zolang de oorlog voortduurt;
J. overwegende dat Oekraïne op 28 februari 2022 om toetreding tot de Europese Unie heeft verzocht; overwegende dat de Oekraïense regering er ondanks de Russische agressie en de precaire sociaal-economische situatie in geslaagd is enig succes te boeken met de lopende hervormingen ter bevordering van decentralisatie en democratisering; overwegende dat de Commissie in de aanloop naar het uitbreidingspakket dat in het najaar van 2023 wordt verwacht, een mondelinge update zal verstrekken over de evaluatie van het hervormingsproces in Oekraïne met het oog op EU-toetreding;
K. overwegende dat Oekraïne in 2008 heeft verzocht deel te nemen aan het actieplan voor lidmaatschap van de NAVO; overwegende dat de NAVO-leden in 2008 in Boekarest zijn overeengekomen dat Oekraïne in principe lid kan worden van de NAVO; overwegende dat Oekraïne op 30 september 2022 formeel om toetreding tot de NAVO heeft verzocht; overwegende dat de Noord-Atlantische Raad op 19 april 2023 heeft gepleit voor uiteindelijk NAVO-lidmaatschap van Oekraïne, voorafgegaan door tussentijdse stappen ter verbetering van de samenwerking en het vermogen van Oekraïne om zich op de lange termijn te verdedigen;
1. spreekt nogmaals zijn afkeuring uit over de aanhoudende aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne, alsook over de betrokkenheid van Belarus bij deze oorlog, en eist andermaal dat Rusland onmiddellijk alle militaire activiteiten in Oekraïne beëindigt en alle strijdkrachten en al het militair materieel onvoorwaardelijk terugtrekt van het gehele internationaal erkende grondgebied van Oekraïne;
2. verklaart zich onverminderd solidair met het volk van Oekraïne, steunt de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne binnen zijn internationaal erkende grenzen ten volle, en benadrukt dat deze oorlog een ernstige schending van het internationaal recht vormt;
3. veroordeelt de Russische Federatie in de krachtigste bewoordingen voor de vernieling en de daaruit voortvloeiende doorbraak van de dam van Nova Kachovka in het door Rusland bezette gebied in Zuid-Oekraïne, waarbij een door de mens veroorzaakte ramp als oorlogswapen werd gebruikt; benadrukt dat deze gruwelijke daad van agressie van Rusland neerkomt op ecocide, aangezien de gevolgen ervan reeds wijzen op massale beschadiging en vernietiging van ecosystemen;
4. benadrukt dat de verwoesting van de dam door Rusland een duidelijke aanval op kritieke civiele infrastructuur is en dus neerkomt op een oorlogsmisdaad; herinnert eraan dat het internationaal recht voorschrijft dat installaties die gevaarlijke krachten bevatten speciale bescherming moeten krijgen, juist omdat de vernietiging ervan ernstige schade kan toebrengen aan de burgerbevolking;
5. veroordeelt voorts de aanhoudende beschietingen van Cherson door Russische troepen, die ook reddingswerkers en evacuatiecentra onder vuur nemen en de humanitaire evacuatie-inspanningen ernstig in gevaar brengen;
6. is ingenomen met de snelle reactie van de Commissie via haar mechanisme voor civiele bescherming; verzoekt de Commissie, de lidstaten en de bredere internationale gemeenschap in reactie op de ramp onmiddellijke humanitaire hulp te bieden, met inbegrip van onderdak, voedsel en veilig drinkwater, en gerichte langdurige bijstand te verlenen om de ecologische gevolgen op lange termijn zoveel mogelijk te beperken; verzoekt de Commissie en de lidstaten daarnaast alles in het werk te stellen om Oekraïne te beschermen tegen verdere ecocide door de Russische Federatie;
7. geeft uiting aan zijn aanhoudende bezorgdheid over de situatie in de kerncentrale van Zaporizja; eist onmiddellijke toegang van het IAEA-personeel tot de relevante faciliteiten in de kerncentrale van Zaporizja zodat zij kunnen onderzoeken waar de verschillen in het waterpeil van het Kachovka-reservoir vandaan komen; steunt de inspanningen om de aanwezigheid van de IAEA in de kerncentrale van Zaporizja te handhaven met het doel Oekraïne te ondersteunen en een beschermingszone voor nucleaire veiligheid en beveiliging rond deze kerncentrale in te stellen; benadrukt hoe belangrijk het is het internationale kader voor de bescherming van voor vreedzame doeleinden gebruikte nucleaire installaties, ook in gewapende conflicten, te versterken;
8. herhaalt zijn diepe bezorgdheid over de bredere milieueffecten van het conflict op lange termijn; herinnert aan en veroordeelt de eerdere Russische ecocide tegen de flora en fauna van Oekraïne door middel van militaire acties, waaronder de kap van Oekraïense bossen, de ontginning van grote gebieden en de vergiftiging van lucht en water;
9. herhaalt dat de Russische Federatie ter verantwoording moet worden geroepen voor de misdaden die zij in Oekraïne blijft begaan en Oekraïne moet vergoeden voor de kosten van zijn duurzame wederopbouw op lange termijn; dringt erop aan dat de verantwoordelijke regeringsfunctionarissen en militaire leiders en andere personen die zich schuldig maken aan oorlogsmisdaden ter verantwoording worden geroepen; spreekt nogmaals zijn volledige steun uit voor de werkzaamheden van het Internationaal Strafhof, dat ernaar streeft een einde te maken aan de straffeloosheid wat betreft de meest ernstige misdrijven van internationaal belang;
10. spreekt andermaal zijn steun uit voor de aanbeveling van de Algemene Vergadering van de VN om een internationaal schaderegister op te zetten waarin bewijsmateriaal wordt opgenomen voor schade, verlies of letsel van natuurlijke en rechtspersonen en voor de wijdverbreide, langdurige en ernstige schade die Rusland heeft toegebracht aan het leefmilieu en het klimaat, met inbegrip van bewijs van ecocide door Rusland, en om het verzamelen van bewijsmateriaal te bevorderen en te coördineren;
