Paolo Costa (ALDE). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, namens de Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa fractie wil ik het woord voeren op grond van artikel 168 van het Reglement. Ik spreek dus niet als voorzitter van de bevoegde commissie, maar ik voel me wel door mijn functie gesterkt om formeel te vragen om terugverwijzing van de ontwerprichtlijn naar de commissie. Ik doe dat omdat dit hetzelfde resultaat zou hebben als een verwerping, met het verschil dat dit Parlement dan in deze zittingsperiode de mogelijkheid behoudt om een advies uit te brengen. Anders lijkt het alsof wij een houding van volledige overgave aannemen.
Wij zijn vandaag nog niet klaar voor de stemming, en dat is dan ook mijn beweegreden. Wij zijn er nog niet klaar voor, zowel vanwege de inhoud als vanwege de emotionele sfeer waarin wij wellicht zullen stemmen. Inhoudelijk zijn wij nog niet klaar, omdat de beraadslaging in het Parlement over dit voorstel te zeer is blijven steken in het eerste voorstel, dat een paar jaar geleden verworpen werd, wat overigens ook aan mijzelf te danken was. Wij hebben in de huidige bespreking geen rekening kunnen houden met de ontwikkelingen in de wereldhavens, die momenteel een ware revolutie doormaken. Ook hebben wij ons niet kunnen buigen over de concurrentie tussen havens, en evenmin over het vraagstuk van de staatssteun aan havens.
Wij zijn dus gewoon nog niet klaar, ook omdat wij het risico lopen ons bij de stemming te laten beïnvloeden door de emotioneel geladen sfeer, waardoor wij in twee slechte omstandigheden kunnen terechtkomen: of we doen arrogant...
(Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)
De Voorzitter. - Mijnheer Costa, uw verzoek is duidelijk. Uit hoofde van artikel 168 vragen wij om een spreker vóór en een spreker tegen.
Paolo Costa (ALDE). - (IT) Laat u me alstublieft uitspreken. Dit is uiterst belangrijk, gezien wat er eergisteren buiten dit Parlement gebeurd is. Of wij komen arrogant over tegen degenen die terecht gedemonstreerd hebben, of wij zijn daarentegen...
(Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)
Martin Schulz (PSE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, namens de Sociaal-democratische Fractie in het Europees Parlement wil ik mij uitdrukkelijk tegen het verzoek van de heer Costa uitspreken. Ik zal dat in twee zinnen toelichten. Ik begin met het laatste punt dat de heer Costa noemde. De sfeer die hier eergisteren heerste, was voor het overgrote deel de sfeer van een normale demonstratie van mensen die zich in hun sociale zekerheid bedreigd voelen.
(Tumult en applaus)
Die mensen kunnen op ons rekenen. Wie niet op ons sociaal-democraten kunnen rekenen, zijn degenen die niet tot het eind toe willen blijven luisteren, en degenen die denken met geweld een politieke oplossing te kunnen forceren. Met hen zijn wij niet solidair. De acties van deze minderheid wijzen wij af.
(Applaus)
Mijnheer de Voorzitter, het havenpakket is rijp voor stemming en het is rijp voor verwerping. Daarom verzoeken wij u nu tot stemming over te gaan.
(Applaus)
Jens-Peter Bonde (IND/DEM). - (DA) Mijnheer de Voorzitter, wij weten heel goed waar we over stemmen. Dat wisten we al in 2003, toen we het voorstel verwierpen. Ook nu weer is er een grote meerderheid hier in de zaal die hetzelfde wil doen. Met de procedure waar u nu op aanstuurt, zal deze meerderheid voor verwerping echter verborgen blijven in de poging om de zaak terug te verwijzen naar de parlementaire commissie. Daarom moeten we hier in het Parlement stemmen over de vraag of over de voorstellen tot verwerping moet worden gestemd vóór het procedurevoorstel. Het is volstrekt waanzinnig dat het voorzitterschap een procedure toepast waarbij verborgen blijft wat het standpunt van de meerderheid in deze zaal is.
(Parlement stemt niet in met het mondeling amendement)
Willi Piecyk (PSE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, voor alle duidelijkheid: wie het havenpakket wil verwerpen, moet bij de eerste stemming vóór stemmen, vóór verwerping van het voorstel. Ik zeg dit om alle misverstanden te vermijden. Stemt u dus vóór bij de eerste stemming, vóór verwerping van het voorstel.
- Na de stemming:
Jacques Barrot, vice-voorzitter van de Commissie. - (FR) Mijnheer de Voorzitter, ik zal het kort houden. Ik heb in het hele debat duidelijk laten blijken dat ik hier was om naar het Parlement te luisteren en dat ik wachtte op de uitslag van de parlementaire stemming. Alvorens u uiteen te zetten wat ik van plan ben te gaan doen, zou ik heel in het kort een betreuren en een wens willen uiten. Ten eerste betreur ik dat het door de procedure niet voor het Parlement mogelijk was om zich uit te spreken over de geamendeerde tekst. Met de amendementen van uw rapporteur hadden bepaalde angsten onder de verschillende actoren in onze havens - angsten die net zo goed leven onder de bedrijven als onder de werknemers - weggenomen kunnen worden. Wat dat aangaat wil ik uw commissie dan ook complimenteren met haar werk. De Commissie kon deze amendementen aanvaarden. Dat was wat ik betreurde.
Mijn wens is dat wij niet uit het oog verliezen wat met deze tekst werd beoogd, en wat ook gisteren herhaaldelijk in het debat naar voren is gekomen. Met deze tekst willen wij de Europese havens helpen om doeltreffend te reageren op de toename van het zeescheepvaartverkeer en op het risico dat de grenzen van de havencapaciteiten worden bereikt. Een grotere doeltreffendheid van de havenactiviteiten draagt bij tot een groter Europees concurrentievermogen en is goed voor de groei en de werkgelegenheid.
Natuurlijk zal ik het college van commissarissen getrouw verslag uitbrengen van het debat van gisteren en de stemming van vandaag. Ik zal voorstellen hieruit de consequenties te trekken. Ook zal ik voorstellen om samen met alle betrokken actoren - lidstaten, marktdeelnemers, gebruikers en vakbonden - en in overleg met het Parlement, het werk voort te zetten, teneinde de grondslag te leggen voor een Europees havenbeleid dat de investeerders een kader biedt en geruststelt. Ik wil namelijk zo veel mogelijk de antwoorden verschaffen waar de Europese havens op wachten, of het nu gaat om transparante tarieven, het gebruik van infrastructuur, het gebruik van overheidssteun of, meer algemeen, om de integratie van de havens in de intermodale keten. De noodzaak van zo'n totaalaanpak is uit ons debat genoegzaam naar voren gekomen.