Terug naar het Europarl-portaal

Choisissez la langue de votre document :

 Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Volledig verslag van de vergaderingen
Dinsdag 13 maart 2001 - Straatsburg Uitgave PB

5. Geldboetes die aan vervoerders worden opgelegd voor het vervoeren naar de lidstaten van onderdanen van derde landen die niet over de vereiste documenten beschikken
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Aan de orde is het verslag (A5­0069/2001) van de heer Kirkhope, namens de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken, over het initiatief van de Franse Republiek tot aanneming van een richtlijn van de Raad betreffende de harmonisatie van de geldboetes die aan vervoerders worden opgelegd voor het vervoeren naar de lidstaten van onderdanen van derde landen die niet over de vereiste documenten beschikken om daarin te worden toegelaten (10701/2000 - C5-0470/2000 + 14074/2000 - C5-0005/2001 - 2000/0822(CNS)).

 
  
MPphoto
 
 

  Kirkhope (PPE-DE), rapporteur. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, dit debat over mijn verslag vindt precies op het juiste moment plaats, slechts twee dagen voor de eerste formele Raad Justitie en Binnenlandse Zaken onder het Zweedse voorzitterschap. Op de agenda van die zitting staat de stand van zaken in verband met de richtlijn en het kaderbesluit voor gemeenschappelijke boetes hulp bij illegale binnenkomst en illegaal verblijf in de EU.

Toen ik als minister in het VK verantwoordelijk was voor vervoerdersaansprakelijkheid en andere immigratiezaken, had ik altijd de indruk dat het VK weliswaar strenge regels had voor vervoerdersaansprakelijkheid, maar dat het systeem zelf nogal onevenwichtig en niet helemaal eerlijk was, en dus vatbaar voor kritiek. Sommige vervoerders bleven buiten schot en in de EU als geheel zaten er door de verschillen tussen de landen mazen en zwakke punten in de wetgeving, terwijl we op dit terrein juist zouden moeten samenwerken en ons beleid coördineren.

De lasten waren duidelijk ongelijk verdeeld, dus hier ligt een kans voor verbetering. Het Franse voorzitterschap heeft het initiatief genomen om dit ongetwijfeld zeer moeilijke probleem aan te pakken en ik hoop dat mijn verslag dat initiatief op een eerlijke en redelijke manier heeft verbeterd.

Mijn verslag zorgt ervoor dat de vervoerdersaansprakelijkheid van toepassing wordt op al het vervoer van onderdanen van derde landen zonder de vereiste documenten naar de EU. Dat is eerlijk en hoewel de vervoerdersondernemingen waarschijnlijk tegen elke vorm van aansprakelijkheid zullen zijn, zullen alle vervoerders er profijt van hebben als de verantwoordelijkheid over hen allemaal wordt verdeeld.

Ik vind echter ook dat de verantwoordelijkheid van de vervoerders beperkt moet zijn. Sommigen hebben voorgesteld dat vervoerders verplicht zouden moeten worden personen die zij hebben vervoerd terug te brengen of de situatie te herstellen. Dat zou draconisch en buitensporig zijn. Vervoerders zouden zo’n geval natuurlijk bij de politie of bij andere bevoegde autoriteiten moeten melden, die dan de nodige stappen nemen.

Het is niet meer dan redelijk dat de boete aan de vervoerder wordt terugbetaald als aan de vervoerde persoon vervolgens asiel wordt toegekend. Dat was tot nu toe niet het geval, maar een dergelijke clausule is opgenomen in mijn verslag.

Mijn laatste punt is dat geldboetes in heel Europa geharmoniseerd moeten worden. Op dit moment leggen sommige landen helemaal geen boetes op, sommige een erg lage boete en in sommige landen zijn de boetes misschien juist te hoog. Geharmoniseerde boetes kunnen helpen deze activiteiten te stoppen en mensen aanmoedigen samen te werken.

Het is belangrijk dat we hieraan aandacht besteden. We mogen de vervoerders niet in de steek laten, en ook de autoriteiten moeten hun verantwoordelijkheden nemen. We willen humanitair zijn, maar dit probleem kan en moet door de EU als geheel worden opgelost. Daarom hoop ik dat het Huis mijn verslag zal aannemen.

 
  
MPphoto
 
 

  Hernández Mollar (PPE-DE). - (ES) Mijnheer de Voorzitter, de illegale mensenhandel is een hoogst verwerpelijk misdrijf dat vanuit de legaliteit en in internationaal verband moet worden vervolgd en teruggedrongen.

In de Akkoorden van Tampere hebben de Europese regeringen zich hiertoe verplicht. Daarvoor is bovendien de medewerking van de landen van herkomst vereist, in het bijzonder van degenen die bij het vervoer van reizigers zijn betrokken.

Het probleem is het harmoniseren van de wetgevingen van de lidstaten en het vinden van de juiste formules om deze beter op elkaar af te stemmen. Het lijdt geen twijfel dat de vervoerders de verplichting op zich moeten nemen om te controleren of de vervoerde buitenlanders aan de toelatingsvereisten voldoen. De in het onderhavige initiatief voorgestelde formule om als sanctie een minimumbedrag vast te stellen van zeker 5.000 euro per vervoerde persoon is geen slecht idee. Er zou echter bovendien tot inbeslagneming van de door de vervoerders gebruikte voertuigen en middelen moeten worden overgegaan. Dit moet dan geen eventuele, maar een daadwerkelijk toe te passen straf zijn.

Ook lijkt het noodzakelijk de sancties niet van toepassing te laten zijn op het vervoer van mensen die op grond van het Verdrag van Genève tot de asielprocedure worden toegelaten.

Kortom, mijnheer de Voorzitter, collega's, het gaat erom dat de Europese regeringen er alles aan doen om ervoor te zorgen dat de vervoerders, de grenspolitie en de douanepolitie op gecoördineerde wijze aan hun verplichtingen voldoen. Voorkomen moet worden dat criminele netwerken met mensen kunnen handelen.

Dit is niet de enige manier waarop de illegale mensenhandel kan worden bestreden. Het gaat erom dat wij de verantwoordelijkheid delen voor een ernstig probleem dat de Europese maatschappij in haar geheel onder ogen moet zien.

Waarde collega's, wij hebben lang genoeg over dit initiatief gepraat. Het is van het grootste belang dat het nu zo spoedig mogelijk in praktijk wordt gebracht.

 
  
MPphoto
 
 

  Cerdeira Morterero (PSE). - (ES) Mijnheer de Voorzitter, mijn eerste woorden zijn bedoeld als erkenning van het werk en de inspanning van collega Kirkhope. Die erkenning betreft eveneens de ons bekende moeilijkheden bij de totstandbrenging van dit initiatief. Ik ben van mening dat het gebrek aan inzicht, de problemen die collega Kirkhope heeft ondervonden, grotendeels te wijten waren aan het gebrek aan duidelijkheid en aan de wijzigingen die de Raad keer op keer in de tekst heeft aangebracht. Dit was het bewijs dat er op dit punt geen unanimiteit is, hetgeen het werk extra heeft bemoeilijkt, niet alleen voor collega Kirkhope, maar voor het hele Parlement en natuurlijk ook voor de leden van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken, die een poging heeft gedaan de tekst te verbeteren.

Wij moeten niet vergeten dat - zoals wij allemaal weten - de Europese Raad van Tampere in oktober 1999 heeft besloten dat wij voor de verschillende, maar nauw met elkaar samenhangende vraagstukken van asiel en immigratie een gemeenschappelijk Europees beleid moeten ontwikkelen. Daarbij werden de uitgangspunten voor samenwerking met de landen van herkomst vastgelegd: een gemeenschappelijk Europees asielstelsel, rechtvaardige behandeling van onderdanen van derde landen, alsook het beheer van de migratiestromen.

Tevens werd benadrukt dat voor het beheer of de beheersing van de migratiestromen, met inbegrip van politieke aspecten, aspecten betreffende mensenrechten en ontwikkeling, alsook uiteraard de bestrijding van illegale immigratie en mensenhandel, een ruime benadering vereist is. Daarbij zal nauw met de landen van herkomst en doorreis moeten worden samengewerkt.

Gezien al het voorgaande is het naar mijn oordeel absoluut noodzakelijk dat de Europese Unie niet alleen bij het onderhavige initiatief, maar ook bij de initiatieven die later vandaag nog aan de orde komen en waarover ook de komende jaren ongetwijfeld nog het nodige gezegd zal worden, duidelijke en redelijke standpunten inneemt. Een en ander dient vanzelfsprekend in overeenstemming met het Verdrag van Genève van de Verenigde Naties van 1951 te zijn.

Het antwoord van de Europese Unie op de clandestiene immigratie dient niet uitsluitend tot een strikte controle beperkt te blijven. Wij mogen onze verantwoordelijkheden met betrekking tot de verdediging en bevordering van de mensenrechten niet uit de weg gaan. Die rechten moeten in dit initiatief zichtbaar zijn. Wij moeten de migratiestroom beheersen met alle mechanismen die tot onze beschikking staan. Wij moeten echter ook erkennen dat er jaarlijks juist zoveel mensen mogen worden toegelaten dat clandestiniteit wordt voorkomen en criminele organisaties uit de buurt blijven.

Ik breng het Parlement artikel 31 van het Verdrag van Genève in herinnering. Daarin staat dat er van een reële en gegronde vrees voor vervolging sprake moet zijn om de illegale grensoverschrijding op het grondgebied van een asielland te rechtvaardigen.

In dit soort gevallen zal iemand misschien gebruik maken van valse documenten als enig middel om aan een bedreiging van zijn leven of vrijheid te ontsnappen. Teneinde een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid te kunnen creëren, dient dan ook gewaarborgd te zijn dat vervoerders in het geval van asielzoekers van sancties worden vrijgesteld.

Het is onze bedoeling om het beheer van de migratiebewegingen te verbeteren in het kader van een nauwe samenwerking met de landen van herkomst en doorreis. De strijd tegen de illegale immigratie moet worden opgevoerd en de betrokken criminele sectoren moeten worden bestreden, terwijl tegelijkertijd de rechten van de slachtoffers moeten worden gewaarborgd.

Het is te betreuren dat deze tekst van het Zweedse voorzitterschap geen enkele belangrijke vooruitgang betekent ten opzichte van de eerste tekst van het Franse initiatief. De realiteit van de immigratie laat zien dat er globale, coherente en gecoördineerde initiatieven nodig zijn en geen incidentele maatregelen zoals deze. Het gaat immers om een restrictieve precisering van artikel 26 van het Akkoord van Schengen. De instelling van het asiel moet beschermd worden. Vervoerders van buitenlandse onderdanen moeten van sancties worden vrijgesteld indien deze na aankomst asiel aanvragen, ook al wordt de aanvraag vervolgens verworpen. Wij kunnen vervoerders er niet toe verplichten de motieven van de asielzoekers na te gaan. Dat is een taak die aan de lidstaten is voorbehouden en niet door de vervoerders kan worden vervuld.

Om al deze redenen hebben wij gemeend om intrekking van de onderhavige tekst te moeten verzoeken, teneinde een beter initiatief te krijgen dat aan de opbouw van een echt communautair immigratiebeleid kan bijdragen.

 
  
MPphoto
 
 

  Wiebenga (ELDR). - Mijnheer de Voorzitter, bij dit voorstel spelen twee elementen een rol. Het ene element is de bestrijding van de mensensmokkel als onderdeel van de grote misdaad. Vrijwel iedereen is het erover eens dat wij alles moeten doen om de illegale immigratie tegen te gaan die stelselmatig wordt georganiseerd. We lezen en zien te vaak op welke mensonterende wijze met de levens van mensen wordt omgegaan. Het voorbeeld van de Dover-Chinezen is maar al te wrang.

Het andere element is het recht op asiel. Mensen die armoede, ellende of oorlog ontvluchten, valt niets te verwijten. Wat zouden wij doen in zulke omstandigheden? Europa heeft van oudsher een humanitaire traditie en dat moet zo blijven. Er moet dus een evenwicht worden gevonden tussen het hooghouden van het Vluchtelingenverdrag enerzijds en het bestrijden van de misdaad anderzijds. Daarbij speelt met betrekking tot dit voorstel nog een ander element. Het gaat in dit geval niet om het al dan niet invoeren van geldboetes voor vervoerders. Alle Schengen-landen hebben al vele jaren zo'n regeling en passen die ook toe. Maar ook niet-Schengen-landen, zoals Groot-Brittannië, zoals de rapporteur al vermeldde, en bijvoorbeeld Canada hebben dit soort boetemechanismen. Het voorstel van vandaag gaat alleen om het harmoniseren van die geldboetes.

Al met al, mijnheer de Voorzitter, is de ELDR-Fractie van mening dat een beter evenwicht gezocht moet worden tussen deze twee elementen. Daarom hebben wij amendement nr. 11 ingediend van de collega's Watson en barones Ludford, op grond waarvan dit boetestelsel niet van toepassing is wanneer een persoon asiel zoekt. Wij hopen dat dit amendement wordt aanvaard en vinden dan ook de harmonisatie als geheel aanvaardbaar.

 
  
MPphoto
 
 

  Sörensen (Verts/ALE). - Voorzitter, collega's, met betrekking tot het verslag-Kirkhope wil ik opmerken dat het probleem inderdaad moet worden aangepakt, maar dat mijn fractie en ik toch enkele bedenkingen hebben: vermeden moet worden dat onschuldigen worden getroffen, namelijk vervoerders en vrachtvervoerders in het algemeen. Zij staan dikwijls onder zware sociale druk, zij moeten zich aan bepaalde tijden houden en bovendien weten zij soms niet dat zij mensen vervoeren.

Vervoerders kunnen tussenpersonen zijn die meewerken in het criminele netwerk, en dan moeten zij bestraft worden wegens mensenhandel en mensensmokkel. Maar zij kunnen ook meewerken aan de bestrijding van het criminele netwerk door aangifte te doen van het feit dat er in hun vrachtwagens illegaal personen worden vervoerd. De vervoerder kan echter ook een taxichauffeur zijn die bijvoorbeeld in Sangatte of in het centrum van Calais mensen meeneemt en over de grens brengt. Moet hij dan soms ook hun papieren controleren?

Verder kunnen zich problemen voordoen voor mensen die soms wel met papieren reizen, maar met papieren die moeilijk gecontroleerd kunnen worden. En dan is er nog het geval van mensen die meereizen en verklaren dat zij asiel gaan aanvragen, maar dat niet onmiddellijk doen en in de clandestiniteit verdwijnen. Ik zou graag duidelijkheid hebben over de vraag wie in de toekomst al die documenten gaat onderzoeken. Ik denk dat er onvoldoende mensen voorhanden zijn om alle documenten te controleren.

 
  
MPphoto
 
 

  Frahm (GUE/NGL).(DA) Mijnheer de Voorzitter, dit voorstel is een poging om de symptomen van een ongewoon ernstige ziekte te behandelen. Helaas wordt door dit voorstel de ziekte niet alleen verwaarloosd, de symptomen en de ziekte zelf worden er ook erger door. Het zou afschrikwekkend moeten werken, maar ik zou wel eens willen weten wie men denkt af te schrikken. Wie denkt u dat er bang wordt van het onderhavige voorstel? De humanitaire organisaties. Mensen van de kerk. Mensen die het hart op de juiste plek hebben, en die moeten verantwoorden waar hun geld vandaan komt en hoe ze het gebruiken. En wie gaat eraan verdienen, denkt u? De maffia. De brutalen.

Neem een land als Afghanistan, dat nu bijna omgeven is door gesloten grenzen. Pakistan neemt geen vluchtelingen meer op. In de directe omgeving is geen plaats voor nog meer kampen, zoals sommigen van ons het noemen. Daar kunnen geen mensen meer bij, maar er zijn nog steeds mensen die moeten vluchten, en die moeten betalen om eruit te komen. En aan wie moeten ze volgens ons betalen? Aan de maffia, of aan de kerk en humanitaire organisaties? Als we de straf verhogen, krijgen we een hogere prijs. Mensen die moeten vluchten, zullen duur moeten betalen voor het voorstel dat we nu behandelen. Een hogere straf betekent ook dat er minder aanbieders op deze markt komen. Minder mensen bieden hulp aan mensen die moeten vluchten. Degenen die overblijven, horen bij de maffia. Zij kunnen elke prijs vragen, en uiteindelijk krijgen ze een monopolie op dit gebied. Ik heb begrepen dat er landen onder de lidstaten zijn die zich grote zorgen over dit voorstel maken. Ik heb begrepen dat het Zweedse voorzitterschap niet gerust is op het voorstel. Ik wil ze dringend verzoeken het vetorecht in de Raad te gebruiken om er een halt aan toe te roepen.

Bovendien wil ik aanraden om bij de behandeling van het voorstel tenminste twee dingen te doen. Ten eerste moet er onderscheid worden gemaakt tussen organisaties die dit voor het geld doen, die het voor het gewin doen, en organisaties die uit humanitaire, menslievende overwegingen handelen. Dat onderscheid is bepalend voor de situatie waarin we mensen op de vlucht jagen. Ten tweede vind ik dat we onze verantwoordelijkheid niet moeten afschuiven op toevallige vervoersbedrijven. Het kan niet de bedoeling zijn dat een toevallige werknemer van Sabena, Air France of SAS de verantwoordelijkheid krijgt om te beoordelen wat er in een asielzaak moet gebeuren. Dat is onze verantwoordelijkheid.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 
 

  Andrews (UEN). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, de wereld is vol van conflicten en dictators, ellende en armoede en de onschuldige slachtoffers betalen de prijs daarvoor. De georganiseerde misdaad beschikt over enorme middelen en kan ongestraft zijn gang gaan. Er is meer internationale samenwerking nodig tussen instanties die belast zijn met de wetshandhaving.

Het is geen geheim dat politici en de politie in sommige landen profiteren van de mensenhandel en mensensmokkelaars tippen wanneer er acties tegen hen op stapel staan.

Veel van de problemen die we vanmorgen behandelen, zoals immigratie, tijdelijke bescherming voor ontheemden en het niveau van geharmoniseerde boetes voor vervoerders die personen zonder de nodige papieren vervoeren, zijn met deze duistere wereld van conflicten en crimineel opportunisme verweven.

In de afgelopen tien jaar is het aantal gedwongen en vrijwillige migranten in de hele wereld enorm gestegen. De conflicten in het voormalige Joegoslavië, Kosovo en elders hebben geleid tot plotselinge verplaatsingen van grote groepen mensen, die tijdelijke bescherming nodig hadden. Tegelijkertijd worden de asielproblemen steeds groter. Vorig jaar hebben 390.000 personen asiel aangevraagd in de Europese Unie. Volgens ramingen van de Verenigde Naties wordt in de moderne slavenhandel 5 miljard pond omgezet en bereikt 10% van de illegale immigranten Europa via de Balkanroute.

Volgens de UNHCR was mijn eigen land, Ierland, vorig jaar derde in Europa na Slovenië en België wat betreft het aantal asielzoekers per hoofd van de bevolking. Asielzoekers in Europa waren hoofdzakelijk afkomstig uit de Federatieve Republiek Joegoslavië, Irak en Afghanistan. Het aantal asielzoekers uit Iran is meer dan verdubbeld. Deze mensen worden niet zo warm onthaald in Ierland als verwacht zou mogen worden, vooral in het licht van onze eigen emigratiegeschiedenis.

Ik moet zeggen, al is het ongaarne, dat de Ieren de nieuwe bevolkingsgroepen in hun land niet bepaald een warm welkom hebben bereid. Immigratie is voor ons een nieuw verschijnsel, maar ik vind het triest dat mensen die ik voor fatsoenlijk en sociaal voelend hield, zich racistisch en vijandig opstellen tegenover vreemdelingen. Dat geldt ook voor veel mensen in mijn eigen kiesdistrict. Dat spijt me bijzonder.

 
  
MPphoto
 
 

  Turco (TDI). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, ik spreek namens de afgevaardigden van de Lijst-Bonino. Wij zullen tegen het verslag-Kirkhope en het voorstel van het Franse voorzitterschap stemmen, met andere woorden tegen het zoveelste repressieve voorstel over immigratie.

Het lijdt geen twijfel dat de overwegingen van de collega’s Cerdeira, Sörensen en Frahm en die van het voorafgaande betoog gefundeerd zijn, maar voordat we in kunnen gaan op de inhoudelijke aspecten van dit verslag en dit voorstel, moeten we een principekwestie aan de orde stellen: de versnippering van het immigratiebeleid. Anders zouden wij, of liever gezegd zou vooral de Raad moeten verklaren dat hij niet in staat is geweest dit verschijnsel te reguleren, ofwel dat hij niet heeft kunnen voorzien wat er zou kunnen gebeuren, dat hij het niet heeft kunnen voorkomen en nu nog steeds niet in staat is met beleidsvoorstellen te komen.

We worden gebombardeerd met voorstellen van de Raad en van de afzonderlijke lidstaten, die aan de ene kant beweren een gemeenschappelijk en globaal immigratiebeleid te willen ontwikkelen en aan de andere kant stukjes repressief recht willen opnemen en harmoniseren, en dat zonder op wat voor manier dan ook de inhoud en de criteria vast te stellen die aan het toekomstige Europese immigratiebeleid ten grondslag zullen liggen – of liever gezegd, zouden moeten liggen.

Wij denken dat dit verslag en dit voorstel op geen enkele manier bijdragen tot een immigratiebeleid; integendeel, het zijn juist deze voorstellen die mede de oorzaak zijn van voorvallen als in Dover, waar dodelijke slachtoffers zijn gevallen. Op deze manier dragen we bij aan de verrijking van de georganiseerde misdaad.

 
  
MPphoto
 
 

  Klamt (PPE-DE). ­ (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik wil er nogmaals aan herinneren dat dit Franse initiatief de bestrijding van de illegale immigratie behandelt, en ik wil de heer Kirkhope hartelijk danken voor zijn goede verslag. Het idee is illegale immigratie al bij de bron – doorgaans in het land van herkomst – te verhinderen. Momenteel bevorderen vervoerders indirect de illegale immigratie, doordat reisdocumenten niet worden gecontroleerd. Pas bij aankomst in een lidstaat van de EU kan door de grenspolitie worden vastgesteld dat iemand probeert illegaal het land binnen te komen.

De Commissie stelt een eenvoudige en efficiënte oplossing voor. De vervoerders moeten al bij het vertrek controleren of hun passagiers over de vereiste reisdocumenten respectievelijk visa beschikken en zo nodig het vervoer weigeren. Om ervoor te zorgen dat deze controles ook daadwerkelijk worden uitgevoerd en tegelijkertijd de hulp bij illegale immigratie tegen te gaan, moeten er in de EU uniforme geldboetes worden ingevoerd. Dit is de enige garantie voor een gemeenschappelijke en consequente houding ten opzichte van de illegale immigratie. Het voorstel om de geldboetes bij aanvraag van asiel te laten vervallen werkt daarentegen contraproductief, aangezien doorgaans bijna altijd asiel wordt aangevraagd. Daarom mogen de vervoerders de geldboete alleen terugkrijgen als een asielaanvraag wordt ingewilligd.

Vervoerders zijn zeer wel in staat samen met het vervoersbewijs ook de reisdocumenten te controleren die nodig zijn om in het land van bestemming te worden toegelaten. Dit moet voor alle transportmiddelen gelden, ook voor vervoer per spoor. Van de vervoerders kan echter niet worden gevraagd de mensen ook weer mee terug te nemen. Dat is een taak voor de nationale politie of een vergelijkbare instantie. Alleen dan is het zeker dat de uitwijzing ook daadwerkelijk en volgens de voorschriften wordt uitgevoerd. Maar ook voor dit verslag geldt dat zinvolle aspecten van een gemeenschappelijk immigratie- en asielbeleid in het kader van een totaalconcept moeten worden opgesteld en niet voortijdig als losse maatregelen in de wetgevingsprocedure moeten worden binnengeloodst.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 
 

  Terrón i Cusí (PSE). - (ES) Mijnheer de Voorzitter, ten eerste sluit ik mij aan bij de verontrusting van onze fractie over het feit dat er een wildgroei is ontstaan van allerlei verbrokkelde maatregelen die soms moeilijk verenigbaar zijn met de Verdragen. Vanuit de communautaire logica weten wij vaak niet goed of zij van de lidstaten of van de Raad afkomstig zijn. Enkele van de zojuist gehoorde betogen tonen aan dat het om volgens mij gevaarlijke oplossingen gaat. Het zijn immers valse, schijnbaar eenvoudige oplossingen voor problemen die reëel en complex zijn.

Ik denk dat dit soort voorstellen - en wij zullen er vanochtend nog een paar behandelen - echt onuitvoerbaar zijn zonder een globaal kader waarin de besluiten van de Europese Raad van Tampere ten uitvoer worden gelegd. Zoals ook door de Commissie wordt beoogd, moeten alle besluiten bij de kop worden genomen.

Mijnheer de Voorzitter, de neiging van de Raad om repressieve aspecten te ontwikkelen zonder dat de referentiekaders van een absoluut noodzakelijk gemeenschappelijk immigratiebeleid zijn vastgelegd, is een probleem.

De Commissie heeft ons een document voorgelegd dat het probleem van de mensenhandel beoogt aan te pakken. Ik zou van de Commissie ook graag een document ontvangen waarin het delict mensenhandel wordt omschreven en enkele algemene sancties worden vastgelegd, een en ander geplaatst in het kader van een gemeenschappelijk immigratiebeleid.

Mijnheer de Voorzitter, wij gaan sancties opleggen aan vervoerders van personen die niet voldoende papieren bij zich hebben. Uitstekend. Alle vervoerders van personen weten dat ze een misdrijf begaan. Dat weten ze echt allemaal. Ik denk dat wij hun met dit soort maatregelen geen halt toeroepen.

Ik betreur het standpunt van de rapporteur over dit onderwerp. Over het algemeen is er binnen onze commissie namelijk een zekere unanimiteit als het om het niet goedkeuren van dit soort voorstellen gaat. Wat betreft het thans voorliggende voorstel maak ik mij bovendien persoonlijk zorgen over enkele punten die hier reeds zijn genoemd: een grotere controleverantwoordelijkheid voor particulieren en het ernstige, reële probleem van de vluchtelingen. Ik ben van oordeel dat vervoerders geen beschermengelen zijn die het risico van een sanctie voor lief nemen als zij mensen helpen die werkelijk in gevaar zijn. Ik vind dat wij hiermee rekening moeten houden.

Mijnheer de Voorzitter, gezien dit alles is mijn fractie in meerderheid vastbesloten om verwerping van dit voorstel te vragen. Wij stellen voor dat door het Franse en Zweedse voorzitterschap een verzoek aan de Commissie wordt gedaan om een globaal voorstel over een toekomstig gemeenschappelijk immigratiebeleid voor de Unie in te dienen.

 
  
MPphoto
 
 

  Lambert (Verts/ALE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, om te beginnen ben ik niet tegen samenwerking bij de bestrijding van de georganiseerde misdaad en illegale immigratie op zich, maar ik ben een principieel en fervent tegenstander van vervoerdersaansprakelijkheid. Dat komt neer op de privatisering van immigratieprocedures via de achterdeur. Zoals al door anderen is gezegd, wordt zo de verantwoordelijkheid voor het controleren van papieren bij het personeel van de vervoersondernemingen of de chauffeurs gelegd in plaats van bij de medewerkers van de officiële immigratiedienst, die getraind zouden moeten zijn zich niet­racistisch en menselijk op te stellen. Het is jammer dat deze dienst niet opgenomen is in artikel 13 van de anti-discriminatierichtlijn van de Raad.

Ik heb ernstige bezwaren tegen het voorstel de boete terug te betalen aan degenen die een winnaar in de asielzoekerswedloop hebben vervoerd. Net als anderen geloof ik dat dit initiatief ook in pragmatische termen verkeerd is. Het is een voorbeeld van de verbrokkelde, onsystematische aanpak van het gemeenschappelijk immigratiebeleid en daarvan hebben we er in dit Huis al te veel gezien. We moeten eerst het kader vaststellen en dan bekijken hoe dat het best ingevoerd kan worden en of een dergelijke harmonisatie gewenst is. Deze versnipperde aanpak is noch begrijpelijk noch verstandig.

Ik wil de amendementen die door drie fracties worden gesteund nog eens onder de aandacht brengen: de amendementen 10, 11 en 13. Er zijn nog meer amendementen op dit verslag die het overwegen waard zijn. Ik steun bijvoorbeeld amendement 12.

 
  
MPphoto
 
 

  Kaufmann (GUE/NGL).(DE) Mijnheer de Voorzitter, het verslag-Kirkhope levert geen bijdrage aan een vooruitstrevend gemeenschappelijk asiel- en vluchtelingenbeleid. Het gaat om het uitbreiden en aanscherpen van de repatriëringsplicht uit het Akkoord van Schengen. Deze is in de praktijk volledig mislukt en wordt terecht door kerken en mensenrechtenorganisaties aan de kaak gesteld. Nu al krijgen medewerkers van luchtvaartmaatschappijen daardoor de rol van hulpagent opgedrongen. De lidstaten scheppen zelf de voorwaarden waar de zogenaamde mensensmokkelaars profijt van hebben.

Als vervoerders die hun zogenaamde verplichtingen niet nakomen, voortaan tot 5.000 euro boete moeten betalen, kunnen wij ons nu al voorstellen waartoe dat zal leiden. De EU zal haar karakter als hermetisch afgesloten gemeenschap nog versterken. Dit kan toch niet de manier zijn waarop wij voortaan met vluchtelingen en immigranten willen omgaan. Het afgelopen jaar kwamen naar schatting van de antiracistische mensenrechtenorganisatie UNITED meer dan tweeduizend mensen om het leven aan de buitengrenzen van de Unie. Dat is een onhoudbare situatie.

Als wij in Europa een algemene asielwetgeving willen hebben, moeten wij er ook voor zorgen dat asielzoekers naar ons toe kunnen komen. Anders is elke richtlijn onbruikbaar en feitelijk in strijd met de geest van het Verdrag van Genève betreffende de status van vluchtelingen, ook al heeft hij er formeel betrekking op.

Staat u mij tot slot toe een opmerking te maken over mijn eigen land. Helaas is de Duitse minister van Binnenlandse Zaken tegenwoordig een van de belangrijkste voorstanders van een Europees afschermingsbeleid.

(Applaus)

Duitsland blokkeert op bijna alle terreinen een humanisering van het vluchtelingen- en immigratiebeleid. Elk voorstel van de Commissie dat in deze richting gaat, wordt door de Duitse minister van Binnenlandse Zaken afgewezen. Een voorstel als dat van vandaag zou de heer Schily onmiddellijk goedkeuren, want het ademt een geest van afweer uit en betekent een toename van de controle.

Ik verzoek alle aanwezigen niet toe te staan dat deze geest van een hermetische afsluiting van Europa en de buitensluiting van hulpzoekende mensen zich doorzet. Stemt u tegen het verslag-Kirkhope!

 
  
MPphoto
 
 

  Ceyhun (PSE). ­ (DE) Mijnheer de Voorzitter, beste collega‘s, het staat buiten kijf dat wij allemaal geïnteresseerd zijn in een weloverwogen sturing en controle van immigratie, ook door de beveiliging van de buitengrenzen van de Unie. Ik denk dat wij het hierover eens zijn en dat wij hierover niet hoeven te discussiëren. Aan de andere kant zijn wij het er denk ik ook over eens – en juist de heer Kirkhope zal dit als voormalig minister van Binnenlandse Zaken van Groot-Brittannië onderschrijven – dat wij met al deze losse maatregelen uiteindelijk niet veel zullen bereiken. Wij houden ons bezig met een terrein waarvan wij niet de fundamentele problemen willen oplossen, maar wel met kleine stappen iets willen bereiken.

Als dit het geval is, moge duidelijk zijn dat wij zoveel mogelijk vrij van ideologie moeten discussiëren. Als wij hiermee instemmen en in ons achterhoofd houden dat illegale immigratie eigenlijk nooit volledig voorkomen kan worden – dus wat de uitkomst van dit debat ook moge zijn, illegale immigratie zal altijd blijven bestaan ­, moeten wij natuurlijk ook toegeven dat wij met alle strafmaatregelen voor vervoerders uiteindelijk heel weinig kunnen bereiken. Als we deze mening delen, moeten we ook toegeven, mijnheer Kirkhope, dat we nu juist met de vervoerders moeten gaan praten om iets aan deze situatie te kunnen doen.

Ik voer momenteel gesprekken met vertegenwoordigers van de internationale transportvakbonden en ik denk dat er nog speelruimte is voor een gezamenlijke oplossing. Wanneer je echter met deze ondernemingen praat, kun je vaststellen dat uw voorstellen, mijnheer Kirkhope, helemaal geen hulp zijn en dat u het Franse initiatief, dat op zich al door de vervoerders wordt verworpen, van nog meer beperkingen voorziet. Ik vraag mij dan af waarom wij over een verslag debatteren dat door niemand wordt gesteund.

 
  
MPphoto
 
 

  Schröder, Ilka (Verts/ALE).(DE) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega‘s, niet alles wat legaal is, is ook legitiem. Niet alles wat illegaal is, is illegitiem. Wij hebben hier vandaag al veel over misdaden gesproken. Het is echter naar mijn mening geen misdaad om hulpbehoevende mensen die naar de EU willen immigreren, hierbij te helpen, alleen omdat het illegaal is. Als er iets misdadig is, is het wel het afschermingsbeleid van de EU. Dat vindt zelfs de UNHCR, die in een studie over mensensmokkelaars heeft vastgesteld dat het probleem wordt gevormd door het vestingbeleid van de EU. Daaraan kan volgens deze organisatie alleen iets kan worden veranderd, als wij de grenzen verder openen, niet met maatregelen tegen de zogenaamde mensensmokkelaars.

Een tweede probleem dat ik wil aansnijden met betrekking tot dit verslag – dat de vervoerders in toenemende mate verantwoordelijk wil stellen – is dat het in Duitsland heeft geleid tot racistisch gedrag. De overheid heeft taxichauffeurs namelijk tot racistisch gedrag aangezet. Er is gezegd, dat herkent u toch of iemand illegaal is of niet als hij aan de Duits-Poolse grens staat en door u vervoerd wil worden. De taxichauffeurs hebben wettelijk niet de mogelijkheid om de papieren van deze mensen te controleren. Men heeft hun dus gezegd dat je deze mensen kan herkennen! Laat ik vooropstellen dat niemand illegaal is en dat je al helemaal niet kan herkennen of iemand ergens illegaal verblijft of niet.

Een laatste punt waardoor ik zeer sceptisch ben geworden, is dat ten tijde van de DDR en de BRD, dus ten tijde van de twee Duitslanden, in de jaren zeventig het hoogste Duitse gerechtshof eens heeft besloten dat mensensmokkel legitiem is, dus hetzelfde als ik u zojuist heb gezegd, en dat het zelfs legitiem is om geld daarvoor te vragen. Oftewel, de commerciële vluchthulp die u hier probeert te criminaliseren, is toentertijd hemelhoog geprezen. Ik vrees dus dat het hele onderwerp slechts als middel wordt aangewend, dat men niet tegen de vluchtelingen en de mensen met een illegale status durft te ageren en dus nieuwe slachtoffers nodig heeft. Daarom worden de vluchthelpers aangepakt, ongeacht of ze ervoor worden betaald of niet. Juist zij hebben onze steun nodig, zodat meer mensen goedkoop over de grenzen kunnen komen.

 
  
MPphoto
 
 

  Vitorino, Commissie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, om te beginnen een opmerking over de procedure. Deze debatten in de plenaire over initiatieven van de lidstaten zijn onbevredigend, want er ontbreekt iets. De initiatiefnemer spreekt niet en reageert niet op de argumenten van het Parlement.

(Applaus)

Ik zeg u eerlijk dat dit voor de Commissie een ongemakkelijke situatie is, want we zijn niet de initiatiefnemers van deze voorstellen. We hebben zelfs niet het recht amendementen in te dienen, we nemen alleen deel aan het debat. Het is daarom moeilijk voor de Commissie om het woord te nemen en het voorstel te verdedigen, of aan te vallen, want we staan in zekere zin buitenspel. Ik deel natuurlijk uw bezwaar dat een versnipperde aanpak niet adequaat is om het zeer gevoelig liggende problemen van de illegale immigratie op te lossen.

We hebben geprobeerd een gecoördineerde en geïntegreerde benadering van illegale immigratie en immigratie in het algemeen te stimuleren, maar we zijn verplicht te reageren op de initiatieven van lidstaten, zoals dit. Daarom zal de Commissie zich beperken tot drie algemene opmerkingen. De eerste opmerking, wellicht een echte gemeenplaats, is dat vervoerdersaansprakelijkheid een complexe en gevoelige kwestie is. Net als sommige van de voorafgaande sprekers is de Commissie van mening dat vervoerdersaansprakelijkheid een doeltreffend middel kan zijn in de strijd tegen de illegale immigratie, maar de effectiviteit ervan hangt voor een groot deel af van een evenwichtige benadering. Zo’n evenwichtige benadering is moeilijk te bereiken, want de rechtmatige belangen van alle partijen moeten in aanmerking worden genomen, niet alleen die van de lidstaten maar ook die van mensen die humanitaire bescherming nodig hebben en van vervoersondernemingen. Uw discussie van vanmorgen en de discussie in de Raad laten zien dat het buitengewoon moeilijk is een compromis te vinden dat voor iedereen aanvaardbaar is.

Ik geloof niet dat we de strijd tegen illegale immigratie aan het privatiseren zijn. Ik zie dat heel anders. Ik denk dat de organisatorische kant van immigratie onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten, van de overheid valt, maar we moeten een beroep doen op het maatschappelijk middenveld om te helpen bij het management van de immigratie. Onder dit ruime concept valt niet alleen vervoerdersaansprakelijkheid maar ook de inzet van NGO’s. We hebben dus een strikt criterium voor de analyse van het Franse voorstel. Het initiatief zou positief ontvangen moeten worden als het een toegevoegde waarde heeft ten opzichte van de bestaande bepalingen van artikel 26 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Schengen-Akkoord.

De ontwerprichtlijn van vandaag is pas een eerste stap. Op termijn moeten we verder gaan en alle vervoersmiddelen, met inbegrip van het vrachtvervoer, op een coherente manier tegen het licht houden. Daarom zal de Commissie van haar kant haar verantwoordelijkheid nemen en proberen in nauwe samenwerking met alle belanghebbenden een geharmoniseerde Europese aanpak voor te bereiden. We denken dat we een voorstel kunnen opstellen waarin alle vervoersmiddelen zijn opgenomen en dat in nauwe samenwerking met humanitaire organisaties, met de vervoerders zelf en natuurlijk met de instanties voor wetshandhaving is opgesteld.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Dank u wel, mijnheer de commissaris.

Het debat is gesloten

De stemming vindt om 12.00 uur plaats.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid