Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Volledig verslag van de vergaderingen
Dinsdag 15 november 2005 - Straatsburg Uitgave PB

21. Stemverklaringen
  

- Verslag-Daul (A6-0300/2005)

 
  
MPphoto
 
 

  Luís Queiró (PPE-DE), schriftelijk. (PT) De wijnmarkt is voor Portugal enorm belangrijk. Daarom verdient deze materie zowel van de politici als van de direct betrokkenen de grootst mogelijke aandacht. Daar mij geen enkel principieel bezwaar van de Portugese boeren tegen dit voorstel bekend is en dit voorstel algemene steun geniet, stem ik vóór.

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. - (IT) Geachte Voorzitter, dames en heren, de technische wijzigingen die het verslag-Daul wil invoeren in de verordening inzake de gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt, zijn gericht op een verdere ontwikkeling van de methoden van wijnbewerking. Naar mijn gevoel gaan deze wijzigingen in een richting die hopelijk voert naar een grotere uitbreiding van het Europese aanbod van producten in deze bedrijfstak.

Bovendien hebben wij de dure plicht om de consument te beschermen, vooral nu fraude en namaak van voedingsmiddelen steeds toenemen, ondanks alle pogingen van de instellingen en de controlerende instanties om deze verschijnselen te bestrijden. Ook is het uiterst belangrijk de concurrentiepositie van de Europese producten te verdedigen. Onze producten kunnen alleen standhouden op de internationale markt als er op kwaliteit gemikt wordt. Vandaar dat er een betere controle moet komen op het productieproces en op de daaropvolgende stadia van bewaring van de producten.

Ik ben het ook eens met de uitzonderingen die zijn voorgesteld voor de productie van mousserende wijn. Niet alleen zijn deze uitzonderingen gunstig voor de Italiaanse markt, maar ook de ambachtelijke cultuur en traditie worden erdoor beschermd, en dat is iets waar ik altijd voor in de bres zal springen. Tot slot vind ik het voorstel om meer informatie te verstrekken op de etiketten van de producten, heel nuttig. Daarom heb ik mijn steun gegeven aan het uitstekende verslag-Daul en ik heb de Fractie van de Niet-ingeschrevenen gevraagd mij hierin te volgen.

 
  
  

- Verslagen-Daul (A6-0295/2005), (A6-0299/2005), (A6-0300/2005)

 
  
MPphoto
 
 

  Hélène Goudin, Nils Lundgren en Lars Wohlin (IND/DEM), schriftelijk. – (SV) Wij hebben tegen de drie verslagen-Daul gestemd. Die betreffen weliswaar vrij kleine wijzigingen in geldende verordeningen. Maar wij willen uiting geven aan ons principiële verzet tegen een gemeenschappelijke ordening van de markten voor zaaigoed, hop en wijn. Het hele gemeenschappelijke landbouwbeleid is een absurde creatie en moet worden afgeschaft.

 
  
  

- Verslag-Berès (A6-0298/2005)

 
  
MPphoto
 
 

  Glyn Ford (PSE), schriftelijk. (EN) Ik steun het verslag van mijn collega, mevrouw Berès, betreffende een wijziging van de Overeenkomst tot oprichting van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) om de Bank in staat te stellen werkzaamheden in Mongolië te financieren. In mei van dit jaar was ik in de gelegenheid om voor het eerst een bezoek te brengen aan Mongolië als deelnemer aan de bijeenkomst van het comité Azië-Pacific van de Socialistische Internationale in Ulaanbaatar.

In Mongolië hebben we, in tegenstelling tot in veel andere landen in Centraal-Azië, sinds de val van het communisme gezien dat er een levendige democratie is ontstaan waarin de politieke macht diverse malen op vreedzame wijze van de ene aan de andere partij is overgedragen. Het is een arm land waar recente droogtes enorme problemen hebben veroorzaakt. Het heeft dringend behoefte aan hulp voor het ambitieuze ontwikkelingsprogramma van de zittende regering. De stemming van vandaag zal een bijdrage leveren aan dit proces en ik ben hiervan een groot voorstander en hoop dat dit zal betekenen dat er een geldstroom op gang zal komen.

 
  
  

- Verslag-Zappalà (A6-0313/2005)

 
  
MPphoto
 
 

  Carlos Coelho (PPE-DE), schriftelijk. (PT) De Olympische en Paralympische Spelen in Athene van 2004 waren de eerste Spelen in een lidstaat van de Schengenruimte waarbij dus aan de binnengrenzen geen controles plaatsvonden.

Met het oog op dat evenement was het noodzakelijk een Verordening 1295/2003 goed te keuren teneinde de procedures voor het aanvragen en afgeven van visa voor de Schengenruimte te vereenvoudigen ten behoeve van de leden van de Olympische familie die aan de Olympische Spelen van Athene moesten deelnemen.

In de praktijk zou dat betekenen dat de deelnemers het grondgebied van de lidstaat waar de Spelen werden georganiseerd konden betreden, zonder dat ze aan andere procedures of formaliteiten werden onderworpen dan de plicht samen met hun paspoort of een ander officieel reisdocument in het bezit te zijn van de identiteitskaart en de olympische accreditatie.

In de evaluatie van de tenuitvoerlegging van de verordening in Griekenland werd geconcludeerd dat deze uitzonderingsregeling een succes en een flexibel en efficiënt instrument was dat het noodzakelijke veiligheidsniveau binnen de Schengenruimte niet in gevaar bracht.

Daarom steun ik dit voorstel met een vrijwel identieke regeling, waarvoor deze keer de medebeslissingsprocedure is gekozen. Er is slechts sprake van enkele wijzigingen in de verordening om het voorstel van toepassing te laten zijn op de Olympische en Paralympische Winterspelen van 2006 in Turijn.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (PSE), schriftelijk. (EN) De aanpassing van de visumvereisten voor sporters die deelnamen aan de Olympische Spelen van 2004 in Athene is een succes gebleken. Hierdoor kon Griekenland namelijk zowel voldoen aan zijn verplichtingen op grond van de Schengen-akkoorden als aan zijn verplichting tot eerbiediging van het Olympisch Handvest. Het stemt mij buitengewoon tevreden dat nu wordt voorgesteld dezelfde voorwaarden te scheppen voor de sporters die deelnemen aan de Olympische en Paralympische Winterspelen van 2006.

 
  
  

- Verslag-Toia (A6-0293/2005)

 
  
MPphoto
 
 

  Ilda Figueiredo (GUE/NGL), schriftelijk. (PT) Wij hebben gestemd vóór dit verslag, dat een verbetering betekent van het Commissievoorstel tot wijziging van de Verordeningen nrs. 1408/71 en 574/72 om rekening te houden met de wijzigingen van de nationale wettelijke voorschriften over de sociale zekerheid, met name in de nieuwe lidstaten, sinds de afronding van de toetredingsonderhandelingen. Voorts moet de lijst met bepalingen in de socialezekerheidsovereenkomsten, die geldig blijven en door verordening nr. 1408/71 niet worden vervangen, worden bijgewerkt, waarbij technische correcties worden voorgesteld.

De voorstellen die nu zijn aangenomen zijn over het algemeen een verbetering van de bestaande wetgeving, zorgen voor rechtszekerheid tot de nieuwe verordening in werking treedt en dragen er ook toe bij de werknemers die kiezen voor mobiliteit in de lidstaten van de Europese Unie beter te beschermen.

 
  
MPphoto
 
 

  Ian Hudghton (Verts/ALE), schriftelijk. (EN) Ik heb dit verslag gesteund omdat hierin, ondanks zijn technische aard, de aandacht wordt gevestigd op omstandigheden die een belemmering kunnen vormen voor het fundamentele recht op vrij verkeer waarover de burgers van de EU zouden moeten beschikken.

Hoewel ik er geen voorstander van ben de EU bevoegdheden te geven op het gebied van de sociale zekerheid, ben ik van mening dat er meer kan worden gedaan om het meenemen van bepaalde rechten te vereenvoudigen.

Mensen met een handicap wordt bijvoorbeeld het recht op vrij verkeer ontzegd – bijvoorbeeld om werk te zoeken – doordat het huidige niveau van de steun die hun geboden wordt, soms niet beschikbaar is op een nieuwe locatie. Dit is een van de vele kwesties die moeten worden aangepakt.

 
  
MPphoto
 
 

  Christa Klaß (PPE-DE), schriftelijk. (DE) Het doel van het amendement op Verordening (EEG) nr. 1408/71 is het uitvoeren van een jaarlijkse actualisering om de levensstandaard en de arbeidsomstandigheden van de burgers van de EU te verbeteren. Ik heb voor gestemd.

We mogen echter niet vergeten dat er dringend ook nog inhoudelijke amendementen nodig zijn.

Zo is het bijvoorbeeld in tegenspraak met de geest van de verordening dat Duitse werkgevers worden opgezadeld met een onaanvaardbare hoeveelheid bureaucratie om aan Polen sociale verzekeringspremies af te dragen van in totaal 47,85 procent (20,64 procent door de werkgever, 27,27 procent door de werknemer) van het loon van Poolse seizoenkrachten, vooral wanneer deze premies volgens Duits recht niet betaald hoefden te worden voordat Polen tot de EU toetrad.

Voor de bedrijven die hen te werk stelden, heeft dit geleid tot dramatische kostenstijgingen die hun voortbestaan in gevaar brengen en die ze niet kunnen compenseren middels prijsstijgingen. De seizoenkrachten op hun beurt zullen niet willen werken voor een nettoloon dat 27 procent lager ligt. Het gevolg is dat er nog maar weinigen worden geworven en dat heeft een negatief financieel effect op de ontwikkeling van de nieuwe lidstaten.

De ervaring heeft geleerd dat de vraag naar seizoenkrachten op de Duitse arbeidsmarkt niet gedekt kan worden, dus er zijn verliezers aan alle zijden. De vereenvoudiging die hier zo dringend nodig is, moet, met hulp van de Commissie, direct geregeld worden in bilaterale overeenkomsten of door een uitzonderingsclausule die het traditionele seizoenwerk, zoals het helpen bij de oogst, volledig uit het geldigheidsbereik haalt van Verordening (EEG) nr. 1408/71 of van haar opvolger, Verordening (EG) nr. 883/2004 en van de toepassingsverordening die nog goedgekeurd moet worden.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (PSE), schriftelijk. (EN) Hoewel dit verslag grotendeels een technische aanpassing is, moet het belang ervan voor het verwezenlijken van daadwerkelijk vrij verkeer van individuen binnen de interne markt niet onderschat worden. Het verslag zal bijdragen tot de vereenvoudiging van regelingen inzake de socialezekerheidsstelsels in de gehele EU. Voorts is het verslag erop gericht de vereenvoudiging van de procedures om aanspraak te kunnen maken op medische zorg in het buitenland door de uitbreiding van deze wijzigingen tot identieke procedures voor het toekennen van uitkeringen bij arbeidsongevallen en beroepsziekten, te vervolledigen.

 
  
MPphoto
 
 

  Luís Queiró (PPE-DE), schriftelijk. (PT) In de toelichting bij dit verslag staat terecht dat “de verordening een belangrijke rol speelt bij de verwezenlijking van één van de vier grondvrijheden van de Europese Unie, namelijk vrij verkeer van de burgers. Want de mogelijkheid om vrij in de Europese Unie te leven, te werken en zich daar vrij te verplaatsen, – met zo gering mogelijke financiële of administratieve belemmeringen – is een tastbaar voordeel van het lidmaatschap van de EU voor de burgers”.

Zo is het inderdaad. De garanties op het vlak van sociale bescherming voor de burgers van de lidstaten zijn een zeer belangrijke factor geweest voor het bevorderen van echt vrij verkeer.

In het onderhavige geval staan er geen modellen voor de sociale zekerheid of regels voor het functioneren van de verschillende stelsels ter discussie, maar gaat het om de noodzakelijke aanpassing en actualisering van de huidige regelgeving. Wij hebben gestemd vóór het verslag, omdat de aanpassing in overeenstemming is met het belang en de beginselen van de desbetreffende regelgeving.

 
  
  

- Verslag-Maat (A6-0284/2005)

 
  
MPphoto
 
 

  Glyn Ford (PSE), schriftelijk. (EN) Ik heb vóór het verslag-Maat gestemd, maar met enige teleurstelling omdat het werkelijk niet ver genoeg gaat. In het kiesdistrict Forest of Dean, dat ik vertegenwoordig, werd veertig jaar geleden door de plaatselijke bevolking massaal gevist op jonge paling (glasaal), die op straat werd verkocht en traditioneel als ontbijt werd gegeten met bacon en eieren. In een recenter verleden heeft niet zozeer de afname van de bestanden, maar de vraag uit voornamelijk het Verre Oosten, de Baltische staten en de rest van Europa ertoe geleid dat glasaal van het plaatselijke menu is verdwenen. De glasaal wordt namelijk geëxporteerd naar aalkwekerijen. Hierin zal waarschijnlijk niets veranderen, maar een kleine en belangrijke bedrijfstak kan worden geholpen en gesteund.

