Ontwerpresolutie - B9-0275/2023Ontwerpresolutie
B9-0275/2023

ONTWERPRESOLUTIE over de duurzame wederopbouw en integratie van Oekraïne in de Euro‑Atlantische gemeenschap

12.6.2023 - (2023/2739(RSP))

naar aanleiding van verklaringen van de Raad en de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 132, lid 2, van het Reglement

Michael Gahler, Andrius Kubilius, Rasa Juknevičienė, Željana Zovko, David McAllister, Vangelis Meimarakis, Siegfried Mureşan, Jerzy Buzek, Isabel Wiseler‑Lima, Traian Băsescu, Vladimír Bilčík, Gheorghe Falcă, Tomasz Frankowski, Sunčana Glavak, Andrzej Halicki, Sandra Kalniete, Andrey Kovatchev, David Lega, Miriam Lexmann, Antonio López‑Istúriz White, Elżbieta Katarzyna Łukacijewska, Aušra Maldeikienė, Lukas Mandl, Liudas Mažylis, Dace Melbārde, Gheorghe‑Vlad Nistor, Janina Ochojska, Radosław Sikorski, Michaela Šojdrová, Eugen Tomac, Inese Vaidere, Tom Vandenkendelaere, Tomáš Zdechovský, Milan Zver,
namens de PPE-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B9-0270/2023

Procedure : 2023/2739(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B9-0275/2023
Ingediende teksten :
B9-0275/2023
Debatten :
Aangenomen teksten :

B9‑0275/2023

Resolutie van het Europees Parlement over de duurzame wederopbouw en integratie van Oekraïne in de Euro-Atlantische gemeenschap

(2023/2739(RSP))

Het Europees Parlement,

 gezien zijn eerdere resoluties over Oekraïne en Rusland, met name de resoluties die zijn aangenomen sinds de escalatie van de oorlog van Rusland tegen Oekraïne in februari 2022,

 gezien de verklaring van de NAVO-top in Boekarest van 3 april 2008,

 gezien de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds[1], die in 2014 werd ondertekend, en de diepe en brede vrijhandelsruimte tussen de EU en Oekraïne die daar een onderdeel van vormt,

 gezien het verzoek van Oekraïne om toetreding tot de EU van 28 februari 2022 en de toekenning van de status van kandidaat-lidstaat aan Oekraïne door de Europese Raad op 23 juni 2022, gebaseerd op een positief advies van de Commissie en in overeenstemming met hetgeen het Europees Parlement hierover heeft verklaard,

 gezien de toespraak van president Volodymyr Zelensky van Oekraïne tijdens zijn bezoek aan het Parlement op 9 februari 2023,

 gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,

A. overwegende dat de bondgenoten naar aanleiding van de NAVO-top in Boekarest hebben verklaard verheugd te zijn over de Euro-Atlantische aspiraties van Oekraïne en ermee hebben ingestemd dat het land lid zou worden van de NAVO;

B. overwegende dat Rusland sinds 24 februari 2022 een illegale, niet-uitgelokte en niet‑gerechtvaardigde grootschalige aanvalsoorlog tegen Oekraïne voert; overwegende dat deze aanvalsoorlog een grove en flagrante schending van het VN-Handvest en van de fundamentele beginselen van het internationaal recht vormt; overwegende dat Oekraïne al sinds het uitbreken van protesten in november 2013 tegen het besluit van de toenmalige president om de ondertekening van de associatieovereenkomst tussen de EU en Oekraïne op te schorten, gebukt gaat onder Russische agressie; overwegende dat het optreden van Rusland in Oekraïne in de afgelopen 16 maanden een bedreiging blijft vormen voor de vrede en veiligheid in Europa en de rest van de wereld;

