Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Volledig verslag van de vergaderingen
Maandag 12 december 2005 - Straatsburg Uitgave PB

15. Markten voor financiële instrumenten met betrekking tot bepaalde termijnen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Aan de orde is het verslag (A6-0334/2005) van Piia-Noora Kauppi, namens de Commissie economische en monetaire zaken, over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2004/39/EG betreffende markten voor financiële instrumenten met betrekking tot bepaalde termijnen (COM(2005)0253 – C6-0191/2005 – 2005/0111(COD)).

 
  
MPphoto
 
 

  Charlie McCreevy, lid van de Commissie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, allereerst wil ik Piia Noora Kauppi en de Commissie economische en monetaire zaken bedanken voor de doeltreffende en snelle behandeling van dit dossier. Dit voorstel is een wezenlijke aanvulling op de richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten, die bekend staat als de “MiFID”. Hoogstwaarschijnlijk vormt deze richtlijn de belangrijkste wetgeving die de EU onlangs op het gebied van effecten heeft aangenomen. Het voorstel is eenvoudig. Het gaat erom dat de datum van inwerkingtreding van de richtlijn wordt uitgesteld. De ene helft van deze extra tijd is bedoeld voor de sector, die zich op deze wijze op de nieuwe situatie kan voorbereiden, en de andere helft voor omzetting in nationale wetgeving binnen de lidstaten.

Dit voorstel is een reactie op een gerechtvaardigd en legitiem verzoek van de sector, dat door alle lidstaten en effectenregelgevers wordt ondersteund. Het is duidelijk dat er meer tijd nodig is om de noodzakelijke regelingen tot stand te brengen, zodat de MiFID-richtlijn vanaf het begin goed zal functioneren.

In juni 2005 heeft de Commissie de omzettingstermijn voor de lidstaten met zes maanden verlengd, en de sector kreeg eveneens zes maanden extra om de richtlijn in de praktijk te brengen.

Tijdens onderhandelingen in het Europees Parlement en de Raad is de door de Commissie voorgestelde tekst wat betreft de diverse termijnen in een aantal opzichten verbeterd en verhelderd; de samenwerking tussen de drie instellingen verliep uitstekend. Het Europees Parlement en de Raad opperen om van de verlenging negen plus negen maanden te maken in plaats van zes plus zes maanden. De Commissie kan zich daar wel in vinden, vooral omdat de technische uitvoeringsmaatregelen voor de MiFID essentieel zijn voor de effectieve toepassing van deze richtlijn. Deze technische regels zijn complex van aard en zullen niet voor mei 2006 worden aangenomen. De lidstaten en beleggingsondernemingen dienen een volledig beeld van het nieuwe kader te hebben, inclusief de details van de technische uitvoering, voordat zij deze doeltreffend kunnen toepassen.

Ik wil benadrukken dat goedkeuring van het uitstel dringend is en daarom moet één lezing voldoende zijn. Als de EU-instellingen dit debat niet snel kunnen afsluiten of als een tweede lezing nodig is, zal de MiFID volgend jaar april in werking treden en niemand zal dan gereed zijn. Er zal grote onzekerheid heersen vanwege het rechtsvacuüm dat zal zijn ontstaan, omdat de oude ISD-regeling zal worden afgeschaft en de nieuwe regeling van kracht zal worden zonder dat de nieuwe MiFID in nationale wetgeving is omgezet. We zullen dan nieuwe regels hebben terwijl de benodigde details van de technische uitvoering ontbreken en dat is geen goede formule!

Dit medebeslissingsvoorstel gaat over het uitstellen van de datum waarop de MiFID in werking treedt, niet over het bredere vraagstuk van de bevoegdheden van de Raad en het Europees Parlement in comitologieprocedures. Dit Parlement kent mijn visie op comitologie en weet hoe belangrijk het is deze zaken zo spoedig mogelijk op evenwichtige en rechtvaardige wijze op te lossen. In de Raad zijn besprekingen gaande en ik heb begrepen dat het Europees Parlement nadenkt over het standpunt dat het in de onderhandelingen wil innemen. Ik ben daar blij mee en ik hoop dat we volgend jaar zo snel mogelijk tot een goed resultaat kunnen komen.

Ik begrijp het standpunt van het Parlement volledig, maar met alle respect ben ik van mening dat de amendementen op dit voorstel over comitologie en over de vervalclausule niet noodzakelijk of passend zijn. En wat betreft de naleving van wettelijke regels: geen enkel artikel van de tekst wordt erdoor verduidelijkt. Dat het Europees Parlement als medewetgever aanvullende bevoegdheden wenst, is bekend. Die wensen zijn reeds vastgelegd in de richtlijn kapitaalvereisten die onlangs is aangenomen. De inhoud van amendement 2 is al in de oorspronkelijke MiFID-richtlijn opgenomen, en in amendement 4 wordt slechts de datum voor het vervallen van de gedelegeerde bevoegdheden van de Commissie 29 dagen naar voren geschoven.

Daarom wil ik u met klem oproepen deze amendementen opnieuw te bestuderen. De Commissie heeft het liefst dat u deze vóór de stemming intrekt. Ik heb begrepen dat de Raad dezelfde mening is toegedaan. De Commissie gelooft dat er pas een oplossing voor deze kwestie kan worden gevonden indien het comitologiebesluit wordt herzien. Als gevolg van de gerechtvaardigde standvastigheid van het Parlement heeft de Raad een groep “Vrienden van het voorzitterschap” in het leven geroepen om dit besluit te evalueren. Er wordt vooruitgang geboekt en ik nodig het Parlement opnieuw uit om zijn verwachtingen en voorstellen voor de lopende besprekingen duidelijk onder woorden te brengen.

De Commissie zal zich niet verzetten tegen goedkeuring van de voorgestelde richtlijn in eerste lezing. Mocht het Parlement zijn amendementen over comitologie handhaven, dan zal de Commissie deze accepteren, omdat zij een soepele omzetting en uitvoering van de MiFID belangrijk vindt. Waar zij kan, zal de Commissie de helpende hand bieden om ervoor te zorgen dat deze kwestie met spoed wordt afgehandeld. De Commissie erkent reeds lang dat er een oplossing moet worden gevonden en ik geloof dat de tijd er nu rijp voor is.

Ik ben benieuwd naar uw opmerkingen.

 
  
MPphoto
 
 

  Othmar Karas (PPE-DE), plaatsvervangend rapporteur. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, dames en heren, allereerst laat de rapporteur, mevrouw Kauppi, zich verontschuldigen. Vanwege problemen onderweg kan zij tot haar spijt niet op tijd zijn voor het debat over haar eigen verslag. Dat betekent niet dat zij zich van dit verslag heeft gedistantieerd; ze heeft juist goed werk geleverd, waarvoor ik haar hartelijk wil bedanken.

Waar gaat het om? De commissaris heeft in het eerste deel van zijn toespraak in feite het ontwerpverslag voorgelezen, waaruit blijkt dat het Europees Parlement openstaat voor zakelijke overwegingen. In het tweede deel wees hij erop dat we een probleem hebben waar het gaat om de comitologieprocedure. Ik ben blij dat u aan het eind zei dat u aan onze kant staat indien wij een besluit nemen conform het voorstel – en dat zullen wij ook doen, commissaris. Het is goed dat de Commissie en het Parlement – met name tegenover de Raad – één lijn trekken als fundamentele rechten van het Parlement, democratische grondrechten en medebeslissingsrechten in het geding zijn. Dat geldt ook voor de comitologieprocedure en voor de sunset clause. De heer Radwan zal daar straks nader op ingaan.