11. benadrukt dat niet alleen moet worden overgegaan tot herstel van wat in Oekraïne is vernield, maar ook tot wederopbouw op basis van een visie voor een schoon, duurzaam en op hernieuwbare energie overgeschakeld Oekraïne, in overeenstemming met de doelstellingen van de Europese Green Deal; is in dit verband ingenomen met de reeds lopende inspanningen voor duurzame wederopbouw in de bevrijde gebieden van het land;
12. benadrukt dat Oekraïne, om zijn wederopbouw duurzaam, efficiënt en doeltreffend te maken, moet zorgen voor transparantie van de uitgaven; wijst in dit verband op de belangrijke rol van het maatschappelijk middenveld, de lokale autoriteiten en de sociale partners bij het algehele herstel en de wederopbouw van Oekraïne, zowel bij de voorbereiding nu als bij de uitvoering na afloop van de oorlog; benadrukt dat de participatie van deze actoren bijdraagt tot transparantie en billijkheid;
13. benadrukt dat de sociale dialoog moet worden hervat voor een duurzaam sociaal en economisch herstel van Oekraïne; merkt op dat de sociale dialoog is verankerd in de IAO-verdragen en in de associatieovereenkomst tussen de EU en Oekraïne;
14. verzoekt de Commissie door te gaan met het mobiliseren van internationale partners en het verzamelen van internationale middelen voor de wederopbouw van Oekraïne, door nauw samen te werken met lokale overheden en de centrale regering van Oekraïne, en tegelijkertijd aan te dringen op ambitieuze democratische en institutionele hervormingen op gebieden als mediavrijheid, de rechtsstaat, corruptiebestrijding en decentralisatie; pleit er opnieuw voor te overwegen de bevroren tegoeden van aan sancties onderworpen Russen en de Centrale Bank van de Russische Federatie te gebruiken voor de wederopbouw van Oekraïne;
15. verzoekt de Commissie en de lidstaten een inclusieve en genderbewuste benadering te volgen in hun plannen voor een duurzame wederopbouw van Oekraïne, die moeten worden geschraagd door de beginselen van de Green Deal van de EU en moeten worden opgesteld in samenwerking met de Oekraïense regering en het Oekraïense maatschappelijk middenveld; merkt op dat een dergelijke benadering ervoor zou zorgen dat bij de financiering van projecten voor wederopbouw rekening wordt gehouden met de behoeften van vrouwen, personen met een handicap, ouderen, minderheden en de lhbtq+- gemeenschap;
16. Verzoekt de Commissie en Oekraïne zich ook voor te bereiden op de aanzienlijke (mentale) zorgbehoeften waarvan na de oorlog sprake zal zijn in de voormalige bezette regio’s, met name onder degenen die werden vastgehouden, gemarteld, verkracht of anderszins mishandeld door de Russische bezettingsmacht, ook op de Krim; eist in dit verband dat Rusland alle politieke gevangenen in de bezette gebieden van Oekraïne onmiddellijk vrijlaat;
17. prijst Oekraïne voor de vooruitgang die het land heeft geboekt met zijn hervormingen naar aanleiding van het besluit van de Raad tot toekenning van de status van kandidaat-lidstaat, in overeenstemming met artikel 49 VEU en als het begin van een proces op basis van verdienste; verzoekt Oekraïne de nodige hervormingen te blijven doorvoeren, met name op het gebied van de rechtsstaat, democratie, fundamentele vrijheden, mensenrechten en corruptiebestrijding, in de aanloop naar het uitbreidingspakket van de Commissie dat in het najaar bekend zal worden gemaakt;
18. verzoekt de Commissie en de lidstaten interne structuren te blijven voorbereiden en tegelijkertijd aanvullende middelen en meer technische bijstand en politieke steun te verstrekken, om op zinvolle wijze met Oekraïne samen te werken in het EU-toetredingsproces en de integratie van het land te bevorderen;
19. kijkt uit naar de mondelinge update van de Commissie over de uitvoering van de zeven vereiste hervormingen en naar het uitbreidingspakket dat dit najaar wordt verwacht;
20. verzoekt de lidstaten de politieke wil te tonen om het uitbreidingsproces nieuw leven in te blazen en hun beloften na te komen door concrete, positieve stappen te zetten in het toetredingsproces van landen die lid willen worden van de Unie en die het verdienen deel uit te maken van de Europese familie;
21. benadrukt dat er geen alternatieven voor het toetredingsproces mogen zijn, aangezien dergelijke alternatieven het streven van de EU naar uitbreiding en de legitieme aspiraties van landen die lid van de Unie willen worden, kunnen ondermijnen;
22. benadrukt dat elke Europese democratie het recht heeft haar bondgenootschappen te kiezen; merkt op dat Oekraïne het NAVO-lidmaatschap heeft aangevraagd en dat de NAVO-leden het er sinds 2008 in beginsel over eens zijn dat Oekraïne lid zou kunnen worden van de NAVO; onderstreept dat de Noord-Atlantische Raad van de NAVO geen onmiddellijk lidmaatschap verwacht vanwege het aanhoudende gewapende conflict als gevolg van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne; benadrukt dat er voorbereidingen moeten worden getroffen voor een versnelde procedure na de oorlog, indien beide partijen het daarover eens zijn;
23. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de president, de regering en de Oekraïense Verchovna Rada, alsook aan de president, de regering en het parlement van de Russische Federatie.
- [1] PB L 161 van 29.5.2014, blz. 3.