Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Volledig verslag van de vergaderingen
Donderdag 8 september 2005 - Straatsburg Uitgave PB

19. Schending van de mensenrechten in China, in het bijzonder inzake godsdienstvrijheid
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Aan de orde zijn zeven ontwerpresoluties over schending van de mensenrechten in China, met name met betrekking tot de vrijheid van godsdienst(1).

 
  
MPphoto
 
 

  Marios Matsakis (ALDE), auteur. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, godsdienstvrijheid is een fundamenteel mensenrecht en een belangrijke graadmeter van het beschavingsniveau in een samenleving. Desalniettemin kan niet ontkend worden dat godsdienst in sommige gevallen handig is gebruikt voor politieke of economische doeleinden. Evenmin kan ontkend worden dat godsdienstfanatisme in een aantal gevallen geleid heeft tot extremistische demonstraties tegen onze democratische instellingen. Het evenwicht tussen godsdienstvrijheid en een toereikende bescherming van de burger is in wezen erg delicaat en vergt daarom een grote wijsheid bij het vaststellen van een wettelijk kader in combinatie met een oprechte vastberadenheid om dit correct toe te passen.

Het hoeft niet te verbazen dat een dergelijke wil ontbreekt in totalitaire landen, waar godsdienst enkel wordt beschouwd als een mogelijke bedreiging van de politieke stabiliteit van het heersende regime. Dit geldt blijkbaar ook voor China. Onlangs heeft de Chinese regering, onder internationale druk, nieuwe regels inzake godsdienst uitgevaardigd, maar het is nu al overduidelijk dat deze wijzigingen niet ver genoeg gaan en dat het beleid nog steeds de godsdienstvrijheid beperkt. Er zijn talrijke voorbeelden van religieuze groepen of personen in China, die worden vervolgd of lastig gevallen, waarover voldoende documentatie bestaat en die ik hier dus niet hoef te herhalen. Wij verzoeken de Chinese regering daadwerkelijk een einde te maken aan de godsdienstonderdrukking in het land. Bovendien vragen wij de regering alle personen die door de overheid vervolgd worden omwille van hun geloof en religieuze praktijken, vrij te laten of buiten vervolging te stellen.

Ik verzoek u dringend deze gezamenlijke ontwerpresolutie te ondersteunen.

 
  
MPphoto
 
 

  Józef Pinior (PSE), auteur. – (PL) Mijnheer de Voorzitter, we mogen blij zijn met de ontwikkeling van de betrekkingen tussen de Europese Unie en China op het gebied van handel, economie, cultuur en politiek. China kan voor de Europese Unie een strategische partner worden in onze pogingen om een nieuwe wereldorde te creëren. Daarbij moeten we evenwel beseffen dat echte partnerschap gefundeerd moet zijn op gemeenschappelijke waarden. Onze positieve benadering van China mag er niet toe leiden dat we onze ogen sluiten voor de schendingen van mensenrechten in de Volksrepubliek China. Evenmin kunnen we aanvallen op politieke vrijheden en vrijheden van vakbonden door de vingers zien. We mogen ook nooit vergeten dat China geen democratie is.

In zijn resolutie wijst het Europees Parlement op de schending van fundamentele mensenrechten in China, vooral de vrijheid van godsdienst, waarbij in het bijzonder wordt gekeken naar christelijke kerken en kerkgenootschappen. Wij roepen de Chinese autoriteiten op een eind te maken aan de strenge controle op en repressie en vervolging van christelijke en andere religieuze groepen. Ik denk ook aan het Tibetaanse boeddhisme en de islam.

De rooms-katholieke kerk is voor een groot deel gedwongen ondergronds gegaan. Dat baart ons grote zorgen, wat ook geldt voor de situatie van de protestantse kerken. Daarnaast willen wij informatie over het lot van bepaalde rooms-katholieke bisschoppen en vermiste priesters. Wij vragen om de vrijlating van katholieke priesters en protestantse geestelijken die zijn gearresteerd en gevangengezet, en om de vrijlating van alle leken die vanwege de uitoefening van hun godsdienst worden gestraft.

De Chinese autoriteiten moeten beloven dat zij zich zullen houden aan artikel 36 van de grondwet van de Volksrepubliek China, dat vrijheid van godsdienst garandeert. Ik wil het Parlement eveneens wijzen op de informatie die de organisatie Reporters zonder Grenzen heeft verstrekt over de veroordeling van de heer Shi Tao, een internetgebruiker. Op 30 april 2005 heeft een rechtbank in Changsha hem veroordeeld tot tien jaar celstraf omdat hij staatsgeheimen openbaar zou hebben gemaakt. De heer Shi Tao was als journalist werkzaam voor het economisch nieuwsblad Dangdai Shangbao en zijn misdrijf was dat hij gegevens uit een vertrouwelijk document van het centrale ministerie van Propaganda op internet had gepubliceerd. De redactie van het blad kreeg dit document in handen vóór de vijftiende verjaardag van het bloedbad op het Tiananmen-plein. Ook moet er onderzoek worden verricht naar de handelwijze van internetportaal Yahoo dat persoonsgegevens van de heer Shi Tao aan de rechtbank verstrekte.

 
  
MPphoto
 
 

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE) , auteur. – (ES) Mijnheer de Voorzitter, China is opnieuw onderwerp van debat in dit Huis en ik vrees dat het niet de laatste keer is dat we dit thema zullen aansnijden.

De groeiende relaties tussen de Europese Unie en China vormen een fantastische kans voor beide partijen, en ik durf zelfs te stellen voor de wereld in het algemeen.

Echter, deze relaties kunnen niet alleen maar gebaseerd zijn op verbetering van de onderlinge handelsbetrekkingen. Als de Europese Unie wil dat haar beleid met betrekking tot China geloofwaardig is, zal zij aanzienlijk duidelijker moeten zijn in haar eis dat China radicale verbeteringen aanbrengt in zijn mensenrechtenbeleid.

De dialoog tussen de Europese Unie en China over de mensenrechten is daarvoor een goed instrument, maar ik vrees dat er veel te weinig van dat instrument gebruik wordt gemaakt. Gezien de rol die China speelt in een wereld die gekenmerkt wordt door een steeds groter wordende onderlinge afhankelijkheid, is er een aantal problemen dat door China niet op verantwoorde wijze wordt aangepakt: de vrijheid van vakbond, de vrijheid van meningsuiting, de persvrijheid en zelfs de godsdienstvrijheid.

Ik behoor tot degenen die verdedigen dat overheidsinstanties en andere publieke instellingen een seculier karakter dienen te hebben en dat de scheiding tussen kerk en staat van fundamenteel belang is, maar ook geloof ik dat in een werkelijk seculiere samenleving de vrijheid om religieuze praktijken in de privé-sfeer uit te oefenen gewaarborgd moet zijn. Daarom maak ik mij zorgen over de aanhoudende klachten van verschillende groeperingen over problemen die zij ondervinden bij het uitoefenen van hun religie in China.

Net zoals ik me ertegen verzet dat een staat één religie financiert of speciaal ondersteunt en andere niet - een paar dagen geleden heb ik bijvoorbeeld nog mijn afkeuring uitgesproken over het feit dat de Commissie zo veel geld heeft gegeven aan de Wereldjongerendagen, die georganiseerd worden door de katholieke kerk - vind ik het onacceptabel dat vanuit overheidsinstellingen het individuele recht op vrijheid van godsdienst geweld wordt aangedaan. Het gaat hier dus om een geval van schending van mensenrechten dat wij moeten betreuren en aan de kaak moeten stellen.

Kortom, wat wij in deze resolutie vragen is dat de Chinese autoriteiten onmiddellijk een einde maken aan iedere vorm van religieuze repressie, dat zij de internationale normen voor de mensenrechten respecteren en dat zij garant staan voor democratie, voor de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van vereniging en de persvrijheid, en, zoals het in de resolutie wordt gesteld, voor de vrijheid van godsdienst in alle gebieden waarover de Chinese autoriteiten controle uitoefenen.

 
  
MPphoto
 
 

  Erik Meijer (GUE/NGL), Auteur. Voorzitter, het huidige China wordt nog steeds bestuurd door een zich communistisch noemende partij. Communistisch is die partij en zeker haar leiding al sinds vele jaren niet meer. Vandaag telt er alleen het streven naar economische groei en naar exportvoordelen op de wereldmarkt. Dat wordt bereikt door lage arbeidslonen, slechte arbeidsomstandigheden en het onmogelijk maken van onafhankelijke vakbonden. Dit lijkt sterk op het dictatoriale model waarmee eerder Zuid-Korea werd geïndustrialiseerd. Voor zover de massa van de bevolking daar enig voordeel van heeft, blijkt dat pas na tientallen jaren. Ondertussen is er dan een samenleving ontstaan met grote verschillen tussen de mensen op het gebied van zeggenschap en inkomen en met grote verwaarlozing van natuur, landschap en milieu. Het heeft niets te maken met de bescherming van mens en milieu, die voor ons als socialisten voorop staat.

Die Chinese leiders zijn geen communisten meer, maar de slechtste kenmerken van de communistische staatstraditie hebben ze helaas behouden. Ze dulden geen onafhankelijke organisaties en andere machtscentra naast zich. Mensen mogen wel een godsdienst aanhangen maar zich niet serieus organiseren. De leiding vreest dat onafhankelijke kerken een bron van oppositie kunnen worden. Een mengsel van atheïstische traditie en machtspolitiek leidt ertoe dat de overheid uitmaakt welke godsdiensten zijn toegelaten en onder welke omstandigheden.

Het is algemeen bekend dat niet de officiële katholieke kerk is toegelaten maar alleen een nationaal gecontroleerde variant. Minder bekend is dat de Joodse godsdienst, die voor de revolutie van 1949 in vooral de grote steden aan de Oostkust aanhang had, helemaal niet is toegelaten. Dit China moeten we niet in de gelegenheid stellen om buurlanden te bedreigen of binnenlandse opposities gewelddadig te onderdrukken. Handhaving van het wapenembargo moet daarom vanzelfsprekend zijn.

Er mag geen sprake van zijn dat lidstaten van de Europese Unie wapens zouden mogen verkopen aan China. Alle pogingen om het wapenembargo op te heffen zijn verwerpelijk. Niemand heeft belang bij een nieuwe geldverslindende wapenwedloop en het oproepen van nieuwe dreigingen. Juist daarom moet ook door Europa worden ingezet op ontwapening.

 
  
MPphoto
 
 

  Bernd Posselt (PPE-DE), auteur. (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik wil collega Meijer complimenteren met zijn voortreffelijke rede waarmee hij de spijker op zijn kop sloeg, maar ik moet zeggen dat ik verbijsterd was over wat enkele afgevaardigden voor hem zeiden. Geen wonder dat christenen momenteel zo wreed hun rechten wordt ontnomen en dat ze worden vervolgd, als we zien hoe een deel van de Europese leiders zich opstelt. Zelfs in dit Parlement zijn er sprekers die de brute schendingen van de mensenrechten van christenen in China niet kunnen veroordelen zonder eerst antikerkelijke opmerkingen te maken die met dit onderwerp niets te maken hebben. Zij vinden het nodig om de Wereldjongerendag te bekritiseren in een debat waarin het gaat om de grondrechten van slachtoffers van vervolging.

In deze Europese Unie is er uiteraard geen sprake van een christelijk monopolie, en dat is ook goed zo. Maar de bevolking van de EU bestaat voor 85 procent uit christenen, en voor 56 procent uit katholieken. Die mensen hebben ook recht op een fatsoenlijke politieke vertegenwoordiging. Wie moet er voor de vervolgde piepkleine christelijke minderheden opkomen, maar ook voor de joden, moslims en boeddhisten in China, als wij dat niet doen? De islamitische wereld neemt het ook op voor zijn moslimbroeders en -zusters als die worden vervolgd in landen als China. Alleen wij Europeanen moeten deze schendingen van de mensenrechten altijd maar weer relativeren, ofwel een kritische houding aannemen. Op die manier maken we onszelf er medeplichtig aan.

Als ik nu de beelden zie van de heer Blair op de EU-Chinese top, dan schiet me weer te binnen dat de heer Blair ons heeft gezegd dat de EU voor hem meer is dat een vrijhandelszone. Daar merk ik niets van, want als zij voor hem werkelijk een gemeenschap van waarden was, dan zou hij een buitenlands beleid voeren waarin de mensenrechten centraal staan, ook in de omgang met een groot land als China. Datzelfde geldt voor de heer Schröder, die op eigen houtje het wapenembargo wilde versoepelen. Daar hebben wij gelukkig een stokje voor gestoken. Wij dienen eindelijk een eenheid te vormen die de partijgrenzen overschrijdt, om ook tegenover een groot land zoals China op te komen voor mensenrechten en geloofsvrijheid.

 
  
MPphoto
 
 

  Bastiaan Belder (IND/DEM), Auteur. – Voorzitter, een kort, veelzeggend citaat uit een brief van een anonieme Chinese protestant: "Ik verlang er echt naar geestelijk voedsel te krijgen". De schrijver kan dat naar eigen zeggen niet meer ontvangen in de officiële protestantse kerk want die loopt aan de ideologische staatsleiband.

Exact deze overheidsschending van de vrijheid van godsdienst in de Volksrepubliek China heeft geleid tot een groeiende stroom van bloeiende, niet geregistreerde protestantse huisgemeenten. Zij staan met China's nieuwe regels voor religieuze zaken per 1 maart van dit jaar aan een golf van willekeurige overheidsrepressie bloot. Ruwe verstoringen van erediensten, forse boetes, arrestaties, vernielingen van particuliere woningen, afranselingen of berispingen in de trend van 'leraren kunnen niet in het christendom geloven'. Schokkend was vooral het relaas van de razzia van 7 augustus dit jaar op een protestantse huisgemeente in de provincie Shenyang . Onder de dertig kerkgangers bevond zich een tiental vrouwen. Zij moesten zich ontkleden en vervolgens naakt poseren. Vrouwen die tegenstand boden werden wreed afgetuigd.

Recent onderzoek naar de verantwoordelijkheid voor de schendingen van de godsdienstvrijheid in China, de centrale overheid of lokale autoriteiten bracht een saillant lichtpuntje naar voren. Sommige plaatselijke gezagdragers staan sympathiek tegenover christelijke medeburgers en beschermen die ook metterdaad vanwege hun loyale inbreng aan de lokale economische en sociale ontwikkeling. Een praktisch voorbeeld ter navolging voor de Chinese centrale overheid, want zij bepaalt toch altijd wat precies normale religieuze activiteiten zijn en alleen die zijn wettelijk toegestaan.

Commissaris, ik verzoek u of uw collega's of de Raad de Chinese autoriteiten dit omineuze criterium voor het grondrecht van vrijheid van godsdienst eens haarfijn en haarscherp uit te leggen. Wat zijn normale religieuze activiteiten? Bovenal hoop ik dat u en de Raad zich inzetten voor de vrijlating van allen die ongeacht welke godsdienst zij hebben gevangen zitten of leiden onder het gebrek aan vrijheid van godsdienst in China.

 
  
MPphoto
 
 

  Marcin Libicki (UEN), auteur. (PL) Mijnheer de Voorzitter, helaas wordt het voor ons zo langzamerhand de gewoonte om op donderdagmiddag te debatteren over de wijze waarop de Chinese autoriteiten optreden tegen hun eigen volk en alle anderen die ze hebben geknecht. Ik wil het Parlement eraan herinneren dat we onlangs nog over mensenrechtenschendingen in Tibet hebben gediscussieerd. De term mensenrechtenschendingen is eigenlijk een eufemisme, want we hebben het hier over moord, opsluiting, verdwijningen op grote schaal, belemmering van de uitoefening van een godsdienst en absolute onvrijheid. Laten we het beestje bij de naam noemen. Het gaat hier om misdadige activiteiten, niet om de schending van mensenrechten.

We hebben gezien wat er de afgelopen zestig jaar allemaal in China is gebeurd. Degenen van ons die afkomstig zijn uit voormalige communistische staten weten heel goed hoe communistische autoriteiten zich gedragen, of ze nu de communistische ideologie werkelijk aanhangen of niet. Dat doet er niet toe. Ik spreek uit persoonlijke ervaring en ik kan mij de eerste jaren van het communisme in Polen nog heel goed herinneren. We hebben gewoon te maken met een boosaardige communistische of postcommunistische dictatuur.

Iedereen wordt vervolgd. Moslims, boeddhisten, joden, allemaal worden ze opgepakt. Christenen en in het bijzonder katholieken worden het zwaarst vervolgd, hoewel bij nader inzien de beproeving voor Tibetaanse boeddhisten even groot is. Vooral katholieken die vasthouden aan een grondbeginsel van de katholieke kerk, namelijk eenheid met de kerk in brede zin, die belichaamd wordt in de paus, moeten het ontgelden. Sommige scheuringen zijn aangemoedigd en er is een nationale kerk ontstaan, ofschoon deze natuurlijk nooit enige erkenning heeft gekregen.

De situatie wordt alleen maar slechter, niet beter. Zoals in onze resolutie wordt vermeld, neemt het aantal arrestaties toe. Dat geldt ook voor het aantal gevallen van marteling, onverklaarbare verdwijningen, detenties via het strafrechtsysteem en het aantal isolatiekampen. Alleen het woord “isolatiekampen” zou al afschuw bij ons moeten oproepen. Wij Europeanen weten nog heel goed welke gruweldaden onder nazi-Duitsland en communistisch Rusland zijn begaan.

De Europese Unie onderhoudt nu dertig jaar diplomatieke betrekkingen met China. Er is veel over dialoog gesproken. Ik vraag me af wat die dialoog inhoudt. Het lijkt erop dat “dialoog” voor dit Parlement betekent dat het op donderdagmiddag de ene na de andere resolutie aanneemt, wanneer de meeste afgevaardigden al onderweg naar huis zijn.

Tegelijkertijd pleiten anderen die grote invloed op het beleid van China zouden kunnen uitoefenen, voor een versoepeling van het embargo tegen dat land. Frankrijk en Duitsland doen dat bijzonder overtuigend en beweren dat het embargo niet effectief is. En dat terwijl we China zoveel mogelijk zouden moeten isoleren. Het gaat niet alleen over economie, het gaat vooral over morele beginselen. De Europese Unie moet klip en klaar laten blijken dat er geen enkele dialoog of overeenkomst met China kan worden aangegaan. Een harde veroordeling moet China's deel zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Filip Andrzej Kaczmarek, namens de PPE-DE-Fractie. – (PL) Mijnheer de Voorzitter, vorige week zei Tang Jaixuan, voormalig minister van Buitenlandse Zaken van de Volksrepubliek China, tegen de Hoge Commissaris voor de mensenrechten van de VN dat elk land op zijn eigen wijze de rechten van de mens moet bevorderen en beschermen en dat bemoeienis van buitenaf daarbij ongewenst is. Wij zijn het daar niet mee eens. De eerbiediging van fundamentele mensenrechten, inclusief de vrijheid van godsdienst, is geen interne Chinese aangelegenheid. Het is een zaak van alle mensen die niet egoïstisch of opportunistisch zijn.

We moeten ons realiseren dat godsdienstvrijheid ook mogelijk is in niet-democratische landen. In de zestiende eeuw emigreerden Tsjechen, Joden en Nederlanders naar Polen, niet omdat ons land een democratie was maar omdat alle godsdiensten daar in volledige vrijheid konden worden uitgeoefend. We moeten echter evenmin vergeten dat er altijd politieke systemen hebben bestaan waarin religieuze leiders van diverse groepen gelovigen alleen maar worden erkend als zij de stelling onderschrijven dat elk gezag, hoe wreed ook, door God is gegeven.

China moet niet slechts de vrijheid van godsdienst respecteren, maar ook de onafhankelijkheid van kerken en religieuze organisaties. Het is onacceptabel dat wereldlijke autoriteiten invloed uitoefenen op de keuze van een katholieke bisschop, de vijftiende Dalai Lama of de twaalfde Panchen Lama. Tibetaanse monniken mogen niet gedwongen worden om aan een ideologische training mee te doen. De 87 jaar oude Gongola Lama heeft verteld dat de docenten van zulke cursussen de monniken een bepaalde visie op de liefde voor het gemeenschappelijke Chinese vaderland opleggen en hen omvormen tot mensen die gedwee de wet gehoorzamen. Zij leren de monniken ook dat de Dalai Lama een gevaarlijk persoon is. Sommige monniken worden gedwongen een document te tekenen waarin zij aangeven dat zij het geestelijke en politieke leiderschap van de Dalai Lama niet langer erkennen.

De wereldgeschiedenis kent vele gevallen van repressie wegens godsdienstige overtuiging. Zulke repressie is echter altijd ineffectief gebleken, zelfs onder de allerwreedste regimes. Ook in China zal de onderdrukking niet het beoogde effect hebben. Het maakt daarbij niet uit of iemand zijn werk of bezittingen kwijtraakt of dat hij wordt gevangengezet, verdreven, gekruisigd of vergast. Noch de paus noch de Dalai Lama kan ter verdediging een legermacht op de been brengen, omdat de bron van de religieuze kracht niet in de gelovigen of in de geestelijkheid ligt, maar in de aard van de godsdienst zelf. Bij de meeste religies is de dood geen tragisch einde maar het begin van een nieuw leven.

 
  
MPphoto
 
 

  Catherine Stihler, namens de PSE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, godsdienstvrijheid is een fundamenteel mensenrecht en zoals een vorige spreker heeft gezegd, beweert de Chinese grondwet in artikel 36 godsdienstvrijheid toe te staan, maar de retoriek strookt niet met de werkelijkheid.

Amnesty International geeft onder meer het voorbeeld van de zaak Zhang Rongliang, de leider van één van de grootste netwerken van huisgemeenten in China. Hij werd gevangen gehouden in zijn dorp. De politie doorzocht elk huis in het dorp en nam alle christelijke voorwerpen in beslag. Zijn vrouw en kind moesten onderduiken. Hij heeft vijf keer en in totaal 12 jaar, in de gevangenis gezeten en gedurende die periode is hij zwaar gefolterd.

Dit Parlement heeft al eerder aandacht besteed aan de zaak Tenzin Delek Rinpoche, de Tibetaanse monnik die door de Chinese autoriteiten ter dood is veroordeeld na een oneerlijk proces. Hij zit nu levenslang vast, maar niemand weet waar en zijn familie wil graag weten waar hij wordt vastgehouden.

Zolang China de godsdienstvrijheid niet op serieuze wijze behandelt, zullen wij in dit Parlement de mensenrechtenschendingen aan de kaak moeten blijven stellen. Wij moeten het opnemen voor diegenen die niet vrij voor zichzelf kunnen opkomen.

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI). (IT) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, het is een vaststaand feit dat China het niet zo nauw neemt met de mensenrechten. Iedere andere bewoording zou een eufemisme zijn.

Dames en heren, waar het in de resoluties van dit Parlement aan ontbreekt, en ook in gezamenlijke resoluties van meerdere partijen als deze, is een beetje intellectuele eerlijkheid.

Paragraaf 3, waarin wordt opgeroepen de Chinese autoriteiten duidelijk te maken dat een echt partnerschap alleen tot stand kan komen wanneer gemeenschappelijke waarden volledig gerespecteerd en uitgevoerd worden, blijkt uiteindelijk hypocriet.

De resolutie wordt vervolgens bespottelijk wanneer, na opsomming van een betreurenswaardige reeks schendingen en de gebruikelijke eisen, er verheugd gesproken wordt over een gestructureerde dialoog over mensenrechten tussen de EU en China. Geen woord van serieuze afkeuring, laat staan een voorstel tot sancties.

Wanneer we deze resolutie goedkeuren, maken we onszelf bespottelijk en worden wij tevens moreel medeplichtig aan de meest gewelddadige combinatie van liberale en communistische ideeën die ooit heeft bestaan. Ik verzoek u dringend, mijn collega’s, tegen deze resolutie te stemmen.

 
  
MPphoto
 
 

  Boguslaw Sonik (PPE-DE).(PL) Mijnheer de Voorzitter, de Volksrepubliek China toont geen respect voor de fundamentele mensenrechten van het individu. Reeds vele jaren houdt het communistische China zich niet aan de meest elementaire universele normen en voorschriften betreffende de vrijheid van meningsuiting, gedachte, handelen en creativiteit.

Tijdens de meest recente bijeenkomst van ministers van de EU en China in mei 2005 heeft de Unie haar zorg uitgesproken over vier aspecten van de mensenrechten. In het bijzonder heeft zij opgeroepen tot de vrijlating van leden van de pro-democratische beweging van 1989 die nog steeds gevangen zitten, tot een beperking van de mediacensuur, tot een hervorming van het "heropvoeding door arbeid"-systeem, en tot ratificatie van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. Daarnaast zouden we de Chinese autoriteiten moeten vragen een eind te maken aan de onderdrukking van de rooms-katholieke kerk, die niet door het regime wordt erkend.

Meer dan 126 gezinnen hebben dierbaren verloren in het bloedbad van 1989 op het Tiananmen-plein en de omstandigheden waaronder die gebeurtenis plaatsvond, zijn nog steeds onduidelijk. Volgens Amnesty International werden alleen eind vorig jaar al meer dan vijftig personen gevangengezet omdat zij op internet informatie hadden gepubliceerd die de autoriteiten schade zou kunnen berokkenen. Amnesty International heeft eveneens bekendgemaakt dat in 2004 in China 3 400 mensen zijn geëxecuteerd en meer dan 6 000 ter dood veroordeeld. Deze statistieken zijn werkelijk alarmerend.

De Chinese regering is bezig het volk van Tibet meedogenloos uit te roeien. Mensen worden vals beschuldigd van het overtreden van de wet, de uitkomsten van rechtszaken worden van tevoren vastgesteld en Tibetanen worden massaal gedeporteerd, waarna hun plaats wordt ingenomen door etnische Chinezen. Meer dan honderd Tibetaanse religieuze leiders zitten vast in Chinese gevangenissen op beschuldiging van gezagsondermijnende activiteiten. De wereld kijkt werkeloos toe hoe een van de oudste en belangrijkste culturen aller tijden voor zijn ogen verdwijnt.

Hoeveel tragedies en statistieken zijn er nog nodig voordat de wereld aandacht krijgt voor de mensenrechtenschendingen in China? Diplomatie zal niet tot het gewenste resultaat leiden. De Unie staat voor een enorme uitdaging. Het hangt van onze daadkracht af of China specifieke maatregelen zal treffen als reactie op de oproep om het beleid ten aanzien van zijn eigen bevolking te wijzigen.

 
  
MPphoto
 
 

  John Bowis (PPE-DE). (EN) Mijnheer de Voorzitter, China is een grote natie en was ooit een grote beschaving, maar deze reputatie en status worden besmeurd door de vele schendingen van de mensenrechten in het land.

Ik wil dat China luistert naar de woorden van mijn collega’s en van deze resolutie over godsdienstvrijheid. Ik wil dat het de katholieken en christenen vrijlaat uit de gevangenis. Ik wil dat het de moslims, de Oeigoeren in Xinjiang, rechtvaardig behandelt. Ik wil dat het de Tibetanen rechtvaardig behandelt en hun dreigement om hun eigen Panchen Lama op te dringen intrekt. Ik wil dat zij een einde maken aan het misbruik van de psychiatrie. Ik wil dat zij luisteren naar de stem van mevrouw Fen Yang, die tijdens een bezoek aan vrienden werd gearresteerd en zonder proces tot twee jaar in een werkkamp voor vrouwen is veroordeeld, waar zij wordt mishandeld en gehersenspoeld. Ik wil dat zij luisteren naar de moeder van Wang Nan, die gestorven is op het Tiananmenplein. Haar moeder werd gearresteerd omdat ze een pakketje met T-shirts had ontvangen. Dit soort misbruiken kunnen wij niet tolereren. Alleen als China luistert en daadwerkelijk een einde maakt aan deze misbruiken, zal het ons respect verdienen en krijgen.

 
  
MPphoto
 
 

  Louis Michel, lid van de Commissie. (FR) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik zal antwoorden namens mijn collega Benita Ferrero-Waldner.

Hoewel er de afgelopen jaren aanmerkelijke vooruitgang is geboekt inzake de mensenrechtenproblematiek in China, met name op het gebied van de economische en sociale rechten, blijven de algemene mensenrechtensituatie in dat land, en meer in het bijzonder de opgelegde beperkingen van de politieke en burgerrechten, de Europese Unie zorgen baren.

De eerbiediging van de mensenrechten is een speerpunt van het buitenlands beleid van de Unie. Zij heeft deze kwestie voortdurend onverbloemd en openlijk bij de Chinese autoriteiten aangekaart, zowel via de politieke dialoog – tot op het hoogste niveau, zoals onlangs nog is gebeurd tijdens de laatste bilaterale top die op 5 september in Peking is gehouden – als via de specifieke bilaterale mensenrechtendialoog.

In het kader van de dialoog EU-China heeft de kwestie van de vrijheid van geloof, de vrijheid van godsdienst, de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vereniging altijd bovenaan de prioriteitenlijst van de Europese Unie gestaan. In het bijzonder heeft de Unie niet afgelaten haar diepe bezorgdheid te uiten ten aanzien van de situatie van de personen die worden vervolgd of van hun grondrechten worden beroofd voor het openlijk belijden van hun geloof, ongeacht overigens welke godsdienst of geloofsovertuiging het betreft. Een aantal geloofsgevangenen die door de geachte afgevaardigden zijn genoemd staan op de lijst van individuele zaken die de Unie stelselmatig aan haar Chinese gesprekspartners doet toekomen in het kader van de mensenrechtendialoog. Bovendien heeft de Europese Unie herhaaldelijk officiële stappen ondernomen tegen de Chinese autoriteiten via haar vertegenwoordigers in Peking; Tenzin Deleg Rinpoche en dominee Zhang Rongliang zijn twee recente voorbeelden van mensen die het voorwerp zijn geweest van dergelijke stappen.

Ook afschaffing van de doodstraf, of ten minste de afkondiging van een moratorium op de voltrekking ervan, een snelle ratificatie door China van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten of de samenwerking met de mechanismen van de Verenigde Naties behoren tot de hoofdthema’s die geregeld bij de Chinese autoriteiten aan de orde worden gesteld. Voor wat het laatstgenoemde punt betreft heeft de Europese Unie, tijdens de afgelopen sessie van de mensenrechtendialoog op 24 en 25 februari jongstleden in Luxemburg, erop aangedrongen dat de speciale rapporteur van de Verenigde Naties inzake de vrijheid van godsdienst en geloof zo spoedig mogelijk naar China af kan reizen.

Het ligt zeker in de bedoeling van de Europese Unie de mensenrechtendialoog met Peking voort te zetten en uit te diepen door middel van de studiebijeenkomsten die aan deze problematiek zijn verbonden die, in aanvulling op de dialoog, ook kunnen bijdragen aan een verdere bewustmaking van bepaalde belangrijke gesprekspartners uit het Chinese maatschappelijk middenveld. Wij hopen dat de volgende sessie van de specifieke mensenrechtendialoog, die op 24 en 25 oktober aanstaande in Peking gehouden zal worden, aanleiding zal geven tot het boeken van duidelijke vorderingen.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Het debat is gesloten.

De stemming vindt vanmiddag aansluitend op de debatten plaats.

 
  

(1) Zie notulen

Juridische mededeling - Privacybeleid