C. overwegende dat Oekraïne inmiddels erkend wordt als kandidaat voor lidmaatschap van de EU en dat het land van de EU op alle gebieden massale steun heeft ontvangen, waaronder militaire steun van een ongekende omvang; overwegende dat de EU, haar lidstaten en de Europese financiële instellingen sinds februari 2022 steun hebben toegezegd voor een totaalbedrag van ten minste 70 miljard EUR, onder meer in de vorm van militaire steun;

D. overwegende dat de Russische aanvalsoorlog het grootste militaire conflict op het Europese continent is sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog, en een illustratie vormt van het toenemende spanningsveld tussen autoritarisme en democratie;

E. overwegende dat bij elke uitbreidingsronde van de NAVO het beginsel werd gevolgd dat een eventuele uitbreiding veiligheidsvoordelen moet opleveren voor de bestaande bondgenoten; overwegende dat een serieuze discussie over NAVO-lidmaatschap van Oekraïne tot nu toe werd ontmoedigd door de Russische dreiging met een militaire reactie; overwegende dat het Handvest van Parijs, het Memorandum van Boedapest, het Vriendschaps-, samenwerkings- en partnerschapsverdrag tussen Oekraïne en de Russische Federatie van 1997 en het uitblijven van een besluit over het lidmaatschap van Oekraïne tijdens de NAVO-top van Boekarest in 2008, de Russische agressie tegen Oekraïne niet hebben voorkomen;

F. overwegende dat als er tussen Rusland en het Westen wat veiligheid betreft een grijze zone in stand wordt gehouden van de omvang van Oekraïne, dit een voortdurende verleiding zou vormen voor een niet-hervormd revisionistisch Rusland, vergelijkbaar met het voorstel voor een verenigd neutraal Duitsland tussen de NAVO-landen en het Oostblok dat in 1952 door Stalin op tafel werd gelegd;

G. overwegende dat tijdens de komende NAVO-top in Vilnius in juli zal moeten worden ingegaan op de vraag hoe gevolg kan worden gegeven aan de verklaring van 2008 in Boekarest waarin steun voor lidmaatschap van Oekraïne werd betuigd, rekening houdend met de aanhoudende Russische agressie en de beste manieren om na afloop van de oorlog een herhaling van een dergelijke agressie te voorkomen;

H. overwegende dat op 26 januari 2023 het multi-institutioneel donorcoördinatieplatform voor Oekraïne is opgestart, in het kader waarvan hooggeplaatste ambtenaren uit Oekraïne, de EU, de landen van de G7 en internationale financiële instellingen, zoals de Europese Investeringsbank, de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling, het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank, bijeen worden gebracht; overwegende dat het platform als katalysator moet dienen voor het mobiliseren van de internationale toezeggingen die nodig zijn om tegemoet te komen aan de behoeften van Oekraïne en voor het stimuleren van nauwere coördinatie om in te spelen op de behoeften op het terrein;

I. overwegende dat uit de snelle schade- en behoeftenevaluatie (Rapid Damage and Needs Assessment[2]) die één jaar na het begin van de grootschalige invasie werd uitgevoerd, blijkt dat de kosten van de directe schade aan gebouwen en infrastructuur in Oekraïne inmiddels zijn opgelopen tot meer dan 135 miljard USD, waarbij huisvesting, vervoer, energie, handel en industrie de zwaarst getroffen sectoren zijn; overwegende dat deze schade zich concentreert in de oblasten aan de frontlinie; overwegende dat de kosten van wederopbouw en herstel worden geraamd op 411 miljard USD;

J. overwegende dat er in 2022 in Lugano, Berlijn en Parijs verscheidene conferenties voor het herstel van Oekraïne hebben plaatsgevonden en dat een volgende conferentie in juli 2023 in Londen wordt gehouden, in het kader waarvan de Oekraïense autoriteiten worden samengebracht met aspirant-donoren, internationale organisaties en landen die Oekraïne steunen om de details uit te werken van de bijstand die zal worden geboden voor het herstel van het land; overwegende dat de Oekraïense regering een nationaal herstelprogramma heeft gepresenteerd, dat als blauwdruk moet dienen voor de toekomstige wederopbouw; overwegende dat tijdens de komende conferentie in Londen het “Ukraine Business Compact 2023” zal worden gepresenteerd en dat toonaangevende internationale ondernemingen in dit verband een platform zullen krijgen om hun steun te laten blijken voor het herstel van Oekraïne en het streven van het land om te moderniseren, een veerkrachtige en wendbare economie tot stand te brengen en uit de oorlog te komen als een sterkere en welvarendere staat;

K. overwegende dat de dam in Nova Kachovka, gelegen aan de rivier de Dnipro in een door Rusland bezet en gecontroleerd gebied in de oblast Cherson in het zuiden van Oekraïne, op 6 juni 2023 opzettelijk is opgeblazen in een daad van terrorisme; overwegende dat men weet dat er mijnen waren aangebracht in de dam; overwegende dat door de ontploffing een reusachtige breuk in de dam is ontstaan waardoor het water de vrije loop kreeg en stroomafwaarts in de richting van Cherson stroomde; overwegende dat door de breuk in de dam duizenden lokale inwoners noodgedwongen zijn geëvacueerd, infrastructuur, woningen en wilde fauna en flora zijn vernield en watervoorraden zijn verontreinigd door industriële chemicaliën en olie die uit de waterkrachtcentrale zijn gelekt, en dat er ook landmijnen zijn aangespoeld die levensbedreigend zijn voor reddingswerkers en geëvacueerden; overwegende dat door het leeglopen van het reservoir van de dam een gebied van 584 000 hectare land, een productieareaal waarop vóór de oorlog ongeveer 4 miljoen ton aan graan en oliegewassen werd geoogst, niet langer kan worden geïrrigeerd; overwegende dat dit enorme reservoir water levert aan stroomopwaarts gelegen gemeenschappen en ook koelwater leverde voor de kerncentrale in Zaporizja;

1. verklaart zich nogmaals onverminderd solidair met het volk en de leiders van Oekraïne en spreekt nogmaals zijn steun uit voor de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne binnen de internationaal erkende grenzen van het land;

2. spreekt nogmaals in de sterkste bewoordingen zijn veroordeling uit over de illegale, niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne, alsook over de betrokkenheid van het regime in Belarus bij deze oorlog; eist dat Rusland en de aan Rusland gelieerde troepen alle militaire acties staken, met name hun aanvallen op woongebieden en civiele infrastructuur, en dat Rusland alle strijdkrachten, gelieerde troepen en militaire uitrusting uit het gehele internationaal erkende grondgebied van Oekraïne terugtrekt, een eind maakt aan de gedwongen deportaties van Oekraïense burgers en alle gevangengenomen Oekraïners vrijlaat;

3. onderstreept dat het winnen van de oorlog tegen Rusland het belangrijkste doel van Oekraïne is, hetgeen inhoudt dat alle troepen, gelieerde groeperingen en bondgenoten van Rusland uit het internationaal erkende grondgebied van Oekraïne worden verdreven; is van mening dat dit doel alleen kan worden bereikt als de leveringen van alle soorten wapens aan Oekraïne, zonder uitzondering, blijvend worden voortgezet en gestaag worden opgevoerd;

4. veroordeelt de Russische Federatie voor de opzettelijke vernieling van de dam in Nova Kachovka, die een milieu- en humanitaire ramp heeft veroorzaakt en tevens neerkomt op een schending van het internationaal recht, met name het internationaal humanitair recht; herinnert eraan dat aanvallen op kritieke civiele infrastructuur als oorlogsmisdaden kunnen worden beschouwd; herhaalt dat al degenen die verantwoordelijk zijn voor dergelijke oorlogsmisdaden, met inbegrip van de verwoesting van de dam, ter verantwoording zullen worden geroepen in overeenstemming met het internationaal recht; verzoekt de Commissie en de internationale partners van Oekraïne alle essentiële bijstand te verlenen die dringend noodzakelijk is in het overstroomde gebied, met name uitrusting en machines voor hulpverlening, drinkwater en voedsel; is ingenomen met de snelle activering van het EU-mechanisme voor civiele bescherming; merkt verontrust op dat de vernieling van de dam in Nova Kachovka ook de veiligheid van de kerncentrale van Zaporizja in gevaar kan brengen, waardoor een stralingsongeval in Europa een reële ernstige bedreiging kan worden;

5. is er voorstander van dat er een bijzondere internationale waarnemingsmissie wordt ingesteld om de milieugevolgen van de Russische agressie tegen Oekraïne in kaart te brengen, zodat de basis wordt gelegd om van Rusland specifieke compensatie te verkrijgen;

6. benadrukt nogmaals zijn steun voor het verzoek van Oekraïne om tot de EU toe te treden; pleit voor een innovatieve, complementaire en flexibele interactie tussen de lopende werkzaamheden in verband met de uitvoering van de associatieovereenkomst en de toetredingsonderhandelingen, opdat Oekraïne geleidelijk wordt geïntegreerd in de eengemaakte markt en de sectorale programma’s van de EU en tevens toegang krijgt tot EU-middelen op de respectieve gebieden, zodat de Oekraïense bevolking reeds tijdens dit proces en niet pas na afronding ervan de vruchten van toetreding kan plukken;

7. spreekt in dit verband nogmaals zijn steun uit voor het besluit van de Europese Raad om Oekraïne de status van kandidaat-lidstaat van de EU toe te kennen; verwacht een positieve aanbeveling van de Europese Commissie na de succesvolle uitvoering van de zeven stappen uit het advies van de Commissie over het verzoek van Oekraïne om toetreding tot de EU[3], waardoor de toetredingsonderhandelingen nog dit jaar van start zouden kunnen gaan en er binnen hetzelfde tijdsbestek een Intergouvernementele Conferentie kan worden gehouden; wijst nogmaals op het belang van het opstarten van de toetredingsonderhandelingen als leidraad voor Oekraïne, als garantie om het Oekraïense proces van integratie in de EU stevig op koers te houden en als een manier om het momentum van dit proces vast te houden; is van mening dat het EU-lidmaatschap van Oekraïne geostrategisch gezien ten goede zou komen aan de positie van een verenigd en sterk Europa en blijk zou geven van leiderschap, vastberadenheid en visie; herinnert eraan dat een succesvolle integratie van Oekraïne in de EU ook een aanzienlijk overloopeffect in Rusland kan hebben dat mogelijk de weg vrijmaakt voor een democratisch traject van hervormingen;

8. benadrukt dat toetreding tot de EU onderworpen is aan artikel 49 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, waarbij de in dit kader geldende procedures gevolgd moeten worden en aan de voor het lidmaatschap geldende criteria moet worden voldaan, met name de zogeheten criteria van Kopenhagen voor EU-lidmaatschap, en benadrukt dat het hierbij gaat om een op verdiensten gebaseerd proces, in het kader waarvan bepaalde belangrijke hervormingen moeten worden vastgesteld en doorgevoerd, met name op het gebied van democratie, de rechtsstaat, de mensenrechten, de markteconomie en de tenuitvoerlegging van het EU-acquis;

9. benadrukt dat ontmijning en het opruimen van niet-geëxplodeerde oorlogsmunitie (UXO) noodzakelijke voorwaarden zijn voor de wederopbouw van Oekraïne, met inbegrip van de heropstart van de landbouwproductie, die van vitaal belang is voor de economie van het land en voor de regionale en mondiale voedselzekerheid; benadrukt dat er in dit verband doeltreffende studies nodig zijn om in kaart te brengen welke gebieden aangetast zijn; herinnert eraan dat een derde van het Oekraïense grondgebied momenteel is aangetast door mijnen en UXO; benadrukt dat de huidige ontmijnings- en opruimingsinspanningen als gevolg van het aanhoudende conflict niet volstaan om aan de vraag naar deze activiteiten te voldoen; benadrukt dat er versneld werk moet worden gemaakt van ontmijning en het opruimen van UXO om bijstand van de vereiste omvang te kunnen verlenen in de delen van het land die het zwaarst zijn getroffen door de Russische agressie; beklemtoont dat het gebrek aan personeel moet worden aangepakt door te investeren in de aanwerving en opleiding van ontmijningspersoneel; benadrukt dat voor deze inspanningen alomvattende langetermijnfinanciering nodig is die ook de onmiddellijke behoeften dekt, zowel wat ontmijning in gevechtssituaties als humanitaire ontmijning betreft;

10. benadrukt dat de EU prioriteit moet geven aan de totstandbrenging van een uitgebreid herstelpakket voor Oekraïne, dat gericht moet zijn op de verlening van onmiddellijke, middellange- en langetermijnhulp en op de wederopbouw en het herstel van het land, alsook op de verlening van aanvullende steun om de groei van de economie na afloop van de oorlog te versterken; dringt erop aan dat het herstelpakket wordt ondersteund met geloofwaardige en toereikende EU-financiering die is afgestemd op de behoeften, en kijkt uit naar de voorstellen van de Commissie over de tussentijdse herziening van het huidig meerjarig financieel kader en over de financiering van de inspanningen voor de wederopbouw van Oekraïne in de komende jaren via de RebuildUkraine-faciliteit, zodra deze is opgezet; herinnert eraan dat een van de onmiddellijke behoeften de wederopbouw van kritieke infrastructuur is, zoals watervoorzieningen en elektriciteitsnetten, scholen en ziekenhuizen in de zwaarst getroffen regio’s;

11. benadrukt dat het belangrijk is het herstelpakket voor Oekraïne te koppelen aan de voorbereidingen van het land in verband met toetreding tot de EU en de lopende binnenlandse hervormingen; herhaalt dat beschadigde infrastructuur en industriële capaciteit moeten worden hersteld in overeenstemming met het beginsel “betere wederopbouw”, dat gericht is op de bevordering van een koolstofvrije en digitale economie;

12. wijst op het belang van een goede uitvoeringsstructuur ter plaatse waarmee het mogelijk is grootschalige wederopbouwprojecten op lange termijn te beheren; benadrukt dat er voldoende Oekraïense administratieve capaciteit moet zijn en dat er ter plaatse internationale deskundigen, met name uit de EU, aanwezig moeten zijn om wederopbouwprojecten te beheren;

13. wijst op de ongekende omvang van de toekomstige wederopbouwinspanningen en het bedrag aan financiering dat daarvoor nodig zal zijn; herinnert eraan dat het noodzakelijk is strikte conditionaliteit en duidelijke besluitvormings-, aanbestedings- en gunningsprocedures toe te passen; beklemtoont het belang van een transparante governancestructuur, verantwoordingsplicht, goed financieel beheer en een doeltreffend toezichtmechanisme; beveelt aan om inspiratie te putten uit de succesverhalen van specifieke wederopbouwagentschappen die in het verleden wederopbouwinspanningen hebben gestroomlijnd en gecoördineerd, zoals het Europees Bureau voor wederopbouw in het geval van de Westelijke Balkan;

14. herinnert eraan dat het herstelpakket gezamenlijk beheerd moet worden door de EU, internationale financiële instellingen en gelijkgestemde partners, met intensieve betrokkenheid van de G7; is ingenomen met de oprichting van het multi-institutioneel donorcoördinatieplatform voor Oekraïne als instrument voor internationale samenwerking en coördinatie ter ondersteuning van de wederopbouwinspanningen; beklemtoont dat het Europees Parlement hier als waarnemer bij betrokken moet worden; benadrukt het belang van een goede coördinatie en taakverdeling tussen donoren en Oekraïne; beklemtoont dat moet worden gezorgd voor volledige Oekraïense zeggenschap over het wederopbouwproces, met nauwe betrokkenheid van maatschappelijke organisaties en lokale overheden;

15. beveelt ten zeerste aan dat vertegenwoordigers op het gebied van lokale autonomie in Oekraïne een belangrijke rol krijgen bij het ontwerpen van herstelmaatregelen; pleit ervoor dat er een duidelijk en transparant mechanisme wordt ingesteld om de betrokkenheid van het Oekraïense maatschappelijk middenveld bij belangrijke besluitvormingsprocessen te bevorderen, en roept op tot voortzetting van de steun aan het maatschappelijk middenveld;

16. verzoekt de Oekraïense regering om te blijven werken aan de versterking van de lokale autonomie, een hervorming die nationaal en internationaal zeer positief is ontvangen, en het succes van deze decentralisatiehervorming te verankeren in de algehele opzet van het wederopbouw-, herstel- en reconstructieproces in Oekraïne;

17. beklemtoont dat het belangrijk is dat in het kader van de wederopbouw ook aan bepaalde voorwaarden inzake milieu en transparantie wordt voldaan; vindt het zeer belangrijk dat de meest relevante milieuhervormingen worden doorgevoerd en dat er bij de wederopbouw van Oekraïne wordt voorzien in doeltreffende waarborgen voor de bescherming van het milieu; benadrukt dat het noodzakelijk is om voor toekomstige wederopbouwprojecten gebruik te maken van milieueffectbeoordelingen; wijst op het controversiële project rond het skioord Svydovets, waarbij ongeveer 1 500 hectare primaire en oerbossen in de bergketen van de Karpaten zou worden vernietigd;

18. waarschuwt voor het gebruik van de komende wederopbouwinspanningen om de wetgeving zodanig te wijzigen dat bepaalde gevestigde belangen worden gediend, ten koste van een gelijk speelveld en transparantie, zoals in het geval van wetsontwerp nr. 5655 inzake stadsontwikkelingsprojecten;

19. verzoekt de Commissie een effectbeoordeling uit te voeren om na te gaan hoe de sancties de Russische oorlogvoering hebben belemmerd en onderzoek te doen naar de omzeiling van sancties; herinnert eraan dat schending van de beperkende maatregelen is toegevoegd aan de EU-lijst van strafbare feiten;

20. dringt er bij de EU, de lidstaten en hun bondgenoten op aan de doeltreffendheid van de reeds opgelegde sancties te vergroten, onverwijld maatregelen te nemen om elke poging om de bestaande sancties te omzeilen te dwarsbomen, en te werken aan een aanvullend sanctiemechanisme waarmee eventuele mazen kunnen worden gedicht; veroordeelt de landen die Rusland helpen om de effecten van de opgelegde sancties te ontlopen en dringt er bij de EU op aan bedrijven, verenigingen en personen die bijdragen aan de omzeiling van sancties zonder uitzondering te vervolgen;

21. verzoekt de Commissie samen te werken met de Raad en het Parlement, in hun hoedanigheid van medewetgevers, om de wettelijke regeling te voltooien om Russische tegoeden die door de EU zijn bevroren te kunnen confisqueren, met inbegrip van die van de Russische centrale bank, en te kunnen gebruiken om de diverse gevolgen van de Russische agressie tegen Oekraïne aan te pakken, met inbegrip van de wederopbouw van het land en schadeloosstelling van de slachtoffers; is vast van mening dat Rusland na afloop van de oorlog moet worden verplicht herstelbetalingen te doen om ervoor te zorgen dat het land een substantiële bijdrage levert aan de wederopbouw van Oekraïne;

22. herinnert aan de risico’s die het kan inhouden als we Oekraïne laten wegkwijnen in een grijze zone wat veiligheid betreft, aangezien Rusland dit als een uitnodiging zou beschouwen om de vijandelijkheden op lange termijn te handhaven; is er stellig van overtuigd dat NAVO-lidmaatschap van Oekraïne niet alleen een veiligheidsvacuüm zou voorkomen, maar ook verschillende mogelijkheden zou bieden, onder meer om de militaire vermogens van de NAVO te versterken, waarbij de gevechtservaring van de met Westerse middelen uitgeruste Oekraïense strijdkrachten een aanzienlijke militaire meerwaarde zou bieden voor de NAVO; is ook van mening dat dit het Westen collectief zou verenigen rond een bredere agenda voor het waarborgen van duurzame vrede op het Europese continent, aangezien de zone van stabiele, niet-agressieve democratieën verder zou worden uitgebreid naar het oosten; is van mening dat dit zou kunnen dienen om eventuele agressieve wraakacties van Rusland in de toekomst te voorkomen en een einde te maken aan het Russische neo-imperiale expansionisme, waardoor de discussie over fundamentele beleidswijzigingen binnen Rusland kan worden bevorderd;

23. is van mening dat een uitnodiging aan Oekraïne om lid te worden van de NAVO het krachtigst mogelijke signaal zou afgeven, waardoor Poetin en de meest fervente imperiale haviken in Rusland eindelijk zouden beseffen dat Oekraïne niet langer binnen hun bereik ligt; benadrukt dat stabiliteit op lange termijn van cruciaal belang is om duurzame vrede tot stand te brengen en toekomstige oorlogen in Europa te voorkomen, en dat dit afhangt van de vraag of de imperiale droom van Poetin op het slagveld aan diggelen wordt geslagen en wordt voorkomen dat deze droom in de toekomst opnieuw zou opduiken, en ook afhangt van het herstel van de democratie in een Rusland na Poetin; beklemtoont dat toekomstig NAVO-lidmaatschap voor Oekraïne niet alleen gaat over het vergroten en waarborgen van de veiligheid van Oekraïne, maar ook over het helpen van Russen om zich niet opnieuw over te geven aan imperiale nostalgie, en dat dit de reden is waarom de Russische oppositie Oekraïne steunt bij het kiezen van zijn eigen weg;

24. verwacht dat de komende topontmoetingen in Vilnius en Washington het pad zullen effenen voor een uitnodiging aan Oekraïne om toe te treden tot de NAVO en dat het toetredingsproces na afloop van de oorlog van start zal gaan en zo spoedig mogelijk zal worden afgerond, hetgeen de NAVO zou versterken en een verdere stap in de richting van duurzame vrede in Europa zou zijn;

25. herinnert aan de uitdaging die ons nog te wachten staat om het lijden van Oekraïense oorlogsveteranen en de andere slachtoffers van de grootschalige invasie van Rusland aan te pakken, van wie velen na afloop van de oorlog moeite zullen hebben om zich weer volledig in het maatschappelijke leven te integreren; herhaalt dat velen van hen psychologische en medische revalidatie- en re-integratiebijstand op lange termijn nodig zullen hebben; verzoekt de Raad en de Commissie voort te bouwen op de solidariteit die burgers, ingezetenen en lidstaten van de EU hebben getoond bij de opvang van Oekraïense vluchtelingen, en te onderzoeken hoe Oekraïne kan worden geholpen om iets te doen aan het menselijk lijden van veteranen en andere slachtoffers;

26. adviseert Oekraïne om de verkiezingscyclus niet te versnellen, geen verkiezingen te combineren en geen overhaaste wijzigingen in zijn kieswetgeving door te voeren; is tegen de achtergrond van de oorlog en de huidige verstoringen van het normale politieke leven in Oekraïne van mening dat alle besluiten die kunnen worden opgevat als een begunstiging van een bepaalde politieke kracht in het land contraproductief zouden zijn;

27. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, en de president, de regering en de Verchovna Rada van Oekraïne.

Laatst bijgewerkt op: 14 juni 2023
Juridische mededeling - Privacybeleid