Terug naar het Europarl-portaal

Choisissez la langue de votre document :

 Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 31 maart 2004 - Straatsburg Uitgave PB

8. Internationale handel in organen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. - Aan de orde zijn de verklaringen van de Raad en de Commissie over de internationale handel in organen.

Ik geef het woord aan minister Roche, namens de Raad.

 
  
MPphoto
 
 

  Roche, Raad. - (EN) Neemt u mij niet kwalijk, mijnheer de Voorzitter, ik was even afgeleid. Mevrouw Frassoni was met me aan het flirten. Zo zie je maar weer dat het Europees Parlement soms een veel aangenamere plek is om te vertoeven dan Dáil Éireann. Daar heb ik zoiets nog nooit meegemaakt!

Maar alle gekheid op een stokje. Laten wij nu over gaan op een allesbehalve vrolijk onderwerp, op de hedendaagse variant op Burke en Hare, namelijk de handel in menselijke organen.

Door de vlucht die de medische wetenschap heeft genomen op het gebied van orgaantransplantatie is er een groeiende vraag naar organen, met als gevolg dat er ook een handel in menselijke organen is ontstaan. Dit is een weerzinwekkende en walgelijke praktijk, die een ernstige schending vormt van de menselijke waardigheid en lichamelijke integriteit. Uiteraard zijn er ook meteen ernstige implicaties op het vlak van de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit, die immers altijd en overal opduikt en dus ook al tot dit terrein is doorgedrongen. We weten dat criminele bendes betrokken zijn bij deze hoogst bizarre activiteit.

Ik ben me ervan bewust dat dit probleem al de nodige aandacht heeft gekregen in het Parlement. Ik prijs het Parlement omdat het steeds voorop heeft gelopen bij het veroordelen van deze praktijk. Het is ook een punt van zorg voor de Raad, en het is belangrijk dat we dit probleem op de juiste manier aanpakken en goed voor ogen hebben wat de omvang ervan is. Het is een complex probleem met vele kanten dat zorgvuldig moet worden benaderd.

In februari 2003 heeft het Griekse voorzitterschap in het kader van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken een voorstel ingediend voor een kaderbesluit van de Raad betreffende de voorkoming en bestrijding van de handel in menselijke organen en weefsels. Het doel van dit voorstel is bij te dragen tot de bestrijding van de handel in menselijke organen en weefsels, een vorm van georganiseerde criminaliteit.

Het ontwerp-kaderbesluit bevat voorstellen op basis waarvan de lidstaten ervoor moeten zorgen dat het wegnemen van een orgaan van een donor onder gebruik van geweld, bedreigingen of fraude, en het verwijderen van een orgaan bij een donor die daarmee heeft ingestemd tegen betaling, strafbaar worden gesteld. Andere strafbare feiten in dit verband zijn het werven, vervoeren, overbrengen, huisvesten of opnemen van personen wanneer gebruik wordt gemaakt van geweld of bedreiging, of wanneer wordt betaald voor het wegnemen van weefsel of een orgaan. Een ander voorstel behelst het als strafbaar feit aanmerken van het meewerken, door medisch of verplegend personeel, aan de transplantatie van een orgaan, in de wetenschap dat het op een van deze manieren is verkregen. De voorstellen in het kaderbesluit zullen tamelijk breed zijn.

Het voorstel is diverse keren besproken in de betrokken Raadsformaties. Verschillende lidstaten hebben aangegeven dat ze betwijfelen of er nu al een wettelijk instrument voorhanden moet zijn. Ook is langzaamaan duidelijk geworden dat de lidstaten geen nauwkeurig beeld hebben van de omvang van het probleem, of het nu gaat om het grondgebied van de Europese Unie zelf of om de Europese Unie als bestemming. In dit opzicht zullen de conclusies van het project-Falcone, dat een studie naar dit onderwerp omvat waar dertien lidstaten aan hebben meegewerkt, belangrijk materiaal opleveren. Het Ierse voorzitterschap zal de standpunten van de lidstaten over het nut van een maatregel als deze op EU-niveau blijven volgen om te kunnen vaststellen of er stappen moeten worden gezet op weg naar een dergelijke maatregel.

Wat de verwante kwestie van het legaal gebruik van organen voor transplantatie betreft is er sprake van een zeer specifieke problematiek vanwege het tekort aan organen. De kwaliteits- en veiligheidsnormen op dit gebied moeten streng zijn. De Commissie heeft aangegeven dat zij zorg zal dragen voor een gedegen wetenschappelijke evaluatie van de situatie betreffende de orgaantransplantatie. Zij zal de conclusies van deze evaluatie zo snel mogelijk presenteren en we kijken uit naar dat verslag.

Samenvattend kan ik stellen dat we pas helemaal aan het begin staan van een proces dat nog wel eens een hele tijd zou kunnen gaan duren. Alleen het feit echter dat we dit debat voeren geeft al aan dat we in ieder geval met deze materie bezig zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Vitorino, Commissie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, de Commissie is blij met het debat dat vandaag gevoerd wordt over een probleem dat aanleiding geeft tot ernstige bezorgdheid, namelijk de handel in menselijke organen.

De slachtoffers van deze vorm van criminaliteit zijn bijzonder kwetsbare personen, met name kinderen. De illegale handel in organen kan leiden tot grote gezondheidsrisico’s voor donor en ontvanger. Handel in menselijke organen is een weerzinwekkende schending van het recht op lichamelijke integriteit en, in het ergste geval, het recht op leven, zoals vastgelegd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

De laatste tijd is de Commissie, onder meer via de schriftelijke vragen die onlangs zijn gesteld door de heer Ribeiro e Castro en mevrouw Karamanou, steeds meer informatie ter ore gekomen over het vermoedelijke bestaan van illegale handel in menselijke organen in Mozambique en Albanië. De Commissie is ook op dit probleem attent gemaakt door toenemende geruchten in de media. Deze situatie is uiterst zorgwekkend en de Commissie houdt haar dan ook nauwlettend in het oog via de delegatie van de Commissie in de desbetreffende regio’s en nauw overleg ter plekke met de lidstaten, met name binnen de context van de politieke dialoog met deze landen.

Wat de situatie in Mozambique betreft heeft de Commissie contact opgenomen met het ministerie van Justitie, dat heeft verzekerd dat de zaak in onderzoek is. De Commissie heeft haar bezorgdheid ook overgebracht aan de ambassadeur van Mozambique tijdens een ontmoeting in Brussel.

In de praktijk blijkt de handel in menselijke organen de neiging te vertonen om zich van het zuiden naar het noorden en van arm naar rijk te verplaatsen, hoewel er ook bewegingen binnen één en dezelfde regio mogelijk zijn. Regionale en internationale samenwerking is onontbeerlijk om dit verschijnsel met succes aan te pakken. De criminelen die zich met dit soort activiteiten inlaten, profiteren zowel van de zwakheden bij de plaatselijke politie, die vaak corrupt is en daarom niets doet aan de preventie van grensoverschrijdende illegale handel in organen, als van het slechte functioneren van het gerechtelijk apparaat.

Bijzondere vermelding verdient het feit dat de Commissie erop heeft gehamerd hoe belangrijk het is voor Albanië om de noodzakelijke stappen te zetten die moeten leiden tot een overeenkomst met Europol. Zoals ik al eerder opmerkte is Albanië een van de landen die het vermoedelijke toneel vormen van de handel in kinderorganen, met de Europese Unie als vermoedelijke bestemming. De maatregelen die zijn getroffen ter verbetering van de samenwerking tussen politie- en douanediensten van de lidstaten en ter versterking van de controles aan de buitengrenzen, zijn van groot belang om te voorkomen dat menselijke organen via illegale handel de Europese Unie binnenkomen.

De huidige maatregelen die specifiek gericht zijn op deze vorm van criminaliteit, lijken echter tekort te schieten. Tegen die achtergrond presenteerde Griekenland tijdens zijn voorzitterschap van de Unie een initiatief voor de aanneming door de Raad van een kaderbesluit betreffende de voorkoming en bestrijding van de handel in menselijke organen en weefsels. Zoals het voorzitterschap al zei was het doel van dit initiatief tweeledig, namelijk vaststellen welke handelingen in alle lidstaten strafbaar gesteld moeten worden, en minimumvoorschriften geven voor de sancties voor deze strafbare feiten.

De Commissie was een groot voorstander van dit initiatief, maar onderkende tevens dat diepgaander juridisch en feitelijk onderzoek en grondiger kennis van de situatie in de lidstaten nodig waren. Om deze reden, en ook omdat het moeilijk bleek het Griekse initiatief verder op de rails te krijgen, werd de bevoegdheidssfeer van Europol in januari 2002 uitgebreid tot de illegale handel in menselijke organen en weefsels. Europol houdt zich momenteel met deze kwestie bezig en verzamelt relevante informatie en gegevens over de legale en illegale aspecten van de handel in menselijke organen. Europol kan van grote toegevoegde waarde zijn in deze gemeenschappelijke strijd.

Wat de verzameling van informatie betreft wil ik nog vermelden dat de Raad van Europa zich onlangs over deze handel in menselijke organen heeft gebogen en in december 2003 een verslag heeft opgesteld, dat een goed beeld geeft van de huidige situatie in Europa met betrekking tot dit probleem. Op basis van AGIS, het kaderprogramma van de Commissie betreffende politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, is het tevens mogelijk projecten te steunen op dit uiterst delicate criminaliteitsterrein, dat nog steeds niet volledig is onderzocht.

Overigens wil ik benadrukken dat de Commissie onderkent dat het ernstige tekort aan orgaandonoren een belangrijke hinderpaal blijft voor de volledige ontwikkeling van transplantatiediensten, en het aantal patiënten dat van deze behandelmethode gebruik kan maken, sterk beperkt. Dit tekort aan organen kan illegale handel in de hand werken.

Omdat de Commissie zich volledig bewust is van de gevolgen van dit tekort, heeft zij de ontwikkeling van een strategie van de Europese Unie om het bewustzijn bij het publiek te verhogen en meer organen voor transplantatie beschikbaar te krijgen, aangemerkt als prioritaire actie in haar werkplan voor 2004 ter uitvoering van het communautaire actieprogramma op volksgezondheidsgebied voor de periode 2003-2008. De Commissie heeft de huidige praktijken en wettelijke eisen met betrekking tot orgaantransplantatie in de lidstaten en toetredende landen al in kaart gebracht en is momenteel bezig met de analyse van de resultaten. Zodra deze analyse is afgerond, zal zij worden doorgespeeld aan het Europees Parlement en de lidstaten.

Concluderend kan worden gesteld dat er al verschillende initiatieven in gang zijn gezet ter bestrijding van de illegale handel in menselijke organen. De Commissie zal doorgaan met de ondersteuning van alle initiatieven die een bijdrage kunnen leveren aan de bestrijding van deze onacceptabele vorm van handel.

 
  
MPphoto
 
 

  Coelho (PPE-DE) . - (PT) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de fungerend voorzitter van de Raad, mijnheer de commissaris, beste collega’s, mensenhandel is één van meest weerzinwekkende verschijningsvormen van de internationale criminaliteit die we nu zien opkomen. Kinderhandel roept bij ons nog meer weerzin op, en kinderhandel met de bedoeling om de organen van deze kinderen te gebruiken is wel de meest weerzinwekkende variant van dit soort illegale handel.

Of mensen ze zich aan dit soort criminele activiteiten schuldig maken voor het bedrijven van tovenarij, orgaanhandel of weer iets anders doet er voor mij ethisch gezien niet toe. Er zijn mensen die onze hulp en bescherming behoeven. Anders raken ze belangrijke organen kwijt, en ze kunnen daarbij het leven laten.

Er zijn onlangs gegevens aan het licht gekomen waaruit blijkt dat dit soort praktijken in Mozambique regelmatig zouden voorkomen. Dat zijn dingen die ons allemaal aangaan. Het feit dat we wat taal en cultuur betreft veel met dit land gemeen hebben maakt alles nog eens erger. Ik ben daarom heel dankbaar dat we dit debat kunnen voeren. Ik ben ook heel tevreden dat er gisteren op initiatief van mevrouw Morais over dit onderwerp een debat is gevoerd in het Portugese parlement. Ik wil premier Barroso graag bedanken voor het feit dat hij deze kwestie bij zijn bezoek aan Mozambique heeft voorgelegd aan de president van dit land.

Ik wil met betrekking tot dit onderwerp graag drie opmerkingen maken. Om te beginnen dient misdaad overal ter wereld bestreden te worden. Ik geloof niet dat men hierover een andere mening kan hebben. De handel in mensen en vooral kinderen voor het wegnemen van organen is een misdaad van het ergste soort en we moeten deze handel bestrijden. Het is één van de verschijningsvormen van de nieuwe internationale criminaliteit. Daar zijn alle deskundigen op dit gebied het over eens. De meeste georganiseerde netwerken hebben internationale vertakkingen. Net als andere soorten misdaad kent ook dit delict geen grenzen. Als we deze praktijken efficiënt willen bestrijden zullen we internationaal nauwer moeten samenwerken om de daders te identificeren en de slachtoffers te beschermen. Dan kom ik bij het volgende punt: we hoeven ons niet te schamen over ons ontwikkelingsniveau. Ik heb al gelezen dat een aantal landen niet graag bereid is te erkennen dat dit soort criminaliteit op hun grondgebied voorkomt, aangezien men ervan uitgaat dat zoiets alleen in onderontwikkelde landen kan gebeuren. De waarheid is echter dat deze verschrikkelijke misdaden overal voorkomen. Het kopen van organen is immers net zo goed een vergrijp als het verkopen van organen, en voor misdadigers zijn er steeds minder grenzen.

Op 23 oktober van het afgelopen jaar hebben we in dit Parlement een debat gevoerd over een kaderbesluit voor het opvoeren van de strijd tegen de handel in menselijke organen en weefsels. De fungerend voorzitter van de Raad en commissaris Vitorino hebben daar reeds naar verwezen. Ik heb er tijdens dat debat op gewezen dat we ons ernstige zorgen maakten over dit verschijnsel en daarbij verwezen naar het enorm hoge aantal ontvoeringen in Brazilië en Guatemala. Ik heb toen ook vermeld dat we uit de kandidaat-landen, inzonderheid Hongarije en de Tsjechische Republiek, onrustbare berichten ontvingen. Vervolgens heb ik een oproep gedaan om een geïntegreerde, communautaire benadering te volgen en de delictomschrijvingen voor de handel in menselijke organen en weefsels en de daarop aansluitende sancties te harmoniseren.

Derde punt: we moeten niet bang zijn hulp te geven of te ontvangen. We zijn het aan onszelf verplicht om hulp te bieden, om invulling te geven aan de door ons gedeelde humanitaire doelstellingen maar ook in het algemeen belang, om een einde te maken aan deze onzalige handel en de internationale netwerken die zich ermee bezig houden op te rollen. Daarom zeggen we de Raad en de Commissie heel duidelijk dat we verplicht zijn hulp te bieden. De commissaris heeft erop gewezen dat er tot op heden van de Mozambikaanse autoriteiten geen verzoek tot samenwerking is uitgegaan. Daarom moeten wij de regeringen en de politiële en justitiële autoriteiten van de betrokken landen duidelijk maken dat het geen schande is internationale steun te ontvangen voor het bestrijden van dit soort misdaden. Wie dat doet verlaagt zich niet. Integendeel, we bundelen zo instrumenten en middelen ter bestrijding van een kwaad dat voor ons allen een bedreiging inhoudt.

 
  
MPphoto
 
 

  Lage (PSE). - (PT) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de fungerend voorzitter, mijnheer de commissaris, het is een goede zaak dat de mensen- en kinderhandel aanzet heeft gegeven tot een breder debat over de illegale handel in menselijke organen en weefsels, en dan niet alleen in de Europese Unie, maar op een veel grotere schaal. De mens is een doel op zich en daarom dient de waardigheid en integriteit van elk menselijk wezen gerespecteerd te worden. Het gebruik van een menselijk wezen als een voorwerp waaruit men een orgaan kan wegnemen om dat vervolgens in een ander individu in te planten is wel het toppunt van weerzinwekkendheid. Dat is zo weerzinwekkend dat de Europese Unie in het geweer moet komen. Wij - Parlement, Commissie en Raad - moeten alles op alles zetten om de middelen te verkrijgen waarmee we de verspreiding van deze handel, die voortdurend in omvang toeneemt en bijdraagt tot de verrijking van misdadige netwerken en een aantal gewetenloze mensen, een halt kunnen toeroepen.

Maar nu terug naar Mozambique. In Mozambique hebben zich rond Nampula mysterieuze gebeurtenissen voorgedaan: kinderen worden verhandeld en vijftig kinderen zijn als vermist opgegeven. Ze zijn waarschijnlijk ontvoerd en gedood, ofwel om de organen te kunnen gebruiken voor tovenarij, magische of satanische rituelen, ofwel voor seksslavernij. Het is ook mogelijk dat de organen van deze kinderen zijn verkocht aan internatonale netwerken. Het is nog onduidelijk of er in Mozambique een internationaal netwerk bestaat voor de handel in kinderen voor het gebruik van hun organen.

De Mozambiquaanse kerk zegt dat de verdenkingen gegrond zijn en gevreesd moet worden dat er inderdaad zo’n netwerk actief is. De Mozambiquaanse autoriteiten hebben tegenstrijdige verklaringen afgelegd over deze kwestie. Aan de ene kant proberen ze de gemoederen te sussen - er zouden geen bewijzen zijn van kinderhandel - maar ze hebben ook gezegd dat er wel degelijk aanwijzingen zijn dat er zo’n netwerk bestaat. Daarom vraag ik u, mijnheer de voorzitter, mijnheer de commissaris, of u druk wilt uitoefenen op de Mozambiquaanse autoriteiten en wilt aandringen op opheldering. Dat is wat er moet gebeuren. We moeten de mensen in Nampula en de kinderen in Nampula en Mozambique helpen, zodat ze in vrede kunnen leven.

 
  
  

VOORZITTER: MEVROUW LALUMIÈRE
Ondervoorzitter

 
  
MPphoto
 
 

  Calò (ELDR). - (IT) Mevrouw de Voorzitter, de afschuwelijke berichten uit Mozambique en met name het gebied van Nampula, waar achter spoorloos verdwenen kinderen misschien een schandelijke orgaanhandel schuilgaat, zijn bijna niet te geloven, zozeer tarten zij de gevoelens van ieder normaal mens. Helaas dacht men ook ten tijde van de holocaust dat deze niet waar kon zijn, maar toch vond deze plaats, zonder dat degenen die ervan wisten en in staat waren iets te doen, ook daadwerkelijk iets ondernamen.

Die verschrikkelijke ervaring van toen dwingt ons nu deze schandelijke handel een halt toe te roepen met alle middelen die de internationale gemeenschap ter beschikking staat. Wij moeten als mensen en afgevaardigden onze stem verheffen en degenen aanklagen die de ogen sluiten en zich met onvoldoende vastberadenheid hiertegen verzetten. Wij moeten degenen helpen die soms met gevaar voor eigen leven de nieuwe kindermoord aan de kaak stellen en proberen tegen te houden. Heel de samenleving en de politiek, en niet alleen de kerken, moeten zich over dit probleem buigen.

Er zijn reeds vragen gesteld maar dit volstaat niet. De machthebbers van deze wereld, die het lot van zoveel mensen in hun hand hebben, hebben een morele verantwoordelijkheid. Zij moeten zo spoedig mogelijk concrete maatregelen treffen opdat de kinderen en de personen die hen beschermen geen kwaad wordt aangedaan.

 
  
MPphoto
 
 

  Ribeiro e Castro (UEN). - (PT) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de fungerend voorzitter van de Raad, mijnheer de commissaris, de handel in menselijke organen is de piraterij van ons tijdsgewricht, en wel een heel wrede en onsmakelijke piraterij. Mensen worden verminkt om het overleven van anderen te garanderen. Men is bereid daarvoor ontvoeringen te plegen en te doden. Waar het om gaat is gewin; scrupules hebben deze mensen niet. We dienen dit fenomeen daarom met ferme hand en zonder aarzeling te bestrijden. Niet alle gevallen zijn hetzelfde, overigens. Het komt voor dat de autoriteiten niet optreden tegen de handel in organen. Iemand kan bijvoorbeeld zijn eigen nier verkopen tegen een handvol dollars, maar de vrijheid om dat te doen is slechts schijn. In werkelijkheid gaat het hier om een onsmakelijke handel die misbruik maakt van de ellendige situatie waarin de donoren zich bevinden.

Deze onzalige handel schendt de menselijke integriteit en waardigheid en genereert geweld. Het voedt een perverse markt en werkt uiterst gevaarlijke criminele activiteiten en de ontwikkeling van internationale maffianetwerken in de hand. We hebben toegestaan dat deze markt er kwam, en nu blijkt dat er onvoldoende verhandelbare organen beschikbaar zijn, staan misdadigers gereed om het tekort aan de aanbodzijde aan te vullen. Ze schrikken daarbij niet terug voor ontvoering en moord.

Beschaafde maatschappijen moeten vasthouden aan het principe van gratis orgaandonaties. Voor de menselijke waardigheid en onze eigen vrijheid en veiligheid is dat een absolute vereiste. Overal waar dat principe niet wordt geëerbiedigd, zijn we blootgesteld aan het risico dat men zich van ons lichaam meester maakt. De Europese Unie moet daarom op haar gehele grondgebied het principe van gratis donaties opleggen en er op aandringen dat dit voorbeeld in de rest van de wereld gevolgd wordt. Anders halen we de misdaad naar ons toe, als die er niet al is. De Europese Unie moet een leidersrol vervullen bij de internationale bestrijding van deze gesel. Het is één van duisterste facetten van de huidige internationale misdaad. We moeten het door het Griekse voorzitterschap voorgestelde kaderbesluit snel goedkeuren en garanderen dat deze handel in geen van onze lidstaten kan doordringen. Onze landen mogen geen leveranciers of ontvangers zijn en al evenmin als platform voor criminele operaties fungeren. We moeten snel en adequaat reageren als ons ergens uit de wereld berichten over dit soort handel bereiken.

De meest recente berichten over dit soort praktijken komen tot ons uit bepaalde regio’s in Mozambique, in Oost-Afrika. Welke delicten er precies gepleegd zijn, is nog niet duidelijk, maar we mogen niet rusten voor alles glashelder is en de bezorgde bevolking weer in vrede kan leven. Er zijn tientallen kinderen en jongeren verdwenen, zonder dat daar enige verklaring voor te geven was. Een aantal van hen is intussen dood en verminkt teruggevonden. Religieuze organisaties en mensenrechtenactivisten hebben zich heel moedig betoond en deze gebeurtenissen wereldkundig gemaakt. Wij moeten even moedig optreden. We mogen ons hierbij niet laten misleiden of denken dat de waarheid toch niet aan het licht zal komen. Het is mogelijk dat er voor de gebeurtenissen in Nampula en andere regio’s meerdere verklaringen bestaan. Als er sprake is van mensen- of kinderhandel, dan kan het zijn dat de organen van deze kinderen zijn gebruikt voor tovenarij of andere niet-klinische doeleinden. Het kan ook zijn dat er internationale netwerken voor de handel in organen in het spel zijn. We weten het niet, en juist daarom mogen we niet rusten tot we het te weten zijn gekomen. We moeten hoe dan ook optreden. Wat er ook precies aan de hand moge zijn, het zijn verschrikkelijke delicten en we moeten de onderste steen boven halen.

Het komt voor dat de autoriteiten beschaamd reageren wanneer ze met dit soort praktijken worden geconfronteerd. Ze spreken zichzelf dan tegen en aarzelen of ze wel of niet moeten reageren op de beschuldigingen. Niemand wil graag dat de naam van zijn land internationaal bekend geraakt naar aanleiding van zulke delicten. We moeten daar begrip voor hebben. Daarom moeten we om het even welk land met respect behandelen. We moeten ze geduldig en volhardend duidelijk zien te maken dat schaamte niet het probleem is: het probleem is de handel. Het feit dat deze misdaden gepleegd worden is het werkelijke drama. Dit soort misdaden moeten overal ter wereld door iedereen worden onderzocht en bestreden. Het is immers een type criminaliteit dat geen thuisland kent. Het is een perfide delict, vergelijkbaar met piraterij, en de bedreiging is internationaal. Dit gaat ons allemaal aan.

Of die organen nu naar Israël, Zuid-Afrika, Aziatische landen, Europa of Amerika gaan, en of ze nu afkomstig zijn uit Mozambique, arme regio’s in Brazilië, Moldavië of Albanië, de verscheurde Balkan, uitgestrekt Afrika, de in crisis verkerende Centraal-Aziatische landen of de arme wijken rond Aziatische of Latijns-Amerikaanse steden – wij weten waar de mensen die voor deze handel verantwoordelijk zijn toeslaan. Het zijn net gieren: ze voeren een georganiseerde aanval uit op het menselijk lichaam op die plaatsen waar veel ellende is en de staat weinig autoriteit heeft. Waar ze arme en zwakke mensen bespeuren, vallen ze aan, en dat is waar wij in samenwerking met de bevoegde autoriteiten moeten optreden. We moeten ze bewust maken van het probleem en ze aanmoedigen. We moeten ze leningen ter beschikking stellen, met informatie confronteren en gegevens uitwisselen, om zo de waarheid aan het licht te brengen. We moeten de netwerken waar ook ter wereld oprollen, zodat mensen zich weer veilig kunnen voelen. We rekenen op de medewerking van de Raad en de Commissie. Ik zou nu graag zien dat de Raad dezelfde ijver toonde als de Commissie tot nu toe. Dan maakt het niet uit waarvandaan de berichten ons bereiken, uit Mozambique of andere delen van de wereld.

 
  
MPphoto
 
 

  Evans, Robert J.E. (PSE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik heb met stijgende verbazing naar dit debat geluisterd, speciaal naar minister Roche, en het leek wel een of ander surrealistisch schouwspel. Mijnheer Roche, aan het eind van uw betoog zei u dat dit proces aan het begin stond. Dit roept echt de vraag op of er ook maar iets van coördinatie is tussen de voorzitterschappen van de Europese Unie. U noemde het kaderbesluit dat in februari 2003 door de Griekse regering werd opgesteld, omdat het een Grieks initiatief was. Ik was de rapporteur voor het Parlement over dit document, en de Griekse regering was erop gebrand de behandeling ervan af te ronden tijdens haar voorzitterschap, in het eerste semester van afgelopen jaar.

Het proces staat helemaal niet aan het begin. Eigenlijk hoopten we vorig jaar rond deze tijd dat het bijna was afgerond. Sommige regeringen - wellicht de Italiaanse, de Ierse en in ieder geval meer dan één Scandinavische - staken een spaak in het wiel en hielden de zaak op. Mijn verslag werd met 420 stemmen tegen nul aangenomen in het Europees Parlement. Weet u van het bestaan van dat verslag over de handel in menselijke organen? Heeft u het gelezen? De heer Coelho noemde het zojuist nog. In mijn verslag is zeker een antwoord te vinden op sommige van de vragen die u aan de orde heeft gesteld. Ik zou u heel wat over deze situatie kunnen vertellen, onder meer dat er vermoedelijk jaarlijks meer dan 1000 burgers van de Europese Unie naar armere landen gaan op zoek naar menselijke organen, of dat nu in India is, in Pakistan, in Albanië of in sommige van de andere landen die zijn genoemd.

Er is al veel informatie voorhanden. Het is niet zo dat we met niets beginnen. Komen we zo echt nog wel een stap verder? Inderdaad, wat voor zin heeft dit debat eigenlijk? Op welke gegevens is uw verklaring dan gebaseerd, als u geen rekening heeft gehouden met al hetgeen al door dit Parlement is gegaan, als u de resultaten van al het werk dat is verzet en de verslagen die in het Parlement zijn behandeld, in overleg met de Commissie en andere regeringen, niet grondig heeft bestudeerd? Het gevaar bestaat dat al het goede werk en alle goede bedoelingen waar de collega’s hier over hebben gesproken, in rook opgaan als er voorzitterschap na voorzitterschap niet wordt voortgeborduurd op wat al is gedaan.

 
  
MPphoto
 
 

  Roche, Raad. - (EN) Mevrouw de Voorzitter, we hebben een interessant debat gevoerd. Het is ongepast om een debat zonder meningsverschillen in een conflict proberen om te toveren. Ik heb al gezegd dat er in een uitstekende bijdrage in de documenten werd opgemerkt dat er nog steeds veel informatie nodig is op dit terrein. Ik bestrijd helemaal niet dat het Griekse voorzitterschap een uitstekende aanzet heeft gegeven. Zelf vind ik het jammer dat er tot nu toe geen concretere stappen zijn gezet.

Het is ook een verbazingwekkend debat. Commissaris Vitorino heeft terecht aangegeven dat hij zich zorgen maakt over deze bizarre handel, zorgen die in elke geciviliseerde samenleving zouden bestaan. Hij ging uitvoerig in op de inspanningen die al zijn geleverd. Ik was zeer onder de indruk van de heer Coelho, die ons ervan wist te overtuigen dat de Unie de samenhang moet bewaken bij het vaststellen van haar beleid op dit gebied. De heer Lage en de heer Calò lieten zich in soortgelijke bewoordingen uit. Ik kan me vinden in de opmerking van de heer Ribeiro e Castro dat we ons niet moeten laten ophouden door welke misplaatste overweging ook. Toch moeten we al met al concluderen dat de Unie geen stap verder is gekomen in deze kwestie, die door het Griekse voorzitterschap werd aangekaart en aan de Unie voorgelegd, en daar zijn redenen voor. Ik ben er niet zo zeker van dat sommige lidstaten ‘spaken in het wiel steken’. Als ze dat al hebben gedaan, dan waren daar volgens hen goede en gegronde redenen voor. Daar ben ik van overtuigd.

Toch was het, op die laatste stekelige opmerkingen na, een goed debat. Het heeft nog eens duidelijk gemaakt dat de Unie gezamenlijk moet optrekken. Het laat zien hoe de Unie een eind kan maken aan een boosaardige handel, als zij de handen maar ineenslaat.

 
  
MPphoto
 
 

  Vitorino, Commissie. - (PT) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren afgevaardigden, ik wil om te beginnen herhalen dat de Commissie de gevallen die ons ter ore zijn gekomen van nabij blijft volgen, of het nu gaat om Mozambique of Albanië. We blijven alert en werken daarbij nauw samen met de ambassades die de lidstaten in deze twee landen hebben.

Ten tweede wil ik er graag op wijzen dat het initiatief dat de Griekse voorzitter destijds heeft genomen een aantal kwesties oproept die juridisch gezien in een openbaar debat moeten worden behandeld. Uit het onderzoek dat wij hebben uitgevoerd blijkt dat de handel in menselijk organen en weefsels nog niet in elke lidstaat onder een delictomschrijving valt. De gegevens waarover we beschikken wijzen er verder op dat er tussen de lidstaten belangrijke verschillen bestaan met betrekking tot de wijze waarop het strafrecht op dit soort vergrijpen reageert.

Ten derde is het zo dat de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke bepalingen vrij complex zal zijn. Zoals we weten zijn de ontvangers van de illegaal verkregen organen vaak Europeanen. De transplantaties zelf worden echter vaak in derde landen uitgevoerd. Je krijgt dan te maken met de lastige vraag welke sanctie er uit hoofde van het territorialiteitsbeginsel kan worden opgelegd. Deze vragen zijn aan de orde gekomen bij de presentatie en het eerste debat over het Griekse initiatief voor een kaderbesluit inzake de illegale handel in organen. Bovendien is er in het kader van het Falcone-programma een onderzoek uitgevoerd om vast te stellen welke fundamentele kwesties er op Europees niveau via wetgeving geregeld moeten worden.

Zoals u weet - en ik heb het zojuist ook al gezegd - ging het hier niet om een initiatief van de Commissie. Het debat van vandaag gaat dan ook deels over het feit dat initiatieven van lidstaten zelden een follow-up krijgen. Wanneer een lidstaat het voorzitterschap waarneemt is men gaarne bereid initiatieven te nemen, maar dat betekent niet dat daar later gevolg aan wordt gegeven. Wij hebben als Commissie een onderzoek uitgevoerd en we kunnen nu een completer beeld geven van de kwesties die via wetgeving geregeld dienen te worden dan ten tijde van het Griekse initiatief het geval was.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. - Hartelijk dank, mijnheer de commissaris.

Het debat is gesloten.(1)

(De vergadering wordt om 17.50 uur onderbroken en om 18.00 uur hervat)

 
  

(1) Gemeenschappelijk standpunt van de Raad en van de Commissie – Wijziging van de agenda: zie notulen.

Juridische mededeling - Privacybeleid