Terug naar het Europarl-portaal

Choisissez la langue de votre document :

 Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 6 september 2000 - Straatsburg Uitgave PB

12. Waterbeleid
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Aan de orde is het verslag (A5-0214/2000) van mevrouw Lienemann over de door het bemiddelingscomité goedkeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de richtlijn van de Raad tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (C5-347/2000 – 1997/0067 (COS)).

 
  
MPphoto
 
 

  Lienemann (PSE), rapporteur. - (FR) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, dames en heren, beste collega's, ik denk dat wij met het uitvaardigen van deze kaderrichtlijn over het waterbeleid samen nuttig werk verricht hebben.

Wij zijn er namelijk gezamenlijk in geslaagd een compromis te bereiken, dat evenwel aan strenge eisen voldoet. Daarmee wordt naar mijn mening een kwalitatieve en kwantitatieve sprong voorwaarts in het waterbeheer mogelijk. Onze Europese medeburgers moeten op termijn overal over water van goede kwaliteit kunnen beschikken, of het nu om oppervlakte- of grondwater gaat.

Dit compromis was mogelijk dankzij de inzet, de krachtsverhouding die het Europees Parlement tot stand heeft weten brengen, de actieve medewerking van alle fracties, met name de fictieve rapporteurs die mij hebben geholpen en de moeite die de heer Provan, voorzitter van onze delegatie, zich tijdens deze moeilijke bemiddelingsprocedure heeft getroost.

Ik zou ook nog de andere actoren willen danken, met name de Commissie, die een rol van bemiddelaar, van technische vernieuwer heeft moeten spelen. Zij heeft daarvoor blijk gegeven van een duidelijke lijn en een doeltreffend optreden. Verder zou ik mevrouw de commissaris en ook alle diensten van de Commissie willen bedanken. Mijn erkentelijkheid gaat ook uit naar de Raad, met name het Portugese voorzitterschap en de Portugese staatssecretaris Perreira, die dit akkoord mogelijk hebben gemaakt. Ik zeg dat zo uitdrukkelijk omdat de Zuid-Europese landen het veel moeilijker hebben de in deze richtlijn gevraagde inspanningen te leveren dan andere landen van de Unie, met een veel gunstigere uitgangspositie wat toegang tot water betreft.

Op welke punten zijn belangrijke stappen voorwaarts gezet? Eerste punt: de richtlijn is een stuk uitermate bindende wetgeving. Tweede punt: de uitvoering van het beleid dat wij in het Europees Parlement essentieel vinden, namelijk verwijdering van gevaarlijke prioriteitsstoffen en volledige stopzetting van alle lozingen ervan. Zoals u weet, wilde ons Parlement dat de richtlijn verenigbaar is met verbintenissen aangegaan in het kader van internationale overeenkomsten, zoals OSPAR; in de richtlijn is daaraan gememoreerd. Een mechanisme is ingevoerd waarmee gaandeweg, eens in de vier jaar, een lijst van prioriteitsstoffen wordt vastgesteld, namelijk de prioriteitsstoffen waarvan de hoeveelheid moet worden teruggedrongen, en de gevaarlijke prioriteitsstoffen die gewoonweg moeten worden verwijderd.

Het derde punt gaat over een gevoelig en belangrijk onderwerp: het grondwater. Wij werden geconfronteerd met de moeilijkheid het begrip “goede grondwatertoestand” af te bakenen. Teneinde die goede toestand vast te stellen, is overwogen een “dochter”-richtlijn uit te vaardigen waarmee de kaderrichtlijn verder uitgewerkt zal worden. Het Parlement vreesde enigszins dat die nieuwe richtlijn aangegrepen wordt om de eisen inzake bestrijding van verontreiniging en kortetermijnmaatregelen ter voorkoming van grondwatervervuiling later in te voeren.

Daarom hebben wij erop aangedrongen en verkregen dat een bepaling is opgenomen die stelt dat, ingeval de richtlijn niet door het Europees Parlement wordt aangenomen, de lidstaten regels uitvaardigen waardoor de goede grondwatertoestand wordt gegarandeerd. Verder is als een stok achter de deur bepaald dat indien de lidstaten nalaten zulks te doen, zij verplicht zijn de tendens inzake verontreiniging om te buigen. Als startpunt daarvoor geldt een maximum van 75 % van het peil van de voor een goede grondwatertoestand vastgelegde normen. Over het algemeen is in de richtlijn ingespeeld op de wens van het Parlement de lidstaten de mogelijkheid te geven een stijgende trend bij de verontreiniging van grondwater te keren.

Dus, zoals u zelf kunt constateren, beste collega's, hebben wij instrumenten in het leven geroepen die grote voortgang mogelijk maken niet alleen op het stuk van belangrijke principes, maar ook ter wille van een uiterst efficiënte uitvoering van de besluiten.

Toch zullen wij samen waakzaam moeten zijn. In de eerste plaats bij de opmaak van de dochterrichtlijnen die de kaderrichtlijn verder zullen moeten uitwerken. Via de medebeslissingsprocedure zullen wij meewerken aan de lijst van prioriteitsstoffen en gevaarlijke prioriteitsstoffen. Een eerste verslag is reeds in commissievergadering behandeld en een rapporteur is benoemd. In de tweede plaats zullen wij ons moeten buigen over de inhoud van de kaderrichtlijn betreffende grondwater.

Kortom, ik denk dat wij beslissende stappen hebben gezet. Wij zullen samen verder gaan op de ingeslagen weg. Toch heb ik het gevoel dat Europa aan het begin van de 21ste eeuw met deze kaderrichtlijn een nieuw tijdperk inluidt, waarin de bescherming van deze vitale hulpbron, water, één van de prioriteiten van het optreden van de overheid en van alle actoren, landbouwers, bedrijfsleven en gebruikers wordt. Dat is in elk geval het doel van onze richtlijn, en ik ben ervan overtuigd dat Commissie en lidstaten voor de uitvoering ervan zullen zorgen.

 
  
MPphoto
 
 

  Schleicher (PPE-DE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, met het resultaat van de bemiddeling over de waterkaderrichtlijn ronden wij een periode af van tien jaar van intensief en succesvol werk in het Parlement. Maar hiermee staan wij tegelijkertijd aan het begin van nieuwe, minstens zo belangrijke taken. Want de Commissie is sinds het einde van de jaren ‘80 met een reeks voorstellen gekomen om de bestaande richtlijnen te herzien. Deze herziening was noodzakelijk geworden door de wetenschappelijke en technische ontwikkelingen. Bij de eerste behandeling in de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid stelden wij echter vast dat de inhoud en de begrippen niet op elkaar aansloten.

Op aandringen van onze fractie heeft de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid van het Europees Parlement in juni 1995 een deskundigenhoorzitting georganiseerd over het waterbeschermingsbeleid. De verklaringen van de deskundigen bevestigden onze bezorgdheid. De Raad en de Commissie gaven gehoor aan onze eis van een geïntegreerde Europese wetgeving inzake de waterbescherming en toen is het idee van de huidige waterkaderrichtlijn geboren. In februari 1996 presenteerde de Europese Commissie haar voorstellen in de vorm van een mededeling. Collega Florenz van onze fractie heeft in een omvangrijk verslag de doelstellingen van het Europees Parlement en de huidige tekortkomingen op een rij gezet. Het onder grote tijdsdruk door de Commissie uitgewerkte voorstel van december 1996 werd vervolgens op basis van gedachtewisselingen tussen de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid en de Europese Commissie tweemaal aangevuld. Tenslotte was in februari 1998 het definitieve voorstel van de Commissie beschikbaar.

Door de nauwe samenwerking zijn het Parlement en de Europese Commissie elkaar stukje bij beetje tegemoetgekomen. Deze lijn is voortgezet bij de intensieve beraadslagingen tijdens de eerste en tweede lezing in het Europees Parlement en tijdens de bemiddelingsprocedure. Ik zou de bevoegde commissarissen Bjerregaard en Wallström en met name ook de betrokken ambtenaren van de Commissie van harte willen bedanken voor hun constructieve samenwerking.

Voor het Parlement betekent het huidige resultaat een groot succes dat twee jaar geleden nog ondenkbaar was. Ik kan een hele reeks positieve punten noemen: het feit dat er een einde komt aan de totnogtoe versnipperde Europese wetgeving inzake de waterbescherming, de onderlinge samenhang van de waterrichtlijnen op EU-niveau, het feit dat de maatregelen van artikel 4 juridisch bindend zijn, het verkorten van de termijn voor het bereiken van de doelstellingen van de richtlijn, de ook voor Ierland bevredigende regeling van de kosten, de invoering van een gecombineerde aanpak met de vastlegging van emissiegrenswaarden en kwaliteitsnormen voor de verwijdering van schadelijke stoffen, een wezenlijke aanscherping van de vereisten inzake de waterbescherming ten opzichte van het gemeenschappelijk standpunt en tenslotte de opneming van de doelstelling en de definitie van de OSPAR-conventie zonder tijdschema.

Ik wil hier nogmaals uitdrukkelijk benadrukken dat wij weliswaar groot belang hechten aan de inhoudelijke overeenstemming tussen internationale conventies en het Gemeenschapsrecht, maar dat de inhoud van internationale conventies niet automatisch en als juridisch bindende bepalingen mag worden overgenomen in het Gemeenschapsrecht. Tenslotte wil ik nog wijzen op het feit dat bij toekomstige procedures de medebeslissingsprocedure zal worden gevolgd. Maar, hoe tevredenstellend het behaalde resultaat ook mag zijn, wij mogen niet op onze lauweren rusten, want nu moet de waterkaderrichtlijn nog worden omgezet.

Tot slot wil ik het Portugees voorzitterschap bedanken en met name ook de rapporteur, mevrouw Lienemann. Ons gemeenschappelijk succes is mogelijk geworden doordat zij met grote inzet heeft gewerkt en tijd noch moeite heeft gespaard. Het was uiterst plezierig samenwerken met u. Ik wil u, mevrouw Lienemann, en onze medewerkers in het Parlement nogmaals van harte bedanken.

 
  
MPphoto
 
 

  Myller (PSE). - (FI) Mijnheer de Voorzitter, ook ik wil rapporteur Lienemann enorm bedanken. Wij hebben namelijk allemaal gezien hoezeer zij bij haar werk betrokken is geweest. Bovendien heeft het Parlement zijn eigen standpunten er vrij goed door gekregen, vooral het belangrijke punt dat wij eindelijk een situatie in het vooruitzicht hebben waarin geen gevaarlijke stoffen meer in het grondwater geloosd kunnen worden. Naar mijn mening moet het zeer duidelijk zijn dat als wij van een bepaalde stof weten dat die gevaarlijk is, die in geen geval in het grondwater mag worden geloosd, omdat water onder andere een zeer belangrijke bron voor de gezondheid van de mens is. Het valt natuurlijk alleen te betreuren dat de termijnen om dat te realiseren buitensporig lang zijn.

Al met al moet worden gezegd dat wij op bepaalde terreinen in de Europese Unie vooruitgang hebben geboekt. Op veel terreinen hebben bijvoorbeeld de lokale autoriteiten en de industrie hun eigen aandeel relatief goed verzorgd. De land- en bosbouw zijn met hun versnipperde vervuiling nog steeds probleemgevallen. Daarvoor is meer daadkracht nodig. Voor de consument is het natuurlijk van belang hoe de consumptie wordt geregeld en daarbij zijn tarieven en heffingen het belangrijkst. Ik kan moeilijk begrijpen dat men überhaupt kan bedenken dat water een product is dat met gemeenschappelijk belastinggeld kan worden betaald, omdat alleen met prijsbeleid de consumptie in de juiste richting kan worden geleid.

 
  
MPphoto
 
 

  De Roo (Verts/ALE). - Voorzitter, commissaris, collega's, bijna tien jaar geleden op de Top van Edinburgh zeiden Kohl en Major tegen elkaar: wij hebben geen Europees waterbeleid nodig. Als de Spanjaarden hun water willen vervuilen dan moeten zij dat maar doen. Maar het getij van de deregulering is gekeerd. In 1996 stelde de Commissie de ecologische waterrichtlijn voor. Maar dat was slechts vijf pagina's. Nu hebben wij een kloek wetgevingsdocument: 60 pagina's en 90 pagina's bijlage, dankzij de samenwerking over de partijgrenzen heen, met name van de verschillende fracties in het Europees Parlement en ik wil uitdrukkelijk mevrouw Lienemann dankzeggen, maar ook Chris Davies van de liberale fractie en mevrouw Schleicher van de christen-democraten.

Voor de Groenen is dit document voor 80% geslaagd. Niet geslaagd is het waterprijsbeleid. Wel geslaagd is dat wij een nieuw principe hebben voor chemische stoffen. Niet langer worden chemische stoffen verboden omdat zij gevaarlijk zijn ook voor de menselijke gezondheid, maar volgens een nieuw principe dat gevaarlijke stoffen niet in het water thuis horen. Ik denk dat wij er trots op kunnen zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Sjöstedt (GUE/NGL). - (SV) Mijnheer de Voorzitter, de bemiddelingsprocedure is zeer moeizaam verlopen. Dat was te wijten aan de omvang en het zeer technische karakter van het onderwerp. Bovendien stonden Parlement en Raad ver uit elkaar op het ogenblik dat de bemiddelingsprocedure werd ingeleid.

Dat toch zulke positieve resultaten bereikt konden worden, is voor een groot deel te danken aan de onvermoeibare en niet-aflatende inzet van rapporteur Lienemann, waarvoor onze dank.

Natuurlijk had de richtlijn nog krachtiger en beter kunnen zijn, bijvoorbeeld op het stuk van de termijnen. Dat zou een goede zaak geweest zijn. Tegelijkertijd is duidelijk dat het Europees Parlement het meest in de wacht gesleept heeft en de Raad het vaakst heeft moeten toegeven tijdens de voorbije onderhandelingen. Het duidelijkste bewijs is dat de regels een bindend karakter hebben, een eis van het Parlement.

Tot op zekere hoogte vormt de richtlijn een raamwerk dat nog verder ingevuld moet worden. Dat geldt zeker voor het verbod op gevaarlijke stoffen. Die kwestie zal in de dochterrichtlijnen verder uitgespit moeten worden. Beslissend voor de manier waarop de richtlijn zal functioneren, is hoe die wordt uitgevoerd en gehandhaafd. Kortom, de basis is gelegd voor een samenhangend waterbeleid en voor langetermijnmaatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit. Daarom zullen wij vóór het voorstel stemmen.

 
  
MPphoto
 
 

  Ojeda Sanz (PPE-DE).(ES) Mijnheer de Voorzitter, waarde collega's, in de eerste plaats wil ik u mededelen dat ik deze interventie uitspreek namens mijn collega Cristina García Orcoyen die vandaag verhinderd is.

Als morgen deze kaderrichtlijn wordt goedgekeurd, betekent dat een enorme sprong voorwaarts in het streven naar een samenhangend en geharmoniseerd Europees waterbeleid. Tijdens de bemiddelingsprocedure, de laatste fase van het lange, parlementaire traject dat deze richtlijn heeft afgelegd, is het Europees Parlement erin geslaagd de eigen standpunten met gesloten gelederen te verdedigen ten overstaan van de Raad. Dankzij de voorbeeldige inzet van de rapporteur en de compromisbereidheid van alle politieke fracties is er een sterk verbeterde tekst uit de bus gekomen. De juridische bepalingen inzake de beleidsdoelstellingen, één van de grondslagen van deze kaderrichtlijn, worden in de definitieve versie duidelijker uitgewerkt zonder dat daarmee de specifieke problemen van de lidstaten naar de kantlijn verschuiven.

Ook de Raad en de Commissie verdienen lof. De Raad is flexibel omgesprongen met de door het Parlement geventileerde kritiek terwijl de Commissie als bemiddelaar doeltreffend heeft opgetreden. Morgen breekt een nieuwe, niet minder belangrijke fase aan. Vanaf morgen dient het Europees Parlement zeer actief te controleren of de beleidsdoelstellingen en de bijbehorende termijnen worden nageleefd. Bovendien moet het Parlement verslagen en wetteksten opstellen die in het verlengde van de kaderrichtlijn liggen. Om dit soort onderwerpen die een zeer specifieke kennis veronderstellen op de voet te kunnen volgen, is het absoluut noodzakelijk over meer en betere technische hulpmiddelen te beschikken. Een simpel rekenfoutje kan in de praktijk leiden tot grote sociale en economische kosten. Bij de totstandkoming van deze richtlijn bleken die hulpmiddelen een zeer zwakke schakel.

Tot slot wil ik wijzen op het evenwicht dat in deze richtlijn wordt gevonden tussen het belang van water als hoogwaardig economisch goed en als essentieel element bij het behoud van de Europese ecosystemen. Dat maakt deze richtlijn tot een waar instrument bij het streven naar duurzame ontwikkeling. Economie en milieu, een zo vaak beschimpt begrippenpaar, kunnen hand in hand gaan bij de toepassing van deze richtlijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Breyer (Verts/ALE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega's. De waterkaderrichtlijn bevat veel positieve aanknopingspunten voor een geïntegreerde en alomvattende waterbescherming, maar de doelstellingen blijven zwak en onduidelijk en worden naar een verre toekomst verschoven. Wij kunnen niet dertig jaar wachten tot het Europees Hof van Justitie beoordeelt of de milieudoelstellingen nu juridisch bindend zijn of niet. De lidstaten moeten ertoe worden aangezet om de kwaliteit van het oppervlaktewater snel te verbeteren en de doelstellingen in vijftien jaar te halen.

Ten aanzien van de grondwaterbescherming is het Parlement helaas door de knieën gegaan voor de belangen van de industriële landbouw en heeft deze een onbeperkt recht tot vervuilen toegekend. Nu is het aan de lidstaten om ervoor te zorgen dat de bestaande normen niet worden afgezwakt. Daaraan zal het succes van de waterkaderrichtlijn gemeten moeten worden. Een nieuwe knieval voor de industriële landbouw zou op lange termijn leiden tot de definitieve vernietiging van onze belangrijkste drinkwaterbronnen. Maar wij zijn blij dat het de groene fractie is gelukt een doorbraak te forceren op het gebied van de emissies van schadelijke stoffen, die nu in een prioriteitenlijst van gevaarlijke stoffen moeten worden opgenomen. Op dit vlak moeten wij alles in het werk stellen om aan de OSPAR-bepalingen te voldoen en een onberekenbaar hoog risico voor het milieu en voor de gezondheid te vermijden.

 
  
MPphoto
 
 

  Fiebiger (GUE/NGL). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, terecht gaat de aanstaande waterkaderrichtlijn uit van het beginsel dat de burgers van de Europese Gemeenschap recht hebben op dagelijks gebruik van drinkwater. Dat recht moet door middel van wetgeving worden veiliggesteld. Wij begroeten een samenhangend en eenvoudig Gemeenschapsrecht inzake de bescherming van het oppervlaktewater en grondwater. Belangrijke richtlijnen, zoals die inzake de bescherming van de menselijke voeding, de gemeentelijke afvalwaterverwerking, plantenbescherming en nitraten, worden herzien en opnieuw vastgesteld volgens ecologische en oorsprongscriteria. Het gaat derhalve om een breed takenpakket.

Als boerin wil ik ervoor pleiten dat de belangenbehartigers van de beroepsgroepen nauwer bij de beleidsvorming worden betrokken en dat er serieus naar hun kritische opmerkingen wordt geluisterd. De land- en bosbouw, de visserij en met name de tuinbouw moeten bij het besluitvormingsproces worden betrokken. Alleen zo kan de noodzakelijke combinatie van vrijwillige zelfverplichting en regelgeving door de overheid tot stand komen. Met wetgeving alleen kunnen nulgrenswaarden niet worden bereikt. Tot slot is de omzetting van de richtlijn een heuse uitdaging voor de lidstaten van de Europese Unie. Ik ben het eens met de rapporteur: alleen samen redden wij het!

 
  
MPphoto
 
 

  Flemming (PPE-DE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, het was een woelige nachtzitting waarin het Parlement, de Raad en de Commissie het eens werden over een gemeenschappelijk waterbeleid voor alle lidstaten. De grote triomf van het Parlement is erin gelegen dat de richtlijn bindend wordt.

U weet het toch nog: tot op het laatste ogenblik bleef een aantal lidstaten zich heftig verzetten tegen de verplichting om in de toekomst zuiniger en milieubewuster met het eigen water om te springen. Maar over een ding waren de leden van het Europees Parlement het eens, over de partijgrenzen heen: geen gemeenschappelijk standpunt dat niet juridisch bindend is.

De leden van het Parlement behaalden nog een belangrijke overwinning op het gebied van de bescherming van het grondwater. Twintig jaar na publicatie van de richtlijn moeten gevaarlijke stoffen volledig uit het grondwater zijn verdwenen. Of dat zal lukken? Van de gevaarlijke stoffen waar het over gaat, moet nog een lijst worden opgesteld in de bijlage en dat zal ongetwijfeld nog tot hevige discussies leiden. Maar het grote doel, namelijk het grondwater in Europa te beschermen en voor onze nakomelingen te behouden, is, geloof ik, onomstreden. Een proces van herbezinning is begonnen. Dat is een grote triomf voor de politiek en een nog grotere triomf voor onze kinderen!

 
  
MPphoto
 
 

  Piétrasanta (Verts/ALE). - (FR) Ik ben zeer verheugd over de goede afloop van de bemiddelingsprocedure bij dit belangrijke verslag waarin tal van technische kwesties inzake waterbeleid aan bod komen. Dit positieve resultaat hebben wij te danken aan het vastberaden, deskundige en dynamische optreden van onze rapporteur, mevrouw Lienemann.

In de komende vijfentwintig jaar zullen wij ons veel meer bezighouden met bescherming, adequaat beheer en vernieuwing van bestaande hulpbronnen dan met het opsporen en aanboren van nieuwe bronnen. Ik zou het belang van een integraal beheer van water op twee punten willen onderstrepen.

Ten eerste, ik wens dat verder onderzoek gedaan wordt naar de invoering, in de lidstaten afzonderlijk en op het niveau van de Unie, van een integraal beheer “water en milieu”.

Ten tweede, er dient te worden gezorgd voor toepassing van de in de richtlijn gedane voorstellen en deze dienen te worden aangemoedigd, niet alleen op het niveau van de Europese Unie, maar ook bij de steunverlening in het kader van waterprojecten aan derde landen, zoals landen wier hydrografisch ecosysteem invloed uitoefent op de landen van de Unie, maar bijvoorbeeld ook landen die deelnemen aan MEDA-overeenkomsten en waarmee rekening moet worden gehouden in MAP-projecten, of verder nog projecten in de bovenloop van de Nijl of Zwitserland.

 
  
MPphoto
 
 

  Figueiredo (GUE/NGL). - (PT) Mijnheer de Voorzitter, over het geheel genomen geniet het compromis over de tekst van de nieuwe kaderrichtlijn inzake waterbeleid onze steun. Desalniettemin bevat de tekst zoals die nu is aangenomen nog een aantal specifieke, polemische en cruciale aspecten die echter kunnen worden genuanceerd in het kader van de geplande studies, actieplannen en ontwerpvoorschriften.

Het is een goede zaak dat alle vereisten voor het beheer van de watertoestand in één enkel systeem, het stroomgebiedbeheer, worden opgenomen. Dit systeem werkt voornamelijk op basis van geografische en hydrologische gebieden waardoor de administratieve en nationale grenzen naar de achtergrond verdwijnen. Dat is voor Portugal een belangrijk punt aangezien het zijn grootste rivieren deelt met het naburige Spanje.

Ook de uitspraak dat water niet zomaar een handelsproduct is, stemt ons tot voldoening. Deze verklaring vergt uiteraard bijzondere maatregelen die een adequate bescherming van dit openbaar goed garanderen. Men moet er evenwel voor zorgen dat de belangen van de bevolking niet worden geschaad. Daarom is het onontbeerlijk dat er voldoende water ter beschikking wordt gesteld van huishoudens en landbouwactiviteiten van kleine ondernemingen en familiebedrijven. In de slottekst wordt de lidstaten de mogelijkheid geboden rekening te houden met de maatschappelijke en economische gevolgen en met de geografische en klimatologische omstandigheden van de betrokken regio. Zodoende kan het waterbeleid worden aangepast aan de situatie van de verschillende lidstaten. Wij vrezen echter dat de geplande uitzonderingen ontoereikend zijn om aan de behoeften van de landbouwsectoren uit het zuiden, met name van Portugal, tegemoet te komen. Wij zullen de praktische toepassing van de maatregelen in de komende jaren dan ook op de voet volgen.

 
  
MPphoto
 
 

  Doyle (PPE-DE).(EN) Mijnheer de Voorzitter, dit is een overkoepelende richtlijn met ambitieuze doelstellingen voor het waarborgen en het verbeteren van de waterkwaliteit, waarbij wordt uitgegaan van het principe "de vervuiler betaalt". Wij zullen ons pas een totaalbeeld kunnen vormen als ook de dochterrichtlijnen in de komende jaren zijn geïmplementeerd.

Het prijsbeleid voor water zal in het jaar 2010 gepaste prikkels voor afnemers moeten bevatten om ervoor te zorgen dat die doelmatig omgaan met het beschikbare water. Het nieuwe lid 4 van artikel 9 voorziet in de voortzetting van de huidige praktijk in Ierland waarbij geen waterheffingen worden opgelegd aan de binnenlandse watersector. Regeren is alleen mogelijk met instemming van de bevolking en tegen 2010 zijn lokale waterheffingen mogelijk wel acceptabel voor het Ierse electoraat. Momenteel is het echter een politiek zeer beladen onderwerp.

Ik dank mijn collega's voor hun begrip, en in het bijzonder mevrouw Schleicher, die ons pleit in alle stadia met zeer veel begrip heeft overgebracht, in het bijzonder bij het zoeken naar een compromis. Aan het subsidiariteitsbeginsel wordt in Ierland met betrekking tot het prijsbeleid ten aanzien van water met klem vastgehouden, maar tegen 2010 zal de publieke opinie vermoedelijk zijn omgeslagen. Als we tegen die tijd geen huishoudelijke of binnenlandse waterheffingen hebben doorgevoerd, zullen we onze houding tegenover de Commissie moeten verklaren.

Ook in Ierland groeit het besef dat schoon drinkwater schaars begint te worden en dat voor alle diensten, in het bijzonder de kosten om alle huishoudens van schoon drinkwater te voorzien, betaald moet worden. Momenteel worden deze kosten gedekt door de staatskas, oftewel door de belastingbetaler, maar lang niet iedereen profiteert ervan. Er zijn in Ierland heel veel mensen die in de buidel moeten tasten om zelf een pomp te laten plaatsen en de elektriciteitskosten daarvan te betalen. Veel mensen participeren in groepsgewijze watervoorzieningen die geen onderdeel uitmaken van de publieke watervoorziening en moeten elk jaar flink betalen voor het privilege om water van dubieuze kwaliteit aangeleverd te krijgen. Het gaat dus in feite om rechtvaardigheid en het veranderen van de publieke opinie, en we waarderen het zeer dat het aan de Ierse overheid wordt overgelaten om in deze kwestie besluiten te nemen en de publieke opinie te beïnvloeden.

 
  
MPphoto
 
 

  De Palacio, Commissie.(ES) Mijnheer de Voorzitter, dit is een belangrijk moment. Eindelijk komen wij aan het eind van een lange weg die geplaveid was met strijd en discussies maar uitmondde in positieve afspraken en constructieve bijdragen van de drie instellingen, de Raad, het Parlement en de Commissie, met dit akkoord als resultaat. Natuurlijk gaat dit akkoord sommigen te ver en anderen niet ver genoeg maar de verschillende belangen en standpunten van de onderhandelaars zijn toch gecondenseerd tot een voor ieder aanvaardbaar gemiddelde.

Bovendien heeft men prima werk verricht ten aanzien van zeer complexe materie. Ik wil namens mijn collega, mevrouw Wallström, mevrouw Lienemann bedanken voor haar vriendelijke woorden. Zij heeft als rapporteur een hoofdrol gespeeld bij alle werkzaamheden. De wijze waarop zij integriteit wist te koppelen aan een gezonde dosis pragmatisme heeft de weg geopend naar dit akkoord.

Zoals de rapporteur zelf al aangaf – en dit is bepaald niet onbelangrijk - blijkt uit het waterbeleid hoe divers Europa is, met enorme verschillen tussen de lidstaten onderling. Sommige landen bezitten zeer uitgestrekte, semi-droge gebieden met een neerslag van minder dan 400 millimeter per jaar terwijl andere regio's een jaargemiddelde hebben dat de 2500 en 3000 millimeter ruimschoots overschrijdt. Het is lange tijd gebruikelijk geweest een onderscheid te maken tussen oppervlaktewater en grondwater. Door in deze richtlijn het water als entiteit, als totale stroom op te vatten, wordt die fout rechtgezet. Deze nieuwe invalshoek betekent een belangrijke stap voorwaarts. Om een evenwichtige en duurzame ontwikkeling te kunnen garanderen in een Europa dat ook voor de toekomstige generaties bewoonbaar blijft, is het absoluut noodzakelijk dat wij streven naar een zo schoon mogelijk waterbestand in de Europese Unie.

Wat dat betreft wil ik even terugkomen op een opmerking van één van de heren afgevaardigden over een gesprek tussen twee Europese leiders. Wellicht is het zo dat op sommige plaatsen nieuwe vervuilers actief worden maar elders wordt al jarenlang vervuild, bijvoorbeeld door enorme varkenshouderijen. Ik maak hier verder geen woorden aan vuil behalve dan dat het soms verstandig is het eigen tuintje in de gaten te houden alvorens kritiek te uiten op dat van anderen.

Mijnheer de Voorzitter, alles staat of valt met het vervolg dat we aan deze richtlijn geven. Gelet op het pragmatisme en de flexibiliteit die uit alle artikelen spreken, moeten wij via de uitbouw van deze richtlijn schoon water kunnen garanderen. Dit is van het allergrootste belang want uiteindelijk is zonder schoon water geen leven mogelijk.

 
  
MPphoto
 
 

  Schleicher (PPE-DE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik zou graag van de Commissie willen weten, wat er nu gebeurt met de richtlijn inzake de ecologische kwaliteit van oppervlaktewater van 1991, want die is tot op de dag van vandaag niet officieel door de Europese Commissie ingetrokken. Verder nog een verzoek aan de Voorzitter van het Parlement en aan de Raad en de Commissie. Terminologisch schort er nog het een en ander aan de teksten in een aantal taalversies. Ik zou willen vragen dat dit nog eens wordt nagekeken, want er bestaat in elk land een heel specifieke terminologie. De vertalers hebben dit probleem niet kunnen oplossen omdat het zo'n technisch document is. Het zou toch erg zijn als in wetteksten niet de juiste terminologie zou worden gebruikt. Ik wil u verzoeken dit nogmaals na te kijken. Ik heb alleen al in de Duitse versie twintig fouten gevonden. Ik stuur u die met alle plezier toe.

 
  
MPphoto
 
 

  De Palacio, Commissie.(ES) Mijnheer de Voorzitter, de richtlijn over de milieukwaliteit van water waar de geachte afgevaardigde waarschijnlijk naar verwijst is, voor zover ik weet, ingetrokken aangezien de huidige kaderrichtlijn deze inhoudelijk overbodig maakt. Mocht dit echter niet het geval zijn, dan zal dat alsnog en wel zo snel mogelijk gebeuren.

De geachte afgevaardigde wijst zeer terecht op het probleem van de verschillende taalversies. Het betreft hier een zeer technisch onderwerp en de vertalingen moeten uiteraard eensluidend zijn. Ik zal deze opmerkingen doorgeven aan de bevoegde diensten, met name de vertaaldiensten zodat de termen en definities uit de richtlijn eventueel opnieuw naast elkaar kunnen worden gelegd.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Dank u wel, mevrouw de commissaris.

Het debat is gesloten.

De stemming vindt morgen om 12.00 uur plaats.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid