Ontwerpresolutie - B9-0255/2024Ontwerpresolutie
B9-0255/2024

ONTWERPRESOLUTIE over de ondemocratische presidentsverkiezingen in Rusland en de onrechtmatige uitbreiding daarvan naar de bezette gebieden

22.4.2024 - (2024/2665(RSP))

naar aanleiding van een verklaring van de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 132, lid 2, van het Reglement

Sergey Lagodinsky, Jordi Solé, Francisco Guerreiro, Reinhard Bütikofer, Jan Ovelgönne
namens de Verts/ALE-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B9-0253/2024

Procedure : 2024/2665(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B9-0255/2024
Ingediende teksten :
B9-0255/2024
Debatten :
Aangenomen teksten :

B9‑0255/2024

Resolutie van het Europees Parlement over de ondemocratische presidentsverkiezingen in Rusland en de onrechtmatige uitbreiding daarvan naar de bezette gebieden

(2024/2665(RSP))

Het Europees Parlement,

 gezien zijn eerdere resoluties over Rusland en Oekraïne, en met name de resoluties die zijn aangenomen sinds de oorlog van Rusland tegen Oekraïne in februari 2022 is geëscaleerd,

 gezien het Handvest van de Verenigde Naties,

 gezien resolutie ES‑11/4 van de Algemene Vergadering van de VN van 12 oktober 2022, getiteld “Territorial integrity of Ukraine: defending the principles of the Charter of the United Nations” (De territoriale integriteit van Oekraïne: de verdediging van de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties) en resolutie 68/262 van de Algemene Vergadering van de VN van 27 maart 2014, getiteld “Territorial integrity of Ukraine” (De territoriale integriteit van Oekraïne),

 gezien het verslag van de speciale VN-rapporteur voor de mensenrechtensituatie in de Russische Federatie, Mariana Katzarova, van 15 september 2023, getiteld “Situation of human rights in the Russian Federation” (De mensenrechtensituatie in de Russische Federatie),

 gezien het tussentijds advies van de Europese Commissie voor democratie middels het recht (Commissie van Venetië) van de Raad van Europa van 23 maart 2021 over grondwetswijzigingen in de Russische Federatie en de procedure voor de goedkeuring ervan, dat tijdens de 126e plenaire vergadering van de Commissie van Venetië werd goedgekeurd,

 gezien het verslag van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten van 11 juli 2023, getiteld “Protecting human rights defenders at risk: EU entry, stay and support” (Bescherming van bedreigde mensenrechtenverdedigers: binnenkomst, verblijf en ondersteuning in de EU),

 gezien artikel 28 van het Verdrag van de VN betreffende de status van staatlozen,

 gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,

A. overwegende dat de presidentsverkiezingen van 15 tot en met 17 maart 2024 in Rusland hebben plaatsgevonden zonder echte politieke concurrentie en in een zeer restrictief klimaat, dat nog eens werd verergerd door de illegale aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne, en daarom niet aan de democratische normen voldoen; overwegende dat Rusland illegale stembureaus heeft geplaatst in de tijdelijk bezette Oekraïense gebieden, te weten de Krim, Donetsk, Cherson, Loehansk en Zaporizja, en dat bij sommige van deze bureaus ook gewapende Russische soldaten aanwezig waren;

B. overwegende dat de Russische autoriteiten het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE/ODIHR) niet hebben uitgenodigd om de verkiezingen waar te nemen, wat indruist tegen de verbintenissen en verplichtingen van het land als lidstaat van de OVSE; overwegende dat de recente wijzigingen in de Russische kieswetten het nagenoeg onmogelijk hebben gemaakt om zinvol toezicht uit te oefenen, en de rol van de media aanzienlijk hebben beperkt; overwegende dat aanwezige waarnemers melding hebben gemaakt van wijdverbreide stemovertredingen, waaronder vervalsing van de einduitslag en schending van de verkiezingsregels;

C. overwegende dat het autoritaire regime van Rusland al tientallen jaren gebruikmaakt van dergelijke, steeds frauduleuzer en kluchtiger wordende verkiezingen om de schijn van democratie te wekken en ervoor te zorgen dat alle macht in de handen van Vladimir Poetin blijft; overwegende dat de regering elke afwijkende mening onderdrukt met de steun van loyalistische veiligheidstroepen, een onderdanige rechterlijke macht, onder controle van de staat staande media die een niet-aflatende stroom van propaganda en desinformatie voortbrengen, en een wetgevende macht die bestaat uit een regeringspartij en volgzame oppositiefracties; overwegende dat alle presidentskandidaten die zich tegen de oorlog hebben uitgesproken binnen de kortste keren zijn gediskwalificeerd;

D. overwegende dat de speciale VN-rapporteur voor de mensenrechtensituatie in de Russische Federatie tot de conclusie is gekomen dat er in Rusland geen veilige ruimte meer bestaat voor burgeractie of politieke oppositie, en dat het huidige staatsbeleid waarbij burgers worden bestraft als zij een afwijkende mening hebben, het resultaat is van de toenemende, berekende inperking van de mensenrechten in Rusland in de afgelopen twintig jaar;

E. overwegende dat de Commissie van Venetië van de Raad van Europa in 2021 heeft geconcludeerd dat de grondwetswijzigingen in Rusland van 2020, waaronder de opheffing van de maximale ambtstermijn voor de zittende president, haaks staan op zowel de Russische grondwet als de internationale rechtsbeginselen;

F. overwegende dat het regime van Poetin een generatie Russische maatschappelijke organisaties, democratische politieke oppositie en mensenrechtenorganisaties monddood heeft gemaakt, waaronder Memorial en de Moskouse Helsinki-groep; overwegende dat de EU onderdak biedt aan diverse Russische dissidenten en vertegenwoordigers van de media en maatschappelijke organisaties, die Rusland hebben moeten verlaten omdat ze door hun kritiek op de regering een groot risico liepen op represailles van de autoriteiten; overwegende dat er tussen februari 2022 en augustus 2023 bijna twintigduizend mensen werden vastgehouden wegens deelname aan protesten, voornamelijk tegen de oorlog, en dat 663 van deze mensen strafrechtelijk worden vervolgd; overwegende dat er in Rusland momenteel meer dan zevenhonderd politieke gevangenen in de gevangenis zitten;

G. overwegende dat Aleksej Navalny, een prominente figuur van de democratische oppositie en winnaar van de Sacharovprijs van 2021 voor de vrijheid van denken, enkele weken voor de presidentsverkiezingen, op 16 februari 2024, om het leven is gekomen in een Siberische strafkolonie; overwegende dat Navalny een ongegronde, politiek gemotiveerde gevangenisstraf uitzat; overwegende dat de volledige verantwoordelijkheid voor zijn moord bij de Russische staat en met name bij president Vladimir Poetin ligt;

H. overwegende dat veel Russische kiezers moedig uiting hebben gegeven aan hun woede en vijandigheid ten aanzien van het regime van Poetin en de kluchtige verkiezingen die door het regime zijn gehouden, aangezien er verschillende meldingen waren van verzet bij de stembureaus; overwegende dat de oproep van Navalny om bij wijze van stil protest op de laatste dag van de verkiezingen om 12.00 uur te stemmen door duizenden kiezers is geëerbiedigd;

I. overwegende dat de Russische Federatie sinds 24 februari 2022 een illegale, niet-uitgelokte en niet-gerechtvaardigde aanvalsoorlog tegen Oekraïne voert; overwegende dat deze aanvalsoorlog een grove en flagrante schending van het VN-Handvest en van de fundamentele beginselen van het internationaal recht vormt; overwegende dat de Russische autoriteiten de rechten en de individuele vrijheden sinds het begin van de grootschalige invasie van Rusland nog verder hebben ingeperkt om dissidenten in het land monddood te maken;

1. hekelt alle schendingen van de kieswetgeving die tijdens de presidentsverkiezingen van 15 tot en met 17 maart 2024 in Rusland door het regime van Vladimir Poetin zijn gepleegd, alsook de langdurige, opzettelijke vertrappeling van de overblijfselen van de democratie die daaraan is voorafgegaan; concludeert dat deze handelingen van de Russische autoriteiten uitsluitend bedoeld waren om de schijn te wekken dat Poetin een legitieme kandidaat was en dat zijn beleid van niet-aflatende binnenlandse repressie en, bovenal, zijn aanvalsoorlog tegen Oekraïne legitiem zijn;

2. veroordeelt ondubbelzinnig de illegale “verkiezingen” die zijn gehouden in de Oekraïense gebieden die tijdelijk door Rusland worden bezet, te weten de Autonome Republiek Krim en delen van de regio’s Donetsk, Loehansk, Zaporizja en Cherson; herhaalt dat het deze Russische “verkiezingen” in de bezette gebieden van Oekraïne en de uitslag ervan niet erkent; beklemtoont dat het houden van verkiezingen in deze gebieden een duidelijke inbreuk vormt op de Oekraïense soevereiniteit en een onmiskenbare schending inhoudt van het internationaal recht, en met name van het VN-Handvest; laakt dat de Russische autoriteiten hebben gedreigd met geweld, aangezien mensen gedwongen werden te stemmen in aanwezigheid van gewapende Russische soldaten; pleit voor restrictieve EU-maatregelen tegen degenen die betrokken waren bij de organisatie en uitvoering van de illegale peilingen;

3. erkent de moed van de duizenden mensen in Rusland die tegen het regime van Poetin hebben geprotesteerd, onder meer door zich tijdens de verkiezingen te verzetten; verzoekt de EU en de lidstaten hun inspanningen ter ondersteuning van het maatschappelijk middenveld en de democratische oppositie, zowel in Rusland als daarbuiten, te op te voeren;

4. pleit daartoe nogmaals voor een EU-brede visumregeling voor meerdere binnenkomsten voor mensenrechtenverdedigers en politiek vervolgde personen, en vraagt dat er gebruik wordt gemaakt van de bestaande flexibiliteit om lacunes in de wetgeving te dichten, zoals het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten heeft voorgesteld in zijn verslag van 2023, getiteld “Protecting human rights defenders at risk: EU entry, stay and support” (Bescherming van bedreigde mensenrechtenverdedigers: binnenkomst, verblijf en ondersteuning in de EU); benadrukt in dit verband dat dergelijke regelingen ook kunnen worden uitgebreid tot oppositieleiders, activisten uit het maatschappelijk middenveld en anderszins politiek vervolgde personen;

5. verzoekt de EU-instellingen en de lidstaten met klem zich voor te bereiden op een situatie waarin Rusland, net als Belarus, geen paspoorten meer afgeeft in zijn consulaten, in welk geval de EU en alle lidstaten mogelijk feitelijke staatloosheid zullen moeten erkennen en reisdocumenten zullen moeten afgeven, zoals in artikel 28 van het Verdrag van de VN betreffende de status van staatlozen is bepaald;

6. vraagt dat het voor Russische dissidenten in de EU eenvoudiger wordt gemaakt om organisaties en entiteiten te registreren, bankrekeningen te openen en andere administratieve taken te verrichten, zodat zij hun werk in ballingschap kunnen voortzetten;

7. eist dat alle politieke gevangenen, onder wie Vladimir Kara‑Moerza, Ilja Jasjin, Aleksej Gorinov, Dmitry Ivanov, Ioann Koermojarov, Viktoria Petrova, Maria Ponomarenko, Aleksandra Skotsjilenko, Dmitry Talantov, Joeri Dmitriev, Lilia Tsjanysjeva, Ksenia Fadejeva, Ivan Safronov en Oleg Orlov, onmiddellijk en onvoorwaardelijk worden vrijgelaten;

8. verzoekt de delegatie van de Europese Unie in de Russische Federatie de situatie en rechtszaken van politieke gevangenen in Rusland zo nauw mogelijk te volgen en waar mogelijk steun te verlenen;

9. spreekt zijn steun uit voor het werk van de speciale VN-rapporteur voor de mensenrechtensituatie in de Russische Federatie, Mariana Katzarova, en verzoekt de lidstaten ervoor te zorgen dat haar mandaat in 2024 opnieuw door de VN-Mensenrechtenraad wordt verlengd;

10. verklaart zich nogmaals onverminderd solidair met het volk van Oekraïne en spreekt nogmaals zijn steun uit voor de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne binnen zijn internationaal erkende grenzen; eist dat Rusland en zijn proxy-strijdkrachten alle militaire acties staken, alle strijdkrachten uit het gehele internationaal erkende grondgebied van Oekraïne terugtrekken, een einde maken aan de gedwongen deportatie van Oekraïense burgers en alle gedetineerde Oekraïners vrijlaten;

11. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de parlementen van de lidstaten, alsmede aan de Russische autoriteiten.

 

 

Laatst bijgewerkt op: 24 april 2024
Juridische mededeling - Privacybeleid