Waar gaat het om bij de MiFID oftewel de richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten? Niet iedereen begrijpt dat. Het gaat ten eerste om de wijziging van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten voor financiële instrumenten. Ten tweede gaat het om de verlenging van de termijn voor omzetting van de richtlijn. Waarom willen we de omzettingstermijn verlengen? Omdat de richtlijn aanzienlijke veranderingen voor de marktdeelnemers en de nationale overheden met zich meebrengt, omdat omzetting afhankelijk is van de uitwerking en invoering van de noodzakelijke technische maatregelen, omdat die uitwerking helaas nu pas plaatsvindt en het pakket maatregelen voor de 17 bepalingen naar verwachting pas in 2006 zal worden vastgesteld. De uitvoeringsmaatregelen op niveau 2 worden dus uitgesteld en eigenlijk is men met de uitvoeringsmaatregelen pas klaar op het moment dat de MiFID al van kracht had moeten zijn. Wij zijn voor verlenging van de omzettingstermijn, omdat het om de zogeheten Lamfalussy-procedure gaat en het proces conform de comitologieprocedure moet verlopen.

Wat staat ons nu te doen? Wij verlengen om deze reden de omzettingstermijn, we verlengen de geldigheidsduur van de oude ISD-richtlijn totdat de MiFID van toepassing is, dat wil zeggen tot 1 november 2007. We wijzigen de richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten dus niet zozeer inhoudelijk als wel formeel. Met deze omzettingstermijn voorkomen we dat er een juridisch vacuüm ontstaat. Behalve deze formele aanpassingen aan de realiteit wijzigen we echter ook de comitologieprocedure binnen de MiFID. Waarom? Ik begrijp uw eerste bezwaar niet, commissaris. Wij doen dat omdat wij de comitologiebepalingen die we met de Raad hebben afgesproken in het kader van “Bazel II”, de richtlijn inzake de kapitaaltoereikendheid – samen te vatten als de sunset clause – gewoon in die vorm willen overnemen. Dat schept rechtszekerheid. Dat schept ook duidelijkheid over de vraag wat we willen.

De voorstellen zoals ze tot nu toe zijn ingediend, stroken niet met de wetgevende bevoegdheden van het Europees Parlement. Het is redelijk en billijk om een gemaakte afspraak ook toe te passen bij andere richtlijnen die over hetzelfde onderwerp gaan. Ik verzoek daarom alle afgevaardigden om morgen bij de stemming in de plenaire vergadering aan de ontwerpresolutie van de parlementaire commissie vast te houden. Niet alleen omdat het een praktische oplossing is, maar ook omdat daardoor de positie van het Parlement zal worden versterkt.

 
  
MPphoto
 
 

  Alexander Radwan, namens de PPE-DE-Fractie. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, de Lamfalussy-procedure is al een paar keer ter sprake gekomen. Eigenlijk zou men het Britse voorzitterschap dankbaar moeten zijn, want het is verbazingwekkend hoe fanatiek de Britten, wier land als bakermat van de democratie wordt beschouwd – de heer Karas zinspeelde daar al op – zich tegen iets hebben verzet wat door Commissie, Raad en Parlement al in de Bazel II-richtlijn werd vastgelegd.

Iemand die de rechten van het Parlement wil uitbreiden en zich daarvoor inzet, kan echter alleen maar dankbaar zijn, want hoe langer men hiermee doorgaat, des te meer wordt het Parlement gesterkt in zijn overtuiging dat het voet bij stuk moet houden.

Het gaat om de vraag hoe we in het vervolg met de Lamfalussy-procedure omgaan. Het gaat om de vraag in hoeverre de Raad dit onderwerp serieus neemt. We zouden vandaag een heel stuk verder zijn geweest als het Britse voorzitterschap ook maar een poging had gedaan – bijvoorbeeld in een bijeenkomst van de Friends of the Presidency – om tot een nieuw interinstitutioneel akkoord te komen en minder energie had gestoken in het voorstel in deze vorm. Tegen de Commissie wil ik dit zeggen: we hebben in de Bazel II-richtlijn een datum opgenomen, namelijk 1 april 2008. Tot die tijd steunt het Parlement de Lamfalussy-procedure en de comitologieprocedures en we willen dat ook na die datum doen. Voor die tijd moeten we echter wel tot overeenstemming komen. Voor iedereen die het nog niet heeft gehoord: we zullen de sunset clause in alle verdere richtlijnen opnemen. We willen onze rol bij voorstellen van de Commissie niet alleen maar beperkt zien tot de vraag of er al dan niet bepaalde data zijn gewijzigd, maar we nemen de vrijheid om een richtlijn die aan het Parlement wordt voorgelegd, als geheel te bekijken. We hopen en rekenen erop dat de Commissie in deze zin haar invloed op de Raad zal uitoefenen. Ik kijk hierbij met name naar het Oostenrijkse voorzitterschap en hoop dat we eindelijk een oplossing vinden die aan alle instellingen recht doet en ons in staat stelt ons werk weer naar behoren te doen.

 
  
MPphoto
 
 

  Pervenche Berès, namens de PSE-Fractie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, met dit verslag bevinden wij ons in de eerste fase van de hernieuwde werkzaamheden van het Europees Parlement aan deze richtlijn inzake investeringsdiensten, die sindsdien is omgedoopt tot de MiFID-richtlijn.

Het gaat hier om een procedurele kwestie: u weet onder welke voorwaarden het Europees Parlement met de Lamfalussy-procedure heeft ingestemd. En het gaat om een inhoudelijke kwestie: onder welke voorwaarden zullen de beginselen die wij op niveau 1 hebben vastgesteld, worden gehandhaafd door de maatregelen die op niveau 2 worden voorbereid? Iets zegt mij dat het Europees Parlement, dankzij het onderzoek van de maatregelen van niveau 2 van deze richtlijn, voor het eerst de kans krijgt volledig zijn rechten uit te oefenen. Vandaar dat wij er belang aan hechten dat in deze tekst opnieuw wordt verwezen naar de voorwaarden waaronder het Europees Parlement – via de sunset- of schorsingsclausule en het call back- of evocatierecht – opnieuw kan ingrijpen na de implementatie van de maatregelen van niveau 2.

Ik denk dat het terecht is dat wij deze maatregelen onderzoeken, want als we kijken naar het verloop van het debat, dan is er na de goedkeuring van de maatregelen door het Europees Parlement duidelijk sprake van een zekere juridische vindingrijkheid die ons tot waakzaamheid moet aanzetten. Wat het tijdschema betreft, zien wij namelijk dat wat oorspronkelijk slechts één termijn was, nu veranderd is in een termijn voor de omzetting en een termijn voor de daadwerkelijke toepassing. Op andere gebieden denk ik dat de algehele balans van deze richtlijn tussen de openstelling voor de concurrentie enerzijds en transparantie anderzijds een dermate serieus onderwerp is, dat het Europees Parlement alle noodzakelijke middelen moet kunnen aanwenden om de voorstellen die de Commissie op niveau 2 zal doen, onder geloofwaardige voorwaarden te onderzoeken.

Daarom hoop ik, mijnheer de commissaris, dat wij kunnen profiteren van uw open houding jegens dit Parlement en van uw bereidheid tot een dialoog met het Parlement, zodat de aanneming van deze ontwerprichtlijn – die een wijziging van het tijdschema behelst – de aanleiding vormt voor het opnieuw en volledig bevestigen van de rechten van het Parlement in een procedure waarin het optreden van dit Parlement eerlijk gezegd altijd gericht was op de principes en nooit tot een verlenging van de termijnen heeft geleid, hoewel wij ons goed kunnen voorstellen welke problemen dit optreden bij een dermate ingewikkeld onderwerp op de andere niveaus oplevert.

Ik kan u zonder meer geruststellen, mijnheer de commissaris: het Parlement zal de voorgestelde amendementen inderdaad aannemen en het verheugt me dat u ze onder deze voorwaarden kunt steunen.

 
  
MPphoto
 
 

  Margarita Starkevičiūtė, namens de ALDE-Fractie. (LT) Dit document is bijzonder belangrijk, niet alleen voor de Europese financiële markt, maar ook voor het Europees Parlement zelf, en wel om tweeërlei redenen. Ten eerste maakt het Parlement met dit document duidelijk dat het bij machte is om snel te reageren op de goed onderbouwde verzoeken van de marktdeelnemers om de termijnen betreffende de inwerkingtreding van de richtlijn te herzien. Het tweede maar daarom niet minder belangrijke punt is dat het Parlement hiermee de mogelijkheid schept en het recht erkent om af te zien van sommige bepalingen van de richtlijn indien blijkt dat de gekozen strategie niet in de behoeften van de markt voorziet. Deze richtlijn is een overkoepelend instrument. In zekere zin beslaat het alle marktverrichtingen en reguleert het die ook. Wellicht verdient de vormgeving van deze specialistische wetgeving echter nog wat meer aandacht.

Daarom onderschrijf ik het voorstel dat hier wordt gepresenteerd, al moet ik u erop attenderen dat er ernstige gebreken zijn blootgelegd in de procedure voor de aanneming van wetgevingsdocumenten ter regulering van de financiële markten. De strategie voor het opstellen van deze wetgevingsdocumentatie voor de financiële markt is dan ook dringend aan herziening toe: thans richten wij onze aandacht vaak op technische details, terwijl het hier toch in de eerste plaats gaat om de procedure voor de goedkeuring van financiële wetgevingsdocumenten. Er zijn tal van voorstellen geformuleerd, maar geen ervan biedt een bevredigende oplossing. Zo is er bijvoorbeeld het voorstel om de termijn voor de uitvoering van een van de wetsbepalingen te wijzigen nog voordat het document in werking is getreden. Dit betekent dat er tijdens de voorbereidende werkzaamheden onvoldoende rekening is gehouden met de mogelijkheden en de behoeften van de markt. Ik zou de commissaris hierover even willen aanspreken. Hij heeft beloofd de wetgevingslast op de markt te zullen verlichten. Ik ben evenwel van oordeel dat deze last aanzienlijk zou verminderen als wij nauwer zouden samenwerken met de marktdeelnemers. Dan zouden er minder amendementen nodig zijn om de richtlijnen in werking te kunnen laten treden.

 
  
MPphoto
 
 

  Lars Wohlin, namens de IND/DEM-Fractie. – (SV) Mijnheer de Voorzitter, de Zweedse partij Junilistan steunt het voorstel inzake de vier vrijheden van de interne markt. Het vrij verkeer van kapitaal is cruciaal voor een goed functionerende interne markt. Wil die markt naar tevredenheid kunnen functioneren, dan is gemeenschappelijke regelgeving nodig. Die moet eenvoudig opgezet zijn en mag bovendien de mogelijkheid voor institutionele concurrentie tussen de lidstaten niet ondergraven. Het is positief dat de termijnen in dit verslag worden verlengd, want dat zal de voorbereidingen voor de inwerkingtreding vergemakkelijken. We zullen daarom vóór het verslag stemmen.

In de amendementen van het Parlement wordt echter gesteld dat het Europees Parlement heeft verlangd dat het Parlement en de Raad een gelijkwaardige rol toebedeeld krijgen inzake de bewaking van de manier waarop de Commissie haar bevoegdheden uitoefent om de wijzigingen door te voeren. Het Parlement probeert voor de zoveelste keer zijn eigen macht uit te breiden ten koste van de lidstaten. De Commissie moet niet tot een soort federale regering worden en moet in eerste instantie bewaakt worden door de lidstaten. Omdat het belangrijk is dat er een acceptabel compromis met de Raad bereikt wordt, is het ongelukkig dat het Parlement ervoor gekozen heeft om zich op deze manier in een intra-institutionele machtsstrijd te mengen. Wij zullen daarom tegen de amendementen 1, 2, 4 en 11 stemmen.

 
  
MPphoto
 
 

  Ieke van den Burg (PSE). – Voorzitter, het is al gezegd, de MiFID (Markets in Financial Instruments Directive, richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten), vroeger ISD (Investment Services Directive), is een majeur wetgevingsprogramma voor de interne markt voor kapitaal. Bedoeling is gelijke mededingingsvoorwaarden in te stellen voor verschillende soorten van beleggingsdiensten, waarbij het vergroten van de transparantie vooraf en achteraf, consumentenbescherming en het bevorderen van scherpe prijzen bij een zo groot mogelijke liquiditeit voorop staan. In Europa kunnen we met die instrumenten een grote stap in de richting van een beter investeringsklimaat zetten en dat kunnen we op dit moment goed gebruiken.

De complexiteit van de richtlijn vereist dat zorgvuldig met de verschillende partijen op de markt wordt overlegd. Een groot deel van dat werk wordt door de toezichthouders verricht, onder leiding van het Europees comité van toezichthouders, het CESR (Committee of European Securities Regulators, Comité van Europese Effectentoezichthouders). De Europese Commissie kan dit met zijn beperkte menskracht niet alleen. Ik ben een groot voorstander van deze zorgvuldige aanpak en deze belangrijke rol voor de toezichthouders. Zij zijn onze belangrijkste bondgenoot om het publieke belang te dienen en te voorkomen dat we geleid worden door de deelbelangen van bepaalde grote marktpartijen of bepaalde nationale markten, wat bij de voorbereiding van dit dossier helaas nog wel eens het geval was.

Het Europees Parlement heeft een evenwicht tussen die verschillende belangen gevonden en moet nu ook zorgen dat dit evenwicht behouden blijft. Dit betekent dat wij onze rol moeten kunnen blijven spelen. Daarom eisen we in het kader van het controleren van de comitologie een belangrijk recht op,namelijk h zogenaamde revocatierecht. De Commissi heeft herhaaldelijk aangegeven ons daarin te steunen en de Raad heeft dat enigszins schoorvoetend ook gedaan, alleen is het corrigeren van dit punt in het verdrag in het kader van de discussie die hierover is gevoerd, niet gelukt. Maar nu een en ander stilligt, is er geen enkele reden om dat punt ook op ijs te zetten.

De zogenaamde Lamfallussy-procedure is bij steeds meer dossiers op het gebied van de financiële markten van toepassing en het is dus echt hard nodig om het revocatierecht van het Europees Parlement structureel te regelen. Dit is geen prestigeproject of prestigegevecht, het gaat ons er echt om dat we betrokken blijven bij wat we in grote lijnen op niveau 1 hebben vastgesteld en nu in de uitvoering die we gedelegeerd hebben, graag terug willen zien.

 
  
MPphoto
 
 

  Charlie McCreevy, lid van de Commissie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil alle afgevaardigden voor hun opmerkingen bedanken. Het is duidelijk dat we allemaal willen dat de MiFID onder de best mogelijke omstandigheden in werking treedt, en verlenging van de termijnen voor de omzetting en uitvoering is noodzakelijk en gerechtvaardigd. Hoewel de Commissie van oordeel is dat de amendementen over comitologie juridisch gezien niet in deze context passen, zal zij deze aanvaarden om goedkeuring van dit voorstel in eerste lezing mogelijk te maken.

Ik heb begrepen dat over dit vraagstuk het laatste woord nog niet is gezegd en dat u deze amendementen ook in toekomstige voorstellen zult opnemen. Ik vind het erg belangrijk tot een oplossing te komen en ik wil beslist niet dat het besef van urgentie verdwijnt. Daarom zal ik ten aanzien van de amendementen een open houding blijven tentoonspreiden. Zij vormen een belangrijk politiek signaal van de legitieme wensen die sterk bij dit Parlement leven. Een probleem op de politieke agenda plaatsen, is evenwel niet voldoende: we moeten het oplossen.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Het debat is gesloten.

De stemming vindt dinsdag om 12.00 uur plaats.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid