6. Ontwikkeling van de agenda voor het externe luchtvaartbeleid van de Gemeenschap - Betrekkingen met Rusland en China op het gebied van het luchtvervoer
De Voorzitter. - Aan de orde is de gecombineerde behandeling van:
- het verslag (A6-0403/2005) van Saïd El Khadraoui, namens de Commissie vervoer en toerisme, over de ontwikkeling van de agenda voor het externe luchtvaartbeleid van de Gemeenschap (2005/2084(INI));
- het verslag (A6-0375/2005) van Roberts Zīle, namens de Commissie vervoer en toerisme, over de betrekkingen met de Russische Federatie en China op het gebied van het luchtvervoer (2005/2085(INI)).
Saïd El Khadraoui (PSE), rapporteur. – Voorzitter, mijnheer de commissaris, beste collega's, ik zou om te beginnen de schaduwrapporteurs van de andere fracties willen danken voor de goede samenwerking. We zijn het niet altijd eens geraakt over alle punten, maar ik denk dat we over de essentie tot overeenstemming zijn gekomen en op die manier zullen bijdragen tot het tot stand komen van een Europese strategie over een onderwerp dat de komende jaren alleen maar aan belang zal winnen.
De aanleiding is, zoals u weet, het fameuze open skies-arrest in 2002 van het Hof van Justitie waaruit bleek dat de Europese Gemeenschap exclusieve bevoegdheden heeft op het gebied van internationale luchtdiensten en meer bepaald inzake geautomatiseerde boekingssystemen, de intracommunautaire ticketprijzen en de verdeling van slots of landingsrechten. Alle bestaande bilaterale luchtvaartakkoorden tussen de lidstaten en derde landen moeten in overeenstemming gebracht worden met het arrest en dat betekent dus dat maar liefst 2 000 luchtvaartakkoorden in de hele Unie aan herziening toe zijn.
Hiervoor bestaan twee instrumenten: ofwel voeren de lidstaten zelf bilaterale onderhandelingen met het derde land om hun bilaterale akkoord in orde te brengen met de rechtspraak (58 akkoorden werden zo in orde gebracht), ofwel worden onderhandelingen op communautair niveau gevoerd in het kader van het zogenaamde horizontaal mandaat, en 22 landen hebben reeds een horizontaal akkoord met de Gemeenschap aanvaard, waardoor 327 bilaterale akkoorden werden aangepast. In totaal dus 385 akkoorden, nog een lange weg te gaan vooraleer alle 2 000 akkoorden gewijzigd zijn.
In mijn verslag pleit ik er dan ook voor om zo snel mogelijk alle bilaterale akkoorden aan te passen conform de open skies-arresten om juridische onzekerheid te vermijden. Mijn voorkeur gaat uit naar Gemeenschapsakkoorden, aangezien slechts eenmaal onderhandeld moet worden om in een klap alle bestaande bilaterale akkoorden met een bepaald land te vervangen. De Europese Gemeenschap kan immers veel meer gewicht in de schaal werpen tijdens onderhandelingen dan bijvoorbeeld een lidstaat alleen, maar hiervoor is een gemeenschappelijke coherente visie wel noodzakelijk.
Ik beklemtoon dat we met onze belangrijkste partners en de groeilanden, zoals China, de Verenigde Staten en Rusland, zo snel mogelijk akkoorden moeten sluiten, maar ook onze onmiddellijke buren mogen niet worden vergeten. Dit is belangrijk omwille van economische en luchtvaartpolitieke redenen, zoals veiligheid en beveiliging, en daarom heb ik voor de stemming van vandaag hierover nog een amendement ingediend.
Wanneer communautaire akkoorden worden gesloten, is het essentieel dat de Europese Gemeenschap rekening houdt met drie belangrijke elementen. Ten eerste, de akkoorden moeten evenwichtig zijn en gelijkwaardige toegang tot elkaars markten is belangrijk. Dit betekent dat aspecten zoals landingsrechten, cabotagerechten, gelijke vestigings- en eigendomsrechten en ook staatssteun aan bod moeten komen. Ik heb zelf nog een amendement ingediend voor de plenaire van vandaag, zodat ook de kwestie van staatssteun zal worden toegevoegd aan de opsomming. Dat is niet onbelangrijk - denkt u maar aan de verscherpte veiligheidsmaatregelen die in de Verenigde Staten werden opgelegd aan alle luchtvaartmaatschappijen na 11 september, maar die voor de Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen wel gefinancierd werden door de Amerikaanse overheid en niet voor andere luchtvaartmaatschappijen en dat betekent concurrentievervalsing.
Ten tweede wordt in mijn verslag benadrukt dat het openen van de markten altijd voorafgegaan moet worden door convergentie van regelgeving. En dat de graad van liberalisering moet worden gekoppeld aan eerlijke concurrentievoorwaarden. De Europese Unie heeft, of werkt aan, regelgeving omtrent een aantal sociale materies, omtrent veiligheid, beveiliging, milieu, staatssteun en mededinging. Het kan niet zijn dat deze hoge standaarden uitgehold worden door de komst van marktspelers die zich aan minder strenge regels te houden hebben. Zeker bij open skies-akkoorden waarbij luchtvaartmaatschappijen van de Europese Unie en derde landen onbeperkt in elkaars markten zouden mogen opereren, is het dus essentieel dat er een level playing field bestaat tussen de wetgeving van beide partijen. Anders hebben we te maken met concurrentievervalsing en bestaat ook het gevaar voor uitvlagging, waardoor Europese luchtvaartmaatschappijen naar staten zouden trekken met minder duidelijke regels. Daarom heb ik ook nog een amendement ingediend om de convergentie van regelgeving omtrent beveiliging, staatssteun en mededinging op te nemen in mijn verslag, zodat ook op deze vlakken wetgevende convergentie zal plaatsvinden. Indien een open skies-overeenkomst niet mogelijk blijkt te zijn, dan wordt aan de Commissie gevraagd eerlijke en transparante mechanismen te ontwikkelen voor de verdeling van de verkeersrechten onder de lidstaten.
Een derde punt, tenslotte. De Commissie moet ook regelmatig alle betrokken partijen in de luchtvaartsector en het Europees Parlement raadplegen en op de hoogte houden tijdens de onderhandelingen over de vele nieuwe luchtvaartakkoorden die de komende jaren tussen Europa en de rest van de wereld zullen worden gesloten.
Deze drie belangrijke elementen, Voorzitter, zijn ook terug te vinden in het verslag van collega Zīle met betrekking tot Rusland en China. Ook hier moet het wederkerigheidsbeginsel worden toegepast. De hoge heffingen die Rusland vraagt voor het overvliegen van Siberië moeten worden afgeschaft, de kortste weg om naar Azië te vliegen - dat steeds belangrijker wordt - is immers de Russische Federatie. Alle steun dus ook aan collega Zīle.
Roberts Zīle (UEN), rapporteur. – (LV) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik wil eerst alle schaduwrapporteurs en degenen die moties op het verslag van de Europese Commissie hebben ingediend, bedanken; het is naar mijn mening aan deze inbreng te danken dat we in de Commissie vervoer en toerisme een goed resultaat hebben bereikt. Ik denk dat we allen hetzelfde doel hadden – de leden van de Europese Commissie die besprekingen voeren met Rusland en China, een handvat aan te reiken en uiteraard ook een politiek signaal aan de Raad af te geven om een mandaat te verlenen. Naar mijn idee zijn we er ook in dat opzicht in geslaagd een zeer helder standpunt te formuleren over de belangrijkste kwesties.
Wat de betrekkingen met China aangaat hebben we ons, gelet op de snel groeiende Chinese luchtvaartmarkt – over tien jaar zal China bijvoorbeeld de grootste vrachtvervoermarkt in Azië zijn – bij onze werkzaamheden door diverse uitgangspunten laten leiden. Ten eerste moet er snel vooruitgang worden geboekt bij het sluiten van een alomvattende luchtvaartovereenkomst tussen de Europese Unie en China. Ten tweede moet die overeenkomst uiteraard een horizontaal karakter hebben. Zoals mijn collega, de heer El Khadraoui, zojuist zei, zouden we graag zeer snelle vooruitgang zien waar het gaat om deze bodem onder de betrekkingen met China. Ten derde zouden we ook graag zien dat het opstellen van die alomvattende overeenkomst vergezeld gaat van een zodanige uitbreiding van het mandaat dat het tevens betrekking heeft op de eisen inzake de veiligheidsinfrastructuur van luchthavens en de kwaliteit van de Chinese luchtverkeersleiding. Ten vierde wordt in het verslag extra benadrukt dat er op het gebied van het luchtvrachtvervoer onverwijld resultaten moeten worden geboekt die Europese maatschappijen in staat stellen sneller de concurrentie aan te gaan op de in aanleg grootste Aziatische luchtvrachtmarkt.
Wat Rusland betreft is het belangrijkste aspect dat de Vervoerscommissie het oordeel “volkomen onaanvaardbaar” heeft uitgesproken over de praktijk waarbij Rusland jaarlijks een bedrag van ruim 250 miljoen euro van luchtvervoerders uit de EU ontvangt voor vluchten over Siberië, hetgeen in strijd is met het Verdrag van Chicago, dat ook door Rusland is ondertekend. Het grootste deel van dit geld wordt geïnvesteerd in de Russische luchtvaartmaatschappij Aeroflot, die dankzij die steun een jaarlijkse winst boekt van meer dan 100 miljoen Amerikaanse dollar en een aandeel van ongeveer 38 procent van het luchtvervoer tussen de Europese Unie en Rusland weet te behouden.
Ik ben verheugd dat mijn collega’s in de Vervoerscommissie het met mij eens zijn dat de Europese Commissie zich veel harder zou moeten opstellen in de onderhandelingen met Rusland, die zowel binnen het raamwerk van de Wereldhandelsorganisatie als in het kader van projecten voor modernisering van de luchtvaart plaatsvinden. Het is naar onze mening onacceptabel om tot 2013 door te gaan met deze betalingen in de huidige vorm, die bovendien volkomen ondoorzichtig is. Daarnaast werpen deze betalingen discriminerende belemmeringen op voor veel Europese luchtvervoerders waar het gaat om het bemachtigen van een aandeel op de eerder genoemde Chinese markt. De formulering in de ontwerpresolutie gaat zelfs nog verder – voor het Europees Parlement zijn ook andere vormen van betaling ter vervanging van de overvliegvergoedingen voor Siberië onaanvaardbaar. In de Vervoerscommissie waren wij het er ook over eens dat alle luchtvervoerders uit de EU in het kader van de onderhandelingen tussen de EU en Rusland een gelijke, niet-discriminerende wettelijke status moeten krijgen om hen in staat te stellen permanente start- en landingsrechten te verkrijgen op Russische luchthavens.
Ik zou hier tot slot nog aan willen toevoegen dat wij in de commissie beter geïnformeerd zouden willen worden over onderhandelingen en over de stand van zaken daarbij, opdat het Europees Parlement de belangen van Europeanen – zowel luchtvaartmaatschappijen als passagiers – op luchtvaartmarkten in andere landen beter kan behartigen.
VOORZITTER: INGO FRIEDRICH Ondervoorzitter
Jacques Barrot, vice-voorzitter van de Commissie. (FR) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren afgevaardigden, ik wil de heren El Khadraoui en Zīle hartelijk bedanken voor hun werk en voor hun coöperatieve houding die onze werkzaamheden heeft gekenmerkt. Ik dank ook de leden van de Commissie vervoer en toerisme voor hun inzet in deze belangrijke discussie. Ik wil graag benadrukken, mijnheer de Voorzitter, dat deze discussie op het juiste moment komt, aangezien ik in de loop van 2006 nieuwe luchtvaartovereenkomsten moet voorbereiden. Het was bijzonder welkom dat het Parlement mij meer inzicht verschafte over het externe beleid van de Gemeenschap op het gebied van het luchtvervoer. Deze twee verslagen vormen echt een belangrijke bijdrage aan de interinstitutionele dialoog over het communautaire optreden op dit gebied.
Gedurende de afgelopen twintig jaar heeft de Gemeenschap haar verantwoordelijkheden in de luchtvaartsector zien toenemen. De lidstaten hebben de grenzen van hun nationale markten afgeschaft om een eenheidsmarkt te vormen – de communautaire markt –, die voortaan gebaseerd is op een compleet geheel aan gemeenschappelijke regels, met inbegrip van regels op gebieden als de veiligheid, beveiliging of het beheer van het luchtverkeer. Deze rechtsgemeenschap vormt de basis voor een markt die in de loop der jaren steeds omvangrijker is geworden. Tegenwoordig vervoeren wij 600 miljoen passagiers en 60 miljoen ton goederen per jaar.
De overstap van een bilateraal systeem tussen lidstaten naar een systeem waarbij op communautair niveau over overeenkomsten wordt onderhandeld, biedt ongekende en aanzienlijke perspectieven, dankzij de kansen die de Europese eenheidsmarkt in zich bergt en de mogelijkheden tot samenwerking binnen de Gemeenschap. Daarnaast is deze overstap van een bilateraal naar een communautair systeem juridisch gezien noodzakelijk, opdat onze reglementaire verworvenheden in de luchtvaartsector worden erkend en nageleefd.
In het verslag van de heer El Khadraoui wordt een reeks kernproblemen met betrekking tot ons beleid behandeld. Ten eerste, het belang om de bilaterale overeenkomsten, waarover sinds de arresten van het Hof rechtsonzekerheid bestaat, in overeenstemming te brengen met de voorschriften. Mijnheer El Khadraoui, bij deze opgave staan wij de lidstaten terzijde, in een sfeer van nauwe samenwerking en door gebruik te maken van alle opties die het externe beleid van de Europese Unie ons biedt.
Ten tweede hebt u de noodzaak onderstreept – en ik dank u daarvoor –, om altijd uit te gaan van de volgende tweeledige doelstelling: openstelling van de markten enerzijds en convergentie van de regelgeving anderzijds. Dankzij deze prioriteit die aan de convergentie van de regelgeving wordt gegeven, kunnen wij onze internationale activiteiten en de internationale activiteiten van onze industrie in een sfeer van gezonde en eerlijke concurrentie verder ontwikkelen. De twee aspecten van deze doelstelling dienen tegelijkertijd te worden nagestreefd. Dat is een garantie voor de doeltreffendheid en geloofwaardigheid van de Gemeenschap in de onderhandelingen.
Tenslotte dient deze samenwerking met betrekking tot de regelgeving zoveel mogelijk gebaseerd te zijn op een technische samenwerking, teneinde een hoog niveau van convergentie te waarborgen op zulke belangrijke gebieden als veiligheid en beveiliging. Maar convergentie moet natuurlijk ook worden gewaarborgd bij de sociale en milieuvraagstukken die deel uitmaken van ons Europees sociaal model.
Met de steun van het Parlement zullen wij om nieuwe onderhandelingsmandaten blijven vragen. Integratie van Oekraïne in de Europese ruimte, een overeenkomst met Australië en Chili, de start van de onderhandelingen met China en India: dat zullen de prioriteiten voor 2006 zijn.
De Commissie heeft twee mededelingen opgesteld over respectievelijk China en Rusland, die de basis vormen voor het verslag van de heer Zīle. Ik zal beginnen met Rusland en de kwestie van de vluchten over Siberië. Ik dank u voor uw steun met betrekking tot dit onderwerp en voor uw eisen die volkomen terecht zijn. Wij zijn vastbesloten een einde te maken aan deze heffingen, die natuurlijk door geen enkele internationale regel gerechtvaardigd worden. Voordat wij een alomvattende luchtvaartovereenkomst met Rusland overwegen, moeten wij deze specifieke kwestie oplossen, waarbij we tevens rekening moeten houden met de wens van Rusland om tot de WTO toe te treden. Sinds een paar maanden heb ik het tempo van de onderhandelingen met de Russische regering opgevoerd. Dit onderwerp is na een brief van voorzitter Barroso aan president Poetin aan de orde gesteld tijdens de EU-Rusland Top in oktober 2005. Ik heb twee vergaderingen gehad met de Russische minister van Verkeer, de heer Igor Levitin, waarbij ik erop heb aangedrongen dat er snel een oplossing moet worden gevonden. Wij hebben een krachtig standpunt ingenomen: we vragen de Russische regering om een transparant en niet-discriminerend systeem op te zetten en om de heffingen tot aan 2013, de datum die in 2004 tussen de Russische regering en de Commissie is overeengekomen, geleidelijk af te bouwen. Tot slot vragen wij om de kwantitatieve beperkingen voor vluchten van Europese luchtvaartmaatschappijen over Siberië af te schaffen. Omdat wij in dit stadium nog onvoldoende reacties van de Russische regering hebben gehad, moeten wij dit onderwerp op alle niveaus blijven aankaarten. Er moet een oplossing voor deze kwestie worden gevonden voordat Rusland tot de WTO toetreedt.
Wat China betreft – een markt die zich volop ontwikkelt – zijn de voordelen van een communautaire aanpak overduidelijk, zoals de heer Zīle heeft aangetoond. Voor de Europese actoren is het vooruitzicht van een overeenkomst met China op lange termijn van essentieel belang. Als het om China gaat, moeten wij echter voor een geleidelijke en gecoördineerde aanpak kiezen, teneinde onze samenwerking te versterken en een dusdanige convergentie van de regelgeving tot stand te brengen dat deze aanvaardbaar is voor onze industrie. De eerste fase van de onderhandelingen moet absoluut gewijd zijn aan de verbetering van het regelgevingskader en de voorwaarden voor de commerciële exploitatie. Onze luchtvaartmaatschappijen lijden onder niet-gerechtvaardigde beperkingen die onverwijld moeten worden opgeheven. Aan deze aspecten, die met doing business samenhangen, zullen wij prioriteit geven.
Mijnheer de Voorzitter, ik wil het Europees Parlement in ieder geval graag bedanken voor zijn bijdrage aan het welslagen van deze belangrijke onderhandelingen, die de Europese Unie in staat zullen stellen de mogelijkheden van haar luchtvervoerssector te vergroten. Het is mijns inziens de verdienste van deze sector geweest dat er banen zijn gecreëerd in Europa en dat Europa zich van een bijzonder dynamische kant laat zien, waarbij de groei van het vervoer hand in hand gaat met een hoog veiligheidsniveau en met kwalitatief hoogstaand vervoer. Ik wil de heren El Khadraoui en Zīle nogmaals bedanken, en ik bedank ook uw Commissie vervoer en toerisme.
Zsolt László Becsey, namens de PPE-DE-Fractie. – (HU) Mijnheer de Voorzitter, ik spreek mijn waardering uit voor de rapporteur, de heer El Khadraoui, gezien het uiterst gedegen werk dat hij heeft verricht. De Commissie vervoer en toerisme heeft zijn verslag aanvaard als een geschikt compromis. Daarom wil ik, namens mijzelf en de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten, kenbaar maken dat het verslag volgens ons in hoofdlijnen aansluit bij het standpunt van het Parlement.
Met de algemene beginselen die nu zijn vastgelegd, benadrukken we op de juiste manier dat enerzijds, wanneer een kwestie overeenkomstig het arrest van het Hof onder de bevoegdheid van de Gemeenschap valt, elke vorm van discriminatie die zich in de praktijk tussen partners binnen de Gemeenschap zou kunnen voordoen, moet worden uitgesloten, en dat anderzijds waar mogelijk open sky-overeenkomsten moeten worden gesloten. Bestaande bilaterale overeenkomsten kunnen nu worden geharmoniseerd op basis van deze duale aanpak.
Besloten moet nog worden hoe we het aantal vluchten waarover nu met buitenlandse partners onderhandeld zal gaan worden, over de lidstaten gaan verdelen, mocht het aantal vluchten beperkt zijn. De Commissie moet snel een concreet document over deze gevoelige kwestie voorleggen aan het Parlement.
Verder denk ik dat in de aanpak van de Commissie en het Parlement nog een ander belangrijk beginsel besloten ligt, het beginsel dat er meer technische harmonisatie met buitenlandse partners moet plaatsvinden. Zo kunnen we primair de veiligheid van het luchtverkeer, de hoeksteen van ons externe luchtvaartbeleid, helpen waarborgen, en indirect de toepassing van milieu- en mededingingsprioriteiten vergemakkelijken.
Ik ben het echter niet eens met ideeën om Europese, of in de meeste lidstaten geldende sociale rechten, ook op te nemen in overeenkomsten met derde landen, en ze tevens te laten gelden voor vliegtuigen die onder de vlag van andere landen vliegen. Die moeten voldoen aan de bepalingen van de internationaal geldende arbeidswetgeving en de internationale veiligheids- en mededingingsnormen. Alles wat verder gaat, zou binnen de Europese Unie alleen maar meer voeding geven aan de onnodige publiciteitscampagne tegen de nieuwe lidstaten, onder het voorwendsel van de niet-bestaande sociale dumping.
Ik verwerp ook de belastingheffing op luchtvervoer ter bescherming van het milieu, aangezien er geen dwingende internationale regeling bestaat op dit gebied, en deze sector, waar veel concurrentie heerst, bovendien zichzelf, inclusief de luchthavens, moet bekostigen uit de eigen inkomsten. Het milieu is het meest gebaat bij de ontwikkeling van de technische veiligheid, niet bij het heffen van nog meer belasting. We hebben het opnemen van het luchtvervoer in het systeem voor de emissiehandel alleen als onderdeel van het compromis geaccepteerd, dus directe belastingheffing is onbespreekbaar.
Als lid uit een nieuwe lidstaat is het voor mij van groot belang dat de nabuurregio’s, de Balkan en grote marktpartners als China, de VS en Rusland prioriteit krijgen. Tot slot zou ik willen zeggen dat het Parlement voortdurend bij de onderhandelingsrondes moet worden betrokken om de transparantie van die onderhandelingen te waarborgen.
Boguslaw Liberadzki, namens de PSE-Fractie. – (PL) Mijnheer de Voorzitter, ik wil beginnen met te zeggen dat de heer Zīle en de heer Khadraoui allebei een uitstekend verslag hebben geproduceerd, waarvoor ik hen wil bedanken. Het feit dat wij deze beide verslagen tegelijk behandelen is ook goed nieuws, omdat het een idee zal geven van ons beleid inzake de burgerluchtvaart in het algemeen, en met name ten aanzien van China en Rusland. Dit zijn beide sleutellanden in economisch en politiek opzicht en qua bevolkingsgrootte, en ook landen waar het luchtvervoer zich in hoog tempo ontwikkelt.
Het verslag van de heer El Khadraoui verschaft ons een basis voor een gemeenschappelijk Europees luchtvaartbeleid ten opzichte van de rest van de wereld. Dit zal de Europese Unie in een sterkere positie brengen en mijn fractie is erg blij met deze benadering. De heer Zīle stelt in zijn verslag nadrukkelijk dat de Commissie vervoer en toerisme van te voren geen inzage heeft gehad in het onderhandelingsmandaat, en ik kan de commissaris verzekeren dat de Commissie gevraagd zal worden om opener te zijn tegenover het Parlement als het gaat om onderhandelingsmandaten.
Wij denken dat het standpunt ten aanzien van Rusland zoals dat in het verslag van het Parlement wordt geschetst als “welwillend maar vastberaden” te karakteriseren is, en het doet mij zeer veel genoegen dat ook de Commissaris zijn steun heeft uitgesproken voor een dergelijke aanpak. We zijn het helemaal eens met de eisen met betrekking tot normen voor de kwaliteit van de dienstverlening, milieubescherming, luchthaveninfrastructuur en luchtverkeersleiding, met inbegrip van veiligheidskwesties. We zijn fundamenteel tegen overvliegvergoedingen voor vluchten over Siberië, en wij zijn van mening dat dit punt moet worden opgelost samen met de andere punten waarover met Rusland wordt onderhandeld.
We benadrukken dat het beginsel van wederkerigheid gerespecteerd moet worden, inter alia in de betrekkingen met Rusland en China. Dit is met name van belang bij besprekingen over regels voor een eerlijk speelveld op het gebied van concurrentie in het luchtvervoer voor de lidstaten van de Europese Unie, en ook voor Russische en Chinese luchtvervoersbedrijven.
Ik ben er daarom erg voor dat deze twee verslagen worden aangenomen en de rapporteurs verdienen onze dank voor het werk dat zij geleverd hebben. Het doet mij daarnaast ook zeer veel genoegen dat de standpunten van de Commissie, de Raad en het Parlement in zeer veel opzichten overeenkomen.
Eva Lichtenberger, namens de Verts/ALE-Fractie. – (DE) Dat de luchtvaart een van de grootste sectoren is die invloed heeft op de groei, staat buiten kijf, en daarvan zijn wij ons ook allemaal bewust geworden tijdens het debat over deze twee verslagen.
Daarbij zijn met name twee onderwerpen intensief aan bod gekomen, namelijk de veiligheid en uiteraard ook de het milieu. Op het terrein van de veiligheid moeten er dringend wederzijdse controlerechten komen, niet in de laatste plaats ook binnen het SAFA (Safety Assessment of Foreign Aircraft Programme), samen met een andere belangrijke stap naar de toekomst, waarover in dit Parlement ook al is gediscussieerd, namelijk de opleiding van controlepersoneel en de uitwisseling van informatie met derde landen.
Gezegd moet echter worden dat de luchtvaart een significante rol heeft gespeeld bij de belemmering van het bereiken van de Kyoto-doelstelling. Als er niet wordt ingegrepen, zal de luchtvaart alle speelruimte voor zichzelf opeisen binnen de emissieterreinen in het Kyoto-Protocol waar andere sectoren reduceren. Dat wil zeggen dat de industrie emissies vermindert, de particuliere huishoudens verminderen emissies en de luchtvaart pikt ze in als we niet ingrijpen. Daarom moet het debat over eventuele maatregelen – op fiscaal terrein of op het terrein van de handel in emissierechten – open blijven. Dit is een vraagstuk waarmee wij ons dienen bezig te houden als wij Kyoto serieus willen nemen.
Tevens moeten wij, ook op internationaal niveau, de vraagstukken van geluidsoverlast en regionaal aangepaste nachtvluchtverboden bespreken en eventuele sociale dumping voorkomen. Binnen de open sky is het echter noodzakelijk dat Europa zelfbewust en met één stem spreekt – en op dit vlak zijn al belangrijke vorderingen geboekt – om evenwicht te scheppen, zodat niet één land of één complex in de mondiale mededinging voordelen geniet die anderen niet bezitten.
Vladimír Remek, namens de GUE/NGL-Fractie. – (CS) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, geachte collega’s, in de ruimste zin van het woord, heeft altijd een rol van betekenis gespeeld in mijn leven, noemt u het maar een passie. Ik vlieg zelf al veertig jaar. Ik was en ben er trots op dat dit gebied van menselijke activiteit - en dan bedoel ik vooral het luchtvervoer - een voorbeeld is van efficiënte, brede internationale samenwerking waarbij ideologische verschillen over het hoofd worden gezien. Dit heeft er mede voor gezorgd dat het vliegverkeer de veiligste vorm van vervoer is.
Vooral vanwege bovengenoemde redenen zal ik mij vandaag in principe met genoegen uitspreken voor deze verslagen. Het doel van de verslagen is een versterking van de internationale samenwerking, resulterend in meer kwaliteit, effectiviteit en veiligheid in de luchtvaart. Er is echter een verslag dat ik niet voor honderd procent kan onderschrijven vanwegee het feit dat het een aanbeveling bevat om de toetreding van Rusland tot de WTO te blokkeren, inter alia omdat de toeslagen om over Siberië te mogen vliegen niet zijn afgeschaft. Begrijpt u mij goed: ik ben geen voorstander van deze toeslagen aangezien zij geen logische oplossing bieden. Maar in mijn ogen is het ontoelaatbaar om de facto een bedreiging te uiten aan het adres van een soevereine staat. Bovendien vind ik het onacceptabel een belemmering weg te nemen om zo plaats te maken voor een obstakel dat naar mijn mening veel onoverkomelijker is. Ik ben voorstander van harde, transparante onderhandelingen maar dan moeten het ook wel onderhandelingen zijn.
Mieczyslaw Edmund Janowski, namens de UEN-Fractie. – (PL) Mijnheer de Voorzitter, ik wil mijn waardering uitspreken voor het werk van de twee rapporteurs en ik wil hen daarmee ook feliciteren.
Het is goed nieuws dat het voorstel van de Europese Unie voor een gemeenschappelijk luchtvaartbeleid rekening houdt met economische, technische, wettelijke, sociale en milieuaspecten, zonder daarbij de veiligheidseisen te verwaarlozen. Het belang van deze laatste komt met name naar voren in het geval van ongelukken, slechte weersomstandigheden of stakingen, of wanneer er sprake is van escalatie van de terroristische dreiging. Ik wil daaraan toevoegen dat passagiers niet moeten worden behandeld als een noodzakelijk kwaad wanneer zulke situaties zich voordoen, hetgeen op dit moment helaas het geval is.
Ik wil kort ingaan op een aantal belangrijke punten. Gelet op het open skies-beleid ben ik van mening dat het nuttig zou zijn om het aantal luchthavens te verhogen in die EU-lidstaten die dienst doen als hub voor internationale vluchten. Dit zou het veel makkelijker maken om zowel passagiers als goederen te vervoeren. Overal waar dat nodig is moeten met behulp van Europese fondsen luchthavens gemoderniseerd worden, en het doet mij veel genoegen dat er een mededeling is gedaan met deze strekking. Ten tweede zouden de burgers van de EU op elke luchthaven een vergelijkbare service moeten krijgen bij het inchecken, en hetzelfde geldt voor de dienstverleningscultuur en voor vluchten naar buiten de EU. Ten derde zou het gegarandeerd moeten worden dat er overal passende voorzieningen bestaan voor gehandicapte passagiers, zowel binnen als buiten de EU, en hier hebben we nog maar een paar weken geleden ook een debat over gehouden. Ten vierde zou de Gemeenschap als geheel betrokken moeten zijn bij de onderhandelingen over zaken als overvliegvergoedingen voor vluchten over het Russische territorium, en deze vergoedingen moeten bovendien onmiddellijk worden afgeschaft. Ten vijfde stel ik voor om op alle vliegtuigen die gebruikt worden door luchtvaartmaatschappijen van de EU, ongeacht waar ze zijn gebouwd, dezelfde technologische oplossingen toe te passen met betrekking tot de veiligheid van passagiers.
Ik wil afsluiten met de opmerking dat de luchtvaartmaatschappijen moeten worden aangemoedigd om hun onderlinge samenwerking verder op te voeren. Deze samenwerking zou zich moeten uitstrekken over prijzen en de flexibiliteit van vluchtschema’s, want het doel is dat passagiers het gevoel hebben dat zij centraal staan in de activiteiten van een luchtvaartmaatschappij en niet een lastig vrachtje zijn, zoals soms het geval is.
Luis de Grandes Pascual (PPE-DE). - (ES) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris van Vervoer, dames en heren, ik spreek hier als rapporteur voor de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten voor het verslag over de betrekkingen van de Europese Unie met Rusland en China inzake het luchtvervoer. Ik zal u nogmaals de conclusies noemen die we eerder in de Commissie vervoer en toerisme hebben geformuleerd.
Ik wil allereerst beide rapporteurs, de heer El Khadraoui en de heer Zīle, feliciteren. Het werk van de heer Zīle is in alle opzichten positief geweest, want het heeft alle fracties doen inzien hoever dit voorstel reikt en hoe nodig het is dat we een gemeenschappelijk luchtruim tot stand brengen om onze positie in de wereld te consolideren. De Europese Unie moet de banden met haar partners, inclusief Rusland en China, aantrekken.
Rusland, dames en heren, is niet alleen als buurland van prioritair belang voor de Europese Unie, maar ook om een reeks inhoudelijke redenen, zowel economisch als politiek gezien. Van al het buitenlands passagiersvervoer heeft 75 procent de Europese Gemeenschap als bestemming. Dat betekent dat de Europese Unie in staat moet zijn onze Russische gesprekspartners een voorstel te presenteren dat een alomvattende overeenkomst in de luchtvaartsector beoogt. Die overeenkomst dient in fasen tot stand te worden gebracht, nadat de kwestie van de vergoeding voor vluchten over Siberië is opgelost.
Laatstgenoemd punt, dames en heren, is een waar struikelblok dat eerst uit de weg zal moeten worden geruimd voordat we het overleg kunnen beginnen. De Europese Unie zal zich tegenover onze Russische collega's zeer krachtig moeten opstellen en eisen moeten stellen. In dit verband waren de woorden van de commissaris, de heer Barrot, zeer welkom.
Wat betreft China zijn wij eveneens voorstander van een alomvattende overeenkomst, aangezien de kansen die de Chinese markt aan de Europese Unie biedt, enorm zijn. Naar verwachting zal China in de komende jaren in de commerciële luchtvaart een aanhoudende groei van ongeveer 9 tot 15 procent doormaken. Bovendien is China begonnen met de hervorming en liberalisering van de luchtvaartsector, zodat buitenlandse investeerders beter toegang krijgen, en met een omvangrijk programma voor de aanleg van vliegvelden.
Voor een geslaagde aanvang van de besprekingen met onze Chinese partners zal het land daarnaast evenwel in de eerste plaats een horizontale overeenkomst met de Europese Unie moeten sluiten en een oplossing moeten vinden voor de kwestie van de vluchten over Siberië, want anders kunnen de Europese maatschappijen onmogelijk op China vliegen.
Jörg Leichtfried (PSE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, geachte vice-voorzitter van de Commissie, dames en heren, allereerst wil ik gebruikmaken van de gelegenheid om de rapporteurs van harte geluk te wensen met het werk dat zij hebben verricht. Een hervorming van de internationale burgerluchtvaart dient naar mijn mening ook de mogelijkheid in te houden om een gemeenschappelijk luchtruim te scheppen met uniforme normen.
Aspecten zoals efficiëntie en veiligheid van de luchtvaart vormen niet alleen een bijdrage aan het nabuurschapsbeleid van de EU, maar zijn ook nadrukkelijk in ons eigen belang. Daarom is het in het belang van onze eigen veiligheid dat uniforme normen ten aanzien van de veiligheid van de luchtvaart ook worden opgenomen in nieuwe luchtvaartovereenkomsten met derde landen. Want dit is de enige manier waarop in de toekomst luchtrampen kunnen worden voorkomen en een uniform hoog veiligheidsniveau wordt gewaarborgd.
Wel moeten we bedenken dat we eventueel steun moeten bieden aan landen die niet in staat zijn om aan deze normen te voldoen. Niet alleen eerbiediging van de gemeenschappelijke regels op het terrein van de veiligheid van de luchtvaart is belangrijk, maar dat geldt bovenal ook voor het sociaal beleid en het milieubeleid.
De huidige bilaterale overeenkomsten bevatten weinig of geen verwijzingen naar dergelijke regels. In geen geval mag de opening van de markt van het luchtruim ten koste gaan van werknemers die in derde landen soms werken onder minder strenge sociale veiligheidsvoorschriften. Waar dat het geval is, betekent dat niet in de laatste plaats een aanzienlijk veiligheidsrisico, als deze werknemers hun werk doen in onaanvaardbare omstandigheden. Als voor alle partijen die actief worden op de markt dezelfde regels gelden, dan heeft sociale dumping ten koste van de veiligheid van de luchtvaart straks geen kans.
Georg Jarzembowski (PPE-DE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, geachte vice-voorzitter van de Commissie, dames en heren, ik kan me natuurlijk alleen maar aansluiten bij de woorden van de vorige sprekers uit mijn fractie, waarbij mijn dank uitgaat naar de beide rapporteurs.
Er is één punt dat ik eruit wil lichten. Het is uitstekend dat dit Parlement en de Commissie het eens zijn over deze zaak, en daar ben ik erg blij mee. Wel wil ik erop wijzen dat de gedachte van een uniform luchtvaartbeleid ten bate van onze luchtvaartmaatschappijen, hun werknemers en hun passagiers niet door alle lidstaten zo positief wordt beoordeeld als door ons. En er zijn luchtvaartmaatschappijen die in hun betrekkingen met derde landen vaak liever worden vertegenwoordigd door hun nationale regering dan door de Europese Commissie. Daarom moeten wij erop toezien dat we de lidstaten met de onderhandelingen van de Commissie met dergelijke derde landen, zoals bijvoorbeeld met de Verenigde Staten, bewijzen dat een uniform Europees luchtvaartbeleid beter is dan 25 verschillende beleidsvormen met betrekking tot derde landen. Dit aspect mogen we nooit uit het oog verliezen. Wij zijn ervan overtuigd dat het in het belang van de ondernemingen, van de werknemers en van de passagiers is om een uniform beleid te volgen jegens derde landen. Maar daar moeten we verschillende regeringen nog van overtuigen.
Inés Ayala Sender (PSE). - (ES) Mijnheer de Voorzitter, ik zou eerst beide rapporteurs, de heer Zīle en de heer El Khadraoui, willen complimenteren. Laatstgenoemde feliciteer ik met zijn buitengewoon pertinente werk, dat geldt als mijlpaal op weg naar de open skies tussen de Europese Unie en derde landen. Nu kunnen we stilstaan bij hetgeen we al hebben bereikt en hetgeen ons nog te doen staat, waarbij we omwille van rechtvaardigheid bepaalde maatschappelijke en ecologische voorwaarden in acht moeten nemen.
Ik wil ook de commissaris feliciteren. Hij maakt met bewonderenswaardige voortvarendheid gebruik van het communautair mandaat en stelt ons, door het verouderde en steeds minder doelmatige bilateralisme te overwinnen, in de gelegenheid voortgang te maken met het initiatief dat onze positie in de besprekingen over de totstandkoming van de Europese open skies geloofwaardiger maakt. In dit verband is zijn expliciete opmerking over de overgang van nationale maatschappijen naar Europese maatschappijen enorm hoopgevend.
Ik onderstreep echter bepaalde aspecten die ons zorgen baren, met name de vertraging in de overeenkomst met de Verenigde Staten. Het is een bekende vertragingstactiek: ze denken er beter van te worden maar uiteindelijk zullen ze water bij de wijn moeten doen en zich bij de rest moeten aansluiten. Het Kyoto-Protocol heeft dat wel duidelijk gemaakt. Ik dring derhalve op dit punt aan op een krachtiger stellingname.
Verder wijs ik met nadruk op de noodzaak een einde te maken aan het bilateralisme in de besprekingen met Rusland, en een oplossing te vinden voor het onaanvaardbare toeslagenbeleid van dat land, want dat druist volkomen in tegen de internationale regelgeving. De lering die we daaruit trekken, moeten we uiteraard ook toepassen in de lopende besprekingen met China.
We zouden graag zien dat het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart een manier vond voor een resolute, heldere afstemming met Eurocontrol om het kennelijke conflict tussen beide instellingen in de kiem te smoren voordat het de onderhandelingen belemmert.
Tenslotte dient onzes inziens bij de onderhandelingen over toepassing van wet- en regelgeving inzake het milieu en sociale rechten steeds vaker gestreefd te worden naar toepassing van de internationale normen die het dichtst in de buurt komen van de strengste Europese wetgeving – een afstemming omhoog dus. In dit verband verzoek ik de commissaris ons te informeren over de stand van zaken met betrekking tot de conversie van de JAR OPS naar de EU OPS, dat wil zeggen de hele regelgeving inzake vliegtijd en rusttijd ingevolge de in de Raad bereikte overeenkomst, want dat lijkt ons ook belangrijk in het kader van de besprekingen over het buitenlands beleid van de Unie op het gebied van de luchtvaart.
Manolis Mavrommatis (PPE-DE). - (EL) Mijnheer de Voorzitter, het initiatiefverslag van collega Zīle geeft een volledig beeld van de betrekkingen tussen de Europese Commissie en de Volksrepubliek China en Rusland op het gebied van de luchtvaart. Het belangrijkste is evenwel dat er verschillen zijn met betrekking tot vluchten over het grondgebied van de twee landen.
Zoals de rapporteur terecht opmerkte, zijn wij enerzijds geconfronteerd met een proces van ontwikkeling, modernisering en liberalisatie van de Chinese burgerluchtvaart - en dat proces bevindt zich op de goede weg - maar anderzijds, in het geval van Rusland, met nog steeds onopgeloste problemen. Zoals reeds werd gezegd, doet men in Rusland bij het beheer van en de controle op het luchtverkeer zijn uiterste best om de Russische luchtvaartmaatschappijen te bevoordelen, hetgeen haaks staat op het mededingingsrecht.
In beide gevallen heeft het optreden van commissaris Barrot katalytisch gewerkt, ofschoon in het tweede geval de problemen nog steeds niet zijn opgelost.
Wat betreft de Volksrepubliek China ben ik verheugd over de vorderingen die zijn gemaakt, met name over de aanpassing van de regels voor goede samenwerking met de Europese Unie, waarvan liberalisatie van de luchtvaartcorridors door de Chinese regering en openstelling daarvan voor Europese maatschappijen de belangrijkste kenmerken zijn. Het doel is om via een groter aantal vluchten te komen tot een betere dienstverlening ten behoeve van zowel de passagiers als de handel.
Als lid van de parlementaire delegatie voor de betrekkingen tussen de Europese Unie en de Volksrepubliek China juich ik de algemene houding van de Commissie toe, en met name de inspanningen die commissaris Barrot onderneemt voor de voltooiing van de overeenkomsten inzake vluchten. Ik teken daarbij evenwel aan dat het niet meer dan logisch zou zijn indien het Parlement inzage kreeg in de voorwaarden die zullen worden neergelegd in het mandaat dat de Commissie de Raad vraagt voor de onderhandelingen met China.
Tot slot ben ik het met de rapporteur eens dat er met Rusland geen allesomvattende overeenkomst mag worden gesloten als niet eerst het probleem van het overvliegen van Siberië wordt opgelost en de heffing op het overvliegen wordt afgeschaft. Ik hoop derhalve dat wij tot een heel harmonische overeenkomst zullen komen, omdat beide partijen, Rusland en de Europese Unie, elkaar nodig hebben om de algemene belangen van hun volkeren te kunnen dienen.
Ulrich Stockmann (PSE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik heb drie opmerkingen. Ten eerste: wij juichen de aanzet van de Commissie tot een stapsgewijze uitbreiding van communautaire overeenkomsten met derde landen toe. Gezien de vergaande gevolgen voor de gehele verkeerssector, voor het milieu en voor de mededinging en de interne markt wil ik u echter verzoeken om nogmaals te overwegen of de medebeslissingsprocedure niet van toepassing is op buitenlands beleid met betrekking tot de luchtvaart.
Ten tweede verwachten wij van de Commissie niet alleen dat zij haar strategische benadering uiteenzet, maar ook dat zij een lijst van landen opstelt waarbij het afsluiten van een overeenkomst prioriteit heeft. De commissaris heeft dit zojuist al in het kort geschetst.
Ten derde dient het opperste grondbeginsel van alle overeenkomsten te zijn: de wederzijdse opening van markten op basis van gelijkwaardigheid. Daarom dient bij de huidige onderhandelingen met Rusland en China te worden bedacht dat – als niet eerst het probleem met Rusland wordt opgelost met betrekking tot de vergoedingen die het land vraagt voor vluchten over zijn grondgebied – een overeenkomst met China zou indruisen tegen het beginsel van wederzijdsheid, want Rusland stelt aan China op dit terrein andere voorwaarden dan aan de Europese luchtvaartmaatschappijen. Dat is voor ons onaanvaardbaar.
Piia-Noora Kauppi (PPE-DE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik sluit me aan bij alle collega’s die de rapporteurs, de heer El Khadraoui en de heer Zīle, hebben gecomplimenteerd met het voortreffelijke werk dat ze hebben verricht.
Ik deel het standpunt van de rapporteur over de noodzaak om een gemeenschappelijk luchtvaartbeleid voor de EU te ontwikkelen. Naast het EU-luchtvaartbeleid moeten we echter ook bilaterale luchtvaartovereenkomsten met derde landen kunnen ontwikkelen, aangezien veel van onze partners moeite hebben om zich aan deze gemeenschappelijke EU-overeenkomsten te binden. Desalniettemin onderstreep ik dat dergelijke bilaterale overeenkomsten het gemeenschappelijk luchtvaartbeleid moeten aanvullen, niet vervangen. Het belangrijkste is dat het normale functioneren van het luchtvaartverkeer verzekerd is zonder zinloze confrontaties tijdens de onderhandelingen.
Zoals de rapporteur zei: we hebben nota genomen van de moeilijkheden die zich voordeden bij de onderhandelingen over een alomvattende overeenkomst met Rusland. De vergoedingen die Rusland vraagt voor vluchten over zijn grondgebied vormen duidelijk een inbreuk op het internationale recht en zijn onaanvaardbaar. Het is jammer, maar Rusland zal zijn luchtruim altijd op de een of andere manier voor strategische doeleinden blijven benutten. Ik denk niet dat we om die vergoedingen heen kunnen, zelfs al vraagt Rusland geen overvliegvergoeding meer. In de Europese Unie betalen we jaarlijks zo’n 250 miljoen euro aan dergelijke vergoedingen. Een groot deel van dat bedrag komt helaas in de kas van de Russische luchtvaartmaatschappij Aeroflot terecht. Dat is ook slecht voor de concurrentie in Europa.
Voor Finland is met deze vergoedingen een aanzienlijk bedrag gemoeid aangezien de enige realistische route naar Azië over Siberië leidt. We moeten zorgen voor een level playing field voor alle EU-luchtvaartmaatschappijen. Daar is momenteel geen sprake van, aangezien de vergoedingen vaak willekeurig zijn en van maatschappij tot maatschappij verschillen.
Rusland lijkt de voorkeur te geven aan bilaterale samenwerking en dus doet het me deugd te zien dat in China een meer open houding de overhand heeft. Ik hoop dat de Raad ermee akkoord gaat dat we met China in onderhandeling treden en dat de Commissie een behoorlijk mandaat krijgt om tot een gemeenschappelijke luchtvaartovereenkomst te komen.
Ter afsluiting: als we zorgen voor duurzame economische en regulerende voorwaarden voor luchtverkeer naar Azië, blazen we tevens de Europese luchtvaartindustrie nieuw leven in en creëren we de mogelijkheid om efficiënte vluchtverbindingen en -routes te bieden, ook in de dunbevolkte en geografisch afgelegen gebieden in Europa, zoals het noorden van Finland.
Jacques Barrot, vice-voorzitter van de Commissie. (FR) Mijnheer de Voorzitter, ik dank de afgevaardigden die hun reactie hebben willen geven op de uitstekende verslagen van de heren El Khadraoui en Zīle. Ik grijp deze gelegenheid graag aan om te bevestigen dat ik van plan ben het Parlement regelmatig te informeren over de richtsnoeren van ons internationale onderhandelingsbeleid. Ik dank onze twee rapporteurs nogmaals voor hun uitstekende werk. Het ontwikkelingspotentieel van de luchtvaartsector is aanzienlijk en maakt een wezenlijk deel uit van ons vervoersbeleid.
Ik ben natuurlijk blij met uw zeer brede steun voor de convergentie van de regelgeving, een doelstelling die onlosmakelijk verbonden is met de opening van de markten. Bij sommige partners die onvoldoende garanties bieden voor een efficiënt en eerlijk handelsklimaat, staat convergentie van de regelgeving voorop. Als een meer behoedzame aanpak geboden is, kan de openstelling van de markten slechts geleidelijk tot stand worden gebracht. Soms moeten wij zelfs een vastberaden standpunt innemen. Dat is nu reeds het geval, en zal in de toekomst nog vaker voorkomen als het om Rusland en het vliegen over Siberië gaat, zoals mevrouw Kauppi zojuist heeft benadrukt, nog afgezien van het feit dat er willekeurige vergoedingen voor deze vluchten over Siberië worden gevraagd. Ik ben dus blij met uw duidelijke en uitgesproken steun op dit punt.
Ik ben van plan veel aandacht te besteden aan de beveiligings- en veiligheidsvraagstukken die in deze sector soms sterk spelen. Wij moeten niet alleen naar het aspect “concurrentie” kijken, maar wij moeten er tevens op toezien dat de sociale en milieunormen volledig worden nageleefd. In dit opzicht wil ik het Parlement zeggen dat het een voordeel is om over een Europese strategie te beschikken en horizontale overeenkomsten te kunnen sluiten, want hierdoor kunnen wij invloed uitoefenen op het internationaal recht van de burgerluchtvaart. Een verenigd Europa is veel beter in staat veranderingen te bewerkstelligen in bepaalde normen en deze kwalitatief gezien op een hoger plan te brengen, zowel wat het milieu als het sociale aspect betreft. Ik wil u in dit opzicht graag meedelen, mevrouw Kauppi, dat de operating standards-tekst zich momenteel in de afrondende fase bevindt met het oog op de goedkeuring van een gemeenschappelijk standpunt door de Raad. Deze tekst moet nog door de juristen-vertalers worden vertaald en de verwachting is dat hij dan rond maart of april aan het Parlement zal worden teruggestuurd voor een tweede lezing.
Tenslotte wil ik opmerken dat de vooruitgang die in de open skies-onderhandelingen met de Verenigde Staten is geboekt, de noodzakelijke impuls zou moeten geven voor de communautaire aanpak, die volgt op het arrest van het Hof van Justitie. Het is op dit gebied nog te vroeg om een exacte beoordeling van de situatie te maken: we wachten nog op meer duidelijkheid over de wijze waarop het Amerikaanse ministerie van Vervoer de regels betreffende de zeggenschap van de luchtvaartmaatschappijen gaat interpreteren. Maar het is waar dat wij goede vorderingen hebben gemaakt, met name op het gebied van de convergentie van de regelgeving, waarover wij zo goed als zeker overeenstemming hebben bereikt, en ik hoop dat deze onderhandelingen een resolute en doorslaggevende impuls zullen geven voor de communautaire aanpak. Deze aanpak is uiteraard veruit te verkiezen boven bilaterale overeenkomsten, die nooit zo doeltreffend zullen zijn voor onze Europese industrie.
Hiermee wordt weer eens mooi aangetoond dat de Unie er op bepaalde terreinen alle belang bij heeft met één stem te spreken. U zult begrijpen, mijnheer de Voorzitter, dat ik in het bijzonder het Parlement wil bedanken voor zijn krachtige steun aan de Commissie in deze strategie voor specifieke Europese onderhandelingen, waarvan naar mijn mening ook zowel de lidstaten afzonderlijk als onze algehele Europese industrie moeten kunnen profiteren.
Ik dank onze rapporteurs en het Parlement voor hun betrokkenheid bij dit aspect van de externe betrekkingen en van onze internationale onderhandelingen. Gezien de steeds grotere plaats die de luchtvaartindustrie in de wereld zal innemen, wordt dit aspect steeds belangrijker.
De Voorzitter. Het debat is gesloten.
De stemming vindt om 12.00 uur plaats.
(De vergadering wordt om 11.45 uur onderbroken en om 12.00 uur hervat)
VOORZITTER: GÉRARD ONESTA Ondervoorzitter
Gary Titley (PSE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik zou u zeer dankbaar zijn als u Voorzitter Borrell namens ons zou willen bedanken voor zijn fijne woorden gisteren ter nagedachtenis aan onze collega, Phillip Whitehead. Ik weet dat ik niet alleen namens mijn hele delegatie spreek maar namens het hele Europees Parlement, want Phillip’s eerlijke en oordeelkundige benadering van de politiek heeft hem in het hele Parlement vrienden opgeleverd.
Mijn delegatie heeft bij de ingang van het Parlement een condoleanceregister opengesteld, waarin collega’s in het hele Parlement enkele woorden ter nagedachtenis aan Phillip kunnen schrijven. Tijdens de herdenkingsdienst, die op 29 januari in Derby Cathedral zal worden gehouden, zullen we het condoleanceregister aan zijn familie aanbieden. Parlementsleden die deze dienst wil bijwonen, kunnen hierover meer informatie krijgen op mijn kantoor.
(Applaus)
De Voorzitter. – Dank u wel, mijnheer Titley. Ik denk dat onze collega's en vrienden nota zullen hebben genomen van alle genoemde regelingen voor deze zo droevige gebeurtenis.