9. Verzoek van Roemenië om toetreding tot de Europese Unie
Cohn-Bendit (Verts/ALE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, op basis van artikel 170, lid 4, verzoek ik om uitstel van de stemming over de toetreding van Roemenië. Indien u de resolutie doorleest waarover wij zojuist met overweldigende meerderheid hebben gestemd, leest u dat Roemenië op economisch gebied een ontwikkeling vertoont waarmee wij kunnen instemmen. Als we echter naar de politieke zijde kijken, zoals persvrijheid en corruptie, als we alles serieus nemen wat wij in het verslag zelf hebben vastgesteld, dan zijn we het er toch allemaal over eens dat Roemenië in deze situatie niet kan toetreden!
Wij hebben al vaak gezegd, en zeggen het nu nogmaals, dat wij voorstander zijn van de toetreding en dat we vertrouwen hebben in deze nieuwe regering. We moeten ons alleen afvragen waarom wij het voordeel van de twijfel moeten geven aan een land dat met zulke fundamentele problemen te maken heeft als corruptie en gebrekkige persvrijheid? Dergelijke problemen kunnen in een land niet zo snel worden overwonnen.
Wij verzoeken daarom .....
(Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)
In onze fractie is gezegd dat er alleen voor of tegen dit verzoek mag worden gestemd en dat onthouding niet mogelijk is, net zoals bij een instemmingsprocedure. Ik wil de Voorzitter vragen of het mogelijk is om zich bij een instemmingsprocedure te onthouden van stemming. Tot dusverre was volgens de regels van het Parlement bij een instemmingsprocedure alleen instemming of verwerping mogelijk. Wij zouden graag zien dat het Bureau ons de stemmingsprocedure uitlegt.
De Voorzitter. Deze stemprocedure biedt de mogelijkheid om voor te stemmen, tegen te stemmen, zich van stemming te onthouden of niet aan de stemming deel te nemen.
Het woord is aan de heer Wurtz die tegen het voorstel is.
Wurtz (GUE/NGL). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, Roemenië vertoont wezenlijke tekortkomingen op het gebied van mensenrechten en corruptiebestrijding. De autoriteiten zijn wat dit betreft verplichtingen aangegaan en streng toezicht op de naleving van deze verplichtingen is volgens mij absoluut noodzakelijk. Niettemin denk ik dat de redenen die voor dit uitstel van de stemming worden aangevoerd niet daarop berusten, omdat wij precies hetzelfde verzoek hebben gehoord voor Bulgarije, waar de situatie anders is.
Daarom wil mijn fractie de aandacht vestigen op een van de consequenties van een eventueel uitstel. Dat zou op het allerlaatste moment tegen wil en dank uitdraaien op het afblazen van de ondertekening van het Toetredingsverdrag, die voor 25 april gepland staat. Wij zouden dus tegen wil en dank een boodschap met uiterst gevaarlijke politieke gevolgen overbrengen aan het Roemeense volk. Daarom steunt het overgrote deel van mijn fractie het verzoek om uitstel niet en zal de fractie vóór de instemming stemmen.
(Applaus)
De Voorzitter. Het woord is aan de heer Voggenhuber die voor het voorstel is.
Voggenhuber (Verts/ALE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, voor het eerst in de geschiedenis van de Unie stemmen wij erover of een land twintig maanden voor de geplande toetredingsdatum het groene licht moet krijgen, en dan nog een land – dat is gebleken uit het debat van gisteren – waarin de mensenrechten en de democratische waarden ernstig worden geschonden.
Het staat buiten kijf dat er tegen iedere lidstaat van de Europese Unie waarin zulke ernstige schendingen van democratische waarden en mensenrechten zouden voorkomen, maatregelen zouden worden getroffen conform artikel 7. Dat moge tegenwoordig duidelijk zijn voor iedereen. De grote meerderheid van dit Parlement staat, net als ik, positief tegenover de toetreding van Bulgarije en Roemenië en we kijken uit naar de dag waarop dit kan. Er is echter geen reden om voor de eerste keer in de geschiedenis aan dit land twintig maanden van tevoren een blanco cheque uit te schrijven en de druk op de onderhandelingen weg te nemen. Wij moeten optreden tegen deze ernstige beperkingen van de democratie en de mensenrechten.
In Frankrijk wordt binnenkort een besluit genomen over de Grondwet. We moeten geen signaal afgeven dat ....
(Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)
Nicholson of Winterbourne (ALDE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, zou het secretariaat-generaal de heer Cohn-Bendit er wellicht aan kunnen herinneren dat het het Europees Parlement was dat 2007 heeft aanbevolen als het jaar waarin Roemenië zou kunnen toetreden en dat derhalve nu het moment is aangebroken om die aanbeveling in daden om te zetten?
Moscovici (PSE),rapporteur. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, ik geloof inderdaad dat wij op het moment dat de Fransen aan het debatteren zijn over het Verdrag voor de Europese Grondwet, geen sceptisch geluid over de uitbreiding moeten laten horen. De uitbreiding van de Europese Unie is geen verplichting. Het is een project. Een gemeenschappelijke wens. En vooral daarom moeten wij vandaag stemmen. Ik vind uitstel niet gerechtvaardigd. Laat iedereen zich uitspreken over zijn mening, voor of tegen, maar in ieder geval niet voor uitstel.
Maar er is nog een ander, zeer sterk argument. Tijdens de debatten heb ik veel collega’s horen zeggen dat zij bang zijn dat ons Parlement vandaag een blanco cheque tekent of het laatste woord spreekt. Via een briefwisseling tussen u, Mijnheer de Voorzitter, de voorzitter van de Europese Raad en de voorzitter van de Commissie hebben wij juist alle garanties gekregen dat ons Parlement morgen volledig wordt betrokken bij alle besluiten die genomen zullen worden en wij weten dat er een beroep kan worden gedaan op de vrijwaringsclausule. Ik denk dan ook dat alle leden vandaag met volledige kennis van zaken én in alle veiligheid kunnen stemmen, omdat dit Parlement zijn partij volop zal meeblazen in de procedure tussen nu en 1 januari 2007. Ik roep dus op mijn beurt op tot verwerping van dit verzoek om uitstel.
(Applaus)
(Het Parlement verwerpt bij hoofdelijke stemming het verzoek tot uitstel van de stemming over de aanbeveling-Moscovici (A6-0083/2005))
VOORZITTER: DE HEER VIDAL-QUADRAS ROCA Ondervoorzitter