Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Volledig verslag van de vergaderingen
Maandag 21 februari 2005 - Straatsburg Uitgave PB

12. Opmerkingen van één minuut over kwesties van politiek belang
MPphoto
 
 

  Pęk (IND/DEM). (PL) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik heb het woord gevraagd omdat ik mij ernstige zorgen maak om de toestand van de democratie in de Europese Unie. Zo hebben wij juist gehoord dat het een groot succes is dat in een referendum, de belangrijkste gelegenheid om de collectieve wil tot uitdrukking te brengen, nauwelijks meer dan een kwart van de kiesgerechtigden “ja” heeft gestemd. Daarnaast is ons ter ore gekomen dat er tijdens de campagne propagandatrucs zijn toegepast waarbij de Spaanse burgers werd verteld dat een stem tegen de Europese Grondwet een stem is tegen Europa. Dit is een aperte leugen. In het bijzonder maken wij ons zorgen over het feit dat er collectieve middelen worden besteed en nog meer zal worden geld zal worden uitgegeven voor de “ja”-campagne. Dit is niet eerlijk tegenover de burgers van Europa. Wij eisen gelijkheid voor de wet!

 
  
MPphoto
 
 

  Tabajdi (PSE). (HU) De gemeenschappelijke graanmarkt bevindt zich in een kritieke toestand. Op verzoek van Oostenrijk, en met de steun van Tsjechië, Slowakije, Italië, Polen, Hongarije en Frankrijk, heeft de Raad landbouw en visserij tijdens zijn laatste zitting zijn bezorgdheid geuit over de ernstige situatie waar Europese graanboeren zich tegenover gesteld zien. De vijfentwintig lidstaten hebben dit jaar een graanoverschot van tweeënvijftig miljoen ton geproduceerd, waarvan meer dan zeven miljoen is aangeboden voor communautaire interventies. De helft hiervan, meer dan drie miljoen ton, werd aangeboden door Hongarije.

Op de gemeenschappelijke graanmarkt zijn drie problemen gerezen. Ten eerste is er het probleem in verband met de ongunstige euro/dollar-wisselkoers. Ten tweede zijn landen die niet aan zee zijn gelegen, zoals Tsjechië, Oostenrijk, Slowakije en Hongarije, in het nadeel bij het inschrijven op aanbestedingen. Ten derde en laatste levert de verlaging van de uitvoersteun nieuwe problemen op. Ik zou commissaris Fischer Boel willen verzoeken doeltreffende maatregelen te nemen om de problemen op de graanmarkt op te lossen.

 
  
MPphoto
 
 

  Yañez-Barnuevo García (PSE).(ES) Mijnheer de Voorzitter, ik stem volmondig in met wat hier gezegd is en ik dank de Voorzitter van dit Parlement voor zijn verwijzing naar het referendum dat gisteren in mijn land is gehouden. Spanje heeft een les in democratie gegeven. De volksraadpleging is vreedzaam verlopen. Zowel de ja-stemmers als de nee-stemmers en zelfs de stemonthouders zijn in groten getale naar de stembus getrokken.

Kortom, niemand hoeft ons land lessen in democratie bij te brengen aangezien alle kiesgerechtigden volledig vrij waren om naar eigen goeddunken te handelen. Een goed voorbeeld hiervan is dat van een belangrijke radiozender, eigendom van de kerkelijke hiërarchie van de katholieke kerk, die zijn luisteraars stelselmatig opriep om nee te stemmen en op die manier ongetwijfeld hun stemgedrag heeft beïnvloed. De zender heeft ongestoord zijn standpunt kunnen verdedigen, want de nee-optie was uiteraard even legitiem als elke andere zienswijze.

 
  
MPphoto
 
 

  Karatzaferis (IND/DEM).(EL) Mijnheer de Voorzitter, toen de voorzitster van het Griekse parlement enkele dagen geleden de nieuwe Griekse president toesprak, zei ze dat Griekenland met het oog op het referendum – met het oog op de goedkeuring van de Grondwet – zijn nationale grenzen en soevereiniteit moest inperken. Dit is dramatisch. Het Griekse volk moet dat weten, want voor de welvaart van Europa moet het Griekse volk blijkbaar een stuk van zijn grenzen en zijn soevereiniteit afstaan. We hebben dat goed gehoord. De Grieken moeten op een of andere manier gerustgesteld worden. Wij willen een welvarend Europa, maar uiteraard niet ten koste van de Griekse landsgrenzen of ten koste van de Griekse soevereiniteit. Dus willen we de garantie dat, wanneer de Grondwet wordt goedgekeurd, Griekenland geen grondgebied zal verliezen zoals – ik herhaal – de voorzitster van het Griekse parlement heeft gezegd.

Bij het referendum in Spanje heeft 33 procent van de Spanjaarden voor gestemd. De opkomst was klein...

(Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)

 
  
MPphoto
 
 

  Mote (NI).(EN) Mijnheer de Voorzitter, iedere professionele criminele organisatie in Europa moet een gat in de lucht hebben gesprongen naar aanleiding van het recente besluit van de Europese Centrale Bank om tweemaal zo veel bankbiljetten van vijfhonderd euro te gaan drukken. Alleen dit jaar al zullen nog eens 190 miljoen bankbiljetten met de hoogste coupure ter wereld onze straten overspoelen, en een koffer vol hiervan is zeven keer zo veel waard als een volle koffer met biljetten van honderd dollar.

In de elektronische wereld van vandaag hebben banken geen behoefte meer aan biljetten met een hoge coupure: zij zijn alleen van waarde voor criminelen. Waarom is anders 10 procent van alle euro’s die bij de introductie zijn uitgegeven opeens naar Rusland verdwenen? Waarom is de euro nog altijd de favoriete munteenheid van de Russische maffia? Waarom liet Saddam Hoessein de geheime olieverkopen van Irak in euro’s factureren toen hij sancties probeerde te vermijden? Vorig jaar steeg het aantal valse 500-eurobiljetten met ...

(Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)

 
  
MPphoto
 
 

  Papastamkos (PPE-DE).(EL) Mijnheer de Voorzitter, wij hopen dat de eenmaking van Europa, althans van de economische en monetaire unie, de economische belemmeringen en grenzen zal slechten. Dat is de kwintessentie van de Europese gemeenschappelijke en interne markt. Het euroscepticisme in Griekenland wordt gevoed door de opvatting dat de Unie op het vlak van de politieke eenmaking en de totstandkoming van een echt Europese defensie-identiteit niet even voortvarend te werk is gegaan. Dat heeft de voorzitster van het Griekse Parlement gezegd – in feite een waarheid als een koe – namelijk dat de economische grenzen zijn opgeheven en er nu één economische ruimte bestaat.

 
  
MPphoto
 
 

  Corbett (PSE).(EN) Mijnheer de Voorzitter, sinds dit Parlement een maand geleden met een overweldigende meerderheid instemde met het bekrachtigen van de Europese Grondwet, hebben enkele afgevaardigden die tot de minderheid behoorden gepoogd het door het Europees Parlement ingenomen standpunt te ondergraven en in diskrediet te brengen.

Zij stonden in deze zaal met vlaggen te zwaaien toen we gingen stemmen; zij probeerden de officiële start van de voorlichtingscampagne van het Europees Parlement te verstoren en zij beweerden dat het op een of andere manier onwettig is dat dit Parlement zijn standpunt en zijn conclusie kenbaar maakt aan de buitenwereld. Ondanks het feit dat de nationale parlementen ons zelf hebben verzocht onze analyse van de Grondwet te presenteren, hebben zij deze parlementen aangeschreven om te klagen dat wij aan een dergelijk verzoek gehoor hebben gegeven.

Vandaag hebben wij hen horen beweren dat de uitslag van het referendum in Spanje op een of andere manier onwettig was. De opkomst was inderdaad laag, maar de uitslag was onomstreden en de Grondwet werd door een overweldigende en brede meerderheid gesteund. Waar het om gaat, is dat de Grondwet door een enorme meerderheid bekrachtigd is, en ik weet zeker dat dit in andere landen herhaald zal worden.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 
 

  Leinen (PSE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, dit Parlement dient nadrukkelijk zijn instemming te betuigen met het Spaanse referendum en ook met het duidelijke “ja” van de Spaanse bevolking voor de Grondwet. Ik vind dat wij de Spaanse regering en alle betrokkenen dankbaar moeten zijn dat zij de burgers voorgelicht en gemobiliseerd hebben, met name ook vanwege de wijze waarop de maatschappelijke organisaties bij deze campagne betrokken zijn geweest.

Ik ben zelf met een aantal collega’s enkele dagen in Spanje geweest en heb gezien hoe open, hoe democratisch en hoe vreedzaam alles is verlopen – waarlijk een uiting van Europese democratie. Wat de collega uit Polen heeft gezegd, is volledig absurd en weerspiegelt ongetwijfeld slechts de mening van een kleine minderheid in dit Parlement.

Uit de opkomst bij de verkiezingen blijkt echter ook dat er nog meer informatie noodzakelijk is. Mijnheer de Voorzitter, wij roepen de regeringen en ook de Commissie op om eindelijk eens een keer een offensief voorlichtingsbeleid over de inhoud van de Grondwet te voeren. Wij mogen geen tijd meer verliezen nu de volgende referenda al weer voor de deur staan.

 
  
MPphoto
 
 

  Krupa (IND/DEM). (PL) Dank u wel. In verband met de tragische situatie van de medische sector in Polen en de hongerstaking van werknemers van de medische dienst wil ik er in de eerste plaats voor pleiten dat de medische sector niet in termen van de markt wordt behandeld en dat de medische diensten worden uitgesloten van de dienstenrichtlijn. Daarnaast wil ik een voorstel voorleggen betreffende de noodzaak tot financiering door de overheid van de volksgezondheid, vooral van ziekenhuizen, die in Polen al voor meer dan PLN 6 miljard schulden hebben. Als gevolg van de liberale hervorming van het burgerlijk wetboek hebben deurwaarders beslag kunnen leggen op PLN 2 miljard, waardoor werknemers geen loon hebben ontvangen. De inhouding van hun karige lonen is een inbreuk op de morele beginselen en de sociale rechtvaardigheid en bovendien van het Handvest van de grondrechten van de EU en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Ik wil vragen of de Commissie van plan is een regeling voor te leggen die financiering mogelijk...

(Spreekster wordt door de Voorzitter onderbroken.)

 
  
MPphoto
 
 

  Pahor, Borut (PSE). (SL) Mijnheer de Voorzitter, recentelijk is de indruk gewekt dat bepaalde vijandschappen en tweedelingen uit het verleden weer opleven, terwijl we hoopten dat dit nooit meer zou gebeuren en dat dit soort zaken nooit meer de verhoudingen tussen de naties in het verenigd Europa zouden verstoren. Met het aanwijzen van 10 februari als dag ter herinnering van de tragische gebeurtenissen na de Tweede Wereldoorlog, wil de Italiaanse Republiek het lijden van haar onderdanen gedenken, en daar heeft zij het volste recht toe. Maar tegelijkertijd mag het democratische Italië niet vergeten welk lijden het fascistische regime heeft toegebracht aan andere naties, waaronder Slovenië. Ik wil van deze gelegenheid gebruik maken om steun te betuigen aan de oproep vanuit democratische kringen van beide zijden van de grens om ons over dit trauma uit ons niet al te verre verleden heen te zetten, door de volledige waarheid bekend te maken. De waarheid, hoe pijnlijk die ook mag zijn, is de enige manier om te voorkomen dat dergelijke gebeurtenissen zich in de toekomst zullen herhalen. Het is tevens de enige basis voor coëxistentie en verzoening. En als de verzoeningsbijeenkomst van de presidenten van drie buurlanden hieraan bijdraagt, kan ik dit alleen maar toejuichen. Het achter ons laten van oplevende nationalistische vooroordelen behoort tot de essentie van de Europese idee. Het is tevens een van de grondslagen en redenen van de Europese cohesie en integratie.

 
  
MPphoto
 
 

  Mitchell (PPE-DE).(EN) Mijnheer de Voorzitter, de recente tsunamiramp heeft de wereld geschokt, en het enorme verlies aan mensenlevens ten gevolge van de zeebeving is haast onvoorstelbaar. Dergelijke rampen doen zich echter niet uitsluitend voor in Zuidoost-Azië. De zwaarste Europese tsunami in de gedocumenteerde geschiedenis vond plaats op 1 november 1755, toen een krachtige aardbeving voor de Atlantische kust van Portugal een vloedgolf veroorzaakte die Lissabon overspoelde. Die dag zijn alleen al in de Portugese hoofdstad tot wel 30.000 mensen omgekomen en de gebeurtenis luidde het verval in van de stad die tot dan toe de vierde stad van Europa was, en bovendien een van de rijkste. De golven bereikten ook de kusten van België, Groot-Brittannië, Frankrijk, Ierland en Nederland.

Twintig lidstaten van de EU hebben kustlijnen. Zou het, gezien het feit dat er in het verleden aardbevingen en daarop volgende tsunami’s hebben plaatsgevonden, niet verstandig zijn als de Commissie een benchmarkingproces opstartte ter vereenvoudiging van alarmeringsstrategieën om voor dergelijke natuurrampen te waarschuwen?

 
  
MPphoto
 
 

  Ludford (ALDE).(EN) Mijnheer de Voorzitter, het Parlement heeft voortdurend campagne gevoerd tegen de illegale internering op Guantánamo Bay. De meeste EU-staatsburgers zijn inmiddels vrijgelaten – in ieder geval de negen Britse burgers – maar er bevinden zich nog altijd ongeveer tien mensen die, bijvoorbeeld als vluchteling, een legale verblijfsstatus hebben in een EU-lidstaat.

Het gaat om vijf mensen uit het Verenigd Koninkrijk waarvan we de namen weten: Bisher al-Rawi, Jamil al-Banna, Jamal Abdullah, Shaker Aamer en Omar Deghayes. Er zijn berichten over vernederende en mensonterende behandeling, zelfs van foltering. Omar Deghayes beweert dat hij aan één oog blind is geworden ten gevolge van het gebruik van pepperspray. Twintig jaar geleden is hij gevlucht uit Libië, waar zijn vader werd vermoord door het regime-Gaddafi. Libische functionarissen hebben hem bezocht en hem gedreigd met deportatie naar Libië en de dood.

Dit is duidelijk gebeurd met medeweten van de Amerikaanse regering. Sterker nog, de Amerikanen hebben een vliegtuig naar Tripoli gestuurd om de Libiërs op te halen. Dit moet tevens gebeurd zijn met medeweten van de Britse regering. Wij mogen niet toestaan dat deze regering zich verschuilt achter het Verdrag van Wenen. Zij heeft de morele en – ik betoog – wettelijke verplichting om te interveniëren en deze mensen te redden of voor de rechter te brengen. Anders blijken de pretenties van de EU dat zij een mensenrechtenbeleid voert, niet meer dan holle woorden te zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Rosati (PSE). (PL) Mijnheer de Voorzitter, in september 2004 heeft de Russische Federatie beperkingen ingevoerd op de levensmiddeleninvoer uit Polen. Poolse bedrijven die vlees- en zuivelproducten uitvoeren, moeten een speciale inspectie van de Russische veterinaire en fytosanitaire diensten ondergaan. Van de in totaal 74 geïnspecteerde bedrijven hebben er slechts twee een vergunning gekregen voor de uitvoer naar Rusland. Hoewel er sinds het einde van de inspectie bijna vier maanden zijn verstreken, heeft Polen tot op de dag van vandaag geen lijst ontvangen van de bedrijven die met gunstig gevolg door de controle zijn gekomen en mogen exporteren. Dit toont aan dat er sprake is van discriminatie van Poolse bedrijven op de Russische markt. In januari heeft Polen de toezegging gekregen dat de Europese Commissie stappen zou ondernemen om te zorgen voor een versnelling van de toelatingsprocedures van Poolse bedrijven tot de Russische markt. Ik wil vragen welke stappen de Commissie heeft ondernomen en wanneer de Russische Federatie een einde zal maken aan deze discriminerende praktijken.

 
  
MPphoto
 
 

  Batten (IND/DEM).(EN) Mijnheer de Voorzitter, verwijzend naar de voorgestelde Europese Grondwet zei president Bush dat hij gefascineerd toekijkt hoe de soevereiniteit van naties geïntegreerd kan worden in een groter geheel. Hij kan het zich veroorloven gefascineerd te zijn: het zijn immers niet de vrijheden, de onafhankelijkheid en de democratie van zijn eigen land die in het kader van dat integratieproces worden ontmanteld en afgeschaft.

Een kwestie die hij echter wel serieus neemt, is artikel 16 van de Grondwet waarin de lidstaten zich verbinden tot een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid. Hij heeft er terecht voor gewaarschuwd dat de NAVO hierdoor wordt ondermijnd – en het is nog altijd de NAVO die sinds 1949 in Europa de vrede heeft bewaard, niet de Europese Unie.

Het Britse volk moet weten dat het voorgestelde gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid Groot-Brittannië belet op militair dan wel politiek vlak ooit nog onafhankelijk op te treden, al dan niet in een coalitie met de VS. Dat is nog weer een goede reden voor het Britse volk om de Europese Grondwet te verwerpen op het moment dat het daartoe de gelegenheid krijgt.

 
  
MPphoto
 
 

  Czarnecki, Ryszard (NI). (PL) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, onlangs hebben wij in het gebouw van het Europees Parlement het vijftigjarig bestaan gevierd van de Europese voetbalunie, de UEFA. Vandaag wil ik in de plenaire vergadering van het Parlement mijn uitdrukkelijke steun uitspreken voor het recente voorstel van de UEFA om gelijke kansen te creëren voor rijke en arme voetbalclubs in de oude en de nieuwe EU en in heel Europa. Het project betreft de invoering van een minimumaantal door de club zelf opgeleide spelers, van 1 over een jaar tot uiteindelijk 4. Het is de bedoeling te clubs te dwingen om met jonge spelers te werken en te vermijden dat rijke clubs alleen maar getalenteerde spelers wegkopen. Er zullen ook quota worden ingevoerd voor spelers uit het land van de club om het landelijke voetbal te bevorderen. Daarnaast moet dit de verleiding van rijke clubs tegengaan om voetballegers van “galácticos” of ingehuurde supersterren te vormen. Deze voorstellen van de UEFA zijn in overeenstemming met het solidariteitsbeginsel dat de grondslag vormt van de Europese Unie. Ten gunste van dit beginsel mag een ander beginsel, waarmee toch al vaak de hand wordt gelicht, namelijk het vrije verkeer van werknemers, best worden opgeofferd.

 
  
MPphoto
 
 

  Iturgaiz Angulo (PPE-DE).(ES) Mijnheer de Voorzitter, waarde collega’s, ik zou even nader willen ingaan op iets wat de Voorzitter aan het begin van deze vergadering heeft gezegd. Zoals u allen weet, zal de president van de Verenigde Staten van Amerika, George Bush, morgen een historisch bezoek brengen aan de Europese Commissie in het Berlaymont-gebouw te Brussel. Wij moeten Commissievoorzitter Durão Barroso erkentelijk en dankbaar zijn voor de inspanningen en de moeite die hij heeft gedaan om ervoor te zorgen dat de heer Bush tijdens zijn bezoek aan Brussel ook de Voorzitter van het Europees Parlement, de heer Borrell, zal ontvangen.

Uiteraard wenst mijn fractie de Voorzitter alle succes toe met het onderhoud. Wij hopen van harte dat het gesprek ook zal bijdragen aan een verbetering van de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Verenigde Staten van Amerika.

 
  
MPphoto
 
 

  Pittella (PSE).(IT) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, daar de Commissie Barroso al weer een aantal maanden aan het werk is en haar verschillende bureaus bemand heeft – waaronder het bureau van de woordvoerder – valt het echt moeilijk te geloven dat men tot nu toe geen Italiaanse woordvoerder heeft kunnen vinden. Wat is daarvan de reden? Welke pogingenheeft voorzitter Barroso in die richting ondernomen – mede naar aanleiding van de talrijke vragen van het Parlement, de dringende verzoeken van commissaris Frattini en het verzoek dat namens alle bij de Commissie en de andere Europese instellingen geaccrediteerde Italiaanse journalisten is ingediend?

Wij voeren geen godsdienstoorlog en evenmin strijden wij voor de terugkeer naar een steriel nationalisme. Wij zijn trots op onze taal: iedereen benijdt ons Dante Alighieri. Daarom juist begrijpen wij het uitblijven van de benoeming van een Italiaans sprekende woordvoerder niet.

 
  
MPphoto
 
 

  Hegyi (PSE).(EN) Mijnheer de Voorzitter, vorige week heb ik deelgenomen aan de “Berlinale”, het 54e filmfestival van Berlijn. De meeste van onze lidstaten waren daar vertegenwoordigd met nieuwe producties, hetzij in de competitie, hetzij in andere onderdelen van het festival. Het was verbazingwekkend om te zien hoe veel getalenteerde filmmakers we in Europa hebben, maar het was nog veel bemoedigender om te zien hoe veel mensen er geïnteresseerd zijn in niet-Hollywoodfilms die gemaakt zijn in Europa of elders ter wereld. Europese films vielen namelijk meer in de smaak bij het publiek dan Amerikaanse.

Het hele evenement deed mij inzien dat er een enorme belangstelling bestaat voor de Europese cinema, in weerwil van het feit dat onze ondersteuning van filmproducties achterblijft bij de ondersteuning die Amerikaanse films krijgen. Er bestaat een enorme noodzaak om het Europese media- en cinemabeleid te verbeteren. De bescherming van ons filmerfgoed en de productie van nieuwe films verdienen meer steun, zowel op financieel terrein als op het terrein van wetgeving.

 
  
MPphoto
 
 

  Figueiredo (GUE/NGL).(PT) Het uitblijven van regen in Portugal de afgelopen maanden heeft rampzalige gevolgen gehad voor de herfst- en wintergewassen en de diervoeders, terwijl daardoor ook de verwachtingen voor de lente- en zomergewassen slecht zijn. Tegelijkertijd hebben de dierziekte “blauwtong”, de daaruit voortvloeiende quarantainemaatregelen, beslagleggingen en vervoersverboden de handelsproblemen verergerd en de producenten en boeren verplicht de dieren veel langer dan voorzien vast te houden. Dat betekent extra kosten voor het voederen van de dieren en financiële problemen die vele boeren niet aankunnen. Daarom verzoek ik u, mijnheer de Voorzitter, de Commissie te wijzen op de ernstige situatie in de Portugese landbouw en op de noodzaak de steun voor dieren en gewassen vervroegd uit te betalen. Het tekort aan weidegrond vanwege de droogte schept eveneens problemen en daarom is het noodzakelijk de begrazing van gronden toe te staan waarvoor een communautair verbod bestaat, teneinde de sterfte onder de dieren te verminderen.

 
  
MPphoto
 
 

  Schlyter (Verts/ALE). – (SV) Mijnheer de Voorzitter, deze week is het drie jaar geleden dat Ingrid Betancourt werd ontvoerd door de FARC-guerillabeweging in Colombia. 23 februari 2002 was de dag waarop Ingrid Betancourt, spreekbuis van mijn Colombiaanse zusterpartij en presidentkandidate, werd ontvoerd, toen zij bezig was door middel van onderhandelingen een oplossing te vinden voor het conflict tussen de regering en de FARC.

De Colombiaanse regering moet ophouden met pogingen om militaire middelen te gebruiken. In plaats daarvan moet ze een humanitaire overeenkomst met de FARC sluiten, conform het Verdrag van Genève, zodat Ingrid en 3.000 andere gevangenen kunnen worden vrijgelaten. Ik zou zeer dankbaar zijn als u, mijnheer de Voorzitter, namens het Parlement zou kunnen optreden en uiting kon geven aan onze ongerustheid over de schendingen van de mensenrechten in dat land.

 
  
MPphoto
 
 

  Patrie (PSE).(FR) Mijnheer de Voorzitter, graag had ik van de aanwezigheid van commissaris Barroso, die hier straks aanwezig zal zijn, geprofiteerd om hem opheldering te vragen over de recente uitlatingen in de pers, van de commissaris die is belast met het regionaal beleid. Mevrouw Hübner heeft namelijk verklaard dat naar haar mening bedrijfsverplaatsingen binnen Europa gemakkelijker moeten worden, zodat het Europese bedrijfsleven kosten kan besparen. Nu we midden in de discussie zitten over de politieke prioriteiten van de Unie voor 2005, zou ik van de heer Barroso willen horen of hij deze benadering steunt.

Zoals bekend blijkt uit de laatste cijfers van Eurostat dat de hoogste werkloosheidspercentages van de Europese Unie in de nieuw toegetreden landen te vinden zijn. In dat verband is de strategie die mevrouw Hübner voorstelt dus heel goed te begrijpen. Haar woorden passen in het plaatje van een uitbreiding die is doorgevoerd zonder nieuwe begrotingsmiddelen. Wat de commissaris ons voorstelt, is het ene gat met het andere vullen. Zou de heer Barroso net zo’n voorstander zijn van een institutionalisering van sociale en fiscale dumping binnen de Unie?

 
  
MPphoto
 
 

  Piotrowski (IND/DEM). (PL) Dank u wel, mijnheer de Voorzitter. Met het oog op de aankomende herdenking van het einde van de Tweede Wereldoorlog vraag ik de aandacht van het Europees Parlement voor hernieuwde pogingen tot vervalsing en manipulatie van de geschiedenis voor onmiddellijke politieke doeleinden. Het bewijs hiervan is een recente verklaring van het Russische Ministerie van Buitenlandse Zaken betreffende de schandelijke conferentie van Jalta, waar het Europese continent in invloedssferen werd verdeeld. Het gevolg was dat vele Midden- en Oost-Europese volkeren, waarvan de afgevaardigden vandaag in dit Parlement zitten, gedurende bijna een halve eeuw werden onderworpen aan de onderdrukking van een onmenselijk totalitair systeem. De wortels van deze gebeurtenis gaan terug tot het pact tussen de Sovjet-Unie en Duitsland van augustus 1939. Niet alleen de Duitsers, maar ook Rusland, als erfgenaam van de Sovjet-Unie, draagt de verantwoordelijkheid voor de ontketening van de Tweede Wereldoorlog. Duitsland toont de wil om af te rekenen met zijn tragische verleden, Rusland kan hier vooralsnog de moed niet voor opbrengen. Ik hoop dat het Europees Parlement een ontwerpresolutie zal aannemen waarin onder andere de orde van Jalta wordt veroordeeld. Dat zal een symbolische geste van genoegdoening zijn tegenover de volkeren die tot voor kort achter het IJzeren Gordijn leefden.

 
  
MPphoto
 
 

  Herrero-Tejedor (PPE-DE).(ES) Mijnheer de Voorzitter, Spanje heeft met geringschattende onverschilligheid, ja met de laagste opkomst uit onze geschiedenis, gereageerd op het referendum over de Europese Grondwet. Dit resultaat is gedeeltelijk te wijten aan het feit dat er in de media geen echt pluriform debat heeft plaatsgevonden. Om hartstocht op te wekken is er discussie nodig. En de toekomst ziet er niet bepaald rooskleurig uit.

De regering van mijn land ijvert voor een wet waarmee de helft van de Spaanse radio zal overgaan in handen van een vriend van de socialisten, Jesús de Polanco, die bovendien al het monopolie heeft over de satelliettelevisie en nu ook op een flinke portie van de analoge reclametaart aast. Heren van links, naast Polanco verzinkt Berlusconi in het niet. Als wij niet allemaal opkomen voor de handhaving van het pluriforme informatieaanbod zal de informatiestrategie van de Europese Unie weldra niet meer in dit Parlement worden vastgesteld, maar zal zij tijdens een onderonsje in een chic restaurant bedisseld worden door een stel lieden dat in staat is om aan 450 miljoen Europeanen hun eenzijdige denkbeelden op te leggen.

 
  
MPphoto
 
 

  Isler Béguin (Verts/ALE).(FR) Mijnheer de Voorzitter, beste collega’s, ik zou graag uw aandacht willen vragen voor de zaak van mevrouw Aissata Bint-Karamoko en bovenal het Europees Parlement willen vragen om zijn steun voor haar. Het is nu drie jaar geleden dat mevrouw Karamoko in Frankrijk de vluchtelingenstatus heeft aangevraagd. Zij is zeven maanden zwanger en ze is ziek: ze lijdt aan hepatitis en ligt momenteel hier in Straatsburg in het ziekenhuis. De Franse regering probeert mevrouw Karamoko echter terug te sturen naar haar land van herkomst, Mauritanië, hetgeen in strijd is met het grondrecht zich te kunnen laten verplegen binnen de Europese Unie. Deze opstelling is onaanvaardbaar.

Op grond van de eerbiediging van de mensenrechten en uit hoofde van ons Handvest van de grondrechten, zou ik willen dat wij de Franse regering te kennen geven dat zij de rechten van de menselijke persoon en de grondrechten dient te eerbiedigen en dat zij mevrouw Karamoko de gelegenheid moet bieden hier in Frankrijk verpleegd te worden en vooral ook om onder zo goed mogelijke omstandigheden te bevallen.

 
  
MPphoto
 
 

  Rogalski (IND/DEM). (PL) Mijnheer de Voorzitter, ik hoop dat het Parlement is ontwaakt uit de roes van de “oranje revolutie” in Oekraïne en dat de tijd is aangebroken om de feiten onder ogen te zien. De coalitie van Joesjtsjenko, “Ons Oekraïne”, heeft een ontwerp voor een zuiveringswet voorgelegd waarvan een van de bepalingen luidt dat personen die het Oekraïense opstandelingenleger of UPA bekritiseren geen openbaar ambt mogen bekleden. Het UPA is een symbool van patriottisme geworden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog is dit leger berucht geworden door de moorden op Polen, joden en Russen. Deze zuiveringsbepaling is gericht tegen de etnische minderheden in Oekraïne, hoofdzakelijk Polen, die het UPA bekritiseren omdat zij van mening zijn dat het een misdadige organisatie was. Het voorstel wordt gesteund door het Congres van Oekraïense Nationalisten en zijn paramilitaire organisatie UNA, van wie sommigen als huurlingen hebben gevochten in Tsjetsjenië. De nationalisten hebben contact opgenomen met de neonazistische Nationaldemokratische Partei Deutschlands en beroepen zich op hun wapenbroederschap uit de Tweede Wereldoorlog. De etnische minderheden in Oekraïne worden bedreigd. Zij zijn bang en vragen om hulp.

 
  
MPphoto
 
 

  Allister (NI).(EN) Mijnheer de Voorzitter, tijdens de vorige zitting van dit Parlement hebben wij, zoals gepast, de nazigruwelen veroordeeld waarvan Auschwitz bij uitstek het symbool is geworden. Helaas heeft het staatshoofd van een EU-lidstaat – president McAleese van de Ierse republiek – op beschamende wijze de zestigjarige herdenking van de bevrijding van het kamp aangegrepen voor een kwaadaardige en wraakzuchtige aanval op de meerderheidsgemeenschap in Noord-Ierland, door op een schandalige manier de haat van de nazi’s tegen de joden te vergelijken met de houding van protestanten ten opzichte van rooms-katholieken.

Niets valt te vergelijken met de nazi-holocaust. Namens de vredelievende meerderheid in Noord-Ierland, maak ik van deze gelegenheid in dit internationale forum gebruik om tegen die smerige aanval op de kiezers die ik vertegenwoordig te protesteren en deze te verwerpen. Verwijzingen naar de strijd tegen het fascisme klinken vooral erg wrang uit de mond van een president die ooit een voorganger had die naar aanleiding van de dood van Hitler zijn condoleances liet overbrengen.

 
  
MPphoto
 
 

  Medina Ortega (PSE).(ES) Mijnheer de Voorzitter, de opmerkingen van de heer Luis Herrero-Tejedor hebben mij verbaasd. Het lijkt wel of hij uit een ander land komt. Bovendien vergeet hij dat de regering van de Spaanse Volkspartij gedurende acht jaar controle heeft uitgeoefend op alle openbare en particuliere media.

De socialistische regering tracht nu de democratie te herstellen. In tegenstelling tot de vorige regering wil zij de pluriformiteit van de media waarborgen.

Tot slot nog een vraag, mijnheer Herrero-Tejedor. Bedoelt u dat uw politieke geloofsgenoot, de heer Berlusconi, de Italiaanse media in zijn greep heeft?

(Applaus)

 
  
MPphoto
 
 

  Drčar Murko (ALDE). (SL) Dank u, mijnheer de Voorzitter. Samen met een aantal andere leden, heeft de heer Cashman de heer Barroso schriftelijk geïnformeerd – en ik citeer – “… dat politici in Slovenië duidelijk en openlijk de discriminatie van minderheden aanmoedigen …”, en voorgesteld dat de Commissie een onderzoek naar deze zaak start samen met de Sloveense regering. Als liberale afgevaardigde uit Slovenië wil ik de aandacht van het Parlement verder vestigen op het feit dat de huidige Sloveense regering ook expliciet heeft geweigerd om het besluit van het Constitutionele Hof van Slovenië ten uitvoer te leggen, volgens welk de Sloveense huizen van 18.305 burgers uit voormalig Joegoslavië die hun in 1992 op onwettige wijze zijn afgenomen, aan de oorspronkelijke eigenaren moeten worden teruggegeven. Het gaat hier dus niet alleen om discriminatie van minderheden, maar ook om een schending van de grondbeginselen van een rechtsstaat.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. Het woord is aan de heer Herrero-Tejedor voor een motie van orde.

 
  
MPphoto
 
 

  Herrero-Tejedor (PPE-DE).(ES) Ik vraag het woord voor een persoonlijk feit, mijnheer de Voorzitter. Mijn naam is hier genoemd en ik zou de betrokkene graag van repliek dienen, al beschik ik daarvoor maar over dertig seconden.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. Op welk artikel van het Reglement beroept u zich?

 
  
MPphoto
 
 

  Herrero-Tejedor (PPE-DE). (ES) Artikel 27 B.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. Zei u artikel 27 B?

 
  
MPphoto
 
 

  Herrero-Tejedor (PPE-DE).(ES) Mijnheer de Voorzitter, ik neem aan dat u het Reglement beter kent dan ik. Het is mogelijk dat mijn geheugen mij in de steek laat...

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. Mijnheer Herrero, artikel 27 B heeft betrekking op het werk van de delegaties. Wat heeft dat te maken met persoonlijke feiten?

 
  
MPphoto
 
 

  Herrero-Tejedor (PPE-DE).(ES) Dat is uiteraard niet het artikel dat ik bedoel, maar, mijnheer de Voorzitter...

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. Op welk artikel beroept u zich?

 
  
MPphoto
 
 

  Herrero-Tejedor (PPE-DE).(ES) Het artikel waarin het recht op repliek voor persoonlijke feiten wordt behandeld en gewaarborgd, mijnheer de Voorzitter, welk artikel dat ook moge wezen. Het is een recht dat mij toekomt. Ik hoop dat u dat respecteert, mijnheer de Voorzitter.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. Ik vroeg u alleen maar op welk artikel u zich beroept en daarop hebt u een artikel genoemd dat niets te maken heeft met hetgeen wij nu bespreken. Mijnheer Herrero-Tejedor, ik ben niet verantwoordelijk voor uw woorden, want dat bent u zelf. Ik neem aan dat u artikel 145 bedoelt. Is dat zo, mijnheer Tejedor?

 
  
MPphoto
 
 

  Herrero-Tejedor (PPE-DE).(ES) Ja, mijnheer Borrell Fontell, het is mij inderdaad te doen om artikel 145.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. U hebt dertig seconden.

 
  
MPphoto
 
 

  Herrero-Tejedor (PPE-DE).(ES) Ik wil de heer Medina alleen maar zeggen dat de heer Berlusconi inderdaad de controle heeft over de Italiaanse media en dat mijn partij en met name ikzelf deze situatie scherp veroordeeld hebben. Daarom verzoek ik dezelfde maatstaf te gebruiken voor Spanje.

Mijnheer Medina, u beweert dat de Spaanse Volkspartij alle particuliere media in zijn greep had. Geldt dat ook voor de media van de heer Polanco? Wilt u de afgevaardigden misschien in de maling nemen? God nog aan toe!

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. Mijnheer Herrero-Tejedor, ik heb u het woord gegeven teneinde een zinloze discussie te voorkomen, maar ik moet u erop wijzen dat artikel 145 betrekking heeft op uitlatingen gericht tegen een afgevaardigde over een persoonlijk feit. Dat was bij u absoluut niet het geval, maar desondanks heb ik u het woord gegeven om te voorkomen dat u zou denken dat onze opvatting van het Reglement niet objectief is.

 
  
MPphoto
 
 

  De Rossa (PSE).(EN) Mijnheer de Voorzitter, ik heb het Reglement niet voor me, maar ik wil eenvoudigweg een uitleg toevoegen aan de verklaring over Noord-Ierland van de heer Allister, waarin hij kritiek uitte op president McAleese van de Ierse republiek vanwege haar opmerkingen over de protestantse gemeenschap in Noord-Ierland. Ik wil erop wijzen dat president McAleese binnen enkele uren na het maken van deze opmerkingen uitgebreid en zonder enig voorbehoud haar excuses heeft aangeboden. Zij had de interpretatie die werd gemaakt niet als zodanig bedoeld en ik zou het op prijs stellen als dit in de stukken van het Parlement kan worden vastgelegd.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. Uitstekend, mijnheer de Rossa, dat zal gebeuren. Maar ter algemene informatie wil ik zeggen dat alle afgevaardigden over voldoende kennis van het Reglement dienen te beschikken om te weten dat het artikel in kwestie afgevaardigden de mogelijkheid biedt te reageren op persoonlijke beschuldigingen, en niet op verwijzingen naar een afgevaardigde binnen de context van een debat inzake kwesties die betrekking hebben op derden.

Ik verzoek u zich er goed van bewust te zijn dat de Voorzitter voortaan uitsluitend het woord zal verlenen wanneer een afgevaardigde persoonlijk geraakt wordt door een kwestie.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid