Indiċi 
 Preċedenti 
 Li jmiss 
 Test sħiħ 
Proċedura : 2005/2085(INI)
Ċiklu ta' ħajja waqt sessjoni
Ċikli relatati mad-dokumenti :

Testi mressqa :

A6-0375/2005

Dibattiti :

PV 17/01/2006 - 6
CRE 17/01/2006 - 6

Votazzjonijiet :

PV 17/01/2006 - 7.8
CRE 17/01/2006 - 7.8
Spjegazzjoni tal-votazzjoni

Testi adottati :

P6_TA(2006)0007

Rapporti verbatim tad-dibattiti
It-Tlieta, 17 ta' Jannar 2006 - Strasburgu Edizzjoni riveduta

6. L-iżvilupp ta' l-aġenda għall-politika barranija ta' l-avjazzjoni tal-Komunità-Relazzjonijiet mar-Russja u ċ-Ċina fil-qasam tat-trasport bl-ajru.
Minuti
MPphoto
 
 

  Le Président. – L'ordre du jour appelle la discussion commune sur

- le rapport Saïd El Khadraoui, au nom de la commission des transports et du tourisme, sur le développement de l'agenda de la politique extérieure de l'aviation de la Communauté (2005/2084(INI)) (A6-0403/2005), et

- le rapport Roberts Zīle, au nom de la commission des transports et du tourisme, sur les relations avec la Fédération de Russie et la Chine dans le domaine du transport aérien (2005/2085(INI)) (A6-0375/2005).

 
  
MPphoto
 
 

  Saïd El Khadraoui (PSE), Rapporteur. – Voorzitter, mijnheer de commissaris, beste collega's, ik zou om te beginnen de schaduwrapporteurs van de andere fracties willen danken voor de goede samenwerking. We zijn het niet altijd eens geraakt over alle punten, maar ik denk dat we over de essentie tot overeenstemming zijn gekomen en op die manier zullen bijdragen tot het tot stand komen van een Europese strategie over een onderwerp dat de komende jaren alleen maar aan belang zal winnen.

De aanleiding is, zoals u weet, het fameuze open skies-arrest in 2002 van het Hof van Justitie waaruit bleek dat de Europese Gemeenschap exclusieve bevoegdheden heeft op het gebied van internationale luchtdiensten en meer bepaald inzake geautomatiseerde boekingssystemen, de intracommunautaire ticketprijzen en de verdeling van slots of landingsrechten. Alle bestaande bilaterale luchtvaartakkoorden tussen de lidstaten en derde landen moeten in overeenstemming gebracht worden met het arrest en dat betekent dus dat maar liefst 2.000 luchtvaartakkoorden in de hele Unie aan herziening toe zijn.

Hiervoor bestaan twee instrumenten: ofwel voeren de lidstaten zelf bilaterale onderhandelingen met het derde land om hun bilaterale akkoord in orde te brengen met de rechtspraak (58 akkoorden werden zo in orde gebracht), ofwel worden onderhandelingen op communautair niveau gevoerd in het kader van het zogenaamde horizontaal mandaat, en 22 landen hebben reeds een horizontaal akkoord met de Gemeenschap aanvaard, waardoor 327 bilaterale akkoorden werden aangepast. In totaal dus 385 akkoorden, nog een lange weg te gaan vooraleer alle 2.000 akkoorden gewijzigd zijn.

In mijn verslag pleit ik er dan ook voor om zo snel mogelijk alle bilaterale akkoorden aan te passen conform de open skies-arresten om juridische onzekerheid te vermijden. Mijn voorkeur gaat uit naar Gemeenschapsakkoorden, aangezien slechts eenmaal onderhandeld moet worden om in een klap alle bestaande bilaterale akkoorden met een bepaald land te vervangen. De Europese Gemeenschap kan immers veel meer gewicht in de schaal werpen tijdens onderhandelingen dan bijvoorbeeld een lidstaat alleen, maar hiervoor is een gemeenschappelijke coherente visie wel noodzakelijk.

Ik beklemtoon dat we met onze belangrijkste partners en de groeilanden, zoals China, de Verenigde Staten en Rusland, zo snel mogelijk akkoorden moeten sluiten, maar ook onze onmiddellijke buren mogen niet worden vergeten. Dit is belangrijk omwille van economische en luchtvaartpolitieke redenen, zoals veiligheid en beveiliging, en daarom heb ik voor de stemming van vandaag hierover nog een amendement ingediend.

Wanneer communautaire akkoorden worden gesloten, is het essentieel dat de Europese Gemeenschap rekening houdt met drie belangrijke elementen. Ten eerste, de akkoorden moeten evenwichtig zijn en gelijkwaardige toegang tot elkaars markten is belangrijk. Dit betekent dat aspecten zoals landingsrechten, cabotagerechten, gelijke vestigings- en eigendomsrechten en ook staatssteun aan bod moeten komen. Ik heb zelf nog een amendement ingediend voor de plenaire van vandaag, zodat ook de kwestie van staatssteun zal worden toegevoegd aan de opsomming. Dat is niet onbelangrijk - denkt u maar aan de verscherpte veiligheidsmaatregelen die in de Verenigde Staten werden opgelegd aan alle luchtvaartmaatschappijen na 11 september, maar die voor de Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen wel gefinancierd werden door de Amerikaanse overheid en niet voor andere luchtvaartmaatschappijen en dat betekent concurrentievervalsing.

Ten tweede wordt in mijn verslag benadrukt dat het openen van de markten altijd vooraf gegaan moet worden door convergentie van regelgeving. En dat de graad van liberalisering moet worden gekoppeld aan eerlijke concurrentievoorwaarden. De Europese Unie heeft, of werkt aan, regelgeving omtrent een aantal sociale materies, omtrent veiligheid, beveiliging, milieu, staatssteun en mededinging. Het kan niet zijn dat deze hoge standaarden uitgehold worden door de komst van marktspelers die zich aan minder strenge regels te houden hebben. Zeker bij open skies-akkoorden waarbij luchtvaartmaatschappijen van de Europese Unie en derde landen onbeperkt in elkaars markten zouden mogen opereren, is het dus essentieel dat er een level playing field bestaat tussen de wetgeving van beide partijen. Anders hebben we te maken met concurrentievervalsing en bestaat ook het gevaar voor uitvlagging, waardoor Europese luchtvaartmaatschappijen naar staten zouden trekken met minder duidelijke regels. Daarom heb ik ook nog een amendement ingediend om de convergentie van regelgeving omtrent beveiliging, staatssteun en mededinging op te nemen in mijn verslag, zodat ook op deze vlakken wetgevende convergentie zal plaatsvinden. Indien een open skies-overeenkomst niet mogelijk blijkt te zijn, dan wordt aan de Commissie gevraagd eerlijke en transparante mechanismen te ontwikkelen voor de verdeling van de verkeersrechten onder de lidstaten.

