Terug naar het Europarl-portaal

Choisissez la langue de votre document :

 Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 6 september 2000 - Straatsburg Uitgave PB

13. Afgedankte voertuigen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Aan de orde is het verslag (A5-0212/2000) van de heer Florenz over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de richtlijn van de Raad betreffende afgedankte voertuigen (C5-258/2000 – 1997/0194(COD)).

 
  
MPphoto
 
 

  Florenz (PPE-DE), rapporteur. - (DE) Mijnheer de Voorzitter, om te beginnen zou ik graag van de gelegenheid gebruik maken om mijn collega's te bedanken voor hun moedige en intensieve samenwerking! Het was niet altijd gemakkelijk, dat is het met mij nooit, maar ik ben u zeer dankbaar dat wij erdoor zijn gekomen.

De Europese instellingen hebben enkele jaren geleden terecht het besluit genomen om zich over het particuliere vervoer te buigen. Wij zijn begonnen met auto's en olie en nu zijn wij aangeland bij de vraag, wat wij met de 9 miljoen auto's moeten doen die jaarlijks worden afgedankt. Vannacht zullen wij het nog over banden hebben en ongetwijfeld zullen wij op een dag moeten bekijken, hoe de weg van de toekomst eruitziet, want de huidige wegen produceren te veel lawaai.

Tegen de achtergrond van 9 miljoen auto's die jaarlijks uit het verkeer worden genomen en ongeveer 45 miljoen liter afgewerkte olie, moet er mijns inziens iets gebeuren. De Commissie heeft een nogal dirigistisch voorstel voorgelegd met een mijns inziens verouderde milieuaanpak, maar dat is in de loop van drie lezingen gelukkig verbeterd en nu ligt er een voorstel op tafel dat de juiste richting aangeeft.

Maar wij mogen niet vergeten dat 80% van de door de mobiliteit veroorzaakte milieubelasting ontstaat door het rijden, 19% door de bouw van een auto en slechts 1% door de verwijdering ervan. Dat betekent dat wij de juiste prioriteiten moeten stellen. Daarom is het, denk ik, terecht dat wij zijn begonnen met emissiegrenswaarden en kwaliteitsnormen voor brandstof. Nu zijn wij dan aangeland bij de vraag, hoe wij greep kunnen krijgen op het vraagstuk van de afgedankte voertuigen. Wij hebben strikte quota ingevoerd - zonder quota kunnen wij nu eenmaal niets bereiken. Maar dit Parlement had eigenlijk de moed moeten opbrengen voor een besluit ten gunste van een echt nieuw voertuig, een voertuig van de toekomst dat niet 1500 kg maar wellicht nog maar 1000 kg zal wegen. Als u dat vermenigvuldigt met een levensduur van 300.000 km, dan ziet u waar de echte potentiële winst voor het milieu ligt.

Helaas heeft het voorstel van de Commissie ons ertoe gebracht, oude quota in te voeren die voertuigen van blik begunstigen en niet het veel lichtere moderne voertuig van kunststof. Een dergelijk voertuig van plastic of glasvezel of van wat dan ook kan niet worden gerecycleerd. Wat zou u bijvoorbeeld van een airbag willen recycleren? Een airbag dient om mensen te redden, niet om te worden gerecycleerd. Daarom hadden wij de moed moeten opbrengen en een speciaal quotum voor zeer lichte auto’s moeten invoeren. Maar deze kans hebben wij laten schieten en ik betreur dat ten zeerste.

Een algemeen punt waarover in dit Huis onenigheid bestond, was de kwestie van de kosten. De Commissie heeft heel snel gezegd dat de producent in de toekomst alle kosten moet dragen. Dat lijkt op het eerste gezicht een goed idee, maar uiteindelijk draait de consument ervoor op, want het vrije spel van de mededinging wordt uitgeschakeld. En dit algemene punt is meteen mijn punt van kritiek op deze richtlijn. Het is duidelijk dat wij de kosten aan de producent hebben toegeschoven, maar die heeft geen concurrentie meer en zal in de toekomst zelf bepalen wat het recycleren van een voertuig kost en dat staat haaks op de belangen van de consument. Hier moeten wij méér marktwerking introduceren, niet minder. Dit is een verkeerde beslissing die ik betreur, want de gevolgen zullen niet uitblijven. Wij zien dat nu al bij de richtlijn over computers, die op tafel ligt. Morgen zijn misschien de grasmaaiers aan de beurt, vervolgens brommers, dan meubels en ik vraag mij af aan wie wij op een dag onze oude wegen gaan teruggeven als die te veel lawaai produceren en wie gaat dat betalen? Zo eenvoudig is dat met de toewijzing van de kosten niet. Ik had het graag anders gezien, maar ik leg mij neer bij het besluit van de meerderheid.

Het verbod op zware metalen is terecht, omdat wij in het verlengde van de wetenschappelijke resultaten op den duur tot een verbod moeten komen. Wij hebben uitzonderingen gemaakt, die door de Commissie worden onderzocht. Over drie jaar moet de Commissie dan met het technisch comité een besluit ter zake nemen. En ik geloof dat zij dat zal doen.

Al met al geloof ik dat deze richtlijn, afgezien van de kwestie van de kosten, een belangrijk succes en een stap vooruit is. Graag wil ik de Commissie, de Raad en mijn collega's nogmaals bedanken. Het was een groot plezier met u samen te werken!

(Applaus)

 
  
MPphoto
 
 

  Lange (PSE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik wil op mijn beurt de heer Karl-Heinz Florenz bedanken. Ook ik ben van mening dat de Parlementsdelegatie er na de nodige onenigheid toch is uitgekomen en een uitstekend resultaat op tafel heeft gelegd. Voor mij zijn twee aspecten van groot belang: in de eerste plaats dat afgedankte voertuigen vanaf eind volgend jaar in de gehele Europese Unie volgens de voorschriften moeten worden verwijderd. Dat betekent dat voertuigen niet meer illegaal worden verwijderd en ergens in het bos worden achtergelaten of op de een of andere manier naar Oost-Europa uitgevoerd. In plaats daarvan moeten zij ter plekke, volgens de voorschriften en in bedrijven die daarvoor een vergunning hebben, worden verwijderd. Dat is voor mij een belangrijk succes van deze richtlijn.

Een tweede belangrijk punt - niet de kwestie van de kosten en de mededinging, daar is onenigheid over geweest, maar wij hebben de problemen uiteindelijk verstandig kunnen oplossen en zijn tot een voor alle partijen aanvaardbaar compromis gekomen - is voor mij dat de richtlijn voorschrijft dat van nieuwe auto's bij de typekeuring moet worden aangetoond dat zij recyclagevriendelijk zijn. Wij roepen de Commissie in deze richtlijn op om de richtlijn inzake de toelating van nieuwe modellen te wijzigen, zodat nieuwe auto's in de toekomst recyclagevriendelijk moeten worden gebouwd. Want dat is waar het op aankomt! Daarmee nemen wij afscheid van de end-of-pipe-technologie, waarbij wij ons altijd moeten afvragen wat wij moeten aanvangen met de rest die overblijft. Wij moeten er van tevoren, bij de ontwikkeling, aan denken dat auto's en andere producten gerecycleerd en verwijderd moeten worden. Dat is de weg die wij moeten bewandelen en ik ben blij dat wij de richtlijn deze oriëntatie hebben kunnen meegeven.

 
  
MPphoto
 
 

  Breyer (Verts/ALE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, het bereikte compromis is een groot succes voor het milieu en voor de consumentenbescherming. Het is voor het eerst dat er een debat wordt gevoerd over de producentenaansprakelijkheid voor afval en wij zijn blij dat dit idee zo snel ingang gevonden heeft. Ook het bereikte compromis bij de zware metalen is een reuzenstap in de richting van een ecologisch materialenbeleid. Ik geloof dat dit ook vanuit groene gezichtspunten uitstekende resultaat bijdraagt tot een innovatiesprong in de automobielsector en zal leiden tot meer recyclagevriendelijke auto's.

Tegelijkertijd is het compromis een oorvijg aan het adres van de Bondskanselier en van de Duitse auto-industrie, Volkswagen voorop, die helaas heeft geprobeerd de totstandkoming van deze voertuigenrichtlijn te verhinderen. Ik hoop dat ook de rapporteur Florenz lessen zal trekken uit dit debat en bij de richtlijn inzake elektronica-afval, waarbij het wederom gaat om de producentenaansprakelijkheid, ook werkelijk probeert op de bres te springen voor de consumenten en dat wij ons niet door de belangen van de industrie onder druk laten zetten.

 
  
MPphoto
 
 

  Sjöstedt (GUE/NGL). - (SV) Mijnheer de Voorzitter, in onze fractie zijn wij zeer te spreken over het resultaat van de bemiddeling, ook al kan men altijd nog iets verder gaan.

Ons doel was de hele tijd zo spoedig mogelijk te komen tot een alomvattend systeem voor het terugnemen van afgedankte voertuigen, gekoppeld aan hoge eisen inzake recycling en een verbod op gevaarlijke stoffen. Wij hebben ook geopteerd voor een volledige producentenaansprakelijkheid, waardoor de producenten in de toekomst financieel verantwoordelijk worden voor het terugnemen van afgedankte voertuigen.

Nu dat besluit is genomen, zullen wij over enkele jaren zeer dicht bij het gestelde doel komen. Opmerkelijk in het bemiddelingsproces was dat het Parlement deze ontwikkeling in de richting van producentenaansprakelijkheid jammer genoeg heeft afgeremd in plaats van die te bespoedigen. Het is zeer onrustbarend wanneer het Parlement van rol verandert en niet langer de motor achter die ontwikkeling zou zijn, maar integendeel die rol aan de tegenpartij zou overlaten.

 
  
MPphoto
 
 

  Sacconi (PSE).(IT) Mijnheer de voorzitter, zoals reeds is gezegd door de rapporteur en de heer Lange, is deze positieve afronding van het wetgevingsproces niet alleen nuttig voor hetgeen in de richtlijn wordt bepaald, maar ook omdat een proces in gang wordt gezet waarmee een geleidelijke aanpassing van het gehele productieproces in een zo belangrijke sector als de auto-industrie in zicht komt, alsmede aanpassing van het ontwerp van nieuwe wagens met de keuze voor nieuwe materialen en componenten om effectief hergebruik mogelijk te maken.

Niet alleen weet men het belang van de productie te verenigen met het beschermen van het milieu, maar er tekent zich ook – ik herhaal, in een zo belangrijke sector – een weg af, die op termijn zal leiden tot de ecologische omschakeling van de economie. Natuurlijk kon dit resultaat alleen bereikt worden middels ingewikkelde onderhandelingen met de autoproducenten, die er uiteindelijk in hebben toegestemd om vanaf 2007 de financiële verantwoordelijkheid voor de omschakeling op zich te nemen.

Tot slot zou ik ook nog graag de aandacht willen vestigen op een ander aspect, van meer politiek-institutionele aard. Laten we wel wezen: we zijn ons er allen van bewust dat we de medebeslissingsprocedure zijn begonnen vanuit zeer ver uit elkaar liggende standpunten – zelfs met een zekere mate van interinstitutionele spanning tussen het Parlement en de Raad – terwijl er ook sprake was van grote nationale verschillen, zowel in termen van ervaring als van belangen. En desalniettemin zijn we er, dankzij de inzet en het verantwoordelijkheidsgevoel van alle betrokkenen, in geslaagd een consensus te bereiken op een zeer gevoelig en belangrijk terrein, waarmee we weer een steentje hebben bijgedragen aan het Europese bouwwerk: dat is in deze tijden, gezien het overkoepelende debat dat momenteel gevoerd wordt, geen geringe prestatie.

 
  
MPphoto
 
 

  De Roo (Verts/ALE). - Voorzitter, commissaris, wat betreft de autowrakken hebben wij een goed compromisresultaat bereikt. Voor het eerst is de producentenverantwoordelijkheid duidelijk vastgelegd in de Europese wetgeving. In 1994 werd bij de verpakkingsrichtlijn gedeelde verantwoordelijkheid tussen de overheid en de producenten besloten. De praktijk heeft uitgewezen dat dit niet werkt. Maar nu producentenverantwoordelijkheid bij autowrakken. Dat is goed, want dan krijgen de fabrikanten er belang bij om hun auto's zo te produceren dat zij beter te recyclen zijn. Jammer genoeg staat in de tekst dat de producent volledig of voor een aanzienlijk deel verantwoordelijk zal zijn. Dat betekent dat er nationaal afwijkende systemen zullen ontstaan en dat is slecht want dat betekent geen interne markt.

Bij de richtlijn voor elektronische en elektrische afval moet dat beter geregeld worden. Wij moeten op weg naar individuele producentenverantwoordelijkheid. Mijn eigen land, Nederland, heeft ook nog heel wat te leren.

 
  
MPphoto
 
 

  De Palacio, Commissie. (ES) Mijnheer de Voorzitter, zoals ik reeds zei, heeft deze wetgevende procedure ontegenzeggelijk een langdurig en moeizaam verloop gekend. Denkt u alleen al aan het feit dat het oorspronkelijke Commissievoorstel in juli 1997 werd ingediend. Ondanks de complexe materie is men in de loop van dit tijdrovende proces erin geslaagd een hele reeks problemen uit de wereld te helpen. Dit is te danken aan de medewetgevers en, opnieuw, de compromisbereidheid van de drie instellingen. Vandaar dat ik het akkoord over een gemeenschappelijke tekst, bereikt op 23 mei jongstleden door het bemiddelingscomité, van harte toejuich.

Ik wil vooral de rapporteur, de heer Florenz, en de leden van bovenvermeld comité bedanken voor hun inzet. Ik ben ervan overtuigd dat de gemeenschappelijke tekst een goed evenwicht biedt tussen de noodzaak het milieu afdoend te beschermen en de legitieme belangen van de marktdeelnemers.

Ik wil echter wel benadrukken dat de Commissie drie verklaringen zal afleggen op het moment dat de richtlijn wordt goedgekeurd. Het betreft hier een drietal toelichtingen die vanuit het oogpunt van de Commissie noodzakelijk zijn.

In de eerste plaats is het niet zo dat artikel 5, lid 1, de lidstaten verplicht tot het instellen van gescheiden vuilverwerkingsystemen met eigen financiële voorwaarden. De lidstaten kunnen de bestaande systemen blijven benutten.

In de tweede plaats bepaalt artikel 5, lid 3, dat de lidstaten beslissingsbevoegd zijn inzake de vraag welke producenten, concessiehouders of inzamelaars krachtens de kaderrichtlijn inzake afval of in een speciaal hiertoe te openen register moeten worden geregistreerd.

In de derde plaats wil ik heel duidelijk stellen dat artikel 7, lid 1, geen extra eisen, voorwaarden of criteria behelst met betrekking tot de technische inspecties van voertuigen.

De huidige tekst is in algemene zin een belangrijke stap in de richting van duurzame productie en consumptie. Het gaat hier om een model voor toekomstige communautaire initiatieven op het vlak van specifieke afvalstromen zoals bijvoorbeeld de richtlijn betreffende elektrisch en elektronisch afval waarnaar werd verwezen.

Hartelijk dank, mijnheer de Voorzitter, en nogmaals mijn gelukwensen aan het adres van alle sprekers en vooral de rapporteur, mijnheer Florenz, voor de door hem geleverde inspanning.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Dank u wel, mevrouw de commissaris.

Het debat is gesloten.

De stemming vindt morgen om 12.00 uur plaats.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid