Toegang tot gevoelige gegevens van de Raad over veiligheid en defensie
Turco (NI). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de heer Brok van harte bedanken voor het feit dat hij samen met de Voorzitter van het Europees Parlement het initiatief heeft genomen tot een duidelijkere en nauwkeurigere regeling van het recht van het Parlement op toegang tot gevoelige documenten van de Raad. Ofschoon er leemtes zitten in dit akkoord - waarop ook de rapporteur zelf heeft gezinspeeld toen hij toegaf dat het Parlement concessies heeft moeten doen aan de Raad - is dit tenminste een stap in de richting van meer democratische controle.
Als lid van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken is het voor mij onvoorstelbaar dat het Europees Parlement op zo flagrante wijze toegang tot de documenten over justitie en binnenlandse zaken wordt geweigerd. Daar gaat het immers om regelgevingen die rechtstreeks betrekking hebben op de rechten van de burgers en hun vrijheden.
In de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 14 en 15 oktober werd gesproken over het kaderbesluit inzake drugs. Het meest recente document dat volgens de lijst beschikbaar is dateert van de maand juni. Sedertdien zijn verschillende documenten verschenen maar het Europees Parlement heeft nergens kennis van kunnen nemen.
Waarom belet men de burgers te vernemen welk compromis het Deens voorzitterschap heeft voorgesteld? Is men soms bang dat de burgers te weten komen dat de ministers binnen de veilige omheining van de Raad het mandaat van hun regering, hun parlement en hun burgers aan de laars lappen en op Europees niveau precies dat doen waartoe zij op nationaal niveau niet de moed hebben?
Zelfs de Deense minister, mevrouw Lene Espersen, heeft vandaag niet de moed gehad om de Commissie vrijheden uit te leggen wat dit compromis inhoudt. Ik zal nog een laatste voorbeeld geven: tijdens de bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 14 en 15 oktober werden twintig van de negenendertig besproken documenten niet op de lijst gezet.
Wij zijn van mening dat een eind moet worden gemaakt aan deze behandeling van het Europees Parlement en de burgers die ons hebben gekozen. Zij worden steeds weer op schandalige wijze door de Raad vernederd.