Een derde punt, tenslotte. De Commissie moet ook regelmatig alle betrokken partijen in de luchtvaartsector en het Europees Parlement raadplegen en op de hoogte houden tijdens de onderhandelingen over de vele nieuwe luchtvaartakkoorden die de komende jaren tussen Europa en de rest van de wereld zullen worden gesloten.

Deze drie belangrijke elementen, Voorzitter, zijn ook terug te vinden in het verslag van collega Zīle met betrekking tot Rusland en China. Ook hier moet het wederkerigheidsbeginsel worden toegepast. De hoge heffingen die Rusland vraagt voor het overvliegen van Siberië moeten worden afgeschaft, de kortste weg om naar Azië te vliegen - dat steeds belangrijker wordt - is immers de Russische Federatie. Alle steun dus ook aan collega Zīle.

 
  
MPphoto
 
 

  Roberts Zīle (UEN), Referents. – Godātais priekšsēdētāja kungs! Kolēģi! Vispirms es vēlētos pateikties visiem ēnu referentiem un priekšlikuma iesniedzējiem par Eiropas Komisijas paziņojumu, un tā rezultātā, manuprāt, mums Transporta komitejā izdevās panākt labu rezultātu. Es domāju, ka mūsu visu mērķis bija kopīgs — dot ceļamaizi sarunu vedējiem no Eiropas Komisijas gan ar Krieviju, gan ar Ķīnu un, protams, dot arī politisku signālu Padomei mandāta došanai. Arī šajā aspektā, manuprāt, mums izdevās formulēt ļoti skaidru nostāju būtiskākajos jautājumos.

Par attiecībām ar Ķīnu. Ņemot vērā strauji augošo Ķīnas aviācijas tirgu, kā, piemēram, desmit gadu laikā Ķīna būs lielākais tirgus Āzijā kravas aviopārvadājumos, tad mums bija vairāki principi mūsu darbā. Pirmais — ātrs progress aviācijas visaptverošu līgumu veidošanā starp Eiropas Savienību un Ķīnu. Otrs — līgumam jābūt bāzētam protams uz horizontālu līgumu. Kā kolēģis Saïd El Khadraoui tikko minēja, mēs ļoti gribētu redzēt šai bāzei ļoti strauju attīstību attiecībās ar Ķīnu. Treškārt — tai pat laikā visaptverošā līguma sagatavošanā mēs vēlētos redzēt mandāta paplašinājumu, lai tas ietvertu arī prasības lidostu drošības infrastruktūrai un Ķīnas gaisa kustības kontroles kvalitātei. Un ceturtkārt — ziņojumā īpaši ir uzsvērta nepieciešamība pēc nekavējoša rezultāta panākšanas gaisa kravu pārvadājumu jomā, kas ļautu Eiropas kompānijām savlaicīgāk konkurēt potenciāli lielākajā Āzijas kravas aviācijas tirgū.

Par attiecībām ar Krieviju. Būtiskākais ir tas, ka Transporta komiteja uzskatīja par pilnīgi nepieņemamu praksi, ka Krievija pretēji Čikāgas Konvencijai, ko tā pati ir parakstījusi, ik gadus par Transsibīrijas pārlidojumiem iekasē no Eiropas Savienības aviokompānijām vairāk kā divsimt piecdesmit miljonus eiro gadā. Šī nauda lielā mērā tiek ieguldīta Krievijas kompānijā „Aeroflot”, kas tādējādi tai nodrošina vairāk nekā simts miljonu ASV dolāru peļņu gadā un ļaus saglabāt apmēram trīsdesmit astoņus procentus aviopārvadājumu tirgū starp Eiropas Savienību un Krieviju.

Man ir gandarījums, ka kolēģi Transporta komitejā uzskatīja, ka Eiropas Komisijai ir jābūt daudz stingrākai sarunās ar Krieviju gan Pasaules Tirdzniecības organizācijas ietvaros, gan aviācijas modernizācijas projektos. Mums šķiet nepieņemami, ka līdz 2013. gadam šie maksājumi varētu turpināties nemainīgā veidā un turklāt ļoti necaurspīdīgā formā. Turklāt šie maksājumi daudzām Eiropas aviokompānijām rada diskriminējošus šķēršļus arī iepriekš pieminētajā Ķīnas tirgus daļas iegūšanā. Rezolūcijas projektā ir pateikts pat stingrāk — nekādi citādi maksājumi, kas aizvietotu šīs Transsibīrijas pārlidojumu maksas, Eiropas Parlamentam nav pieņemami. Mēs Transporta komitejā arī uzskatījām, ka jebkurai Eiropas Savienības aviokompānijai sarunās starp Eiropas Komisiju un Krieviju ir jāpanāk līdzvērtīgs nediskriminējošs juridisks statuss, kas ļautu tām iegūt pastāvīgas tiesības nolaisties un pacelties Krievijas lidostās.

Nobeigumā es varētu pateikt to, ka mēs komitejā vēlamies redzēt vairāk informācijas gan par sarunām, gan par to statusu, kas tādējādi Eiropas Parlamentam dotu iespēju labāk aizstāvēt eiropiešu intereses — gan kompāniju, gan pasažieru intereses — citu valstu tirgos aviācijas jomā.

 
  
  

VORSITZ: INGO FRIEDRICH
Vizepräsident

 
  
MPphoto
 
 

  Jacques Barrot, vice-président de la Commission. Monsieur le Président, Mesdames et Messieurs les parlementaires, je veux remercier très vivement M. El Khadraoui et M. Zīle pour leur travail et pour l'esprit de coopération qui a présidé à nos travaux. Je remercie aussi les membres de la commission des transports et du tourisme de s'être investis dans ce débat important. Je précise, Monsieur le Président, que ce débat vient à son heure, alors même que je dois, au cours de cette année 2006, préparer des accords aériens nouveaux. Il était très souhaitable que le Parlement m'éclaire sur la politique extérieure de la Communauté dans le domaine du transport aérien. Vraiment, ces deux rapports constituent une contribution importante au dialogue interinstitutionnel sur l'action communautaire dans ce domaine.

La Communauté, au cours de ces vingt dernières années, a vu ses responsabilités s'accroître dans le secteur aérien. Les États membres ont fait tomber les frontières de leurs marchés nationaux pour ne plus faire qu'un seul marché – le marché communautaire –, qui repose désormais sur un ensemble complet de règles communes, y compris dans des domaines comme la sécurité, la sûreté ou la gestion du trafic aérien. Cette communauté de droit fonde un marché qui est devenu, au fil des années, toujours plus important. Nous comptons désormais 600 millions de passagers et 60 millions de tonnes de marchandises transportés par an.

Passer d'une logique bilatérale entre États à celle d'accords négociés au niveau communautaire offre des perspectives inédites et considérables grâce aux opportunités que recèle le grand marché européen et aux possibilités de coopération de la Communauté. C'est aussi ce passage d'une logique bilatérale à une logique communautaire qui constitue une nécessité juridique pour que soit reconnu et respecté notre acquis réglementaire dans le domaine aérien.

Le rapport de M. El Khadraoui aborde une série de problèmes clés de notre politique. Tout d'abord, l'importance d'avancer vers la régularisation des accords bilatéraux qui, depuis les arrêts de la Cour, connaissent l'insécurité juridique. Monsieur El Khadraoui, nous sommes engagés dans cette tâche aux côtés des États membres, dans un esprit de coopération étroite et en utilisant tous les leviers qu'offre la politique extérieure de l'Union européenne.

Deuxièmement, vous avez souligné, et je vous en remercie, la nécessité de respecter toujours ce double objectif: ouverture des marchés, convergence réglementaire. Cette priorité donnée à la convergence réglementaire permet de développer nos activités internationales et les activités internationales de notre industrie, dans des conditions de concurrence équitables et saines. Il faut poursuivre de façon inséparable ces deux voies. C'est un gage d'efficacité et de crédibilité pour la Communauté dans les négociations.

Enfin, cette coopération réglementaire doit s'appuyer autant que possible sur une coopération technique pour assurer un haut niveau de convergence dans des domaines aussi cruciaux que la sécurité et la sûreté. Mais aussi, bien sûr, dans les problèmes environnementaux et sociaux qui font partie de notre modèle social européen.

Avec le soutien du Parlement, nous allons continuer à demander de nouveaux mandats de négociation. L'intégration de l'Ukraine dans l'espace européen, un accord avec l'Australie et le Chili, le lancement de négociations avec la Chine et l'Inde, telles seront les priorités pour l'année 2006.

La Chine et la Russie font l'objet de deux communications de la Commission sur lesquelles se base le rapport de M. Zīle. Je commencerai par la Russie et par la question du survol de la Sibérie. Je vous remercie de votre soutien sur ce sujet et de votre exigence très justifiée. Nous sommes déterminés à mettre fin à ces prélèvements de taxes qui sont évidemment en-dehors de toutes les règles internationales et, avant d'envisager un accord aérien global avec la Russie, nous devons résoudre cette question spécifique en tenant compte aussi de la volonté de la Russie d'adhérer à l'OMC. J'ai intensifié le rythme des négociations avec le gouvernement russe depuis quelques mois. Le sujet a été soulevé pendant le sommet Union européenne-Russie en octobre suite à une lettre du Président Barroso au Président Poutine. J'ai eu deux réunions avec le ministre des transports russe, M. Igor Lévitine, aux cours desquelles j'ai beaucoup insisté sur l'urgence d'une solution. Notre position est très ferme, nous demandons au gouvernement russe d'établir un système transparent et non discriminatoire et de réduire progressivement les prélèvements jusqu'en 2013, date convenue en 2004 entre le gouvernement russe et la Commission. Enfin, nous demandons de supprimer les restrictions quantitatives pour le survol de la Sibérie par les compagnies européennes. Faute, à ce stade, de réactions suffisantes du gouvernement russe, il faut que nous rappelions ce sujet à tous les niveaux. Il faut que cette question trouve une solution avant l'entrée de la Russie à l'OMC.

En ce qui concerne la Chine, marché en pleine croissance, les avantages d'une approche communautaire sont évidents, comme l'a montré Monsieur Zīle. La perspective d'un accord avec la Chine est essentielle pour les opérateurs européens dans le long terme. Mais notre approche vis à vis de la Chine doit être graduelle et ordonnée, afin de renforcer notre coopération tout en développant un niveau de convergence réglementaire acceptable par notre industrie. La première phase de négociations doit nécessairement être consacrée à l'amélioration du cadre règlementaire et des conditions d'exploitation commerciale. Nos compagnies souffrent de restrictions non justifiées qu'il faut lever sans attendre. Ces aspects liés au doing business seront notre priorité.

En tout cas, Monsieur le Président, je tiens beaucoup à remercier le Parlement européen pour sa contribution à la réussite de cette grande négociation qui permettra à l'Union européenne d'élargir les possibilités de son industrie du transport aérien, industrie qui a eu, je crois, le mérite de créer des emplois en Europe et nous de montrer le visage d'une Europe particulièrement dynamique et d'une Europe où le développement du transport s'accompagne d'une grande sécurité et d'une grande qualité du transport. Merci encore une fois à Monsieur El Khadraoui, à Monsieur Zīle, et merci à votre commission.

 
  
MPphoto
 
 

  Zsolt László Becsey, a PPE-DE képviselőcsoport nevében. – Tisztelt Elnök Úr! Elismerésemet fejezem ki a jelentéstevőnek, El Khadraoui úrnak rendkívül alapos munkájáért. Jelentését megfelelő kompromisszumként fogadta el a közlekedéssel és turizmussal foglalkozó bizottság. Így a magam és a néppárti frakció nevében annak a véleménynek adok hangot, hogy az alapvetően megfelel a parlamenti álláspontnak is.

Az általános elveket lefektetve helyesen hangsúlyoztuk, hogy a Bíróság döntésének megfelelően a közösségi kompetenciába került kérdésnél egyrészt pragmatikusan ki kell zárni a közösségen belüli partnerek mindennemű diszkriminációját, másrészt lehetőség szerint „nyitott égbolt”-megállapodásokat szükséges kötni. E kettős megközelítésben lehet most már a meglévő kétoldalú egyezményeket harmonizálni.

Ugyanakkor kérdés marad, hogy a limitált repülési számok esetében hogy osztjuk el a tagállamok között a külföldi partnerekkel most megtárgyalandó repülési számokat. E kényes kérdéssel kapcsolatban a Bizottságnak hamarosan konkrét papírral is meg kellene jelenni a Parlamentben.

Fontos alapelvnek tartom emellett a Bizottság és a Parlament azon megközelítését, hogy a külső partnerekkel is fokozottabb technikai harmonizáció szükséges. Ezáltal lehet ugyanis elsősorban segíteni a repülés biztonságát, mely külpolitikai sarokkövünk, és áttételesen így segíthetjük a környezetvédelmi és versenyszempontok érvényesülését is.

Nem értek egyet viszont azokkal az elképzelésekkel, amelyek az európai, vagy főleg a tagállami szociális jogokat akarják kiterjeszteni a harmadik országokkal kötött szerződésekre, és más nemzetek zászlaja alatt repülő gépekre. Teljesítsék azok csak a nemzetközi vonatkozású munkajogi, biztonsági és versenynormákat. Ennél több az EU-n belül is csak az új tagállamok elleni felesleges hangulatkeltést erősítené a nem létező szociális dömping örve alatt.

Ugyancsak elutasítom a repülés környezetvédelmi okokból történő megadóztatását, hiszen arra egyrészt nincsen kötelező nemzetközi előírás, másrészt ennek a versenyszférának saját bevételéből kell fenntartania magát, beleértve a reptereket is. A legjobb környezetvédelem a technikai biztonsági fejlődés biztosítása, nem újabb adóterhek kirovása. Csak a kompromisszum keretében fogadtuk el az utalást a repülésnek a légszennyezési kereskedelmi rezsimbe való bevonásáról, de közvetlen adóztatásról szó sem lehet.

Mint új tagállamból jövő képviselőnek különösen fontos, hogy prioritást élvezzenek a szomszédos térségek, a Balkán, illetve a nagy piaci partnerek: Kína, az USA és Oroszország. Végül kijelenteném, hogy a tárgyalások átláthatósága érdekében a Parlament folyamatos bevonása szükséges a tárgyalási menetek során.

 
  
MPphoto
 
 

  Bogusław Liberadzki, w imieniu grupy PSE. – Panie Przewodniczący! Przede wszystkim chciałbym stwierdzić, iż mamy do czynienia z dwoma, bardzo dobrymi sprawozdaniami, zarówno pana Zile, jak i pana El Khadraoui - dziękuję bardzo. Dobrze również jest, że rozpatrujemy te sprawozdania razem. Daje to bowiem obraz naszej polityki w stosunku do lotnictwa cywilnego w ogóle, i dwóch bardzo ważnych obszarów, czyli Chin i Rosji. Obszarów bardzo ważnych gospodarczo, politycznie, ludnościowo, a także obszarów o wielkiej dynamice wzrostu lotnictwa.

To, co przedłożył nam pan El Khadraoui daje podstawę do prowadzenia jednolitej polityki lotniczej Unii Europejskiej w stosunku do świata zewnętrznego. To czyni Unię silniejszą. Z zadowoleniem witamy to jako grupa. Pan Zile w swoim sprawozdaniu podkreślił, iż nasza komisja parlamentarna nie znała wcześniej mandatu negocjacyjnego. Panie Komisarzu, będzie prośba o większą otwartość przed Parlamentem odnośnie mandatów negocjacyjnych.

Stanowisko w stosunku do Rosji, które tu jest zawarte, oceniamy jako stanowisko Parlamentu "życzliwie kategoryczne" i cieszę się, że pan komisarz również podtrzymał takie podejście. Popieramy w pełni wymogi odnośnie standardów jakościowych usług, ochrony środowiska, technicznego wyposażenia lotnisk i kontroli ruchu lotniczego, w tym sprawy bezpieczeństwa. Jesteśmy kategorycznie przeciwnikami pobierania opłat za przeloty nad Syberią. Również uważamy, że powinniśmy tę sprawę rozwiązać w powiązaniu także z innymi sprawami, które będziemy z Rosją negocjować.

Podkreślamy, także w odniesieniu do Rosji i Chin, że potrzebna jest nam zasada wzajemności, zwłaszcza w tych obszarach, gdzie mówimy o zasadach wspólnej, porównywalnej konkurencyjności lotnictwa unijnego, a także operatorów rosyjskich i operatorów chińskich.

Zatem, zdecydowanie jestem zwolennikiem przyjęcia obu tych sprawozdań, podziękowania sprawozdawcom za ich pracę i odnotowania z satysfakcją, iż stanowisko Komisji, pana komisarza i stanowisko Parlamentu są w bardzo dużym stopniu zbieżne.

 
  
MPphoto
 
 

  Eva Lichtenberger, im Namen der Verts/ALE-Fraktion. – Der Flugverkehr ist eine der ganz großen und wachstumsrelevanten Branchen. Das ist unbestritten, und das ist uns allen bei der Diskussion dieser beiden Berichte auch bewusst geworden.

Damit sind zwei Themen besonders intensiv auf den Tisch gekommen, und zwar die Flugsicherheit und natürlich auch die Frage des Umweltschutzes. Im Bereich der Flugsicherheit brauchen wir dringend die gegenseitigen Kontrollrechte; wir brauchen dies auch innerhalb der SAFA, und wir brauchen – das ist ein wichtiger Schritt in der Zukunft, über den hier auch schon diskutiert wurde – die Ausbildung von Kontrollpersonal und den Austausch von Informationen mit Drittstaaten.

Der Beitrag des Flugverkehrs zum Nicht-Erreichen des Kyoto-Ziels ist allerdings ebenso relevant. Wenn nicht gehandelt wird, wird der Flugverkehr all jene Spielräume im Emissionsbereich innerhalb des Kyoto-Protokolls konsumieren, die von den anderen Sektoren eingespart werden. Das heißt, die Industrie spart Emissionen ein, die privaten Haushalte sparen Emissionen ein, und der Flugverkehr wird sie konsumieren, wenn wir nicht handeln. Daher muss die Debatte über mögliche Maßnahmen – sei es im steuerlichen Bereich oder im Bereich des Emissionshandels – offen bleiben. Das ist eine Frage, die uns beschäftigen muss, wenn wir Kyoto ernst nehmen wollen.

Gleichzeitig müssen wir die Fragen von Lärmbelastung und regional angepassten Nachtflugverboten, auch auf internationaler Ebene, zum Thema machen und ein mögliches Sozialdumping verhindern. Innerhalb des open sky allerdings – und hier sind schon wichtige Schritte gemacht worden – ist es notwendig, dass Europa mit Selbstbewusstsein und mit einer Stimme spricht, damit Gleichgewicht herrscht und nicht eine Nation oder ein Komplex im globalen Wettbewerb Vorteile genießt, die alle anderen nicht haben.

 
  
MPphoto
 
 

  Vladimír Remek, za skupinu GUE/NGL. – Vážený pane předsedo, vážení kolegové, pane komisaři. Letectví obecně je pro mne celoživotní téma, chcete-li láska. Létat jsem začal aktivně před čtyřiceti lety. Vždy jsem byl a jsem hrdý na to, že tato oblast lidské aktivity, zejména letecká doprava, může sloužit příkladem efektivní široké mezinárodní spolupráce bez ohledu např. na ideologie, což mimo jiné zabezpečuje, že letecká doprava je vlastně nejbezpečnějším druhem dopravy.

Zejména z těchto důvodů nemám problém vcelku podpořit dnešní zprávy, které směřují k posílení mezinárodní spolupráce a tím ke zkvalitnění a zlepšení efektivity a zvýšení bezpečnosti letectví. Avšak pro doporučení nepřijmout Rusko do WTO a vzhledem k tomu, že nebyly zrušeny poplatky za přelety Sibiře, nemohu jednoznačně podpořit tuto konkrétní zprávu. Aby nedošlo k omylu, nejsem obhájce samotných poplatků jako nesystémového řešení, ale považuji za nepřípustné de facto vyhrožovat suverénnímu státu a prakticky při odstraňování jedné překážky budovat jinou, dle mého soudu mnohem závažnější. Upřednostňuji tvrdé, transparentní, ale přece jen jednání.

 
  
MPphoto
 
 

  Mieczysław Edmund Janowski, w imieniu grupy UEN. – Panie Przewodniczący! Pragnę wyrazić uznanie dla obu sprawozdawców za wykonaną pracę. Gratuluję panom.

Dobrze, iż unijny program obejmujący lotnictwo wspólnotowe uwzględnia aspekty ekonomiczne, techniczne, prawne, społeczne i ekologiczne, nie zapominając przy tym o warunkach bezpieczeństwa. Jak ważkie są to sprawy widzimy zwłaszcza wtedy, gdy zdarza się awaria, zagrożenie terrorem, czy występują złe warunki meteorologiczne, bądź zdarza się strajk. Dodam, że w takiej sytuacji pasażerowie nie mogą być traktowani jako zło konieczne, co niestety zdarza się obecnie.

Krótko niektóre kwestie sygnalnie. W kontekście otwartych przestworzy, uznaję za celowe zwiększenie liczby portów lotniczych państw Unii Europejskiej, z których ma miejsce międzynarodowy transport lotniczy. Znacznie ułatwi to ruch osobowy oraz usprawni przewóz towarów. Tam, gdzie jest to celowe, należy ze środków Unii wesprzeć modernizację lotnisk. Cieszę się z zapowiedzi w tej materii. Po drugie, obywatel Unii powinien w każdym porcie lotniczym korzystać ze zbliżonego poziomu usług związanych z odprawą. Dotyczy to także kultury obsługi. Podobnych warunków należy oczekiwać w relacjach zewnętrznych. Po trzecie, osoby niepełnosprawne, o czym mówiliśmy kilka tygodni temu, powinny mieć zapewnione właściwe warunki podróży lotniczej, także na zewnątrz obszaru Unii. Po czwarte, wspólnota jako całość, powinna negocjować takie sprawy, jak opłaty za przeloty nad terytorium Rosji. Powinny być one jak najszybciej zniesione. Po piąte, wyrażam sugestię, aby wszystkie samoloty używane w liniach lotniczych państw Unii, niezależnie od miejsca produkcji, miały podobne rozwiązania techniczne w zakresie bezpieczeństwa pasażerów.

Kończąc powiem, że należy zachęcić przewoźników do lepszej współpracy, w tym elastyczności cenowej i terminowej, chodzi bowiem o to, aby pasażer czuł się podmiotem działań przewoźnika, nie zaś, czasami, kłopotliwym ładunkiem jednostkowym.

 
  
MPphoto
 
 

  Luis de Grandes Pascual (PPE-DE). – Señor Presidente, señor Comisario de Transportes, Señorías, intervengo aquí como ponente designado por el Grupo del PPE-DE para el informe que trata sobre las relaciones de la Unión Europea con Rusia y China en el ámbito del transporte aéreo. Quisiera reiterar aquí de nuevo las conclusiones que ya formulamos en su momento en la Comisión de Transportes y Turismo.

En primer lugar, quiero felicitar a los ponentes, tanto al señor El Khadraoui como al señor Zīle. Creo, señor Zīle, que su trabajo ha sido absolutamente positivo, pues nos ha permitido a todos los grupos parlamentarios entender el alcance de esta propuesta y la necesidad de crear un verdadero espacio aéreo común para consolidar nuestra posición en el mundo. La Unión Europea debe estrechar lazos con sus socios, entre los que se encuentran Rusia y China.

Rusia, Señorías, constituye para la Unión Europea una prioridad, no sólo como país vecino, sino también por una serie de motivos que le son propios, tanto en el plano económico como político. Con el 75 % del tráfico exterior de pasajeros dirigido hacia la Comunidad Europea, la Unión Europea debe ser capaz de presentar a nuestros interlocutores rusos una propuesta que contemple en el futuro un acuerdo global en el sector de la aviación, que, entendemos, debe desarrollarse por fases y una vez resuelta la problemática del pago de derechos de sobrevuelo de Siberia.

Este último aspecto, Señorías, constituye un verdadero escollo para el inicio de las negociaciones y entendemos que la Unión Europea debe mantener una posición muy firme y de exigencia frente a nuestros colegas rusos. En este sentido, nos congratulamos de las palabras expresadas aquí esta mañana por el Comisario Barrot.

Por lo que respecta a China, somos partidarios de alcanzar, igualmente, un acuerdo global, puesto que las oportunidades de mercado que presenta China para la Unión Europea son inmensas. Se prevé que el gigante chino registre en los próximos años un crecimiento sostenido en el sector de la aviación comercial de entre aproximadamente el 9 % y el 15 %. China está acometiendo, además, un proceso de reforma y liberalización en su sector de aviación, facilitando las inversiones extranjeras y emprendiendo un programa significativo de construcción de aeropuertos.

No obstante, para iniciar con éxito las negociaciones con nuestros socios chinos, China debe, también, en primer lugar, alcanzar un acuerdo horizontal con la Unión Europea y debe resolver la problemática del sobrevuelo de Siberia, paso obligatorio de las compañías europeas para llegar a China.

 
  
MPphoto
 
 

  Jörg Leichtfried (PSE). – Herr Präsident, Herr Vizepräsident, sehr geehrte Kolleginnen und Kollegen! Zunächst möchte ich die Gelegenheit nützen, um den Berichterstattern aufrichtig zu der geleisteten Arbeit zu gratulieren. Ich denke, eine Reform in der internationalen Zivilluftfahrt beinhaltet auch die Möglichkeit zur Schaffung eines gemeinsamen Luftverkehrsraumes mit einheitlichen Standards.

Aspekte wie die Effizienz und Sicherheit des Flugbetriebs sind nicht nur ein Beitrag zur Nachbarschaftspolitik der Union, sondern liegen auch ganz vehement in unserem eigenen Interesse. Es ist daher im Sinne unserer aller Sicherheit enorm wichtig, dass einheitliche Standards der Luftsicherheit auch in neue Luftverkehrsabkommen mit Drittstaaten aufgenommen werden müssen. Nur so können in Zukunft Flugzeugkatastrophen verhindert und ein einheitlich hohes Niveau an Sicherheit gewährleistet werden.

Gegebenfalls müssen wir aber– und das ist auch zu bedenken – jenen Staaten, die diese technischen Standards nicht erfüllen können, Unterstützung zukommen lassen. Nicht nur die Einhaltung gemeinsamer Vorschriften auf dem Gebiet der Luftsicherheit ist wichtig, sondern vor allem auch die Bereiche Sozial- und Umweltpolitik.

In den derzeit bestehenden bilateralen Abkommen gibt es nur sehr wenige oder gar keine Verweise auf solche Vorschriften. Die Marktöffnung des Luftverkehrsraums darf auf keinen Fall zu Lasten von Arbeitnehmerinnen und Arbeitnehmern gehen, die unter Umständen in Drittländern unter weniger strengen Sozialvorschriften beschäftigt sind. Eine solche Situation würde nicht zuletzt auch ein erhebliches Sicherheitsrisiko bedeuten, wenn diese Arbeitnehmerinnen und Arbeitnehmer unter unzumutbaren Zuständen ihren Dienst versehen. Wenn für alle Beteiligten dieselben Regeln für die Marktbetätigung gelten, dann hat Sozialdumping auf Kosten der Flugsicherheit in Zukunft keine Chance.

 
  
MPphoto
 
 

  Georg Jarzembowski (PPE-DE). – Herr Präsident, Herr Vizepräsident, liebe Kolleginnen und Kollegen! Ich kann mich natürlich nur den Vorrednern aus meiner Fraktion anschließen, einschließlich des Dankes an die beiden Berichterstatter.

Ich möchte einen Punkt besonders herausstellen. Es ist sehr gut, und ich bin ganz glücklich darüber, dass bei dieser Frage im Hause ein Einvernehmen in der Sache und mit der Kommission herrscht. Ich möchte aber darauf hinweisen, dass die Idee einer einheitlichen Luftverkehrspolitik zum Nutzen unserer Luftverkehrsunternehmen, ihrer Arbeitnehmer und der Passagiere nicht von allen Mitgliedstaaten so einheitlich positiv bewertet wird wie von uns. Auch die eine oder andere Fluggesellschaft ist oft glücklicher, wenn ihre nationale Regierung und nicht die Europäische Kommission sie in Drittlandsbeziehungen vertritt. Deshalb müssen wir darauf achten, dass die Verhandlungen der Kommission mit Drittstaaten wie zum Beispiel mit den USA für die Mitgliedstaaten unter Beweis stellen, dass eine einheitliche europäische Luftverkehrspolitik besser ist als 25 verschiedene Luftfahrtpolitiken mit Drittstaaten. Insofern sollten wir diesen Aspekt immer vor Augen behalten. Wir sind davon überzeugt, dass es im Interesse der Unternehmen, der Arbeitnehmer und der Passagiere richtig ist, eine einheitliche Drittlandspolitik zu verfolgen. Aber manche Regierung müssen wir davon noch überzeugen.

 
  
MPphoto
 
 

  Inés Ayala Sender (PSE). – Señor Presidente, querría comenzar felicitando a los dos ponentes, el señor Zīle y el señor El Khadraoui. A este último querría felicitarle por su acertadísimo trabajo, especialmente pertinente como hito en el camino de la construcción de los cielos abiertos entre la Unión Europea y terceros países, que nos permite precisamente reflexionar ahora sobre los logros obtenidos y los desafíos que restan y que exigen determinadas condiciones de equidad sociales y medioambientales.

Asimismo, me gustaría felicitar al Comisario, que con admirable diligencia aprovecha con éxito el mandato comunitario y que, superando poco a poco el bilateralismo obsoleto y cada vez menos eficaz, nos permite llevar adelante la iniciativa que a menudo comporta una ventaja negociadora de credibilidad dentro de la construcción de los cielos abiertos europeos. En ese sentido, su especial referencia al paso de compañías nacionales a compañías europeas es enormemente esperanzadora.

Subrayo, sin embargo, algunos aspectos que nos preocupan; principalmente la demora en el acuerdo con los Estados Unidos. Sabemos que es una conocida práctica dilatoria en la negociación: creyendo obtener mayores ventajas, finalmente debe acercarse o sumarse al resto. El Protocolo de Kioto nos lo ha demostrado. Le animamos, por lo tanto, a reforzar este frente.

Por otra parte, quiero hacer hincapié en la necesidad de superar la bilateralidad en la negociación con Rusia y, desde luego, su inaceptable política de sobretasas, completamente contraria a la normativa internacional. Son aprendizajes que, evidentemente, también deberemos aplicar a la negociación en curso con China.

Asimismo, desearíamos que la Agencia Europea de Seguridad Aérea reforzada encontrase una vía de coordinación resuelta e inequívoca con Eurocontrol, para que no trascienda una aparente pugna entre ambos, que puede resultar contradictoria.

Por último, quisiera decir que, en el caso de la aplicación que se está haciendo en los acuerdos o la exigencia de normas mediambientales y legislación sobre derechos sociales, desearíamos que en esa negociación aparezcan, cada vez más, las normas internacionales más cercanas a las normas de mayor rango europeas, es decir, una estandarización al alza. En este sentido, desearía que el Comisario nos informase sobre la situación en la que se encuentra la conversión de los JAR OPS en los EU OPS, es decir, toda la normativa de tiempo de vuelo y tiempo de descanso tras el acuerdo obtenido en el Consejo, que nos parece también importante en el marco de la negociación de la política exterior de la Unión en el ámbito aéreo.

 
  
MPphoto
 
 

  Μανώλης Μαυρομμάτης (PPE-DE). – Κύριε Πρόεδρε, η έκθεση πρωτοβουλίας του συναδέλφου Zīle απεικονίζει πληρέστατα τις σχέσεις της Ευρωπαϊκής Ένωσης με τη Λαϊκή Δημοκρατία της Κίνας και τη Ρωσία στον τομέα των αεροπορικών μεταφορών. Το σημαντικότερο όμως είναι οι διαφοροποιήσεις που υπάρχουν όσον αφορά τις πτήσεις πάνω από την επικράτεια των δύο χωρών.

Όπως σωστά επισημαίνει ο εισηγητής, από τη μία πλευρά έχουμε τη διαδικασία ανάπτυξης, εκσυγχρονισμού και απελευθέρωσης της κινεζικής πολιτικής αεροπορίας η οποία βρίσκεται σε καλό δρόμο, από την άλλη όμως, στην περίπτωση της Ρωσίας, τα προβλήματα παραμένουν, κυρίως σε ό,τι αφορά την επισήμανση ότι, κατά παράβαση του δικαίου του ανταγωνισμού, όλες οι προσπάθειες διαχείρισης και ελέγχου της εναέριας κυκλοφορίας αποδίδονται στην προσπάθεια πριμοδότησης των ρωσικών αερογραμμών.

Και στις δύο περιπτώσεις οι παρεμβάσεις του Επιτρόπου Barrot θεωρούνται καταλυτικές, αλλά μέχρι στιγμής στη δεύτερη περίπτωση οι εκκρεμότητες παραμένουν.

Στην περίπτωση της Λαϊκής Δημοκρατίας της Κίνας, χαιρετίζω την πρόοδο, ειδικότερα την προσαρμογή στους κανόνες καλής συνεργασίας με την Ευρωπαϊκή Ένωση, με κύρια χαρακτηριστικά την απελευθέρωση αεροδιαδρόμων εκ μέρους της κυβέρνησής της στις ευρωπαϊκές εταιρίες, με στόχο την πληρέστερη εξυπηρέτηση των ταξιδιωτών αλλά και της διακίνησης του εμπορίου με την προσαύξηση των πτήσεων.

Ως μέλος της κοινοβουλευτικής ομάδας για τις σχέσεις Ευρωπαϊκής Ένωσης και Λαϊκής Δημοκρατίας της Κίνας, χαιρετίζω τη γενική στάση της Επιτροπής και ειδικότερα τις ενέργειες του Επιτρόπου Barrot προς την κατεύθυνση της ολοκλήρωσης των συμφωνιών για τις πτήσεις με την επισήμανση ότι, για το Κοινοβούλιο θα ήταν λογικό να είχε πρόσβαση στους όρους της διαπραγματευτικής εντολής που ζητεί η Επιτροπή από το Συμβούλιο σε σχέση με την Κίνα.

Τέλος, συμφωνώ με τον εισηγητή ότι δεν πρέπει να συναφθεί συνολική συμφωνία με τη Ρωσία χωρίς επίλυση του προβλήματος των υπερπτήσεων της Σιβηρίας που θα προβλέπει την κατάργηση των τελών υπέρπτησης. Εύχομαι λοιπόν να φθάσουμε στην αρμονικότερη των συμφωνιών γιατί και οι δύο πλευρές, Ρωσία και Ευρωπαϊκή Ένωση, έχουν ανάγκη η μία την άλλη στα πλαίσια του γενικότερου συμφέροντος των λαών μας.

 
  
MPphoto
 
 

  Ulrich Stockmann (PSE). – Herr Präsident! Ich habe drei Anmerkungen vorzubringen. Erstens: Wir begrüßen den Kommissionsansatz zur schrittweisen Ausweitung von Gemeinschaftsabkommen mit Drittstaaten. Aufgrund der weit reichenden Auswirkungen auf den gesamten Verkehrssektor, den Umweltbereich sowie auf Wettbewerbs- und Binnenmarktfragen plädiere ich jedoch dafür, noch einmal zu überlegen, ob die Luftfahrtaußenpolitik nicht in das Mitentscheidungsverfahren gehört.

Zweitens: Wir erwarten von der Kommission nicht nur eine Offenlegung ihrer strategischen Vorgehensweise, sondern auch die Aufstellung einer Länderprioritätenliste für angestrebte Abkommen. Herr Kommissar, Sie haben dazu vorhin schon eine kleine Skizze gegeben.

Drittens: Der oberste Grundsatz bei allen Verträgen muss die wechselseitig symmetrische Marktöffnung sein. Daher ist bei den aktuellen Verhandlungen mit Russland und China zu bedenken, dass – wenn nicht zunächst das Problem mit Russland hinsichtlich der Überfluggebühren geregelt wird – ein Abkommen mit China das Wechselseitigkeitsgebot konterkarieren würde, denn China bekommt von Russland andere Überflugkonditionen als die europäischen Fluggesellschaften, und das können wir so nicht hinnehmen.

 
  
MPphoto
 
 

  Piia-Noora Kauppi (PPE-DE). – Mr President, I too should like to join with all those colleagues who have remarked on the excellent work of the rapporteurs, Mr El Khadraoui and Mr Zīle.

I support the view of the rapporteur concerning the necessity of developing a common external aviation policy for the EU. However, in addition to the EU aviation policy, we must be able to develop bilateral aviation agreements with third countries, as many of our partners have difficulties in committing to those common Union agreements. Nevertheless, I underline that those bilateral agreements should be in addition to and complement – not replace – the common aviation policy. Most importantly, the normal functioning of air traffic should be assured without useless confrontation while we are negotiating.

As the rapporteur has stated, we have noted the difficulties in negotiating a comprehensive agreement with Russia. The charges imposed for flights over its territory are clearly against international law and are not acceptable. Sad but true, it seems that Russia will always somehow utilise its airspace for strategic purposes. I do not believe that we will get rid of those charges even though Russia would no longer collect overflight charges. Every year we in the European Union pay around EUR 250 million in such charges. Unfortunately, a major part of that sum ends up in the accounts of Russian airline Aeroflot. That is also bad for the competition situation in Europe.

For Finland these charges are significant, as the only realistic option to fly to Asia is over Siberia. We should ensure that a level playing field exists for all EU operators. Today that is not the case, as those charges are often arbitrary and differ from one airline to another.

As Russia seems to prefer bilateral cooperation, it is with happiness that I note that a more open attitude prevails in China. I would hope that the Council would agree to start negotiations with China and give the Commission a proper mandate for achieving a common aviation agreement.

Finally, by ensuring sustainable economic and regulatory conditions for air traffic to Asia, we also revitalise the European aviation industry and ensure the possibility of offering efficient flight connections and routes, including in the more sparsely populated and geographically distant areas of Europe, such as the northern part of Finland.

 
  
MPphoto
 
 

  Jacques Barrot, vice-président de la Commission. Monsieur le Président, merci aux députés qui ont bien voulu réagir aux excellents rapports de MM. El Khadraoui et Zīle. C'est bien volontiers qu'à cette occasion, je confirme mon intention d'informer très régulièrement le Parlement sur les orientations stratégiques de notre politique de négociations internationales. Encore une fois, merci à nos deux rapporteurs pour leur excellent travail. Le potentiel de développement du secteur aérien est considérable et il fait partie intégrante de notre politique de mobilité.

Je me réjouis évidemment de votre très large soutien à la convergence réglementaire, qui est un objectif inséparable de l'ouverture des marchés. Avec certains partenaires qui n'offrent pas de garanties suffisantes pour un environnement commercial efficace et équitable, la convergence réglementaire est prioritaire. L'ouverture des marchés ne peut se faire que progressivement quand une approche plus prudente s'impose. Nous devons même parfois faire preuve de fermeté. C'est déjà le cas et ce le sera de plus en plus avec la Russie, concernant le survol de la Sibérie, comme vient de le souligner Mme Kauppi, sans compter que ce survol fait l'objet de taxations arbitraires. Donc, je me réjouis de votre soutien clair et net sur ce point.

J'entends être très attentif aux questions de sûreté et de sécurité qui se posent parfois avec acuité dans ce secteur. Outre la concurrence, nous devons être vigilants quant au respect intégral des normes sociales et environnementales. Je veux dire à cet égard au Parlement que le fait de disposer d'une stratégie européenne et de pouvoir signer des accords horizontaux constitue un avantage, car cela permet d'influencer le droit international de l'aviation civile. Une Europe unie est beaucoup plus en mesure de faire évoluer certaines normes, de les faire aller vers plus de qualité, tant pour l'environnement que pour la dimension sociale. À cet égard, permettez-moi de vous faire savoir, Madame, que le texte operation standard est actuellement au stade de sa finalisation en vue d'une position commune au Conseil. Il faut que les juristes linguistes traduisent ce texte et il est envisagé ensuite de le renvoyer au Parlement vers mars-avril, pour une deuxième lecture.

Enfin, je voudrais dire que les progrès de la négociation Open Sky avec les États-Unis devraient normalement donner l'impulsion nécessaire à l'approche communautaire qui fait suite à la décision de la Cour de justice. Dans ce domaine, il est prématuré de donner une appréciation exacte de la situation: nous attendons une meilleure clarification de la nouvelle interprétation du ministère des transports américain concernant les règles de contrôle des compagnies aériennes. Mais il est vrai que nous avons bien avancé et notamment sur la convergence réglementaire, sur laquelle nous sommes pratiquement parvenus à un accord, et j'espère que cette négociation va donner une impulsion déterminée et décisive à l'approche communautaire. Celle-ci est évidemment bien préférable à des accords bilatéraux qui n'auront jamais la même efficacité pour notre industrie européenne.

C'est une bonne illustration du fait que, dans certains domaines, l'Union a tout intérêt à parler d'une seule voix. Et vous comprendrez que je remercie, Monsieur le Président, tout particulièrement le Parlement d'appuyer fortement la Commission dans cette stratégie en faveur d'une négociation proprement européenne qui doit, selon moi, être par ailleurs profitable à chacun des États membres ainsi qu'à l'ensemble de notre industrie européenne.

Merci à nos rapporteurs et au Parlement de s'être s'intéressés à cet aspect des relations extérieures et de nos négociations internationales. Celui-ci prendra une importance accrue, compte tenu de la place croissante que l'industrie aérienne est appelée à occuper dans le monde.

 
  
MPphoto
 
 

  Der Präsident. Die Aussprache ist geschlossen.

Die Abstimmung findet um 12.00 Uhr statt.

(Die Sitzung wird um 11.45 Uhr unterbrochen und um 12.00 Uhr wieder aufgenommen.)

 
  
  

PRÉSIDENCE DE M. ONESTA
Vice-président

 
  
MPphoto
 
 

  Gary Titley (PSE). – Mr President, I would be grateful if you could pass on to President Borrell our thanks for his very kind words yesterday in memory of our colleague, Phillip Whitehead. I know I speak not only for the whole of my delegation but also for the whole European Parliament, because Phillip’s fair-minded and judicious approach to politics won him friends throughout this Chamber.

My delegation has placed at the entrance to the Chamber a book of condolence, in which we hope colleagues throughout Parliament will feel free to put their memories of Phillip. We will be presenting this book of condolence to his family at his memorial service, which will take place at Derby Cathedral on 29 January. My office will provide details to any Members who wish to attend.

(Applause)

 
  
MPphoto
 
 

  Le Président. – Merci Monsieur Titley, je pense que nos collègues et amis auront pris bonne note de tous ces rendez-vous malheureusement bien tristes.

 
Avviż legali - Politika tal-privatezza