De voornaamste problemen lijken de volgende te zijn: ten eerste, een gebrek aan wetenschappelijke gegevens over de levenscyclus van glasaal – we weten niet eens zeker waar hun paaigronden zich bevinden, al wordt op de eerste plaats gedacht aan de Sargassozee; ten tweede, verhoogde verontreinigingsniveaus en belemmeringen voor de alen voor het bereiken van de stromen, rivieren en sloten waar zij gedijen en groeien. De glasaalbestanden nemen zowel toe als af, ook al is er over het algemeen sprake van een daling. Het is niet duidelijk wat het best werkt, daarom is verder onderzoek noodzakelijk.

Ik hoop dat dit verslag de Europese Commissie er eindelijk toe zal aanzetten alles op alles te zetten om haar steentje bij te dragen.

 
  
MPphoto
 
 

  Duarte Freitas (PPE-DE), schriftelijk. (PT) De aalstand in de Europese Unie is de afgelopen decennia op zorgwekkende wijze teruggelopen. Gezien het complexe reproductieproces van de Europese aal is het van fundamenteel belang maatregelen te treffen om de steeds duidelijkere tendens tot het uitsterven van deze vissoort te keren.

Tegelijkertijd met het direct treffen van een aantal noodmaatregelen dient er een pakket voorstellen te worden goedgekeurd voor de middellange en de lange termijn om ten eerste het herstel van de aalstand te verzekeren en vervolgens te zorgen voor het goed beheer van die visbestanden. Dit verslag stelt in die zin een reeks maatregelen voor die mijn onvoorwaardelijke steun verdienen.

 
  
MPphoto
 
 

  Pedro Guerreiro (GUE/NGL), schriftelijk. (PT) Wij vinden dit communautaire actieplan voor steun aan het herstel van de aalstand positief. Het plan voorziet namelijk in maatregelen met een sociaal-economisch karakter voor de vissers, communautaire financiering van de maatregelen (let wel, met een eigen begrotingslijn), de noodzaak te beschikken over betrouwbare gegevens over de situatie van de visstand en een onderzoek naar mogelijke andere oorzaken voor het teruglopen van de visstand, zoals vervuiling.

Deze maatregelen zouden eigenlijk overgenomen moeten worden in alle herstelprogramma’s. Het is onbegrijpelijk dat de meerderheid van het Europees Parlement dat heeft verworpen.

Desalniettemin willen wij met betrekking tot de nationale beheersplannen van de lidstaten de volgende aspecten benadrukken:

- in deze plannen moet het voorzorgskarakter centraal staan, daar er een tekort is aan wetenschappelijke kennis over de omvang van de aalstand en de ruimtelijke spreiding van de verschillende generaties;

- er moeten ook maatregelen deel van uitmaken die gericht zijn op het opruimen van fysieke obstakels die de migratie van aal in de waterwegen belemmeren of beperken;

- van de plannen dienen ook maatregelen deel uit te maken om het wetenschappelijk onderzoek en het verzamelen van gegevens over visserij-activiteiten, aquicultuur en uitvoer te bevorderen.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (PSE), schriftelijk. (EN) In dit verslag wordt de dramatische afname van de Europese aalbestanden aan de orde gesteld. Deze afname lijkt niet het gevolg te zijn van overbevissing, maar veeleer verband te houden met milieufactoren. Het is zonder meer belangrijk om de precieze oorzaak te kennen, of dat nu PCB's zijn, de opwarming van de aarde of visziekten. We hebben deze informatie niet alleen nodig om actie te kunnen ondernemen om de aalbestanden te beschermen, maar ook vanwege de bredere zorgen en problemen op milieugebied die bij het onderzoek naar aal aan het licht kunnen komen.

 
  
MPphoto
 
 

  Jean-Claude Martinez (NI), schriftelijk. – (FR) Zogenaamd om de Europese aal te beschermen en hun migratie naar zee te waarborgen, naar aanleiding van een teruglopende aalstand, heeft de Europese Commissie op 1 oktober 2003 een actieplan gepresenteerd voor het beheer van gele aal en zilveraal.

Zo werd in Frankrijk 399 ton aal gevangen, vergeleken met 2064 ton in Egypte. Maar daarnaast was er nog de aalkweek in Nederland, met een productie van 3800 ton. Geen wonder dat de Nederlander Jan Maat zich hiervoor interesseert en een verslag opstelt.

Gezien het feit dat de Nederlandse kwekerijen leven van pootvis of glasaal die gevangen is in vijvers aan de Middellandse Zee, hebben we echter alle reden ongerust te zijn.

De vissers uit Languedoc-Roussillon, zoals in Palavas of Pérols, zijn bezorgd dat paal en perk zal worden gesteld aan hun traditionele praktijken, die de visstand juist op peil houden. Ze willen vissen op volwassen aal en niet op glasaal, waarvoor tien jaar geleden een vangstverbod is ingesteld zodat de soort zich kon herstellen.

De bureaucratische voorstellen voor controles, beperkingen, toezicht, verklaringen en vangstverboden dreigen deze traditionele vissers van hun broodwinning te beroven. Ik ben dus tegen dit verslag om dit vrijemannenberoep van de ondergang te redden.

 
  
MPphoto
 
 

  Luís Queiró (PPE-DE), schriftelijk. (PT) Deze materie is zeer belangrijk voor Portugal en de Portugese vissersgemeenschappen. Ik ben het dan ook eens met de door de rapporteur geformuleerde zorgen. Volgens mij zijn er hele goede redenen om naast andere, eveneens belangrijke zaken het presenteren van voorstellen te verdedigen voor de sociaal-economische compensatie van degenen die gedupeerd zijn door de beperking van de uitvoer van Europese aal.

Om die redenen heb ik vóórgestemd.

 
  
  

- Verslag-Gargani (A6-0316/2005)

 
  
MPphoto
 
 

  Bruno Gollnisch (NI).(FR) Mijnheer de Voorzitter, ik zou graag een mondelinge stemverklaring geven inzake het verslag Gargani. De strafkamer van het Franse Hof van Cassatie, dat zijn naam nog nooit zoveel eer heeft aangedaan, heeft zich schuldig gemaakt aan wat we rustig een ambtsdelict mogen noemen. Het arrest, uitgesproken door de president, de heer Cotte, door de waarnemer mevrouw Caron, door de raadslieden de heren Le Gall, Pelletier, Corneloup en mevrouw Ponroy en Koering-Joulin, druist namelijk op grove en opzettelijke wijze in tegen artikel 26 van de Franse grondwet inzake parlementaire immuniteit, doordat het deze immuniteit weigert te verdedigen in de zaak van de illegale afluisterpraktijken gericht tegen onze voormalige collega de heer Marchiani. Het spreekt voor zich dat ik me niet uitspreek over de achtergrond van de zaak.

Door aldus te handelen hebben deze magistraten het protocol van 8 april 1965 en de akte van 20 september 1976 ernstig en opzettelijk geschonden, ofschoon het internationale verdragen betreft die overeenkomstig artikel 55 van de Franse grondwet voorrang hebben boven wetten, zelfs binnenlandse. Deze onbeschaamde blijk van minachting voor het recht door de rechter moet als zodanig bestraft worden en wij hopen dat de unanieme resolutie van de heer Gargani en van de Commissie juridische zaken hiertoe zal bijdragen.

 
  
  

- Verslag-Brejc (A6-0308/2005)

 
  
MPphoto
 
 

  Andreas Mölzer (NI). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik zou graag – indien mogelijk – een mondelinge stemverklaring over het verslag-Brejc willen afleggen.

Wij hebben zelf de politieke voorwaarden gecreëerd die globalisering mogelijk hebben gemaakt, namelijk door onze voortdurende afschaffing van handelsbarrières in combinatie met de vooruitgang van de communicatietechnologie en gereduceerde transportkosten. Van alle goederen die over de wereld worden vervoerd, komt eenderde voor rekening van het transport tussen verschillende vestigingen van dezelfde bedrijven. We hebben ijverig gebruikgemaakt van EU-middelen om hun transport dwars door Europa te steunen wat grote negatieve gevolgen heeft gehad zoals belasting voor het milieu en gevaar voor mensen langs de transitrouten, en door dit te doen hebben we het midden- en kleinbedrijf – de echte werkgevers van Europa – schandalig verwaarloosd. Wat ik ook bedenkelijk vind, is dat de Commissie een globaliseringsfonds inricht, maar tegelijkertijd de steun aan de boeren wil korten die ook negatieve gevolgen ondervinden van de globalisering. Globalisering zal ons in een wurggreep blijven houden, zolang wij met onze ontwikkelingsprogramma’s veel te veel geld in rook doen opgaan, ervoor zorgen dat werkgelegenheid naar elders wordt verplaatst, niet de juiste sancties opleggen aan degenen die weigeren zich aan de spelregels te houden en blind blijven voor de echte oorzaken. Daarom heb ik tegen het verslag-Brejc gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Frank Vanhecke (NI). – Voorzitter, het verslag-Brejc is een zoveelste, een beetje wereldvreemd document dat, alweer typisch voor alle documenten in deze instelling, alle zegen zoekt bij nieuwe internationale normen, bij nieuwe internationale instellingen, waarvan men zich toch afvraagt of we er al niet genoeg hebben en wie dat allemaal zal blijven betalen.

In de praktijk stel ik trouwens vast dat wij dit jaar toetredingsonderhandelingen voeren met een islamitisch land waar kinderarbeid, waar de achterstelling van vrouwen de norm is. Ik denk dat we daarover beter zouden blijven spreken in plaats van wat vrijblijvende praat te vertolken over de sociale dimensie van globalisering.

En als we dan tóch daarover spreken, dan moeten we het toch ook eens over China hebben, dat land waar wij zo'n goede maatjes mee zijn, dat land waar parlementaire instellingen van alle Europese landen vrolijk heen en weer reizen. Welnu, dat land behoort tot de Wereldhandelsorganisatie, maar lapt alle fundamentele sociale normen en regels aan zijn laars en dat land wordt niets in de weg gelegd. Dat wij nu de sociale dimensie van globalisering zouden kunnen transformeren, terwijl wij tegenover China niets doen, is een leugen, that will be the day.

 
  
MPphoto
 
 

  Mairead McGuinness (PPE-DE).(EN) Mijnheer de Voorzitter, ik zal het kort houden. Ik heb tegen het verslag-Brejc gestemd om exact dezelfde redenen die enkele van mijn collega's reeds hebben aangevoerd. Het lijkt erop dat dit Parlement zijn eigen documenten niet leest. Het gemeenschappelijk landbouwbeleid is drastisch hervormd, en de stemming van vanochtend helpt eigenlijk alleen de leugen in stand te houden dat als we alle EU-landbouwsubsidies nu maar verlagen, de armen in Afrika het beter zullen krijgen. Niets is minder waar, en ik heb dan ook tegen dit verslag gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Charlotte Cederschiöld, Christofer Fjellner, Gunnar Hökmark en Anna Ibrisagic (PPE-DE), schriftelijk. – (SV) De Zweedse conservatieven hebben vandaag gestemd tegen het verslag over de sociale dimensie van de globalisering, omdat het gebaseerd is op een foutieve grondhouding jegens de globalisering. Globalisering is een permanent veranderingsproces, dat bijdraagt tot vrijheid en welvaart voor steeds meer mensen. De globalisering biedt betere voorwaarden voor economische groei door middel van vrije handel, toegenomen internationale investeringen en kennisoverdracht. Samen met een democratische ontwikkeling worden voor ontwikkelingslanden mogelijkheden geschapen om aan de armoede te ontkomen. De EU is met haar vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal een positief voorbeeld van de globalisering.

Dictaturen vatten de veranderingskracht van de globalisering op als een bedreiging van de eigen gesloten samenleving. Wij Zweedse conservatieven verwelkomen de globalisering en haar rol als katalysator van de democratie.

 
  
MPphoto
 
 

  Ilda Figueiredo (GUE/NGL), schriftelijk. (PT) Het valt te betreuren dat de meerderheid van het Europees Parlement onze belangrijkste amendementen heeft verworpen. Die voorstellen zouden dit weinig samenhangende en ondermaatse verslag over het zeer belangrijke thema van de sociale dimensie van de globalisering hebben verbeterd.

Onze voorstellen tot wijziging van het huidige neoliberale beleid op het vlak van de internationale handel en het economische en monetaire beleid zijn verworpen. Hetzelfde lot trof ons voorstel om maatregelen te nemen ter bestrijding van financiële speculatie op de internationale kapitaalmarkten teneinde investeringen te bevorderen en inkomen in de reële economie te genereren.

Ook ons voorstel met kritiek op de tussentijdse herziening van de Lissabon-strategie en het Stabiliteits- en groeipact is verworpen. Deze instrumenten zijn in de EU gebruikt om de openbare diensten te liberaliseren en te privatiseren, de arbeidsmarkten flexibeler en buigzamer te maken, de lonen te matigen en het grootste gedeelte van de organen voor de uitvoering van de sociale zekerheid – met inbegrip van pensioenen en gezondheidszorg – open te stellen voor particuliere instanties.

Gedeeltelijk aangenomen werd daarentegen ons voorstel voor een sociale-beleidsagenda die gericht is op de ontwikkeling van steden waarbij integratie en cohesie centraal staan en maatregelen voorzien zijn ter bevordering van duurzame ontwikkeling en eerbiediging van de werknemersrechten.

Daarom hebben wij ons bij de eindstemming onthouden.

 
  
MPphoto
 
 

  Hélène Goudin, Nils Lundgren en Lars Wohlin (IND/DEM), schriftelijk. – (SV) De resolutie over “de sociale dimensie van de globalisering” bevat voorstellen die er in de meeste gevallen toe leiden dat de EU meer macht krijgt. Wij verzetten ons tegen deze automatische EU-centralisering, die zonder een fatsoenlijke analyse of motivering wordt uitgevoerd.

Het opzetten van een gemeenschappelijk beleid voor de EU inzake “de sociale dimensie van de globalisering” is onmogelijk, omdat de lidstaten van de Unie zo ongelijk zijn. Dat geldt onder andere voor belastingniveaus en sociale zekerheid. In plaats van te worden gedwongen om een van bovenaf opgedrongen beleid te voeren, moeten de EU-landen juist van elkaar leren door middel van institutionele concurrentie. Wij vinden dat hervormingen in elk land de steun van de kant van de bevolking moeten hebben.

Wij vinden ook dat de minder ontwikkelde landen het recht moeten kunnen krijgen om tot nader order hun import van landbouwproducten te reguleren.

Op grond van bovenstaande argumenten hebben wij besloten bij de eindstemming tegen de resolutie te stemmen. Wij geven echter onze steun aan de amendementen waarin staat dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid radicaal moet worden hervormd en dat de exportsteun moet worden afgeschaft. Ook steunen wij het voorstel dat de EU haar markt moet openstellen voor goederen uit minder ontwikkelde landen.

 
  
MPphoto
 
 

  Ian Hudghton (Verts/ALE), schriftelijk. (EN) Ik heb vóór het advies van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken gestemd, dat in de commissiefase nog via verschillende amendementen is verbeterd.

Ik heb vandaag tevens amendementen gesteund waarmee werd beoogd verslaglegging op sociaal en milieugebied verplicht te stellen en waarin het type hervorming van het GLB wordt ondersteund dat past binnen de campagne Make poverty history.

 
  
MPphoto
 
 

  Toine Manders (ALDE), schriftelijk. De VVD-delegatie heeft gemeend tegen het gewijzigde rapport-Brejc betreffende de sociale dimensie van globalisering te moeten stemmen.

Een aangenomen amendement van de GUE-groep roept de Commissie en de Raad op om een sociale beleidsagenda op Europees niveau te bevorderen. Volgens de VVD is sociaal beleid iets dat tot de soevereiniteit van de lidstaten behoort. Inmenging van Brussel is niet gewenst zo bleek ook weer tijdens het referendum in Nederland over het Grondwettelijk Verdrag. Voorts is een amendement van de Groenen aangenomen waarin wordt gepleit voor EU-actie ter bevordering van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Naar de overtuiging van de VVD kan dit veel efficiënter door de markt worden afgedwongen en is EU-actie hierbij volstrekt overbodig en ongewenst.

 
  
MPphoto
 
 

  Sérgio Marques (PPE-DE), schriftelijk. (PT) Ik wens collega Mihael Brejc geluk met zijn goede verslag naar aanleiding van de Commissiemededeling “De sociale dimensie van de globalisering – hoe de EU ertoe bijdraagt dat iedereen er voordeel van heeft”.

Ik steun de gedachte dat het EU-model altijd de nadruk heeft gelegd op een sterke sociale dimensie in de Europese integratie – wat terug te vinden is in de Lissabon-agenda – en dat de in dat verband vastgestelde goede praktijken voor het Europese sociale model naar andere delen van de wereld moeten worden overgedragen.

Ik ben het er dan ook mee eens dat de Europese Unie via haar interne en externe beleid een waardevolle bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van het globaliseringsproces in de richting van meer rechtvaardigheid voor iedereen.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (PSE), schriftelijk. (EN) Ik verheug mij over dit verslag over de sociale dimensie van de globalisering, dat de eerste reactie is van het Parlement op het verslag van de Wereldcommissie voor de sociale dimensie van de globalisering. Het is belangrijk dat degenen die worden benadeeld door de globalisering worden geholpen zich aan te passen aan nieuwe omstandigheden. Dit geldt zowel voor burgers van de EU als voor landen en burgers waar ook ter wereld. Het stemt mij dan ook tevreden vast te kunnen stellen dat in dit verslag een aantal interne en externe beleidsmaatregelen wordt aanbevolen.

 
  
MPphoto
 
 

  Luís Queiró (PPE-DE), schriftelijk. (PT) Tegenover het globaliseringsproces kunnen we twee soorten houdingen aannemen. Ten eerste kunnen we denken dat dat proces vermijdbaar (en onwenselijk) is, dat als de arbeiders in de 19e eeuw heftiger hadden geprotesteerd het industrialisatieproces niet had plaatsgevonden (wat dan positief zou zijn geweest) en dat technologische innovaties op zich slecht zijn. De andere, meer realistische houding is gebaseerd op kennis van de geschiedenis en op het besef van de verantwoordelijkheid die elke generatie draagt en is gericht op het benutten van de kansen die de globalisering ons biedt. De globalisering is niet op zich goed of slecht, maar is een realiteit die goed of slecht kan worden gebruikt. In vrije en democratische samenlevingen als de onze, waar economische vrijheid heerst, is het mogelijk om van het globaliseringsproces een kans voor mondiale groei en ontwikkeling te maken. De vrije en democratische samenlevingen hebben niet alleen die kans maar ook de plicht er gebruik van te maken. Dat is de geest waarmee de globalisering tegemoetgetreden moet worden.

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. - (IT) Geachte Voorzitter, dit is het zoveelste absurde bewijs van de even ijdele als schadelijke pretentie van dit Parlement om de gevoelens van de gewone burgers te negeren en zich daarvan te distantiëren. En dat van een Parlement dat beweert die burgers te vertegenwoordigen!

In plaats van “sociale dimensie van de globalisering” kunnen wij beter lezen: “verdediging van de criminele dimensie van de globalisering”. In plaats van tegen te stemmen had ik misschien gewoon weg moeten lopen uit deze zaal.

 
  
MPphoto
 
 

  Alyn Smith (Verts/ALE), schriftelijk. (EN) Ik ben voorstander van het beginsel dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid moet worden hervormd, en wel overeenkomstig de doelen van de campagne Make poverty history, waar ik volledig achter sta. We mogen ons eigen tekortschietende beleid niet exporteren naar de rest van de wereld. We moeten natuurlijk ook het welzijn van de Europese landbouwers en de zekerheid van de Europese voedselvoorziening waarborgen, maar dit staat een verstandiger gemeenschappelijk landbouwbeleid niet in de weg. De status-quo is echter onhoudbaar.

 
  
MPphoto
 
 

  Catherine Stihler (PSE), schriftelijk. (EN) Ik steun dit verslag volledig. De gevolgen van de globalisering zijn zowel positief als negatief. We mogen de 20 miljoen werklozen in de EU op dit moment niet vergeten, noch het feit dat een op de vijf kinderen in de EU op de rand van de armoede leeft. We hebben in dit Parlement de verantwoordelijkheid deze kwesties te behandelen.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid