De Voorzitter. - Aan de orde is de gecombineerde behandeling van de volgende ontwerpresoluties:
- (B5-0172/2003) van mevrouw Karamanou e.a., namens de PSE-Fractie, over de terdoodveroordeling van Amina Lawal door steniging wegens overspel (Nigeria);
- (B5-0175/2003) van mevrouw Maes e.a., namens de Verts/ALE-Fractie, over de situatie van de mensenrechten, in het bijzonder de zaak Amina Lawal;
- (B5-0179/2003) van de heer McCartin e.a., namens de PPE-DE-Fractie, over de zaak van de Nigeriaanse vrouw Amina Lawal die in Nigeria ter dood is veroordeeld is door steniging;
- (B5-0182/2003) van mevrouw Ainardi e.a., namens de GUE/NGL-Fractie, over Nigeria: de zaak Amina Lawal;
- (B5-0183/2003) van de heer Collins e.a., namens de UEN-Fractie, over de zaak Amina Lawal in Nigeria;
- (B5-0184/2003) van mevrouw Sanders-ten Holte e.a., namens de ELDR-Fractie, over de situatie van de mensenrechten in Nigeria, in het bijzonder de zaak Amina Lawal.
Karamanou (PSE). - (EL) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, de terdoodveroordeling van vrouwen in Nigeria door steniging heeft een schok doen gaan door de publieke opinie in de wereld. Wij hebben dit vraagstuk als een eerder, in september jongstleden, hier in de plenaire vergadering besproken, maar onze stem was die van een roepende in de woestijn.
Op 25 maart wordt de zaak van Amina Lawal opnieuw in beroep behandeld. Amina Lawal is een vrouw die de pech had een grote misdaad te begaan. Zij dacht namelijk dat zij naar eigen dunken met haar lichaam kon omgaan. Volgens de islamitische wet is dat een misdaad die gelijk is aan hoogverraad. Is het mogelijk dat dergelijke dingen zich voordoen in de 21ste eeuw en niemand onder de machtigen dezer aarde zich daar iets van aantrekt? Ik betreur het dat de commissaris niet luistert. Is het mogelijk, mijnheer de commissaris, dat de grondvrijheden en de rechten van de vrouw op een dergelijke gewelddadige en gruwelijke wijze worden geschonden? Is het mogelijk dat dit vraagstuk wordt overgelaten aan de druk die wordt uitgeoefend door de vrouwenorganisaties, de publieke opinie en de media? Wat heeft de politieke leiding van de Europese Unie gedaan? Wat hebben de Commissie en de Raad gedaan? Welke sancties hebt u opgelegd aan Nigeria, een land waarmee wij economische en commerciële overeenkomsten hebben gesloten? Welke zin hebben de clausules inzake de eerbiediging van de mensenrechten van de vrouw in de Overeenkomst van Cotonou, mijnheer de commissaris, als er geen sancties zijn? Is tot slot Nigeria een wereldse, democratische staat of een theocratische staat? Is er een regering of regeren de mullah’s?
De Voorzitter. - Mevrouw Karamanou, ik weet niet of commissaris Fischler ook Grieks begrijpt. Ik heb hem dat gevraagd omdat ik zag dat hij geen koptelefoon had.
Karamanou (PSE). - (EL) Mijnheer de Voorzitter, ik ben nu bijna aan het eind van mijn toespraak gekomen maar de commissaris heeft nog niets gehoord van hetgeen ik te zeggen had en natuurlijk zal hij niet in staat zijn een antwoord te geven op mijn vragen. Mijn spreekbeurt was eigenlijk een aaneenrijging van vragen aan de Europese leiding, die totaal niets heeft gedaan om deze misdaden tegen vrouwen in Nigeria te voorkomen. Nigeria is partij bij de Overeenkomst van Cotonou, waarin clausules voorkomen in verband met de eerbiediging van de mensenrechten en de rechten van de vrouw. De Commissie doet evenwel alsof haar neus bloedt. De politieke leiding doet helemaal niets. Het lot van deze vrouwen is overgelaten aan de vrouwenorganisatie en de media, aan de druk die de publieke opinie in de wereld uitoefent. Deze druk is weliswaar heel groot en werpt ook vruchten af, maar het is hoog tijd dat de Europese politieke leiding in het geweer komt en de Nigeriaanse regering dwingt dat te doen wat zij geacht wordt te doen om de rechten van de vrouw in Nigeria te beschermen.
Dan nog het volgende, mijnheer de commissaris: wat is Nigeria eigenlijk? Is dat een democratisch land, een wereldse staat of een theocratische staat? Op 25 maart zal de zaak van Amina Lawal opnieuw behandeld worden door een Sharia-gerechtshof. Zijn wij dan helemaal gek geworden? Weten wij niet wat er in Nigeria gaande is? Drie jaar geleden hebben wij hier de terugkeer van de democratie in dit land, de komst van een democratisch gekozen regering gevierd. Deze regering is echter totaal niet bij machte om de eerbiediging van de grondwet en de wetten af te dwingen. De mullahs regeren en zij veroordelen vrouwen ter dood door steniging omdat zij buitenechtelijke seks hadden.
Daarom willen wij dat de Commissie en de Raad onmiddellijk iets ondernemen. De politieke leiding moet een standpunt innemen ten aanzien van deze vraagstukken. Dat vragen wij u, mijnheer de commissaris.
(Applaus)
De Voorzitter. - Mevrouw Karamanou, ik heb u veel spreektijd gegeven in de eerste plaats omdat ik het niet correct vond dat de commissaris niet naar u luisterde terwijl u hem vragen stelde - ik weet wel dat de commissaris een schriftelijke tekst heeft die van tevoren is opgesteld, maar het is altijd beleefd om naar iemand te luisteren - en in de tweede plaats omdat de voorzitter van de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen aan het woord was.
Maes (Verts/ALE). - Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris. U zult wel al begrepen hebben dat deze zaak ons zeer ter harte gaat en ik sluit mij dan ook aan, niet alleen bij de verontwaardiging van mevrouw Karamanou omwille van de colloques singuliers die georganiseerd worden bij uw bank en waar u als commissaris niet altijd verantwoordelijk voor bent, maar ik sluit mij ook aan bij de inhoud. Dankzij de internationale actie konden wij Safya Hoesseini laten ontsnappen aan steniging nadat zij veroordeeld was terwijl ze eigenlijk verkracht was. Ze werd echter gespaard op procedurele gronden, en dat betekent dat het gevaar absoluut niet geweken is voor Amina Lawal, die op 19 augustus in beroep veroordeeld is en wier schuld waarschijnlijk op 25 maart zou kunnen worden herbevestigd. U heeft dus nog een beetje tijd, mijnheer de commissaris.
Zij is veroordeeld in Katsina, één van die twaalf noordelijke regio's waar de sharia van kracht geworden is gedurende de laatste 3 jaren. Doodstraf, verminking van vrouwen en geseling en de daarbij overheersende discriminatie worden daarmee gangbare praktijken. De grondwet van Nigeria, de Universele Verklaring van de rechten van de mensen, alle andere verdragen die Nigeria heeft onderschreven worden daarmee meteen een dode letter.
In Nigeria zullen over een paar weken presidentsverkiezingen plaatshebben. De rellen in verband met de invoering van de sharia hebben reeds een paar duizend slachtoffers geëist. Recent vielen er 220 doden bij rellen rond een schoonheidswedstrijd. Economische crisis, werkloosheid, onveiligheid en wijdverbreide corruptie bepalen de sfeer. Het gevaar van een burgeroorlog in dit reusachtige en dichtbevolkte Afrikaanse land is helaas levensgroot. En weer gaan we over een resolutie stemmen. Mijnheer de commissaris, wij deden dat al op 15 februari 2001, 15 november 2001, 11 april 2002, september 2002 en de ACS deed dat op 21 maart 2001. Wij gaan dus weer over een resolutie stemmen maar ik roep u, net als mevrouw Karamanou op tot daadwerkelijke actie, niet enkel om het leven van deze ongelukkige vrouw te sparen, maar ook om dit dichtbevolkte Afrikaanse land te sparen voor bloedige conflicten die duizenden slachtoffers kunnen maken.
(Applaus)
McCartin (PPE-DE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik heb vorig jaar iets over deze zaak gelezen en heb toen het enige gedaan dat ik kon doen: ik heb de zaak binnen mijn fractie aan de orde gesteld. We hebben er binnen de fractie en met andere fracties in dit Parlement over gesproken en we hebben een ontwerpresolutie opgesteld over het vreselijke lot van Amina Lawal. In de ontwerpresolutie wordt duidelijk uiteengezet wat de regering van Nigeria moet doen, overeenkomstig zijn internationale verplichtingen en de bepalingen van zijn eigen federale grondwet. De regering moet haar wettelijke macht gebruiken om Amina Lawal en andere Nigeriaanse vrouwen te beschermen tegen deze wrede, vernederende en onmenselijke behandeling onder de sharia-wetgeving.
We erkennen de soevereiniteit van het Nigeriaanse volk en hun federale overheid. Maar we zijn ons er ook steeds meer van bewust dat we deel uitmaken van een wereldgemeenschap en dat elke burger die deel uitmaakt van die gemeenschap recht heeft op onze solidariteit en ons respect. Ik herinner me nog dat toen de Berlijnse Muur viel een Afrikaanse leider klaagde over het feit dat de Europese Unie zich nu oostwaarts had gekeerd alsof daar een beeldschoon nieuw meisje was verschenen en dat Afrika vergeten zou worden en volledig op het tweede plan terecht zou komen.
Wanneer we het uitbreidingsproces voltooid hebben, zullen we economisch en politiek sterker zijn. Dan kunnen we onze aandacht weer richten op Afrika en moeten we, zonder inbreuk te maken op de soevereiniteit van de Afrikaanse staten, ze vertellen dat er voorwaarden gesteld zullen worden aan onze ontwikkelingshulp. We moeten daarbij deze en vergelijkbare zaken in ons achterhoofd houden, evenals de vreselijke positie van alle vrouwen die op het Afrikaanse continent leven onder de sharia-wetgeving.
We proberen geen enkele soevereine staat onze wil op te leggen, maar we kunnen ze wel vertellen dat er een prijs is die ze moeten betalen. Afrika is van onze hulp afhankelijk en we zullen die dan ook royaal geven, maar Afrika moet daar wel tegenover stellen dat het zijn burgers humaan behandelt.
Morgantini (GUE/NGL). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, aan veel teveel resoluties wordt geen gevolg gegeven, en soms ligt de schuld ook bij ons, Parlementsleden, omdat wij resoluties opstellen en dan denken dat daarmee de kous af is. Maar ik ben een vrouw en tot mijn grote voorbeelden horen vrouwen die, omdat ze de moed opbrachten hun mond open te doen, omdat ze wilden lachen en liefhebben, op barbaarse wijze gemarteld werden en levend verbrand, uit naam van God, uit naam van wrede christelijke godsdiensten.
Maar godsdiensten, beschavingen en tradities veranderen. Ik kom uit een land waar vlak na de Tweede Wereldoorlog nog de erewraak bestond, een land dat pas in de jaren ’70 verkrachting als misdrijf erkende, toen dus het feminisme opkwam. Heden ten dage worden wij vrouwen in Europa nog steeds gediscrimineerd, onze seksualiteit wordt als koopwaar aangeboden, maar het recht om te bestaan hebben wij tenminste veroverd. Tegenwoordig is het zo dat het verdriet en de onrechtvaardigheden die de vrouwen en de mensheid ondergaan, ons meer lijken te raken, in lichaam en ziel. Maar al te vaak worden in het kader van religies, tradities en culturen, uit naam van een naar verluidt almachtige en meedogende God, lichamen verminkt, wordt er gestenigd, worden huwelijken afgesproken en de lichamen van onschuldige kinderen besneden.
Wij moeten beletten dat Amina Lawal, de vrouw die de moed had lief te hebben en die is veroordeeld tot de dood door steniging omdat zij een buitenechtelijk kind heeft gekregen, ter dood wordt gebracht. Wij moeten beletten dat een religie, die de menselijke waardigheid, de waardigheid van vrouw of man, aantast, kan fungeren als wet, hoe ondergeschikt ook aan de eerbiediging van de wetten van de staat. De Federale Republiek Nigeria heeft de internationale verdragen over de rechten van de mens geratificeerd. Die verdragen zijn geen formele afspraken, maar moeten worden gerespecteerd en concreet toegepast.
Nigeria heeft ook een grondwet aangenomen die het recht op vrijheid, zonder foltering, zonder afstraffing, garandeert. President Obasanjo heeft herhaaldelijk te kennen gegeven dat hij tegen uitvoering van de doodstraf op grond van de sharia-wetgeving is, maar hij kan niet met twee maten blijven meten. De problemen zijn weliswaar ingewikkeld, maar het gaat om het leven van zoveel vrouwen: vandaag is Amina aan de beurt, gisteren ging het om Safiya. Maar hoeveel andere vrouwen en hoeveel mannen zuchten in de gevangenissen of worden beschuldigd en opgehangen?
Ik denk dat de Europese Unie nu volledig op haar strepen moet gaan staan, en dat geldt ook voor ons persoonlijk. Niet alleen moeten wij ervoor zorgen dat Amina niet hoeft te sterven, maar ook moet er een echte ratificatie van de internationale verdragen komen. Wij moeten dus de Nigeriaanse regering ertoe dwingen haar goede wil te tonen en alles in het werk te stellen opdat Amina niet sterft, opdat er nooit meer een veroordeling wordt uitgesproken.
Ik geloof echt dat het uiterst belangrijk is dat er niet met twee maten wordt gemeten. Ons eigen uitgangspunt moet daarbij zijn dat wij ook in eigen huis de mensenrechten moeten respecteren, en ik denk dan aan de immigranten en zovele anderen. Wij moeten al het mogelijke doen om ervoor te zorgen dat er geen mensen sterven.
Maaten (ELDR). - Voorzitter, in september vorig jaar heeft dit Huis een resolutie aangenomen waarin wij de doodstraf van mevrouw Amina Lawal veroordeelden. Sindsdien is er van alle kanten sterke internationale druk geweest om mevrouw Lawal te helpen, en terecht. Haar geval is natuurlijk bijzonder schrijnend: een moeder die de doodstraf in het vooruitzicht heeft.
De zaak van Lawal heeft in Nigeria en daarbuiten een voorbeeldfunctie. Nigeria heeft geen staatsreligie en dat moet zo blijven. Het uitvoeren van deze doodstraf zou een signaal zijn dat er voor moslims in Nigeria andere rechten gelden dan voor christenen en dat kan niet. Daarnaast mag niet de indruk worden gewekt dat het schenden van mensenrechten en het uitvoeren van de doodstraf in orde zijn. De Nigeriaanse regering moet ervoor zorgen dat ze zich aan de internationale verplichtingen op mensenrechtengebied houdt.
Over een kleine twee weken komt het beroep van mevrouw Lawal tegen haar onmenselijke straf voor. Hopelijk wint ze dat beroep maar zo niet, dan wil ik President Olusegun Obasanjo graag aan zijn eigen woorden herinneren. Ten tijde van de rellen rond de Miss World-verkiezingen in januari van dit jaar, zei hij en ik citeer: "in mijn land zal niemand gestenigd worden".
Mijn oproep is eenvoudig: kom die woorden na. De Nigeriaanse regering heeft voldoende middelen om een zeer tragische afloop van deze zaak te voorkomen. Wij wachten na het beroep op 25 maart aanstaande af hoe de Nigeriaanse regering handelt. In dit Huis zien we mensenrechten als een hoeksteen van de goede relaties tussen de Europese Unie en andere landen. Ik spreek hier de hoop uit dat de zaak-Lawal geen donkere wolken zal doen ontstaan in de relaties tussen de Unie en Nigeria.
Ten slotte, Voorzitter, President Obasanjo heeft een paar jaar geleden nog vóór hij president van dat land werd de vrijheidsprijs van de Liberale Internationale dankbaar in ontvangst genomen. Laat hij zich daar dan nu ook naar blijven gedragen.
VOORZITTER: MEVROUW LALUMIÈRE Ondervoorzitter
Tannock (PPE-DE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, Amina Lawal, een ongeletterde Nigeriaanse vrouw van 31 jaar oud, bereidt zich voor op haar doodstraf naar aanleiding van een beschuldiging van overspel. Zij beweert echter dat ze verkracht is door een vriend en dat ze zijn kind ter wereld heeft gebracht. Het vonnis, dood door steniging, dat wordt voltrokken door haar levend te begraven tot aan haar nek waarna men de toeschouwers vraagt haar te stenigen, is uitgesteld tot na de geboorte van haar kind. Er zijn lokale mensen die beweren dat enkele leden van het lokale sharia-gerechtshof, waardoor zij is veroordeeld, zelf ook buitenechtelijke relaties hebben gehad, waar in enkele gevallen ook kinderen uit zijn voortgekomen.
De sharia-wetgeving is recentelijk geïntroduceerd in delen van Nigeria als onderdeel van een islamiseringsproces. Christelijke groeperingen hebben zich kritisch uitgelaten over het feit dat de Nigeriaanse regering heeft nagelaten te verklaren dat dergelijke straffen in strijd zijn met de federale grondwet, hoewel president Obasanjo wel heeft gezegd dat hij zal huilen als het vonnis wordt voltrokken. Het vonnis is uitgesteld tot 2004 zodat zij haar kind borstvoeding kan geven.
Nigeria schendt naar mijn mening zonder enige twijfel een aantal bepalingen uit de internationale verdragen, waaronder het Verdrag tegen foltering en het VN-convenant inzake burgerrechten en politieke rechten, die het heeft ondertekend. Zelfs in Iran heeft er nu al bijna twee jaar geen steniging meer plaatsgevonden en de hoogste rechter heeft deze straf onlangs zelfs onwettig verklaard.
Het gaat hier niet om de doodstraf als dusdanig. Die blijft in het internationaal recht immers legaal voor de ernstigste misdaden. Het gaat hier om de buitenproportionele en onnodig wrede bestraffing van een jonge moeder. Het is ook geen kwestie van feminisme. Nigeria moet simpelweg begrijpen dat zijn relatie met de beschaafde wereld niet meer hetzelfde kan zijn als dit vonnis wordt voltrokken. Om te beginnen zal ik er persoonlijk voor pleiten dat Nigeria uit het Gemenebest wordt gezet en dat er voor de Nigeriaanse leiders onmiddellijk een reeks specifieke sancties en reisverboden van kracht wordt.
Ik wil ook het Griekse voorzitterschap van de Raad oproepen de Nigeriaanse ambassadeur te ontbieden en hem duidelijk te maken hoe fel wij gekant zijn tegen een straf die zo onrechtvaardig is.
(Applaus)
Sauquillo Pérez del Arco (PSE). - (ES) Mevrouw de Voorzitter, de dood door steniging in de noordelijke deelstaten van Nigeria waartoe islamitische rechtbanken vrouwen veroordelen krachtens de sharia, is een flagrante schending van de mensenrechten. Die moeten wij ten sterkste veroordelen, zoals eerder deze middag mevrouw Karamanou namens het Europees Parlement volkomen terecht heeft gedaan.
In de eerste plaats, omdat wij de doodstraf niet mogen dulden. In de tweede plaats, omdat toepassing van de sharia weerloze vrouwen treft. De vrouwen worden beschuldigd van overspel en soortgelijke zaken die niet kunnen worden gezien als strafbare feiten. In de derde plaats, omdat in de zaak van Amina Lawal haar tijdens de behandeling niet de minste garantie op een eerlijk proces is geboden.
Het geval van Amina Lawal is schrijnend en duldt geen uitstel, want na diverse keren te zijn opgeschort volgt op 25 maart de definitieve uitspraak. Dit is echter niet het enige geval: Sarimu Mohamed, Safiya Hussaini, Bariya Ibrahima en Adama Yunusa zijn ook veroordeeld wegens overspel. In hun geval is na een reeks internationale campagnes het vonnis van dood door steniging omgezet in gevangenisstraf. Overigens zijn in geen van die gevallen straffen opgelegd aan de mannen die betrokken waren bij het overspel.
De kwetsbare positie van vrouwen binnen het islamitisch recht en de martelingen en mensonterende behandeling die zij zich moeten laten welgevallen, vormen een onaanvaardbare schending van de mensenrechten, die niet zonder gevolgen zou mogen blijven voor de betrekkingen van de Europese Unie met Nigeria, en met ieder ander land dat de sharia toepast.
Het analfabetisme in Nigeria behoort tot de hoogste in de wereld. Er worden rituele verminkingen uitgevoerd, miljoenen mensen zijn er op de vlucht vanwege hun geloof, en in sommige deelstaten geldt het islamitische recht, waardoor een deel van de bevolking duidelijk is achtergesteld, zonder dat de centrale overheid er ook maar iets aan doet.
De Europese Unie moet uit hoofde van de Verdragen, waarin duidelijk staat aan welke beginselen onze betrekkingen met de derde landen moeten beantwoorden, al haar diplomatieke middelen aanwenden om de uitvoering van de doodstraf voor mevrouw Amina Lawal te beletten, en zij moet een eventuele steniging veroordelen. De olie van Nigeria mag daarbij geen overweging zijn, en wij moeten alle mogelijke gevolgen van een dergelijke veroordeling aanvaarden.
Ruim anderhalf miljoen mensen hebben geprotesteerd bij de Nigeriaanse autoriteiten, met tot gevolg dat andere executies door steniging zijn voorkomen. Nu gaat het echter om het leven van Amina Lawal. De oplossing is te vinden in de afschaffing, of tenminste de bestrijding, van de sharia.
Sandbæk (EDD). - (DA) Mevrouw de Voorzitter, er moet een einde komen aan de steniging van vrouwen. Het is onrustwekkend dat er nog steeds plaatsen in de wereld zijn waar dergelijke praktijken een wettelijke en aanvaarde vorm van doodstraf zijn. De Amina-Lawal-kwestie noopt de EU ertoe alle mogelijke middelen te gebruiken om dergelijke barbaarse en onmenselijke methodes af te keuren. Nigeria is niet het enige land ter wereld waar dergelijke wreedheden gebeuren. Steniging moet over heel de wereld verboden worden, maar laat ons het schrijnend geval van Amina Lawal gebruiken om ons overtuigd standpunt tegen de steniging van vrouwen te markeren. In Nigeria moet het verschil tussen nationale en regionale wetten worden afgeschaft. Het is zorgwekkend dat Amina Lawal geen enkele garantie heeft dat ze ooit een nationale rechtszaak krijgt, hoewel de Nigeriaanse grondwet haar leven en waardigheid garandeert. Het is belangrijk dat het Europees Parlement gebruikt maakt van de mogelijkheid om zijn afschuw uit te drukken en de Nigeriaanse samenleving onder druk te zetten. Het gaat immers niet alleen om een totaal onaanvaardbaar verschil in de behandeling tussen mannen en vrouwen, die het gevolg is van de Sharia-wetgeving in een aantal landen, het is ook een kwestie van simpele menselijkheid en fatsoen. De strijd is taai en lang en het doel van de strijd is ervoor te zorgen dat de mensenrechten in alle landen ter wereld worden erkend en nageleefd.
Scallon (PPE-DE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik juich deze gezamenlijke resolutie ten behoeve van Amina Lawal Kurami toe. Dit is nu de tweede keer dat we een resolutie aannemen om haar te helpen. Ik twijfel er niet aan dat de eerste, in september 2002, een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de internationale oproep tot clementie. Die heeft ervoor gezorgd dat haar tot nu niets is overkomen. Er werd mij toen gevraagd een oproep te doen voor haar. Ik wil de duizenden mensen bedanken die zowel in 2002 als aan de recente oproep van de afgelopen weken gehoor hebben gegeven. Ook wil ik het Europese kantoor bedanken dat zich bezighoudt met de mensenrechten in Nigeria.
Een terdoodveroordeling door steniging voor het krijgen van een buitenechtelijk kind is een schending van internationaal overeengekomen mensenrechten. Ik besef dat de Nigeriaanse regering niet achter de voltrekking van het vonnis staat. Ik wil met name de Nigeriaanse ambassadeur in Ierland, de heer Elias Nathan, bedanken voor zijn publieke oproep tot clementie ten aanzien van deze moeder.
We verzoeken het sharia-gerechtshof voor hoger beroep te Katsina de internationale mensenrechtenovereenkomsten die Nigeria heeft ondertekend te respecteren en ervoor te zorgen dat iedere sharia-wet die in strijd is met deze rechten wordt herroepen. De regionale wetgeving moet immers in overeenstemming zijn met de internationale wetten die op nationaal niveau in Nigeria van kracht zijn. Ik weet dat mevrouw Lawal niet wordt vastgehouden of in hechtenis is genomen na haar veroordeling in maart 2002. Daar ben ik dankbaar voor. Maar wij kunnen ons alleen maar voorstellen hoe zij moet hebben geleden onder het doodvonnis dat haar het afgelopen jaar boven het hoofd heeft gehangen. Ze is in ieder geval ziek geweest en is in diverse ziekenhuizen behandeld gedurende deze moeilijke tijd.
Hoewel Amina Lawal nog het recht heeft tegen haar vonnis in beroep te gaan bij een seculiere rechtbank, ben ik van mening dat zij al genoeg heeft geleden. Ik pleit voor clementie en de verzekering dat zij op geen enkele manier zal worden terechtgesteld. Ook moeten we niet vergeten dat zij niet de enige vrouw is die in deze omstandigheden verkeert.
Toen mij gevraagd werd een oproep te doen ten behoeve van Safiya Husseini, die van een vergelijkbaar vergrijp beschuldigd werd, kreeg ik te horen dat nog minstens vier andere vrouwen hetzelfde vonnis boven het hoofd hing - Amina Lawal was een van hen - en dat vier jongens in de leeftijd van twaalf tot zestien amputatie van hun hand te wachten stond als bestraffing voor diefstal. Uiteraard respecteren we Nigeria’s soevereiniteit, maar er is een betere weg voorwaarts voor het land en zijn volk. Wij roepen Nigeria op onmiddellijk en duurzaam gevolg te geven aan onze parlementaire resolutie.
Gillig (PSE). - (FR) Mevrouw de Voorzitter, eens te meer is er reden voor dit Parlement - en dat is ook zijn vurige plicht - om het onrecht dat Amina Lawal is aangedaan aan de kaak te stellen nu zij in Nigeria veroordeeld is tot de dood door steniging vanwege haar onafhankelijke opstelling.
Wat valt er nog te zeggen of toe te voegen aan de woorden van mijn collega’s? Laten wij een en andermaal het onrecht aan de kaak stellen dat een vrouw wordt aangedaan, een onrecht waaruit blijkt hoe noodzakelijk het is onze strijd tijdens internationale vrouwendagen voort te zetten! Wat haar wordt aangedaan kunnen we niet tolereren en wij moeten daarom opnieuw duidelijk maken dat wij mordicus tegen de doodstraf zijn. We moeten ook opnieuw naar voren brengen dat een gerechtelijke instantie, in Nigeria of in een ander land, waar ook ter wereld, zich niet kan beroepen op religieuze uitgangspunten en daarmee alle principes met voeten kunnen treden die verbonden zijn aan de rechten en het eerbiedigen van de menselijke waardigheid. Dit roept helaas het beeld op van het obscurantisme van de middeleeuwen dat ook onze landen hebben meegemaakt. We moeten het onrecht wat vrouwen wordt aangedaan steeds opnieuw aan de kaak stellen en daarmee nog eens duidelijk stellen dat wij het principe hebben onderschreven van de scheiding van kerk en staat als het belangrijkste uitgangspunt van de moderne en democratische staten.
Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de commissaris, wij verwachten dat de Nigeriaanse regering verklaart dat de toepassing van de sharia door een regionale gerechtelijke instantie indruist tegen de grondwet van haar land, en wij wijzen de regering er daarbij nogmaals op dat het naleven van de rechten van de mens een wezenlijk onderdeel vormt van de met de derdewereldlanden gesloten verdragen. Los van de zaak-Amina Lawal in Nigeria rekenen alle mensen over de hele wereld, wier elementaire rechten met voeten worden getreden, erop dat de Europese Unie de resoluties die wij in ons Parlement keer op keer hebben aangenomen ook daadwerkelijk uitvoert. Ik onderschrijf volledig wat mijn collega Anna Karamanou daarover heeft gevraagd. Mijnheer de commissaris, resoluties zijn prima, maar - en hiermee richt ik me tevens tot de verantwoordelijk leden van de Raad - wat doen wij daarna?
Sacrédeus (PPE-DE). - (SV) Mevrouw de Voorzitter, het gaat om het redden van een onschuldig mensenleven. Het is echter ook zaak - en hierbij richt ik mij tot commissaris Fischler - om de sharia in en de islamisering van delen van Centraal-Afrika grondig onder de loep te nemen, waar dit slechts één van de vele gevallen is en waar het hoogstwaarschijnlijk niet bij zal blijven. We moeten ons duidelijk, standvastig, volhardend en consequent bezighouden met de vraag of de sharia wel verenigbaar is met de mensenrechten, dat wil zeggen met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.
Met een aantal europarlementariërs hebben wij Nigeriaanse ambassades in de Europese Unie en de rest van de wereld aangeschreven en gevraagd aandacht te schenken aan deze zaak. Wij moeten het hoogste gerechtshof in Nigeria op alle mogelijke manieren beïnvloeden. Wij moeten - zoals in de resolutie staat - ook duidelijk maken dat alle Nigerianen, ongeacht hun geloof, dezelfde rechten moeten hebben en dezelfde bescherming moeten krijgen, overeenkomstig de grondwet. Wij moeten ons ook afvragen of het geoorloofd is dat de sharia op zo'n fundamentele wijze in strijd is met het internationaal recht en de menselijke waardigheid. Wij moeten onszelf de volgende vraag stellen: waar zijn de gelovige moslims in Afrika en Europa die vinden dat dit in strijd is met dat wat de essentie van iedere religie zou moeten zijn, dat wil zeggen liefde en tolerantie?
Fischler,Commissie. - (DE) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, vanzelfsprekend deelt de Commissie de bezorgdheid van het Parlement over de aard van de straffen die in het noorden van Nigeria krachtens de sharia worden opgelegd. De Commissie heeft een aantal gevallen, waaronder de zaak Amina Lawal, aangekaart bij de Nigeriaanse regering en voorzitter Prodi heeft zich in eigen persoon tot president Obasanjo gewend, die zich eveneens tegen de straffen heeft uitgesproken en erop gewezen heeft dat eenieder die een klacht wil indienen het recht heeft de zaak voor het hoogste gerecht te brengen.
De Commissie verwelkomt tevens het standpunt van de Nigeriaanse minister van Justitie, die vorig jaar verklaarde dat het niet juist is moslims te discrimineren door hun andere straffen op te leggen voor hetzelfde vergrijp. Zoals verschillende afgevaardigden reeds aangaven, is de beroepsprocedure in de zaak Amina Lawal vastgesteld op 25 maart. Amina Lawal heeft rechtsbijstand gekregen en zij heeft de gelegenheid om zo nodig op een nog hoger niveau beroep aan te tekenen.
Via onze delegatie in Abuja volgen wij deze zaak met de grootst mogelijke aandacht. Wij onthouden ons echter van directe uitspraken over zaken die nog in behandeling zijn en geven er de voorkeur aan er bij de Nigeriaanse centrale regering op aan te dringen de doodstraf eindelijk volledig af te schaffen.
De sharia als rechtssysteem is in Nigeria een complex en heikel thema. Ook grondwettelijk ligt de situatie buitengewoon moeilijk, omdat er tegenstrijdigheden zijn tussen de door de overheid ingevoerde sharia enerzijds en de grondwet en de internationale verplichtingen aangegaan door de Nigeriaanse centrale regering anderzijds.
In maatschappelijk opzicht is het land verdeeld in een islamitisch noorden en een christelijk zuiden. Deze situatie en de verkiezingen die dit jaar worden gehouden maken de zaak tot een politiek zeer gevoelig en beladen thema.
De Commissie heeft een studie gefinancierd waaruit gebleken is dat het gebruik van de sharia voor het opleggen van straffen nog moeilijker ligt doordat de sharia als strafrecht slecht is geschreven en door slecht opgeleide rechters op onsamenhangende wijze wordt toegepast.
Met betrekking tot de mensenrechtenkwestie in Nigeria heeft de EU een gemeenschappelijk standpunt uitgewerkt, een initiatiefdocument van de trojka inzake de doodsstraf opgesteld en een officieel standpunt ingenomen in de Mensenrechtencommissie.
Voorts wordt de naleving van de beginselen van de Overeenkomst van Cotonou buitengewoon nauwlettend gevolgd. De Commissie heeft zelf ook directe initiatieven ontplooid en heeft in juli vorig jaar haar handtekening gezet onder een landenstrategiedocument en een samenwerkingsprogramma met Nigeria. De kern van deze documenten wordt gevormd door de mensenrechten en door staatsbestuur met verantwoordelijkheidsbesef. Daarnaast voorzien zij in steun aan het maatschappelijk middenveld.
Bovendien is Nigeria een van de speerpuntlanden van het Europees initiatief voor democratie en mensenrechten en binnenkort zal een aantal projecten ter ondersteuning van de hervormingen van de regering en de rechtsspraak worden goedgekeurd. Op die manier hopen we de ontvankelijkheid voor en de toepassing van de fundamentele mensenrechten door de Nigeriaanse centrale regering en de deelstaten van de Federale Republiek Nigeria positief te kunnen beïnvloeden en alle dingen ten beste te keren.
(Applaus)
De Voorzitter. - Hartelijk dank, mijnheer de commissaris.