ONTWERPRESOLUTIE over standaardafmetingen voor handbagage
26.9.2023 - (2023/2774(RSP))
Dolors Montserrat
namens de Commissie verzoekschriften
B9‑0391/2023
Resolutie van het Europees Parlement over standaardafmetingen voor handbagage
Het Europees Parlement,
– gezien de artikelen 24 en 227 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien artikel 91 en artikel 100, lid 2, van het Verdrag betreffende werking van de Europese Unie,
– gezien Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap[1],
– gezien de regels inzake bagage van passagiers van de Internationale Luchtvaartorganisatie (IATA),
– gezien het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) van 18 september 2014 in zaak C-487/12[2] (hierna “het arrest van het HvJ-EU in zaak C‑487/12”),
– gezien verzoekschrift nr. 0837/2019,
– gezien artikel 227, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat luchtvaartmaatschappijen afzonderlijk de regels vaststellen voor het aantal stuks en de afmetingen van de handbagage van reizigers en de eventuele kosten die hierop van toepassing zijn;
B. overwegende dat de eisen met betrekking tot de afmetingen, het gewicht en de aard van de handbagage en ingecheckte bagage per luchtvaartmaatschappij verschillen; overwegende dat de afmetingen van de bagage ook afhangt van het vliegtuigmodel en de configuraties ervan;
C. overwegende dat Verordening (EG) nr. 889/2002[3], die uitvoering geeft aan het Verdrag van Montreal van 1999, alleen bepalingen bevat over de aansprakelijkheid voor schade aan bagage of verlies en vertraging, en niet over de afmetingen van bagage;
D. overwegende dat alle luchtvaartmaatschappijen ten minste gemeenschappelijke minimumafmetingen voor handbagage zouden moeten hebben;
E. overwegende dat in de mededeling van de Commissie van 9 december 2020 getiteld “Strategie voor duurzame en slimme mobiliteit – Het Europees vervoer op het juiste spoor naar de toekomst” (COM (2020) 0789) acties zijn opgenomen om Verordening (EG) nr. 1008/2008 te herzien, evenals het regelgevingskader inzake passagiersrechten en de gedragscode voor geautomatiseerde boekingssystemen;
1. spreekt nogmaals zijn steun uit voor de voltooiing van de EU-wetgeving inzake de rechten van luchtvaartpassagiers, met als doel de beschermingsnormen voor en informatieverstrekking aan passagiers te verhogen, hun rechten te versterken en ervoor te zorgen dat luchtvaartmaatschappijen onder geharmoniseerde voorwaarden actief zijn op een geliberaliseerde markt, waardoor de reisbeleving wordt verbeterd;
2. herinnert eraan dat, in overeenstemming met het arrest van het HvJ-EU in zaak C‑487/12[4], handbagage (d.w.z. niet-ingecheckte bagage) moet worden aangemerkt als een noodzakelijk onderdeel van het vervoer van passagiers, zodat voor het vervoer ervan geen toeslag in rekening mag worden gebracht, mits deze bagage aan redelijke eisen omtrent gewicht en afmetingen en de geldende veiligheidsvoorschriften voldoet; dringt er daarom bij de lidstaten op aan ervoor te zorgen dat dit arrest in acht wordt genomen en in afwachting daarvan te streven naar transparantie wat betreft de bekendmaking van eventuele vergoedingen voor handbagage, telkens wanneer informatie over de prijs en het vluchtschema van een vlucht wordt verstrekt, om de consument beter te beschermen;
3. wijst erop dat luchtvaartmaatschappijen over de hele wereld verschillende beleidslijnen en beperkingen hebben met betrekking tot de afmetingen en het gewicht van de handbagage die passagiers mee aan boord mogen nemen, wat vaak leidt tot verwarring, ongemak, een minder comfortabele reisbeleving, vertragingen en soms conflicten tussen passagiers en luchtvaartpersoneel;
4. erkent dat passagiers zich in de eerste plaats zorgen maken over de inconsistentie in het beleid met betrekking tot handbagage tussen verschillende luchtvaartmaatschappijen, wat als een onrechtmatige of oneerlijke praktijk kan worden beschouwd en een probleem is voor reizigers die vaak met verschillende luchtvaartmaatschappijen vliegen of aansluitende vluchten nemen met verschillende maatschappijen, alsook het feit dat niet alle maatschappijen de uitspraak van het HvJ-EU in zaak C-487/12 naleven;
5. merkt op dat verschillen in de regels van luchtvaartmaatschappijen inzake de afmetingen van handbagage en ingecheckte bagage en de vergoedingen die aan passagiers in rekening worden gebracht, verborgen kosten met zich meebrengen wanneer een passagier gebruikmaakt van de diensten van verschillende luchtvaartmaatschappijen of om onvoorziene of praktische redenen van luchtvaartmaatschappij moet veranderen;
6. herinnert eraan dat de “vrijheid van prijszetting” van luchtvaartmaatschappijen met betrekking tot vliegtarieven en luchttarieven, zoals erkend in artikel 22 van Verordening (EG) nr. 1008/2008, geen betrekking heeft op de prijsstelling van handbagage;
7. is van mening dat verborgen en extra kosten de mogelijkheid beperken om de aanbiedingen van verschillende luchtvaartmaatschappijen te vergelijken, waardoor de passagiers minder goed in staat zijn om met kennis van zaken een keuze te maken ten aanzien van het beste aanbod;
8. merkt op dat uit de controles ter plaatse van de afmetingen van de handbagage die worden uitgevoerd door werknemers van luchtvaartmaatschappijen, die de regels soms op discretionaire en arbitraire wijze toepassen, aantonen dat verschillende maten overbodig zijn;
9. is van mening dat een EU-brede harmonisatie van de vereisten voor de afmetingen, het gewicht en het type handbagage en ruimbagage voor alle luchtvaartmaatschappijen die in de Europese Unie actief zijn, de transparantie en consumentenbescherming voor alle luchtreizigers zou verbeteren;
10. merkt op dat ook bij het reizen met kleine huisdieren in de cabine als handbagage, de toegestane afmetingen van reistassen of dragers licht verschillen tussen de verschillende luchtvaartmaatschappijen, wat soortgelijke ongemakken veroorzaakt;
11. neemt kennis van het herzieningsproces van Verordening (EG) nr. 1008/2008;
12. moedigt de Commissie aan concrete beleidsmaatregelen voor te stellen om het arrest van het HvJEU in zaak C-487/12, volgens hetwelk voor handbagage geen prijstoeslag mag gelden, te integreren en benadrukt de noodzaak om de reikwijdte en vereisten van redelijk gewicht en redelijke afmetingen van handbagage in kaart te brengen en de complexiteit van de normen voor bagage van luchtvaartmaatschappijen aan te pakken in het kader van de herziening van Verordening (EG) nr. 1008/2008;
13. verzoekt de Commissie in haar herziening van Verordening (EG) nr. 1008/2008 voorstellen op te nemen om kwesties aan te pakken die aanleiding geven tot verborgen kosten, zoals de toewijzing van stoelen of de complexiteit van aanbiedingen van luchtvaartmaatschappijen met betrekking tot hun bagagebeleid, met als doel de samenstelling van de uiteindelijke prijs te reguleren;
14. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie en aan de Raad, alsmede aan de regeringen en de parlementen van de lidstaten.
- [1] PB L 293 van 31.10.2008, blz. 3.
- [2] Arrest van het Hof van Justitie (Vijfde kamer), 18 september 2014, Vueling Airlines SA v Instituto Galego de Consumo de la Xunta de Galicia, C-487/12, ECLI:EU:C:2014:2232.
- [3] Verordening (EG) nr. 889/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 13 mei 2002 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2027/97 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders bij ongevallen (PB L 140 van 30.5.2002, blz. 2).
- [4] https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A62012CJ0487.