De Voorzitter. - Aan de orde is het verslag (A6-0390/2005) van Markus Ferber, namens de Commissie vervoer en toerisme, over de toepassing van de postrichtlijn (Richtlijn 97/67/EG, gewijzigd bij Richtlijn 2002/39/EG) (2005/2086(INI)).
Markus Ferber (PPE-DE), rapporteur. - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, geachte afgevaardigden, allereerst wil ik de Commissie hartelijk danken voor het feit dat zij een zeer ambitieus verslag heeft gepresenteerd over de toepassing van de postrichtlijn. Dit vormt de grondslag voor het debat van vandaag en voor de stemming van morgen hier in het Europees Parlement.
Het is heel duidelijk geworden - en dit komt ook tot uitdrukking in de resolutie die wij hebben goedgekeurd in de Commissie vervoer en toerisme - dat we de reis, die in 1992 begon met het Groenboek over de ontwikkeling van de postdiensten in de Europese Unie, tot nog toe succesvol hebben kunnen voortzetten. We zijn erin geslaagd om een compromis tot stand te brengen tussen een brede, kwalitatief hoogstaande voorziening van postdiensten en de alsmaar toenemende concurrentie in de sector, twee in wezen tegengestelde doelstellingen. Daar gaat het natuurlijk ook in 2006 om, als ook moet worden voldaan aan de verplichtingen uit de nu geldende postrichtlijn. Ik ben blij, mijnheer de commissaris, dat de Commissie met een uiterst ambitieus tijdplan is gekomen, dat er nu opdracht is gegeven tot de verkennende studie die in deze richtlijn wordt vermeld, en dat wij vervolgens op basis van deze verkennende studie in staat zullen zijn om verdere besluiten te nemen.
Uiteraard kunnen wij niet tevreden zijn over hetgeen we tot nog toe hebben bereikt, maar we moeten ervoor zorgen dat we de interne markt ook op dit terrein voltooien. Nu is de postmarkt geen telecommunicatie, het is geen stroom en het is geen gas. Daarom dienen we nauwkeuriger te bekijken hoe we op dit vlak verdere ontwikkelingen kunnen bewerkstelligen. In ons verslag hebben we geprobeerd een aantal vraagstukken aan de orde te stellen die we natuurlijk graag beantwoord zouden zien, mijnheer de commissaris, als u de studies presenteert die u voor dit jaar op de agenda hebt gezet. Daarmee hebben wij het materiaal dat nodig is om beslissingen te nemen.
De vraag is hoe wij ervoor kunnen zorgen dat in de gehele Europese Unie postdiensten functioneren, en niet alleen in de dichtbevolkte gebieden, in Greater London, in het Ruhrgebied, in Berlijn, in Madrid of in Rome, maar in alle regio’s van de Europese Unie. Hoe kunnen we de hoge kwaliteit permanent waarborgen die we nu zelfs op het grensoverschrijdende terrein hebben, en hoe kunnen we dit bewerkstelligen in een sector die - zoals ook in de mededeling van de Commissie staat - een groeisector is? Ik herinner me nog de debatten in dit Parlement waarin werd gezegd dat de postdiensten hoe dan ook zou bezwijken omdat we gebruik kunnen maken van fax en e-mail. De postdiensten zijn een groeiende sector. Hoe kunnen wij dus marktkrachten mobiliseren om nieuwe producten te ontwikkelen en op die wijze meer werkgelegenheid te scheppen in de sector?
Dit zijn vragen waarop wij in de commissie in de loop van dit jaar antwoorden verwachten van de kant van de Europese Commissie. Het is een reeks vragen die wij ook in dit verslag hebben opgenomen.
Als wij dit jaar zeer intensief met elkaar weten samen te werken - de Commissie en het Europees Parlement, en de Raad, die zich momenteel nogal afzijdig houdt, zal op een zeker moment ook gaan meedoen - dan kunnen wij verdere ontwikkelingen mogelijk maken in deze sector, die uiteindelijk zal voldoen aan al deze randvoorwaarden.
Ik wil mijn medeafgevaardigden hartelijk danken, die met zoveel inzet aan dit onderwerp hebben meegewerkt. Postdiensten gaan ons allemaal aan: in ieder kiesdistrict bevinden zich vele klanten van de post, veel postkantoren en sorteerinrichtingen, vaak van verschillende verleners van postdiensten. Daarom worden er altijd zeer levendige discussies gevoerd in zowel de commissie als hier in het Parlement. Mijn dank gaat uit naar al degenen die mij hebben geholpen bij het opstellen van dit verslag. Ik wil ook onderstrepen dat het een rapporteur altijd plezier doet als er niet al te veel amendementen worden ingediend. De Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten heeft een amendement ingediend dat zeker bijdraagt tot verbetering van de formulering van een paragraaf die niet erg goed door de stemmingen in de commissie is gekomen. Ik hoop dat het brede steun krijgt. Dan hebben wij over het geheel genomen een degelijk verslag gemaakt dat het Europees Parlement in een goede positie brengt om zijn verdere wetgevende taken met succes te kunnen voltooien.
Charlie McCreevy, lid van de Commissie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik ben zeer ingenomen met deze gelegenheid om het Parlement kort op de hoogte te stellen van de stand van zaken met betrekking tot het communautaire postbeleid, zoals de Commissie dat ziet. Ik wil ook de heer Ferber bedanken voor zijn verslag, dat op een goed moment komt en zeer constructief en evenwichtig is, en bovendien nog de juiste informatief bevat. De bevindingen in dit verslag komen overeen met onze zienswijze. Evenals het verslag zijn ook wij ervan overtuigd dat de hervorming van de postsector in de Europese Unie positieve resultaten heeft opgeleverd voor alle partijen en dat het aanzienlijk heeft bijgedragen aan het concurrentievermogen van de Europese Unie.
Deze richtlijn heeft de weg afgebakend die wij moeten afleggen. Daarin wordt de Commissie immers gevraagd dit jaar met drie initiatieven te komen: een derde verslag over de toepassing van de postrichtlijn, een verkennende studie om te beoordelen welke gevolgen de volledige voltooiing van de interne postmarkt zal hebben voor de universele dienstverlening, en een voorstel voor het toekomstige postbeleid van de Unie. Er zijn enkele factoren die van invloed zullen zijn op de hoedanigheid van dit voorstel. Een daarvan, en wellicht de belangrijkste, is de uitwerking van de communautaire regelgeving op de postsector.
In de gewijzigde postrichtlijn zijn evenwichtige beginselen opgenomen voor een geleidelijke invoering van concurrentie, terwijl de noodzakelijke waarborgen voor een universele dienstverlening worden gehandhaafd. In dit verband moet ik zeggen dat uit de ontwikkelingen tot nu toe niet is gebleken dat de in de postrichtlijn vervatte streefdata moeten worden veranderd. 2009 blijft dan ook het jaar waar we naartoe werken.
De Commissie zal ervoor zorgen dat het liberaliseringsproces gepaard gaat met een versterking van de Verdragsbepalingen inzake mededinging. Voor wat betreft de regels inzake overheidssteun: in juli 2005 heeft de Commissie een pakket maatregelen goedgekeurd dat de principes toelicht op basis waarvan zij de compensatie voor openbare dienstverlening vaststelt ten behoeve van diensten van algemeen economisch belang.
Daarnaast is de Commissie zich terdege bewust van het sociale belang van de postdiensten en zal zij extra aandacht schenken aan de situatie van iedere lidstaat, opdat overeenstemming kan worden bereikt. De resultaten van de verkennende studie zullen ons daarbij helpen en zullen bijdragen tot een analyse van de voorwaarden voor een succesvolle interne postmarkt.
Bovendien zullen de resultaten van onze online publieke raadpleging die wij onlangs hebben gehouden, aanvullende aangrijpingspunten bieden voor de toekomst van de Europese postdiensten. De Commissie zal haar voorbereidende werkzaamheden in volledige transparantie voortzetten en zal haar dialoog met alle betrokken partijen vervolgen.
Dit initiatiefverslag van het Europees Parlement vormt een prima basis voor verdere discussie. Ik ben zeer ingenomen met dit initiatief en wil de heer Ferber en zijn collega's van de Commissie vervoer en toerisme hartelijk bedanken voor hun uitstekende werk.
Georg Jarzembowski, namens de PPE-DE-Fractie. - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten staat inhoudelijk volledig achter het standpunt van rapporteur Ferber over het tussentijds verslag van de Europese Commissie. Met het door de rapporteur geformuleerde standpunt willen wij waarborgen dat de Commissie de voor 31 december van dit jaar aangekondigde maatregelen aanwendt om alle economische, technologische, sociale en geografische aspecten van de voortschrijdende opening van de postmarkt goed te bekijken, en dat zij ons informeert over de gevolgen.
Tot op heden - daaraan wil ik u graag herinneren, mijnheer de commissaris, en ik zou graag uw antwoord daarop horen - hebben, voor zover wij en de rapporteur weten, niet alle lidstaten de postrichtlijn tijdig en op de juiste wijze omgezet. In mijn ogen is het de plicht van de Commissie om zorgvuldig te controleren hoe het met de omzetting in elke lidstaat is gesteld. De Commissie moet de lidstaten aan hun verplichtingen houden en hen indien nodig voor het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen dagen. Het communautair recht dient in alle lidstaten ten uitvoer te worden gelegd. Maar bij wijze van verzoening wil ik ook zeggen dat, na de in het algemeen positieve ontwikkelingen van de postmarkt voor de consument, de Commissie naar mijn mening aan het gezamenlijk besluit moet vasthouden om de openstelling van de markt voor postdiensten in 2009 te voltooien.
Ik wil u ook verzoeken nog wat dieper in te gaan op de kwestie van de universele dienstverlening. Kort gezegd houdt universele dienstverlening in dat wij in alle lidstaten prestaties van hoge kwaliteit tegen betaalbare prijzen mogen verwachten. Dat is onze doelstelling, maar die moeten wij wel zorgvuldig toetsen. Een voorbeeld: als zelfs Duitsland nu afwijkt van het principe dat de portokosten voor een standaardbrief zowel in het binnenland als in alle andere vierentwintig lidstaten dezelfde dienen te zijn, dan moeten we goed bedenken wat dat betekent. Een standaardbrief in Duitsland kost nu 55 cent, terwijl dezelfde brief in alle andere lidstaten 70 cent kost, en dat is de eerste keer dat een dergelijk verschil zich voordoet. Als dit betekent dat de porto toch wordt vastgesteld op grond van de kosten - afhankelijk van afstand en het type bestelling - wat rechtvaardigt dan eigenlijk nog een universele dienstverlening? Wat rechtvaardigt dan eigenlijk nog de beperking van de concurrentie door een gereguleerde, gereserveerde sector?
We moeten zorgvuldig nagaan wat het universele terrein is, wat wij daarmee willen waarborgen en of wij daarvoor wel een gereserveerde sector nodig hebben. Daarom wacht ik uw beoordeling en uw standpunt met grote belangstelling af. Hartelijk dank, mijnheer de commissaris.
Gary Titley, namens de PSE-Fractie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, dat het belangrijk is dat wij vandaag dit debat voeren, behoeft geen betoog, want op 1 januari is de laatste stap gezet in de beperking van de gereserveerde sector, met een daling van de gewichtsklasse tot 50 gram. Wij zien uit naar de verkennende studie van de Commissie over de voltooiing van de interne markt in 2009, die hopelijk deze zomer zal worden gepubliceerd.
De postsector staat voor grote uitdagingen, maar er liggen eveneens grote kansen. De post moet gelijke tred houden met de ontwikkelingen in andere sectoren, niet in het minst met de overgang van "consumer to consumer" naar "business to consumer", maar ook met betrekking tot de interne markt. Het is een blamage voor de Europese Unie dat er dertien jaar na de voltooiing van de interne markt nog steeds enorme belemmeringen zijn voor grensoverschrijdende postactiviteiten, voor de werking van de groeiende thuiswinkelmarkt en niet te vergeten voor uitgevers van kranten en tijdschriften.
Een goed verloop van dit proces vereist transparantie, helderheid, zekerheid en de duidelijke betrokkenheid van klanten van postdiensten en consumenten. Wij erkennen natuurlijk dat elke postmarkt uniek is, maar we kunnen niet door de vingers zien dat ernstige asymmetrie in de regelgeving leidt tot ernstige marktverstoring. We hebben een structuur nodig waarin nationale regelgevende autoriteiten moeten samenwerken. We hebben een helderdere en transparantere vergunningsprocedures nodig; dat is een punt waaraan de Commissie bijzondere aandacht moet schenken. Lidstaten moeten de normen betreffende de kwaliteit van dienstverlening, die door de CEN zijn uitgewerkt, overnemen en toepassen, zodat we een eerlijke vergelijking kunnen maken. We moeten ervoor zorgen dat zowel grote als kleine klanten van postdiensten bij dit hele proces worden betrokken.
Uiteindelijk hangt het welslagen of mislukken van deze onderneming af van de vraag of wij in staat zijn mensen tevreden te stellen, en of wij kunnen waarborgen dat zelfs onze oude moedertjes die in verre uithoeken wonen nog steeds een universele dienstverlening kunnen krijgen. Als we daar een antwoord op hebben zal dit proces slagen.
Nathalie Griesbeck, namens de ALDE-Fractie. - (FR) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik wil me meteen aansluiten bij de woorden van dank aan het adres van onze collega Markus Ferber voor zijn initiatiefverslag. Als u het goed vindt, zou ik mijn standpunt vanuit twee invalshoeken willen toelichten.
Ten eerste, mijn fractie, de Fractie Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa, en ikzelf zijn blij dat we dankzij dit verslag vanaf nu kunnen discussiëren over het rechtskader dat de Unie tegen 2009 ingevoerd moet hebben met het oog op de liberalisering van de postdiensten. Verder steun ik de voorgestelde methode, waarmee we het proces van modernisering van de sector op gecontroleerde en evenwichtige wijze kunnen laten verlopen.
Aan de andere kant, dames en heren: de liberalisering van de postmarkt mag dan wel tot doel hebben - het is zojuist al uitgelegd - deze bedrijfssector te moderniseren en de dienstverlening voor de cliënten te verbeteren, maar iedereen weet wat er bij deze hervorming op het spel staat en hoezeer onze medeburgers vrezen - en dat is volstrekt begrijpelijk - dat de kwaliteit van de dienstverlening erop achteruit zal gaan en dat er van volledige geografische dekking, dus ook dienstverlening in de meest afgelegen gebieden, geen sprake meer zal zijn. Ik wacht dan ook met bijzondere belangstelling de effectbeoordeling af die de Commissie in de loop van het jaar zal presenteren. Die moet gebaseerd zijn op betrouwbare economische gegevens en op de uitkomsten van de raadpleging van alle betrokken partijen, van de vakbonden tot de kamers van koophandel en alle andere sociale partners die deze zaak aangaat.
Verder zou ik de aandacht van de Commissie en de Raad willen vestigen op het feit dat maatregelen genomen moeten worden om concurrentieverstoringen, in welke vorm dan ook, te bestrijden. Ik denk hierbij met name aan de BTW-plicht en aan harmonisering van de belastingtarieven.
Laatste punt: ik reken erop dat de Commissie relevante en billijke mechanismen voorstelt voor de financiering van universele diensten zonder daarbij vooruit te lopen op de keuzen die het Parlement zal maken - want, beste collega's, in laatste instantie is het ons Parlement, onze democratische instelling die aan de 450 miljoen burgers moet uitleggen dat het sterke Europa dat wij samen willen opbouwen hun Europa is.
Eva Lichtenberger, namens de Verts/ALE-Fractie. - (DE) Mijnheer de Voorzitter, geachte afgevaardigden, als wij over de toekomst van de postdiensten spreken, dan moeten we beginnen met de vraag wat we willen bereiken. De voltooiing van de interne markt kan geen doel op zich zijn, maar moet - zoals wordt gesteld in alle intentieverklaringen - positieve resultaten opleveren voor de burgers van Europa.
Toch kan nu al worden vastgesteld dat in ettelijke landen het uitkleden van de diensten enorme gevolgen heeft voor afgelegen gebieden en gebieden met een geringe bevolkingsdichtheid. Ook in moeilijk toegankelijke gebieden mogen mensen niet worden afgesneden van diensten. De gedachte dat de openstelling van de markt, zoals de rapporteur opmerkte in de commissie, automatisch zou betekenen dat het spreekwoordelijke oude vrouwtje in de bergen zou worden voorzien van diensten is inmiddels onjuist gebleken. Dat toont een aantal klassieke voorbeelden wel aan.
Daarom mag men in een studie zoals die nu is voorbereid ook geen vragen stellen die het gewenste antwoord eigenlijk al impliceren, zoals in paragraaf 13 bijvoorbeeld is gedaan. Hier blijkt duidelijk dat de auteurs bepaalde antwoorden willen krijgen; zo duidelijk dat het de studie bijna overbodig maakt. Als we een studie verrichten, moeten we openstaan voor de volle waarheid.
Georgios Toussas, namens de GUE/NGL-Fractie. - (EL) Mijnheer de Voorzitter, de liberalisering van de postdiensten maakt deel uit van de puzzel van de algemene dienstenliberalisering en de privatisering van de openbare nutsbedrijven. Daardoor worden alle werknemers getroffen.
Men slaat munt uit de maatschappelijke behoefte aan betrouwbare, moderne posterijen en speelt aldus het kapitaal grotere winsten in de hand.
Men streeft zogenaamd naar nieuwe ondernemingsmodellen, waardoor massaontslagen en verandering van de arbeidsrelaties in de posterijen schering en inslag worden.
Omdat zogenaamd het communicatiegedrag is veranderd, effent het verslag het pad naar een herziening van de definitie van universele dienstverlening. Men wil korte metten maken met de verplichting voor universele dienstverleners om alle gebruikers gemakkelijk toegang te verlenen tot het netwerk van posterijen, tot een voldoende aantal vaste punten voor het inzamelen en bezorgen van de post en voor het dekken van nationale en grensoverschrijdende diensten.
Deze wijzigingen, die - zoals ook in het verslag staat - volledig stroken met het proces van liberalisering van de postdiensten en voltooiing van de interne markt in de postdienstensector in het jaar 2009, bieden objectief gezien de mogelijkheid aan particuliere postbedrijven om het leeuwendeel van de postmarkt in de wacht te slepen, ten koste van de openbare posterijen, met alle pijnlijke gevolgen van dien voor de gebruikers en meer in het algemeen voor de werknemers. Daarom zijn wij hiertegen, en zullen wij tegen het verslag stemmen.
Michael Henry Nattrass, namens de IND/DEM-Fractie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, wij hebben gezien hoe de voorgestelde Grondwet voor Europa door de Franse en Nederlandse bevolking werd verworpen. Ook de richtlijnen betreffende met computer geïmplementeerde uitvindingen en havendiensten werden verworpen. Desondanks is de drang naar harmonisering onstuitbaar, zelfs als het niets te maken heeft met handel of doelmatigheid van de Unie en het slecht is voor de burgers.
Ziehier een ander tweederangs besluit: de postrichtlijn. De EU heeft hier niets mee te maken, en ik raad haar dan ook aan zich erbuiten te houden. De postrichtlijn is erop gericht BTW te heffen op post in een tijdsgewricht waarin het schrijven van brieven toenemende concurrentie ondervindt van e-mail. Het Verenigd Koninkrijk wil hier niet aan! British Post Office bestaat al 371 jaar en het waren de Britten die in 1840 de eerste postzegel uitgaven, met het hoofd van Koningin Victoria erop.
Nu wil de EU haar dodelijke stempel van inefficiëntie erop drukken. Een watermerk van filatelistische bemoeienis, slechts getand met onwetendheid van de Britse traditie en de wens het schrijven van brieven de doodsteek te geven. Van de Penny Black naar de EU-schandvlek in 166 jaar! Is dat vooruitgang?
In 2004 heeft de Postmaster General duidelijk te verstaan gegeven dat de Britse regering niets wilde weten van BTW op postzegels. De Royal Mail vertelde mij deze week nog dat zij er niet aan wilde, omdat het slecht zou zijn voor kleine bedrijven, liefdadigheidsinstellingen en klanten. Het Britse volk wil het niet. Zij draaien al op voor de kosten van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de EU.
Wat zou Stanley Gibbons van de Strand in Londen hebben gezegd als hij nog had geleefd? Ik vermoed dat hij een boek zou hebben uitgebracht met plaatjes van Europarlementariërs die apenstreken uithalen met de tradities van de Britse posterijen, getiteld "Stanley Stamps Gibbon Catalogue".
Bij de stemming over dit verslag zal de UKIP zich richten naar de wensen van de Britse burgers. Ik hoop dat de Britse leden van dit Parlement opkomen voor hun land. De bevolkingen kijken toe hoe eurofielen opnieuw toelaten dat hun landen onder de EU-plak komen te zitten. Dank u, mijnheer de Voorzitter, en ik wens de tolken veel sterkte!
De Voorzitter. - Mijnheer Nattrass, even ter informatie, uw fractie heeft vandaag vijf minuten spreektijd, die als volgt zijn verdeeld: één minuut voor mevrouw Krupa, één minuut voor de heer Bloom, nog eens anderhalve minuut voor mevrouw Krupa en anderhalve minuut voor uzelf, en dus niet tweeënhalve minuut. Als de heer Farage u vijf minuten heeft "verkocht", dan heeft hij u iets verkocht wat niet aan hem toebehoorde.
Seán Ó Neachtain, namens de UEN-Fractie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, de postrichtlijn moet voorzien in de behoeften van alle consumenten en vooral in die van de mensen op het platteland. De liberalisering van diensten is zeer dikwijls voordelig voor mensen in dichtbevolkte gebieden maar nadelig voor consumenten in dunbevolkte gebieden.
Als Europees afgevaardigde van het Westen en Noord-Westen van Ierland, vertegenwoordig ik vooral kiezers op het platteland. Mijn ervaring is dat veel richtlijnen in de loop der jaren negatieve gevolgen hebben gehad voor de plattelandsgebieden en de plattelandsontwikkeling, omdat ze opzettelijk of per ongeluk zo waren opgesteld dat zij ten goede kwamen aan dichtbevolkte gebieden, waar het gemakkelijker is om liberaal beleid te hanteren.
Het plaatselijke postkantoor in plattelandsgemeenschappen is van vitaal belang, als economische, sociale en culturele voorziening. Bij het maken van liberaliseringsplannen voor die diensten in de EU mogen de rechten van de plattelandsbewoners niet uit het oog worden verloren. De verlening van en de toegang tot dergelijke diensten is essentieel voor een duurzame ontwikkeling van het platteland.
Er zij op gewezen dat liberalisering van de postdiensten niet automatisch leidt tot meer banen, en ik zou de Commissie dan ook willen verzoeken dit grondig te onderzoeken en een studie te verrichten naar gelijke behandeling, doelmatigheid en klantgerichtheid in de postsector, in het bijzonder als het gaat om die perifere gebieden.
De bedoeling achter de postrichtlijn was goed, maar zoals altijd met goede bedoelingen was de toepassing minder goed. Ik zou de Commissie en de rapporteur willen vragen te ijveren voor een stelsel van postdiensten waarin rekening wordt gehouden met iedereen. Dat betekend universele dienstverlening.
Armando Dionisi (PPE-DE). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, geachte collega’s, het proces van geleidelijke liberalisatie van de postsector dat in de afgelopen jaren op gang is gebracht, heeft goede veranderingen bewerkstelligd, met dien verstande dat de posterijen ertoe werden aangezet de kwaliteit en de efficiëntie van hun dienstverlening en hun productieprocessen te verbeteren.
Het verslag van de heer Ferber over de toepassing van de postrichtlijn is evenwichtig. Daarin worden de positieve effecten van de tot nu toe plaatsgevonden liberalisatie onderstreept, maar wordt ook gewezen op de noodzaak om de sociale gevolgen en de gevolgen voor de werkgelegenheid, die zullen voortvloeien uit de volgende etappe in de voltooiing van de interne markt, te onderwerpen aan een evaluatie waarin ook rekening wordt gehouden met de specifieke nationale kenmerken. Deze volgende etappe zal geheel en al afhangen van de bevindingen van de studie van de Europese Commissie, die tot taak heeft gekregen een impactbeoordeling te maken van de voltooiing van de markt van universele dienstverlening. Daarom mogen wij nu niet vooruitlopen op de resultaten van die studie.
In deze fase is het de taak van het Parlement te herhalen dat het effect van de liberalisering op de universele postdienstverlening moet worden geëvalueerd, rekening houdend met de nationale verschillen en de geografische, sociale en economische bijzonderheden, en dat de politieke liberaliseringsbesluiten genomen moeten worden met volledige inachtneming van het evenredigheids- en subsidiariteitsbeginsel.
De postdienst is in bepaalde gebieden een essentiële verbinding voor onze burgers. Als wij het huidige niveau van universele dienstverlening willen handhaven, moeten wij een geleidelijke aanpak volgen. Daarom kan de Italiaanse delegatie geen steun geven aan het amendement van de heer Ferber, omdat daarmee impliciet de noodzaak van universele dienstverlening in twijfel wordt getrokken, die mijns inziens een recht en een onafzienbare plicht van de Europese postdiensten blijft.
Gilles Savary (PSE). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, ik zal het heel kort houden. Ik wil alleen maar zeggen dat postdiensten niet als gewone diensten beschouwd kunnen worden. Er zit een menselijke kant aan - dat is al opgemerkt - maar ook spelen sociale en geografische factoren een rol, hetgeen de grote prestatieverschillen tussen de landen verklaart.
Er bestaat een groot verschil tussen de dienstverlening in een land met een zeer hoge bevolkingsdichtheid en een volkomen vlak grondgebied als Nederland, en eenzelfde soort dienstverlening aan een even grote bevolking die echter verspreid leeft over talloze eilanden, zoals in Griekenland, of in een land met een zeer gediversifieerd landschap, zoals Frankrijk.
Ik hoop dan ook dat de Commissie bij haar beoordeling objectief te werk zal gaan en zich niet zal laten leiden door de gedachte die bij een deel van deze Vergadering leeft, namelijk dat er helemaal geen kader nodig is omdat marktwerking, en marktwerking alleen, in alle opzichten volstaat voor het reguleren van de postmarkt. Verder hoop ik dat de beoordeling ertoe zal bijdragen dat bij de openstelling van de postmarkt, die in Europa nodig is, recht wordt gedaan aan datgene wat de post uiteindelijk is: een universele dienst met een geografische en sociale dimensie die op geen enkele manier vervangen kan worden.
Guntars Krasts (UEN). - (LV) De doelstelling om de postsector voor eind 2009 te liberaliseren is reëel en haalbaar. Dat blijkt uit de resultaten die zijn behaald in de lidstaten waar deze sector al eerder werd hervormd. Het is echter moeilijk te begrijpen waarom in het verslag de nadruk wordt gelegd op het feit dat de werkgelegenheid als gevolg van de mededinging in de postsector niet altijd op hetzelfde niveau is gebleven. Het doel van een hervorming van de postsector is niet het behoud van banen, maar uiteraard ook niet het verlies van banen. Er kunnen ook banen verloren gaan zonder liberalisering, als gevolg van technologische modernisering bijvoorbeeld. Wij moeten de betreffende hervorming niet bekijken vanuit het perspectief van de postsector als bedrijfstak. De ontwikkeling van de postsector en de aanpassingen aan de nieuwe marktomstandigheden moeten veeleer bekeken worden vanuit het perspectief van het bedrijfsmanagement.
De fundamentele doelstelling van de herstructurering van de postsector is ervoor te zorgen dat beter kan worden ingespeeld op de belangen van de consumenten. Daarvoor moeten de inwoners van de Europese Unie de mogelijkheid krijgen om gebruik te maken van een universele dienstverlening. Tegelijkertijd mag de postsector zich echter niet beperken tot het verlenen van die universele dienst. Wij mogen niet uit het oog verliezen dat de meerderheid van de klanten die van postdiensten gebruik maakt - en dan hebben wij het over meer dan 90 procent - zakelijke klanten zijn die wellicht heel andere eisen aan de postsector stellen. Daarom dient er een breed assortiment aan hoogwaardige postdiensten gecreëerd te worden, zodat de sector niet alleen kan overleven maar zich ook verder kan ontwikkelen.
Het aanbod van postdiensten vertoont in toenemende mate raakvlakken met andere sectoren, zoals de financiële diensten, het advertentiewezen en de handel. De toekomst van de postdiensten is afhankelijk van dergelijke succesvolle kruisbestuivingen. De ontwikkeling van de postsector is een van de motoren van de economische ontwikkeling, de productiviteit en het concurrentievermogen van de Europese Unie. Helaas wordt er te traag vooruitgang geboekt bij de ontwikkeling van een gemeenschappelijke Europese postmarkt.
Inés Ayala Sender (PSE). - (ES) Opnieuw houden we een debat over een van de meest emblematische openbare diensten van onze Europese samenleving, over een dienst die grote symbolische waarde heeft en een bron van vertrouwen is. Vandaar de diversiteit ervan en de sterke worteling in de samenleving. De posterijen zijn bovendien van wezenlijk belang omdat ze een arbeidsintensieve sector vormen, een sector met geschoolde werknemers die zich sterk verbonden voelen met de dienst, wat heel veel respect en erkenning verdient.
Bovendien zorgen de posterijen voor territoriale en sociale cohesie, hetgeen van essentieel belang is in een uitgebreide en steeds individualistischer wordende Unie. Daarom zou ik tegen de Commissie willen zeggen dat, nu we dit nieuwe hoofdstuk openen - en op dit moment denk ik ook aan collega Brian Simpson, die naar ik hoopte hier aanwezig zou zijn, maar misschien komt hij later alsnog - het van cruciaal belang is dat het nieuwe proces op reële en acceptabele wijze wordt gemotiveerd, dat het volledig geloofwaardig is. Men zegt ons wel dat de dienst daarna beter zal zijn, maar wat we nu krijgen voorgeschoteld leidt tot nog meer onzekerheid wat de werkgelegenheid betreft en werpt talrijke vraagtekens op.
Daarom eisen wij dat er een volledige garantie wordt geboden voor de voortzetting van de universele dienstverlening, inclusief alle voorwaarden met betrekking tot prijzen en kwaliteit van de dienstverlening. Ook willen wij dat rekening wordt gehouden met zowel de diversiteit van de huidige systemen, daar waar ze goed zijn - we kunnen ze niet allemaal over één kam scheren - als met de sociale en territoriale cohesie.
Emanuel Jardim Fernandes (PSE). - (PT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, mijnheer de commissaris, ik wil de heer Ferber graag gelukwensen met zijn uitstekende verslag. Daarin wordt duidelijk gemaakt welk economisch en sociaal belang de postdiensten vertegenwoordigen, en wel op een moment dat er aanwijzingen zijn dat er in deze sector concentratie zal plaatsvinden en dat er banen verloren zullen gaan. Ik vind dat we moeten verhinderen dat deze openbare dienst als gevolg van de liberalisering een uitsluitend economische dienst wordt, waarbij alleen degenen die over voldoende middelen beschikken het recht om een brief te versturen kunnen uitoefenen, terwijl de minder bedeelden en degenen die veraf wonen geen enkele garantie hebben dat deze universele dienst ook voor hen toegankelijk is.
Daarom dring ik er bij de Commissie op aan dat ze bij haar analyse van deze sector in het vervolg een modulering aanbrengt op basis van de kosten die voor het opzetten van de universele dienst gemaakt moeten worden. Ze zou dan rekening kunnen houden met geografische en demografische beperkingen, en zo garanderen dat iedereen toegang heeft tot deze dienst van algemeen belang.
Net als de rapporteur geloof ook ik dat concurrerende postdiensten voor de Europese Unie van fundamenteel belang zijn. Deze sector heeft een positieve weerslag op andere maatschappelijke sectoren en aspecten, zoals de handel, de dienstverlening en de werkgelegenheid. Als de postdiensten de nodige investeringen doen om beter te kunnen concurreren, efficiënter te werken en de kwaliteit van de dienstverlening te vergroten, zullen de burgers en het bedrijfsleven voor deze diensten minder hoeven te betalen. Zo draagt de post, door banen te scheppen en groei mogelijk te maken, bij tot het verwezenlijken van de doelstellingen van de Strategie van Lissabon.
De Voorzitter. - Het debat is gesloten.
De stemming vindt morgen om 11.00 uur plaats.
Schriftelijke verklaring (artikel 142)
Hélène Goudin (IND/DEM). - (SV) Ik sta positief tegenover het feit dat in het verslag de nadruk wordt gelegd op de noodzaak het subsidiariteitsbeginsel van toepassing te laten zijn op de vergunningsprocedure. Ik ben ook blij met het feit dat het Europees Parlement erop wijst dat de Commissie bijzondere aandacht moet besteden aan de gevolgen van de liberalisering van de postmarkt voor de bewoners van dunbevolkte regio’s (paragraaf 9).
Ik had echter graag gezien dat in krachtige bewoordingen duidelijk werd gemaakt dat een slechte dienstverlening aan mensen in geïsoleerde regio’s in Europa onaanvaardbaar is. De Commissie heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van de aanpassing van de regels voor de frequentie van de postbezorging (zie mondelinge vraag H-1135/05). Het Europees Parlement geeft hier evenmin duidelijkheid over.
Mensen in dunbevolkte regio’s zullen in de toekomst slechts dan van postdiensten gebruik kunnen maken als voldaan wordt aan de basisvoorwaarde, namelijk dat het prijspeil van de diensten vergelijkbaar is met dat in de rest van het land. Het Europees Parlement neemt in het verslag geen standpunt in over deze kwestie. De Commissie heeft dat evenmin gedaan.
Ik sta ook afwijzend tegenover de kritiek van het Europees Parlement op de nationale BTW-regelingen op de postmarkt (paragraaf 18) en het voorstel aan de Europese Commissie om na te gaan op welke wijze de pensioenverplichtingen van openbare postbedrijven worden behandeld (paragraaf 17). Dit zijn kwesties die op nationaal niveau behandeld moeten worden.