Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 11 mei 2005 - Straatsburg Uitgave PB

18. Begrotingsjaar 2006
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. - Aan de orde is de presentatie door de Commissie van het voorontwerp van algemene begroting - begrotingsjaar 2006.

 
  
MPphoto
 
 

  Dalia Grybauskaitė, lid van de Commissie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, de Commissie wil gaarne het voorontwerp van algemene begroting presenteren, dat wij op 27 april hebben goedgekeurd. Dit is de laatste begroting in het kader van de lopende financiële vooruitzichten. In ons ontwerp concentreren wij ons op de belangrijkste, door de Commissie en het Parlement overeengekomen beleidsdoelstellingen. Deze hebben betrekking op vier belangrijke beleidsterreinen: de opnieuw aangezwengelde Strategie van Lissabon, veiligheid en solidariteit, uitbreiding, en externe betrekkingen. Ik zal op deze vier beleidsterreinen ingaan.

Deze begroting kent de hoogste prioriteit toe aan de opnieuw aangezwengelde Strategie van Lissabon, die is gericht op het versterken van de economische groei en het scheppen van werkgelegenheid. De Europese begroting draagt hiertoe bij via beleidsmaatregelen op drie terreinen: intern beleid, landbouwontwikkeling en structuurbeleid.

Voor het interne beleid is voorzien in een toename van 2 procent. Voor onderzoek en ontwikkeling zal 4,7 procent meer worden uitgetrokken, omdat zij rechtstreeks bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van Lissabon.

Ook het gemeenschappelijk landbouwbeleid houdt duidelijk verband met de doelstellingen van de Strategie van Lissabon. Het jaar 2006 zal het eerste jaar zijn waarin middelen uit directe inkomsten zullen worden aangewend voor uitgaven ten behoeve van de plattelandsontwikkeling, die opgekrikt zullen worden tot 13,6 procent.

Het bedrag voor de gezamenlijke Europese structuurfondsen zal met een stijging van 5 procent oplopen tot 44,6 miljard euro. De kerntaken van die fondsen zijn het versterken van het groeipotentieel van achtergebleven regio’s en het verbeteren van de werkgelegenheid. Tezamen dragen al deze maatregelen bij tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Strategie van Lissabon, en zijn ze goed voor ten minste eenderde van de begroting.

Dan kom ik nu bij de andere hoofddoelstellingen van de begroting: solidariteit en veiligheid. Het voorstel van de Commissie voorziet in maatregelen voor de verbetering van de sociale en milieuveiligheid, de waarborging van de grondrechten en de bevordering van de betrokkenheid van de burgers, met name jongeren. De bestrijding van terrorisme, de verbetering van de voedsel- en vervoersveiligheid en de verzekering van de energievoorziening behoren eveneens tot de prioritaire maatregelen. Daarvoor is in het voorontwerp van algemene begroting een verhoging van 5 procent opgenomen.

Ter afronding van het onderdeel intern beleid zou ik willen benadrukken dat het Commissievoorstel voldoende ruimte laat voor de begrotingsautoriteit, en in het bijzonder voor het Parlement, om de middelen te verhogen voor de programma’s waarvoor dit noodzakelijk wordt geacht. Deze verhogingen zullen overigens wel besproken moeten worden met de Raad. De Commissie is uiteraard bereid om een dergelijk initiatief te ondersteunen.

De volgende prioriteit is het welslagen van de uitbreiding. De verdere phasing-in van de nieuwe lidstaten komt tot uitdrukking in alle interne titels, met bijzonder scherpe verhogingen voor het structurenbeleid - tot maximaal 30 procent - en het beleid voor plattelandsontwikkeling - tot maximaal 9 procent. Op administratief vlak komt deze verdere integratie tot uiting in het verzoek om 700 nieuwe posten.

Voor de kandidaat-landen stelt de Commissie voor alleen de bedragen te begroten die al zijn goedgekeurd voor de respectievelijke pretoetredingsstrategieën. Ter ondersteuning van die strategieën verzoekt de Commissie tevens om 100 nieuwe posten voor extern personeel.

Op het gebied van de externe betrekkingen is het niet mogelijk om, binnen het vastgestelde plafond, in zowel de nieuwe prioriteiten voor 2006 te voorzien als tegelijkertijd de continuïteit van de lopende samenwerkingsprogramma’s te garanderen. Daarom stelt de Commissie voor om terug te vallen op het flexibiliteitsinstrument voor het grootste deel van de wederopbouwhulp voor Azië. Wij willen er graag op wijzen dat het in Berlijn vastgestelde plafond voor de vijfde maal in zeven jaar ontoereikend is.

Dat brengt mij bij de totale cijfers van de begroting voor 2006. In het Commissievoorstel worden bedragen genoemd van 112,6 miljard euro aan betalingen en 121,3 miljard euro aan vastleggingen. De verhogingen zijn respectievelijk 6 en 4 procent. Dit komt neer op 1,02 procent van het BNI van de Europese Unie in betalingen en 1,09 procent van het BNI van de Europese Unie in vastleggingen.

Met de lopende onderhandelingen over de toekomstige financiële vooruitzichten in gedachten zou ik erop willen wijzen dat de Commissie vraagt wat nodig en, in dit stadium, voldoende is voor de financiering van het EU-beleid in 2006. Daarbij moeten wij niet vergeten dat wij het nu hebben over de jaarlijkse begroting. In dit voorontwerp van algemene begroting voor 2006, dat al goed is voor 1,02 procent van het BNI van de EU in betalingen, is geen rekening gehouden met de behoeften in verband met de toekomstige uitbreiding met Bulgarije en Roemenië, of met de volledige integratie van de nieuwe lidstaten, in het bijzonder met betrekking tot de reeds vastgestelde landbouw- en cohesiebeleidsmaatregelen, en uiteraard evenmin met hogere investeringen in groei en werkgelegenheid, die nodig zijn uit hoofde van de opnieuw aangezwengelde Strategie van Lissabon.

Ik ben er zeker van dat dit een belangrijk jaar voor ons allen zal worden, en ik kan u verzekeren dat de Commissie haar best zal doen om de begrotingsautoriteit te helpen bij het bereiken van voor de Unie en haar burgers goed akkoord over de begroting 2006.

 
  
MPphoto
 
 

  Giovanni Pittella (PSE), rapporteur. - (IT) Mijnheer de Voorzitter, beste collega’s, ik hoop dat het debat dat op de presentatie van vanavond zal volgen, uiteindelijk een gunstig resultaat zal opleveren. Hopelijk wordt dit een positief jaar. Maar eerlijk gezegd zijn de eerste signalen slechts gedeeltelijk bemoedigend.

Ik moet toegeven dat commissaris Grybauskaitė in de ontwerpbegroting positief heeft gereageerd op een paar kwesties die het Parlement na aan het hart liggen en die in de richtsnoeren terug te vinden zijn. Ik doel op de modulering van de landbouwuitgaven ten bate van de plattelandsontwikkeling, de verhoging van rubriek 2 voor het regionaal beleid, de verhoging van de uitgaven voor jeugd en cultuur en de uitgaven voor de agentschappen.

Datzelfde kan ik niet zeggen over rubriek 4 met betrekking tot externe acties en acties bestemd voor het MKB. Commissaris Grybauskaitė heeft ons verteld dat de maatregelen voor de Strategie van Lissabon meer dan een derde van de ontwerpbegroting in beslag nemen. Wij zullen dat post per post nagaan, maar zo op het eerste gezicht geloof ik dat de bedragen ontoereikend zijn. Het kan zijn dat mijn beoordeling onjuist is, maar in ieder geval is de verwijzing naar het akkoord voor duurzame ontwikkeling, dat in de Europese Raad van Göteborg tot stand is gekomen, onbevredigend. Een concurrerende groei die niet ook duurzame groei is, bestaat gewoonweg niet.

Bovendien valt het voorstel met betrekking tot de externe acties tegen. Dit is geen nieuw knelpunt: het is juist een schrijnende wond die bij iedere begrotingsprocedure opnieuw wordt opengehaald. Echter, met wat meer moed had de Commissie de Raad voor zijn eigen verantwoordelijkheid gesteld, en het Parlement zou de Commissie daarin volledige bijval gegeven hebben.

In het algemeen hadden wij een groter elan verwacht. Dit neemt niet weg dat onze houding constructief zal zijn. Het gaat ons er niet om een lijst van uitgaven op te stellen. Wij willen alleen maar de rechten van het Parlement en van de Europese Unie beschermen.

 
  
MPphoto
 
 

  Janusz Lewandowski (PPE-DE), voorzitter van de Begrotingscommissie. - (PL) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, men krijgt de indruk dat de presentatie van vandaag voor de vele afwezige parlementsleden louter een routinekwestie is. Dit geldt niet voor de commissaris, die mij bovendien verstaat wanneer ik Pools spreek, en evenmin voor mij.

Wat is er zo bijzonder aan de begroting van 2006? In de eerste plaats is dit het laatste jaar van de lopende financiële vooruitzichten. Dit betekent nieuwe en kostbare opgaven die eerder niet waren voorzien. Dit betekent dat het krap wordt, vooral in de rubrieken 3 en 4. Hierover zullen wij ongetwijfeld akkoorden moeten sluiten met het, dan Britse, voorzitterschap.

Ten tweede vormt het jaar 2006 een overgangsperiode naar de nieuwe financiële vooruitzichten. Dit confronteert ons met het probleem van het lage niveau van de uitgaven, namelijk bijna 7 miljard euro onder het in de financiële vooruitzichten vastgelegde plafond en als percentage van het Bruto Binnenlands Product lager dan de begroting van 2005 van 1,03 procent. Wij moeten nauwkeurig nagaan in hoeverre dit beantwoordt aan de reële behoeften in 2006.

Naast continuïteit is er in de begroting van 2006 ook sprake van nieuwe prioriteiten. Hieronder valt de poging om de Strategie van Lissabon aan te zwengelen met bijkomende middelen. De commissaris heeft erop gewezen dat de uitgaven voor de Strategie van Lissabon stijgen met 8 procent. Dit betekent dat besparingen op andere uitgaven in rubriek 3 onvermijdelijk zijn. Ik wil opmerken dat bijkomende middelen niet in de plaats mogen komen van daadwerkelijke hervormingen, want die vormen het hart van de Strategie van Lissabon. Een andere nieuwe prioriteit wordt gevormd door sommige uitdagingen op het gebied van het buitenlands beleid, in het bijzonder de wederopbouw in de door de tsunami getroffen landen en de ondersteuning door de Europese Unie van het ontwaken van de democratie en de burgers in de landen voorbij onze oostgrens. Dit zal ongetwijfeld de toepassing van het flexibiliteitsinstrument vereisen. Onze rapporteur heeft nog een nieuwe prioriteit toegevoegd, en wel de jeugd. Dit zal het sleutelelement vormen in de begrotingsstrategie van het Parlement voor 2006.

Ik heb reeds de aandacht gevestigd op het nauwe verband tussen de onderhandelingen over de jaarlijkse begroting en de financiële meerjarenvooruitzichten. Het leidt geen twijfel dat wij gemakkelijker en in een betere atmosfeer met het Britse voorzitterschap over de begroting voor 2006 zullen kunnen onderhandelen als het Luxemburgse voorzitterschap erin slaagt de onderhandelingen over de financiële meerjarenvooruitzichten tot een goed einde te brengen. Ik weet niet in hoeverre deze doelstelling realistisch is, maar dit zou het doel van ons allemaal moeten zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. - Ik heb vernomen dat het eigenlijke exemplaar van het voorontwerp van algemene begroting bij het commissiesecretariaat is, maar dat andere exemplaren in de loop van deze week beschikbaar zullen komen.

Het debat is gesloten.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid