Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2006/2525(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B6-0136/2006

Debatten :

PV 15/02/2006 - 2
CRE 15/02/2006 - 2

Stemmingen :

PV 16/02/2006 - 6.4
CRE 16/02/2006 - 6.4
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2006)0064

Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 15 februari 2006 - Straatsburg Uitgave PB

2. Recht op vrijheid van meningsuiting en respect voor godsdienst (debat)
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. - Aan de orde zijn de verklaringen van de Raad en de Commissie over het recht op vrijheid van meningsuiting en respect voor godsdienst.

 
  
MPphoto
 
 

  Hans Winkler, fungerend voorzitter van de Raad. - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de voorzitter van de Commissie, dames en heren, de controverse van de afgelopen weken over de in Deense kranten verschenen spotprenten is zonder meer een betreurenswaardige ontwikkeling, omdat deze inbreuk maakt op iets waarvoor de lidstaten van de Europese Unie en de Europese Unie zich al jarenlang inzetten, namelijk op het wederzijds vertrouwen en de constructieve samenwerking tussen de verschillende godsdienstgemeenschappen in onze landen.

Het vertrouwen en de goede wil die alle lidstaten en ook alle instellingen van de Europese Unie in de afgelopen jaren hebben getoond, lijken nu ernstig beschadigd te zijn. Er hebben zich gewelddadige demonstraties voorgedaan, waarbij zelfs doden zijn gevallen. In verschillende landen zijn vertegenwoordigingen van de EU en andere instellingen van de lidstaten aangevallen en beschadigd. Er zijn dreigementen geuit en boycots ingesteld.

Dit is een uiterst betreurenswaardige ontwikkeling, die ons ertoe noopt om onszelf af te vragen wat er is misgegaan en wat er kan worden gedaan om dergelijke gebeurtenissen voortaan te voorkomen. Een aantal beginselen van ons samenleven staat op het spel en dient samen met dit vraagstuk te worden bediscussieerd.

Ten eerste zijn we het erover eens dat iedere vorm van geweld, iedere gewelddadige reactie van de kant van militante groepen, dient te worden veroordeeld. En dat heeft het voorzitterschap van de Raad van meet af aan ook expliciet gedaan.

We verwachten ook van de betrokken regeringen dat zij zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheden, ook van hun uit het volkenrecht voortvloeiende verantwoordelijkheden, en dat zij passende preventieve maatregelen nemen.

Het is nu van belang om het geweld en de gewelddadige confrontaties te temperen en rust te brengen in de situatie. Het voorzitterschap van de Raad heeft vanaf het begin van deze gebeurtenissen zijn politieke verantwoordelijkheid genomen. Reeds op 30 januari heeft de Raad zijn volledige solidariteit betuigd met Denemarken, Zweden en alle andere betrokken landen. De ministers van Buitenlandse Zaken hebben in de Raad tevens het belang van persvrijheid en vrijheid van meningsuiting onderstreept. Deze vrijheden zijn de hoeksteen van de waarden die wij in de Europese Unie verdedigen. Vrijheid van meningsuiting is een groot goed dat wij moeten verdedigen en waarvoor wij, door heel de Europese geschiedenis heen, in onze samenlevingen hebben gestreden. Tegelijkertijd echter vergt de uitoefening van dit recht op vrijheid van meningsuiting - en van ieder ander recht - een hoge mate aan verantwoordelijkheid, zowel van de kant van de persoon als van de instellingen.

Al in een vroeg stadium hebben de Europese Unie, maar ook de Verenigde Naties en andere organisaties, zoals met name ook de Organisatie van de Islamitische Conferentie, verklaringen afgelegd waarin werd geprobeerd de beginselen te verduidelijken waaraan wij ons dienen te houden in dit debat. De gezamenlijke verklaring van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de secretaris-generaal van de Organisatie van de Islamitische Conferentie en de Hoge Vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van 7 februari was in dit verband van groot belang. Daarin wordt de nadruk vooral gelegd op een verantwoordelijke omgang met religieuze overtuigingen, alsmede op de vrijheid van meningsuiting, waarbij ook de verantwoordelijkheid, de persoonlijke verantwoordelijkheid, van de pers behoort. Onze samenlevingen staan niet toe dat regeringen dicteren wat de onafhankelijke pers al dan niet mag zeggen, mits dit binnen de grenzen van de wet valt, en dat is een goede zaak. Deze wetten dienen in overeenstemming te zijn met de internationale normen, en in het bijzonder met de beginselen van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens.

In de genoemde verklaring van 7 februari werden de gewelddadigheden veroordeeld en werd opgeroepen tot een dialoog. Op 8 februari voerde Ursula Plassnik, de Oostenrijkse minister van Buitenlandse Zaken en voorzitter van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen, een telefoongesprek met de Turkse vice-premier en minister van Buitenlandse Zaken Abdullah Gül. Heel bewust hebben wij Turkije betrokken bij onze inspanningen om rust te brengen in de situatie, daar juist dat land een zeer actieve en constructieve rol speelt in het bevorderen van de dialoog tussen Europa en de islamitische wereld. Daarom heeft Oostenrijk ook de High Level Group voor de alliantie van beschavingen, die onder auspiciën van de Verenigde Naties opereert, uitgenodigd om zijn volgende vergadering in Oostenrijk te laten plaatsvinden.

Eveneens op 8 februari legde de voorzitter van de Raad, de Oostenrijkse bondskanselier Schüssel, een verklaring af waarin hij zijn ontzetting tot uitdrukking bracht over de afbeeldingen op een website van een islamitische immigrantenorganisatie in Antwerpen en over de oproep in de Iraanse krant Hamshahri tot een spotprentenwedstrijd met als onderwerp de holocaust. Ook dit soort initiatieven en oproepen dienen we met kracht te veroordelen en van de hand te wijzen.

Zoals u weet, verblijft de Hoge Vertegenwoordiger voor het GBVB, Javier Solana, op dit moment in het Midden-Oosten. Op 13 februari heeft hij de secretaris-generaal van de Organisatie van de Islamitische Conferentie, Ekmeleddin Ihsanoglu, ontmoet om de mogelijkheid te bespreken van een doelgerichte dialoog tussen Europa en de islamitische wereld. De secretaris-generaal en de Hoge Vertegenwoordiger zullen deze discussie voortzetten met de secretaris-generaal van de Arabische Liga en met vertegenwoordigers van Saoedi-Arabië, Egypte, Jordanië, de Palestijnse Autoriteit en Israël.

De Raad, maar ook afzonderlijke lidstaten, zullen de dialoog met de islamitische wereld actief bevorderen en voortgaan op deze weg van de dialoog tussen beschavingen en tussen religieuze gemeenschappen. De Finse minister van Buitenlandse Zaken Tuomioja heeft al aangekondigd dat de werkzaamheden in verband met die dialoog een prioriteit zullen zijn van het Fins voorzitterschap.

Dit voorzitterschap zal ook verdere stappen ondernemen om rust te helpen brengen in de situatie. De mogelijkheid van een intensievere dialoog met de islamitische wereld zal een belangrijk onderwerp van gesprek zijn tijdens de volgende bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Zaken op 27 en 28 februari.

De huidige crisis vergt leiderschap van de kant van de gekozen politieke vertegenwoordigers van de EU. Uiteraard kan en mag dit leiderschap niet betekenen dat de staat pogingen onderneemt om een gedragscode op te leggen aan de media. Ik heb al onderstreept hoe belangrijk de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting zijn voor de waarden van de Europese Unie. Deze langdurig en zwaar bevochten vrijwaring van censuur willen we zeker niet op het spel zetten. Zoals het Europees Hof voor de Rechten van de Mens met een groot aantal fundamentele uitspraken duidelijk heeft gemaakt, strekt deze vrijheid zich ook uit tot het toelaten van nieuwe, omstreden ideeën en iedere vorm van discussie, alsmede tot de vrijheid om enerzijds fouten te maken en anderzijds fouten scherp te bekritiseren. Het Europees Hof verklaarde twintig jaar geleden in een fundamentele uitspraak dat vrijheid van meningsuiting zich ook uitstrekt tot mogelijk beledigend of ergerlijk materiaal. Het Hof heeft echter eveneens verklaard dat deze vrijheid van meningsuiting uiteraard onderworpen dient te worden aan beperkingen, namelijk indien anderen worden gekwetst, met name in hun godsdienstige gevoelens.

De Europese Unie moet nu haar politiek leiderschap tonen door op geloofwaardige wijze duidelijk te maken dat vrijheid van meningsuiting en respect voor de cultuur en godsdienst van anderen niet in tegenspraak met elkaar zijn, maar elkaar aanvullen en met elkaar verenigbaar zijn. Het antwoord op de huidige crisis is volgens ons niet de beperking van de vrijheid van meningsuiting, maar veeleer een geloofwaardig engagement van het democratisch pluralistische Europa in een dialoog tussen culturen en beschavingen. We moeten de moslimgemeenschappen in de hele wereld duidelijk maken dat wij verder met hen willen gaan op de ingeslagen weg en onze op vertrouwen gebaseerde betrekkingen willen ontwikkelen. We moeten onze islamitische medeburgers in de EU duidelijk maken dat deze Unie een goede plek is, waar zij en de aanhangers van andere godsdiensten worden gerespecteerd en zich thuis kunnen voelen, en waar ze de mogelijkheid hebben om deel te nemen aan het democratisch proces. Het is van belang dat ons antwoord op deze uitdaging met name is gebaseerd op het vertrouwen dat de afgelopen jaren in alle lidstaten met succes is opgebouwd tussen de godsdienstgemeenschappen onderling en tussen de politiek verantwoordelijken en de godsdienstgemeenschappen.

Graag wil ik de aandacht van dit Parlement vestigen op een aantal activiteiten die in mijn eigen land, Oostenrijk, zijn ontplooid, want ook op de verantwoordelijkheid van de lidstaten wordt in dezen een sterk beroep gedaan. De Raad, die namens zichzelf en namens de Europese Unie als geheel spreekt, is ook afhankelijk van de activiteiten van de afzonderlijke lidstaten.

Een van de belangrijkste gesprekken die de Oostenrijkse vertegenwoordigers op hoog niveau de afgelopen dagen hebben gevoerd, in een poging om te komen tot ontspanning van de situatie, vond plaats op 7 februari tussen minister van Buitenlandse Zaken Plassnik en de voorzitter van de Islamitische Geloofsgemeenschap in Oostenrijk, Anas Schakfeh. Daarbij werd het belang onderstreept van een vreedzaam samenleven van de verschillende godsdienstgemeenschappen in onze landen, en werd verklaard dat het nu van belang is om één lijn te trekken en ervoor te zorgen dat onze lopende besprekingen, die in de praktijk waardevol zijn gebleken, ook naar buiten toe zichtbaar worden. Dit is een dialoogcultuur die in Oostenrijk, maar ook in andere lidstaten in de loop van de jaren is opgebouwd en die zichzelf nu tijdens een crisis moet bewijzen.

In de afgelopen maanden hebben in Oostenrijk enkele zeer belangrijke evenementen plaatsgevonden. Zo werd een grote conferentie georganiseerd over het onderwerp ‘Islam en de pluralistische samenleving’, waaraan een groot aantal religieuze en politieke leiders heeft deelgenomen: de Afghaanse president, de Iraakse president, de voormalige president van Iran en hoogwaardigheidsbekleders uit alle godsdienstgemeenschappen. Twee dagen geleden heeft de Oostenrijkse kanselier alle leiders van de grote erkende godsdiensten uitgenodigd voor een bijeenkomst in Oostenrijk. Bij deze gelegenheid hebben allen unaniem benadrukt dat slechts een vreedzaam samenleven, een vreedzame - maar ook kritische - dialoog met elkaar de enige manier is om ontwikkelingen te voorkomen zoals we die de afgelopen weken hebben gezien. Daarom is het belangrijk om de dialoog voort te zetten, maar ook om onze waarden te verdedigen, zoals het recht op vrije meningsuiting.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 
 

  José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, de publicatie van spotprenten in Deense en andere Europese kranten en de reacties daarop hebben gevoelige, principiële kwesties blootgelegd. De tekeningen hebben veel moslims over de hele wereld gekwetst. We moeten respect hebben voor deze gevoeligheden en voor de uitdrukking daarvan in de vorm van vredige protesten, hetgeen in iedere open samenleving een grondrecht is.

Ik deel het standpunt van de Deense minister-president, de heer Rasmussen, dat zijn regering de islam respecteert als een van de grote godsdiensten op aarde, dat het niet haar bedoeling is om moslims te beledigen en dat zij ook geen steun verleent aan activiteiten die zulks beogen. Vandaag wil ik persoonlijk benadrukken dat ik diep respect heb voor de islamitische beschaving en voor hetgeen deze beschaving heeft betekend en nog altijd betekent voor Europa.

De Commissie is niet bezorgd over de vreedzame reacties van de meerderheid op de prenten. Zij is echter wel bezorgd over de gewelddadige reacties van een minderheid, reacties waarvan veel moslims afstand hebben genomen. Daarom veroordeelt de Commissie in de sterkst mogelijke bewoordingen het geweld tegen onze vertegenwoordiging in Gaza en tegen de missies van de lidstaten, met name die van Denemarken. Ironisch genoeg zijn die missies bedoeld om werkelijke verbetering te brengen in het leven van de bevolking van de landen waar ze worden uitgevoerd.

Een handelsboycot is niet de juiste manier om deze kwestie aan te pakken. Een dergelijke maatregel schaadt de economische belangen van alle partijen en mogelijk ook de groeiende handelsbetrekkingen tussen de Europese Unie en de betrokken landen. Via handel, en via de sterkere banden die daardoor ontstaan, kan meer wederzijds begrip worden gekweekt. Laten we duidelijk zijn: een boycot van Deense goederen is per definitie een boycot van Europese goederen.

(Applaus)

Ik heb met de minister-president van Denemarken gesproken en hem de solidariteit van de Commissie betuigd. Ik wil hier vandaag ook de Deense bevolking mijn solidariteit betuigen. De Denen genieten terecht de reputatie een van de meest open en tolerante volkeren te zijn, niet alleen in Europa maar in de hele wereld. Ik verwelkom hun vertegenwoordigers die hier vandaag naar toe zijn gekomen met een delegatie van het Deense parlement.

(Applaus)

Ik heb ook met de fungerend voorzitter van de Raad, bondskanselier Schüssel, gesproken. De Commissie blijft samen met het Oostenrijkse voorzitterschap en alle betrokken partijen zoeken naar een vreedzame, efficiënte oplossing voor dit probleem.

De kwestie werpt meer algemene vraagstukken op. Onze Europese maatschappij is gebaseerd op eerbied voor eenieders leven en vrijheid, op gelijke rechten voor man en vrouw, op vrijheid van meningsuiting en een duidelijke scheiding tussen kerk en staat. Ons uitgangspunt is dat we als mensen vrij, onafhankelijk en gelijk zijn en eigen verantwoordelijkheid dragen. Die principes moeten we beschermen.

De vrijheid van meningsuiting behoort tot de traditionele waarden van Europa. Laat ik het duidelijk zeggen: aan de vrijheid van meningsuiting valt niet te tornen. Net als alle andere vrijheden is zij afhankelijk van ieders verantwoord gebruik ervan.

(Applaus)

Ieder van ons veroordeelt elke vorm van vooroordeel en discriminatie, waar en wanneer ze ook worden geuit. Er is niemand wiens mening wordt voorgeschreven of geautoriseerd door een regering of andere overheid. Anderzijds is iedereen wel zelf verantwoordelijk voor zijn mening, en niemand anders. Onze mening kan niet op het conto van een land, een bevolking of een godsdienst worden geschreven, en we mogen niet toestaan dat anderen doen voorkomen dat dit wel zo is.

(Applaus)

De vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid liggen ten grondslag aan de mogelijkheid om een mening of een spotprent te publiceren, maar evengoed om daarop kritiek te hebben. De vrijheid van meningsuiting werkt aan twee kanten.

De vrijheid van meningsuiting is onderworpen aan bepaalde beperkingen. Die moeten worden gerespecteerd. Deze beperkingen zijn wettelijk vastgelegd en de naleving ervan wordt gegarandeerd door de wet- en regelgeving in de lidstaten van de Europese Unie. Het is uiteraard onaanvaardbaar buiten de door democratische instellingen aangenomen wetten te treden.

Aan de vrijheid van godsdienst valt ook niet te tornen. Zoals Europa de vrijheid van meningsuiting respecteert, zo respecteert het ook de vrijheid van godsdienst. Godsdienstvrijheid is een basisrecht van individuen en gemeenschappen en behelst het respect voor de integriteit van alle religieuze overtuigingen en alle manieren waarop die worden beleefd. Moslims hebben - terecht - dezelfde vrijheid van geloofsbeleving als aanhangers van andere religies en overtuigingen.

De Europese Unie en haar lidstaten maken zich al lange tijd sterk voor een dialoog tussen de verschillende gemeenschappen binnen de Europese Unie en met de aangrenzende islamitische landen, evenals in andere delen van de wereld. Via een krachtige, maar vreedzame dialoog op basis van het beginsel van vrijheid van meningsuiting kunnen we komen tot dieper respect en meer begrip voor elkaar. Ik zal me blijven inzetten voor een interculturele en interreligieuze dialoog. Die dialoog moet zijn gebaseerd op tolerantie - niet op vooroordeel - en op de vrijheid van meningsuiting en godsdienst, en de daaraan gerelateerde waarden.

Geweld is de vijand van de dialoog. We mogen niet toestaan dat een minderheid van extremisten aan het langste eind trekt. Laten we ervoor zorgen dat de beste van onze waarden sterker blijken dan de slechtst denkbare vooroordelen.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 
 

  Hans-Gert Poettering, namens de PPE-DE-Fractie. - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de voorzitter van de Commissie, mijnheer de fungerend voorzitter van de Raad, geachte afgevaardigden, de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten volgt de controverse over de spotprenten met grote zorg. Voor ons is één ding echter glashelder, en daardoor laten wij ons leiden: wij zullen de persvrijheid verdedigen, en wij zullen de gevoelens van gelovigen verdedigen, ongeacht welke godsdienst zij aanhangen, evenals de symbolen die belangrijk voor hen zijn. Wij zullen de mensenrechten en de verworvenheden van de Verlichting verdedigen, en we zullen het recht van mensen beschermen om hun geloof te belijden, anders te zijn en te worden gerespecteerd. Dit alles tegelijk waarmaken is alleen mogelijk als alle partijen kalm blijven en het hoofd koel houden. Daarom doen wij vandaag vooral een beroep op de vertegenwoordigers van de media in Europa, in Iran en in andere islamitische landen. Wij doen een beroep op hen die de strijd rond de spotprenten willen opkloppen tot een strijd over politieke grondbeginselen. We gaan geen goede toekomst tegemoet als wij polemiek beantwoorden met polemiek, agressie met agressie en botheid met botheid. Wij willen een orde die de vrijheid van meningsuiting verdedigt als een van de voornaamste mensenrechten en die zich tegelijkertijd bewust is van zijn grenzen, grenzen die liggen in de vrijheid en de waardigheid van anderen. Deze orde moet respect tonen voor het geloof en de godsdienstige gevoeligheden van anderen en tegelijk een vreedzame en constructieve dialoog mogelijk maken over zaken die ons scheiden, zowel ogenschijnlijk als in het diepst van ons wezen, van onze waarden, ervaringen en gevoelens.

Hieruit volgt dat geweld nooit mag worden aanvaard als middel om opwinding of verontwaardiging te uiten over andere meningen. Wij veroordelen alle aanstichters van gewelddadige reacties in verschillende landen in de hele wereld, want dit was geen spontane reactie - pas enkele maanden na dato vond de reactie plaats - maar was ten dele georganiseerd door regimes die geen waarde hechten aan vrijheid van meningsuiting en die hun bevolking onderdrukken. Ook dit moeten we in alle duidelijkheid zeggen.

(Applaus)

We keren ons tegen alle vormen van geweld, niet alleen tegen mensen, maar ook tegen voorwerpen, tegen vlaggen en gebouwen, en we veroordelen dit geweld ten scherpste. Het is van belang om tot een iets concretere benadering over te gaan, want alleen oproepen tot een dialoog tussen culturen is niet genoeg. Ik wil twee concrete voorstellen doen. Ik geef toe dat het twee ontoereikende voorstellen zijn, maar ze bieden wel stof tot nadenken. Ten eerste moeten wij beginnen bij de jeugd, en daarom moeten we een commissie van deskundigen instellen die schoolboeken in Europa en in de islamitische wereld onder de loep neemt om te bekijken welke waarden we aan elkaar toeschrijven en in welke bewoordingen dat gebeurt. Deze commissie zou onder auspiciën moeten werken van zowel de Europese Unie als de Organisatie van de Islamitische Conferentie, en de secretaris-generaal van de VN zou de deskundigen moeten uitkiezen, om het geheel nog effectiever te maken.

Wij, respectievelijk de islamitische wereld, hebben ons opgewonden over enkele spotprenten in een Europese - Deense - krant en in een aantal andere kranten. Maar dit is slechts een voorbeeld van honderden, om niet te zeggen duizenden spotprenten waarin ook onze christelijke waarden en overtuigingen in de islamitische wereld karikaturaal worden afgebeeld. Dat moet afgelopen zijn, zowel hier als in de landen van de islamitische wereld.

(Applaus)

Ten tweede heb ik samen met andere afgevaardigden in Barcelona de Euro-mediterrane bijeenkomst bijgewoond. We dienen de Euro-mediterrane Parlementaire Vergadering te gebruiken om gekozen politieke vertegenwoordigers en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld in Europa en onze partnerlanden bijeen te brengen voor een regelmatige dialoog en voor doelgerichte beraadslagingen in het kader van het proces van Barcelona. De Euro-mediterrane Vergadering kan als ontmoetingspunt een spilfunctie vervullen in de dialoog tussen culturen.

Staat u mij toe een persoonlijke kanttekening te maken. Vanaf 1999 tot dit jaar, 2006, heb ik 16 Arabische en islamitische landen bezocht. Ik herinner me een gesprek met een zeer toegewijde, geloofwaardige hoge vertegenwoordiger van de geestelijkheid in Saoedi-Arabië. Het was in alle opzichten een fantastisch gesprek. Hij vroeg me hoe moslims werden behandeld in Europa. Ik antwoordde dat we vaak graag zouden zien dat zij beter integreerden, maar dat de moslims hun geloof in vrijheid kunnen uitoefenen. Mijn wedervraag luidde: is het waar dat volgens de wet in Saoedi-Arabië een moslim die zich tot het christendom wil bekeren ter dood wordt veroordeeld? Het antwoord bleef uit.

Tolerantie is belangrijk, maar moet van twee kanten komen. Tolerantie, verzoening en begrip dienen te zijn gebaseerd op de waarheid, en daar komen wij voor op. Ik sluit mezelf van harte aan bij de woorden van de voorzitter van de Commissie: wie een land van de Europese Unie aanvalt, valt ons allemaal aan. In die zin zijn wij uiteraard solidair met Denemarken, en van dit debat moet een signaal van tolerantie en begrip uitgaan, maar dan wel op grond van wederzijdsheid en erkenning van de waarheid. Alleen dan kunnen wij een goede toekomst tegemoet gaan, op basis van de dialoog tussen culturen.

(Applaus van rechts en van het centrum)

 
  
MPphoto
 
 

  Poul Nyrup Rasmussen, namens de PSE-Fractie. - (DA) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de fungerend voorzitter van de Raad, mijnheer Barroso, de heer Schulz, onze fractievoorzitter, heeft mij gevraagd vandaag het woord te voeren namens de Sociaal-democratische Fractie in het Europees Parlement, en dat is iets wat ik in verband met dit onderwerp graag doe. Het was verschrikkelijk en schokkend te moeten zien dat mensen werden vermoord, dat de vlag van mijn eigen land en die van andere landen werd verbrand, dat ambassadeurs werden aangevallen en dat er boycotten werden uitgeroepen, waardoor grote aantallen onschuldige mensen hun baan kwijtraakten. Dat was des te triester daar verdraagzaamheid tegenover andere volkeren, alsmede begrip en respect voor hen, deel uitmaken van de geschiedenis van onze landen. Wij liepen voorop als het ging om internationale solidariteit en om economische en politieke hulp aan arme volken overal ter wereld. Wij hebben altijd op de bres gestaan voor rechtvaardigheid en voor het recht van volken op een eigen, onafhankelijke staat die gekenmerkt wordt door vreedzame coëxistentie, vooral in Palestina.

Het is absoluut van cruciaal belang dat het geweld waarvan we getuige zijn, niet volledig uit de hand loopt. Dat geweld moet nú stoppen, en ik wil de heer Barroso bedanken, zowel persoonlijk als namens mijn land, voor het heldere signaal dat hij vandaag in het Parlement heeft afgegeven en voor de solidariteit die hij getoond heeft met mijn land en met alle landen die zijn aangevallen. Een aanval op één lidstaat is een aanval op de Europese Unie als geheel.

Het is evenwel ook van belang te benadrukken dat de Europese Unie staat voor het tegenovergestelde van vreemdelingenhaat en onverdraagzaamheid. De Europese waarden zijn gebaseerd op respect voor volken en religies. Onze gehele bloedige geschiedenis heeft ons geleerd de wijsheid in te zien van wederzijds begrip, waardigheid en vreedzaam naast elkaar leven. Het eerste dat ik daarom tegen de hele moslimwereld en tegen iedereen in Europa zou willen zeggen, is dat de vrijheid van meningsuiting niet iets is waarover te marchanderen valt. Geen regering of gewone burger kan die vrijheid betwisten. Vrijheid van meningsuiting bestaat echter niet in een vacuüm. Zij moet, en zij zal ook, op verantwoordelijke wijze worden uitgeoefend. Er valt evenmin te marchanderen over het respect voor andere volken en religies. Dit is eveneens van fundamenteel belang voor de mensenrechten waarop Europa en de VN gebaseerd zijn. Vrijheid van meningsuiting moet daarom hand in hand gaan met respect voor andere volken. Zo moet het zijn.

Ik zou mijn vrijheid van meningsuiting vandaag willen gebruiken om de cartoons over de profeet Mohammed die enkele maanden geleden in een Deense krant zijn verschenen, te hekelen en ondubbelzinnig te verwerpen. Het getuigde van arrogantie en gebrek aan respect, en het publiceren van deze cartoons toonde een volslagen gebrek aan inzicht in de islam. Ik wil onderstrepen dat de cartoons geen weerspiegeling vormen van de houding van gewone Denen. Wij zijn ons er terdege van bewust, zowel in Denemarken als elders in Europa, dat het feit dat we van ons eigen land, onze eigen waardigheid en onze religie houden niet betekent dat we anderen moeten bekritiseren of neerbuigend moeten doen als het gaat om iets wat door hen als heilig wordt beschouwd. Ik weet ook dat veel mensen in Europa niet kunnen begrijpen waarom de Deense premier weigerde ambassadeurs uit de Arabische wereld te ontmoeten. Dat is iets wat ook ik niet begrijp. Gedane zaken nemen echter geen keer. Het allerbelangrijkste is dat de Deense regering vervolgens haar vrijheid van meningsuiting heeft aangewend om ondubbelzinnig uiting te geven aan haar respect voor andere volken en hun religies, en niet in de laatste plaats voor de islam. Nu is het tijd dat we vooruit kijken.

(EN) We willen vandaag een signaal afgeven en duidelijk maken dat we vastbesloten zijn om niet in te gaan op nieuwe provocaties. We mogen niet toestaan dat extremisten in Europa en in de islamitische landen provocaties gebruiken om anderen aan te zetten tot geweld en intolerantie en nieuwe mythes over elkaar in het leven te roepen.

We hebben dit al zo vaak meegemaakt met xenofobische en populistische partijen in Europa en met de extremistische bewegingen in de islamitische landen. We zeggen "nee" tegen degenen die beweren dat het "zij tegen ons" is. Veel te lang al hebben extremisten aan weerszijden hun leugens kunnen verkondigen. Het ergste van alles is dat zij angst en haat hebben gezaaid en dat zij gehoor hebben gevonden voor hun zienswijzen. Het is tijd dat gematigde, verantwoordelijke partijen hun stem verheffen om een nieuwe agenda samen te stellen, zoals de heer Barroso zei, een nieuwe agenda die duidelijk en ondubbelzinnig laat zien dat er een andere manier is.

In Europa willen we geen olie op het extremistische vuur gooien. Het Europees Parlement heeft een duidelijke boodschap: we willen alle inspanningen samenbrengen in een nieuwe, veel krachtiger dialoog met de islamitische wereld, op basis van onvoorwaardelijk respect, een respect dat grenzen overschrijdt en alle volken en religies omarmt. We weten dat we in een gemondialiseerde wereld leven. Dat geeft ons een bijzondere verantwoordelijkheid. In deze gemondialiseerde wereld is het niet "zij tegen ons": we zijn allemaal één. En nee, het gaat niet om botsende religies of beschavingen.

Wat we gezien hebben, zijn daden geboren uit onwetendheid die anderen vernederen en schofferen. Dit is door extremisten aangegrepen om op te zetten tot haat en geweld. Als we de reacties in een breder verband plaatsen, zien we echter dat de spotprenten niet meer dan de laatste druppel waren. Laten we niet vergeten dat veel islamitische samenlevingen vele jaren van sociale en economische frustratie hebben doorgemaakt. Laten we nu beseffen waartoe een hooghartige, arrogante houding van degenen met macht en rijkdom kan leiden.

Laten we niet ten prooi vallen aan de kortzichtigheid van sancties maar in plaats daarvan trouw blijven aan onze doelstelling van economische en politieke samenwerking. Laten we een punt zetten achter hetgeen de spotprenten in gang hebben gezet. Laten we vooral niet provoceren en laten we als eerstvolgende stap gezamenlijk streven naar een krachtiger dialoog - kritisch, open, permanent en opbouwend.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 
 

  Karin Riis-Jørgensen, namens de ALDE-Fractie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, de kern van de boodschap van onze fractie vandaag is dat we de vrijheid van meningsuiting moeten waarborgen en verdedigen, niet alleen in Europa maar ook in Kaboel en Teheran. Het is volkomen onaanvaardbaar dat gewelddadige protesten, aanslagen op ambassades, het verbranden van vlaggen en het boycotten van goederen in de plaats worden gesteld van dialoog. Dat we gevallen hebben gezien waarin een Europees bedrijf Deense goederen boycotte, is betreurenswaardig, want dit getuigt niet van Europese solidariteit.

We zijn allemaal geschokt en bedroefd bij het zien van de verschrikkelijke gebeurtenissen van de laatste twee weken, en niemand is meer geschokt dan ikzelf en mijn landgenoten. De moslims moeten echter inzien dat de spanningen die zich nu wereldwijd voordoen, slechts hebben geleid tot extra steun voor extreemrechtse partijen, die zich tegen immigratie verzetten en zijn misbruikt door extremisten binnen en buiten Europa.

Europeanen van alle gezindten moeten nu hun verantwoordelijkheid nemen en olie gieten op deze aanzwellende golf van razernij. We mogen niet toestaan dat extremisten zegevieren over de gematigde meerderheid, en we moeten uit respect voor artikel 11 van het Verdrag de gelederen sluiten en deze daden van geweld en intimidatie tegen lidstaten veroordelen. Wanneer de vlag van Denemarken en andere Europese landen in vlammen opgaan, moet de EU zich solidair tonen, zoals vandaag is gebeurd, en zich afwijzend opstellen tegenover de eis dat regeringen zich moeten verontschuldigen voor onafhankelijke media ...

(Applaus)

... vooral als we bedenken dat artikel 77 van de grondwet van Denemarken er geen twijfel over laat bestaan dat: "Het eenieder vrij [staat] om zijn of haar ideeën in gedrukte, geschreven of mondelinge vorm te publiceren, met dien verstande dat hij of zij zich daarvoor zelf tegenover de rechter dient te verantwoorden. Censuur en andere preventieve maatregelen mogen nooit meer worden ingesteld".

Verder dient de EU de Islamitische Conferentie en de Arabische Liga terecht te wijzen wanneer zij streven naar een VN-resolutie die iedere aanval op religieuze overtuigingen moet verbieden, daarbij gesteund door mogelijke sancties. Een dergelijke resolutie zou indruisen tegen de grondwettelijke basis van veel liberale democratieën en nodigt uit tot wereldwijde criminalisering van de vrijheid van gedachte.

(Applaus)

Niemand beweert dat moslims zich niet beledigd mogen voelen door deze tekeningen, net zoals sikhs, joden, christenen of aanhangers van welk ander geloof dan ook het recht hebben om aanstoot te nemen aan de pers. Klachten moeten evenwel worden afgehandeld via de aangewezen wettelijke kanalen. In een beschaafde samenleving mag een belediging nooit aanleiding zijn voor geweld. In een seculiere, democratische samenleving als de onze moeten we de persvrijheid altijd hoog in het vaandel voeren, want deze vrijheid versterkt de beginselen van democratie en pluralisme waarop onze Unie is gegrondvest en die universeel zijn erkend in onze internationale verdragen. Alle gelovigen dienen deze waarden te beschermen, want zij garanderen dat iedereen in Europa zijn of haar godsdienst vrij en open kan beoefenen, maar zij dienen tevens te accepteren dat anderen het recht hebben om niet te geloven.

Dat wil niet zeggen dat persvrijheid hetzelfde betekent als volledige vrijheid om te schofferen. Het spreekt voor zich dat, na 9/11 en de aanslagen in Madrid en Londen, zorgvuldiger te werk moet worden gegaan om ervoor te zorgen dat de betrekkingen tussen de verschillende gemeenschappen zo harmonieus mogelijk blijven. Mijn fractie is er evenwel van overtuigd dat de huidige situatie niet kan worden opgelost met een "thought police" maar alleen via dialoog. Vanuit dat perspectief steunen wij de door de secretaris-generaal van de VN voorgestelde oprichting van een alliantie van beschavingen, en we loven de commissaris voor justitie, de heer Frattini, om zijn initiatief tot belegging van een ronde tafel met mediakopstukken, journalisten en godsdienstleiders. Maar, mijnheer Frattini, wat wij niet steunen is uw voorstel om de pers te onderwerpen aan een gedragscode, en we drukken de heer Solana op het hart ons daarin te volgen. Op die manier voedt u de wederzijdse gevoelens van wantrouwen en antagonisme, want als gemeenschappen het niet kunnen hebben over hun culturele verschillen, hoe kunnen ze dan ooit leren elkaar te aanvaarden?

Voordat ik afsluit in het Deens, wil ik een persoonlijk woord van dank richten aan de voorzitter van de Commissie, de heer Barroso, en aan mijn collega's hier in dit Parlement, voor hun solidariteitsbetuigingen.

(DA) Vrijheid van meningsuiting is een recht, maar niet noodzakelijk een plicht. Het is echter een recht dat niet in twijfel mag worden getrokken en waarover evenmin gemarchandeerd mag worden. Als we beginnen te schipperen met onze vrijheid van meningsuiting en tegelijkertijd ons recht opschorten alle religies aan een kritische analyse te onderwerpen, dan zal het fundamentele recht om te denken en onszelf vrijelijk te uiten, worden beperkt.

 
  
MPphoto
 
 

  Daniel Marc Cohn-Bendit, namens de Verts/ALE-Fractie. - (DE) Mijnheer de Voorzitter, collega’s, Hannah Arendt schreef dat vrijheid verwarrend en pijnlijk is, dat mensen er zelfs voor kunnen vluchten, want vrijheid kan soms lastig en onprettig zijn. Ik denk dat wij als politiek ingestelde mensen en als politici één ding niet mogen doen, en dat is bijvoorbeeld proberen om grenzen voor de pers vast te stellen. Dat is iets wat politici niet kunnen en mogen doen; alleen een samenleving weet wat common sense is. Wij politici kunnen natuurlijk wel praten over daden van onze kant waarmee wij mensen kwetsen - bijvoorbeeld als we, zoals in Denemarken, wetten over buitenlanders aannemen die immigranten beledigen en niet respecteren. Dat kunnen we hier bekritiseren, zoals de Raad van Europa in het geval van Denemarken deed. We kunnen ook kritiek leveren als er bijvoorbeeld in Duitse deelstaten een enquête voor moslims wordt opgesteld waarin moslims overduidelijk niet worden gerespecteerd. Dat kunnen wij als politici wel degelijk bekritiseren en bespreken.

Dames en heren, deze hele discussie over grenzen stellen is een maatschappelijke discussie. De heer Barroso heeft gelijk; men heeft het recht om spotprenten te publiceren, gericht tegen politici, tegen de heer Poettering en tegen wie dan ook. In de samenleving hebben wij het recht om te zeggen dat wij iets afkeuren. Moslims hebben het recht om daartegen demonstraties te houden, en dat respecteren wij. Net als leden van de joodse gemeente het recht hadden om te demonstreren tegen een toneelstuk van Rainer Werner Fassbinder. Dit is een debat dat in de samenleving dient te worden gevoerd. Maar wij kunnen geen gedragscode voor de pers opstellen. Dat moet de pers zelf doen, of niet. Het is niet onze taak.

In het internationale debat wordt altijd weer gezegd dat de godsdiensten horen te worden gerespecteerd. Dat kan wel wezen, maar de godsdiensten bevinden zich in het publieke domein en zullen als zodanig onderwerp zijn van godslasterlijke karikaturen. Dat hoort bij godsdienst en democratie als lucht bij ademen; dat is nu eenmaal zo. Dat wil niet zeggen dat je het met deze spotprenten eens moet zijn of dat je ze smaakvol moet vinden. Vrijheid is geen kwestie van goede of slechte smaak. Vrijheid is iets waarvoor we hebben gevochten, en er is nog geen enkele beschaving ineengestort door toedoen van te veel vrijheid; beschavingen storten alleen in doordat er te weinig vrijheid is, veel te weinig.

Daarom zeg ik: de spotprenten hebben niet mijn sympathie. Ik kan u zeggen om welke ik moest glimlachen, om welke ik moest lachen en welke ik walgelijk vond. Mijn sympathie gaat uit naar de mensen die ten prooi zijn gevallen aan geweld in deze controverse. Het stuit me tegen de borst wat bijvoorbeeld grote Europese ondernemingen hebben gedaan, zoals Carrefour en Nestlé, die in Saoedi-Arabië advertenties hebben geplaatst onder de kop: ‘Wij zijn geen Denen, wij zijn Fransen’. Dat is smakeloos, daar moeten wij onze kritiek op richten. Laten we niet overtuigd zijn van onze eigen goedheid.

Laten we de godsdienst niet buiten het maatschappelijk debat houden, want ook godsdiensten hebben het recht om te zeggen wat goed of fout is. We horen geen karikatuur van ze maken als ze onzin verkopen over zaken als abortus of homoseksualiteit, maar we hebben wel de vrijheid om dat te doen. En dat is de vrijheid die wij willen verdedigen.

Als we bij ons meer respect zouden hebben voor immigranten, als uit onze wetgeving meer respect voor hen zou blijken, dan zouden zij de kans hebben om op een andere manier te discussiëren over onze vrijheden. Geef ze de vrijheden die wij voor onszelf opeisen, en zij zullen er verantwoordelijk mee omgaan.

(Applaus van de Verts/ALE-Fractie)

 
  
MPphoto
 
 

  Francis Wurtz, namens de GUE/NGL-Fractie. - (FR) Mijnheer de Voorzitter, van alle stellige oordelen die tot nu toe over de Mohammed-cartoons zijn gegeven vind ik er maar weinig overtuigend klinken. Het onderwerp leent zich uitstekend voor zwart-witdenken, en ik denk dat we die valkuil hoe dan ook moeten vermijden. Het lijkt me dringend noodzakelijk dat we kalm en genuanceerd nadenken over de verschillende facetten van het probleem waarmee wij worden geconfronteerd.

Allereerst is er de vrijheid van meningsuiting, die uiteraard een toetssteen is van de democratie en bovendien de toetssteen van het bestaan van een seculiere publieke ruimte, waar wij terecht belang aan hechten. In die ruimte zijn een kritische instelling, een persoonlijke relatie tot het geloof en een tolerante houding geboden. We mogen niet schipperen met deze verworvenheden, maar laten we tegelijkertijd erkennen dat bij de verdediging van deze principes belediging, generalisering en stigmatisering niet te dulden, laat staan te billijken zijn. We blijven herhalen dat we allemaal in dezelfde, steeds kleiner wordende wereld leven, waar alles met alles samenhangt en waarvan noch Europa, noch het Westen in het algemeen, noch enige andere regio het middelpunt is. Welnu, daar moeten we de consequenties uit trekken. Bij wat we doen worden we aanhoudend gadegeslagen door de gehele mensheid. We moeten ons dus beijveren om een soort wereldwijde burgerzin te creëren: iedereen dient bij het uitoefenen van zijn vrijheid rekening te houden met alle anderen.

Anderzijds, wat te denken van de volkomen overtrokken wijze waarop in bepaalde Arabische staten op deze incidenten wordt gereageerd, waarachter in de eerste plaats de bedoeling schuilt van sommige leiders om in de ogen van hun bevolking hun blazoen op te poetsen, dat ietwat besmet was geraakt door hun onderwerping aan een grootmacht die veel meer blaam treft dan het vreedzame Denemarken? Daarnaast bieden radicale islamisten en Europese rechts-extremisten tegen elkaar op in het aanwenden van dit soort zaken om hun achterban op te zwepen en hun redelijke, moedige, progressieve tegenhangers te overstemmen. Het ergste wat we dus kunnen doen is hen onbedoeld in de kaart spelen, in plaats van alles te doen om deze vicieuze cirkel te doorbreken.

Laten we dus verder kijken dan de huidige oproer en de volstrekt afkeurenswaardige uitwassen ervan, en ons veeleer bezighouden met het absoluut essentiële probleem dat erachter schuilt. Het gaat hier namelijk om mensen die met kracht hun identiteit doen gelden. Die identiteit is beschadigd door een diep gevoel van onrecht, onderwerping en vernedering, waarvoor zij het Westen, vooral vanwege de situatie in Palestina en Irak, verantwoordelijk houden.

De grote Palestijnse dichter Mahmoud Darwish benadrukte dat in meer algemene: "Arabieren en moslims hebben het gevoel dat ze de geschiedenis uitgedrukt worden". En daar ligt, in mijn ogen de sleutelrol die Europa op zich zou kunnen nemen: het bouwen van bruggen tussen de beschavingen. Om echter geloofwaardig te zijn met een dergelijke ambitie moeten wij ons duidelijk losmaken van degenen die zich opstellen als de baas van de wereld maar die in werkelijkheid - zoals elke dag duidelijker wordt - op een botsing aansturen. Dan moeten wij eveneens voor alle staten, zonder uitzondering, hetzelfde internationale recht hanteren, in het bijzonder om een einde te maken aan die open wond in het Midden-Oosten, die een onuitputtelijke bron is van het gif van de wanhoop. Moge deze onzalige cartoonaffaire ons onthullen welke strategische keuzen we zullen moeten maken.

(Applaus van links)

 
  
MPphoto
 
 

  Jens-Peter Bonde, namens de IND/DEM-Fractie. - (EN) Goedemorgen, kleine EU! De mondialisering is inderdaad een feit. Ik had nooit gedacht dat er mensen waren die de Deense vlag zo gloedvol konden verbranden, maar op vrijheid van meningsuiting zullen we nooit toegeven. Vrijheid van meningsuiting en godsdienstvrijheid moeten allebei worden gerespecteerd.

De redacteur van Jyllands-Posten heeft zich verontschuldigd voor de gevoelens die werden losgemaakt, en gezegd dat hij de prenten nu niet meer zou hebben gepubliceerd. Sommige Deense imams hebben de spotprenten die hun niet aanstonden, verspreid. Kun je je nu echt zo gekwetst voelen door prenten die je zelf onder zo veel mogelijk mensen verspreidt?

De Deense premier heeft terecht geweigerd de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor de inhoud van onze nieuwsbladen, maar wanneer elf Arabische ambassadeurs vragen om een vergadering, is het de taak van een premier dat verzoek in te willigen. Hij had moeten uitleggen dat de vrijheid van meningsuiting onderworpen is aan beperkingen die worden bepaald door de Deense rechter, niet door de regering. Hij had advies moeten geven over de manier waarop de speciale persautoriteit schriftelijk om een oordeel had kunnen worden gevraagd.

Het Deens strafrecht beschouwt godslastering als een delict. Iedere nationale uitgever moet blijk geven van internationaal verantwoordelijkheidsgevoel. Spotprenten die in een krant verschijnen, kunnen via internet en andere media binnen de kortste keren de hele wereld overgaan. Er zijn nu diverse mensen omgekomen.

Op een moment waarop de Deense ambassades in brand stonden, hield de Deense minister van Buitenlandse Zaken een voortreffelijke persconferentie. Hij sprak over dialoog en generositeit in plaats van animositeit. In Denemarken kun je worden opgesloten als je de koran verbrand. Ik ben het volledig met hem eens: generositeit in plaats van animositeit. We moeten leren moslims te respecteren en met ze samenwerken, ook al geven we de vrijheid van meningsuiting nooit op.

Mijn fractie had ervoor gewaarschuwd dat de grondrechten niet in het communautair recht moesten worden opgenomen. Uitspraken over vrijheid van meningsuiting en godsdienstrechten zijn een zaak van de nationale rechters, met inachtneming van de internationale kaders die zijn ingesteld door de Verenigde Naties en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. We kunnen dialoog aanbieden in de nieuwe gezamenlijke Euro-mediterrane Parlementaire Vergadering. We kunnen onze uitwisselingsprogramma's zo aanpassen dat Europeanen de Arabische wereld bezoeken en jonge Arabieren ons bezoeken. We kunnen onze markten verder openstellen voor hun producten en we kunnen vrede en welvaart in het Midden-Oosten tot prioriteit maken, maar door de overheid gesteunde handelsboycotten tegen Deense producten moeten door de Europese Unie aan de kaak worden gesteld in de Wereldhandelsorganisatie.

De islam gaat niet over de Deense grondwet. Deense imams hebben het recht niet een beroep te doen op andere naties. Moslims hebben evengoed als alle andere burgers toegang tot de Deense rechter. Als dat niet genoeg is, moet men naar het Europees Hof voor de rechten van de mens gaan. De mondialisering is inderdaad een feit. We moeten ons allemaal openstellen voor het nieuwe. Eenvoudig een enkele reis terug kopen is er niet bij. We zullen allemaal een beetje moeten veranderen om in een "global village" te kunnen wonen. Een spotprentje kan een derde wereldoorlog doen ontstaan, zoals de Eerste Wereldoorlog ontstond toen een jonge student aartshertog Franz Ferdinand neerschoot in Sarajevo. Een schot van een student - of een spotprent - is dan misschien niet de werkelijke reden, maar laten we beseffen waar het om gaat. De aarde is er voor iedereen. Voorlopig is er nog geen andere.

Het is op deze planeet dat wij allemaal moeten leven!

 
  
MPphoto
 
 

  Brian Crowley, namens de UEN-Fractie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, tijdens een discussie over het recht op vrijheid en het recht op vrije meningsuiting zei een van de rechters van het Hooggerechtshof in de Verenigde Staten, de heer Oliver Wendell Holmes, dat er geen absolute rechten zijn en dat rechten kunnen worden beperkt. Het voorbeeld dat hij gaf was dat je alleen het recht hebt om "brand" te roepen in een volle bioscoopzaal wanneer er ook echt brand is.

Een van de problemen waar we tegenaan lopen in ons debat is het terechte verlangen om de pers en media in Europa te verzekeren van vrijheid van meningsuiting, van vrijheid van satire, van de vrijheid om te hekelen en de vrijheid om, in sommige gevallen, anderen te beledigen. Om goed te kunnen functioneren heeft een democratie van nature humor en belediging nodig als uitlaatklep. Ik geloof niet dat iemand hier in dit Parlement een goed woord over heeft voor de gewelddadige reacties in bepaalde landen in het Midden-Oosten op de publicatie van deze spotprenten.

Waar helaas geen aandacht aan is geschonken in het debat, in de besprekingen en de berichtgeving in de media, is dat er ook veel vreedzame protesten zijn geweest, waarbij moslims en niet-moslims samenkwamen omdat ze de spotprenten en afbeeldingen beledigend vonden, niet voor hun geloofsovertuiging op zich, maar voor henzelf als mensen. Respect voor de menselijke waardigheid is in iedere democratie een even belangrijk recht als het recht op vrijheid van meningsuiting.

Een van de grootste uitdagingen waarvoor we op dit moment staan in de Europese Unie, is dat we ervoor moeten waken steeds weer op dezelfde manier te reageren wanneer we iets afschuwelijk of schandalig vinden. Als inwoner van een klein land als Ierland was ik geschokt toen ik zag dat een Deense ambassade in brand werd gezet en de vlag van een land dat zich inzet voor vrijheid en verzet tegen intolerantie, in het openbaar werd verbrand. Ik vond het met name onsmakelijk en bijna niet om aan te zien hoe de media verslag deden van de manier waarop een gering aantal mensen - vooral jongeren - tijdens sommige van die demonstraties zichzelf pijn deed. Volgens een oude regel in de media geldt dat "if it bleeds, it leads": hoe dramatischer het beeld, hoe groter de kans dat het de voorpagina haalt.

Hoe kan Europa reageren? De voorzitter van de Commissie, de heer Barroso, zei terecht dat Europa zich solidair opstelt met onze Deense collega's, omdat een boycot van Deense goederen een boycot van alle Europese goederen is. We moeten onze collega's in de Deense regering helpen om weerstand te bieden aan de druk die de media op dit moment op haar uitoefent, opdat zij haar huidige standpunt herziet. Ook al vinden we dat de Deense regering misschien niet tactisch en vaardig genoeg was, wij kunnen premier Rasmussen niet verwijten dat hij van zijn principes is afgeweken. Hij zei dat hij voet bij stuk zou houden ten aanzien van de vraag of de media gebonden moeten zijn aan overheids- of parlementaire controle. Over vijftig jaar zal hij daarvoor gehuldigd worden, want de persvrijheid is een van de pijlers van de democratie.

Mijn laatste opmerking is dat sommigen - voor- en tegenstanders - zullen proberen om deze zaak voor te stellen als een voorbeeld van botsende beschavingen, godsdiensten of culturen. Waar we nu vooral behoefte aan hebben, is respect en tolerantie. We moeten verschillen respecteren en de verschillende godsdiensten in de Europese Unie een gepaste, zinnige rol toebedelen, maar wel op basis van wederzijdse erkenning.

Vrijheid kan nooit worden weggegeven. Ze kan wel worden afgenomen, maar de vrijheid die ons in staat stelt ons met hart en ziel ergens aan over te geven, moeten we koesteren en mogen we nooit opgeven.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 
 

  Frank Vanhecke (NI). - Voorzitter, al bij al is het volgens mij eigenlijk beschamend hoe weinig solidariteit met Denemarken de meeste Europese regeringen in deze zaak hebben betoond en ook is het beschamend hoe kruiperig en laf men na de meeste, zeer voorzichtige solidariteitswoorden ook vandaag weer onmiddellijk allerhande formules laat volgen om toch vooral maar niet de islamfanatici voor het hoofd te stoten.

Wij zouden ons vandaag nochtans allen Denen moeten voelen, want de misdadige acties tegen ambassades, de boycot van Deense producten, de bedreigingen en de gewelddadige betogingen zijn eigenlijk tegen de vrijheid en tegen het hele vrije Westen gericht. Wie op deze dreiging antwoordt met een nauwelijks verholen oproep tot zelfcensuur, maakt zich tot een objectieve bondgenoot van de terreur.

Mag ik hier trouwens eens de vraag herhalen waarvoor de hoofdredacteur van een Jordaanse krant werd gearresteerd en achter de tralies gezet: wat zou voor meer vooroordelen tegen de islam zorgen, de publicatie van een paar karikaturen of de beelden van islamitische gijzelnemers die voor de camera hun slachtoffers de keel oversnijden? Mag ik ook eens de vraag stellen of er ergens ter wereld ook maar één islamland bestaat waar ongelovigen of andersgelovigen het respect krijgen dat de moslims van ons eisen?

De vraag stellen is ze beantwoorden en het wordt dus hoog tijd om klare taal te spreken en ook de moslims die in Europa leven, en die hier tussen haakjes, terecht trouwens, onbekommerd genieten van godsdienstvrijheid, vrije meningsuiting en alle zegeningen van onze sociale voorzieningen, te vragen zichzelf wat te relativeren en te beseffen dat de democratie een kwestie is van woord en wederwoord en soms ook van zeer botsende standpunten.

Wie daar niet mee kan leven, gebruikt dan maar het best de vrijheid om te verhuizen naar een van de vele landen waar de onbuigzame en dikwijls bijzonder wrede wetten van de islam reeds gelden.

Ik ben het volledig eens met de Deense koningin Margaretha II, die veel moediger blijkt te zijn dan zowat alle Europese gezagsdragers samen en die ik dan ook graag citeer: "Wij worden deze dagen nationaal en internationaal door de islam uitgedaagd. Wij hebben dit onderwerp veel te lang terzijde gelaten, omdat wij tolerant en misschien wel lui waren. Wij moeten ons verzet tegen de islam tonen en dan soms ook maar het risico lopen om weinig flatterende labels opgeplakt te krijgen".

Laten we de vrije meningsuiting dus met hand en tand verdedigen. Laat de Europese landen waar op dit ogenblik reeds liberticide wetten bestaan waarmee de politieke vrije meningsuiting aan banden wordt gelegd, België bijvoorbeeld, nu maar het initiatief nemen om deze muilkorfwetten af te schaffen en zo een duidelijk signaal te geven aan al wie de vrijheid bekampt.

Laten we ook lessen trekken voor de onderhandelingen met Turkije, want Turkije kan nooit een Europese lidstaat worden, omdat het doodeenvoudig geen Europees land is, maar ook omdat de basisbeginselen van de islam onverenigbaar zijn met de Europese waarden van vrijheid, scheiding van kerk en staat en gelijkwaardigheid van man en vrouw. Het wordt tijd dat we de moed hebben dit ook te zeggen, zeker nu premier Erdogan de arrogantie vertoont om ons beperkingen van de vrije meningsuiting te willen opleggen.

Tot slot over deze hele Deense kwestie nog een indrukwekkend citaat uit de column van mevrouw Doornaert in de Vlaamse krant De Standaard: "Europa lijkt maar niet los te komen van zijn neiging tot apeacement. Nochtans zou het al geleerd moeten hebben dat je een totalitair monster niet kunt paaien. Hoe meer je het voedt, hoe driester het wordt". Mevrouw Doornaert en haar krant behoren zeker tot niet tot mijn politieke strekking, maar we zouden er goed aan doen om eens zeer goed over deze profetische woorden na te denken.

 
  
MPphoto
 
 

  Hans Winkler, fungerend voorzitter van de Raad. - (DE) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, het is vanzelfsprekend niet mijn taak om commentaar te geven op het debat in dit Parlement, maar ik wil mijn oprechte dank uitspreken namens de Raad voor de krachtige boodschap die vandaag is uitgegaan, namelijk dat wij pal staan achter onze waarden, maar ook achter een tolerante dialoog met andere beschavingen en godsdiensten.

Ik wil ook onderstrepen dat de Raad het natuurlijk erg belangrijk vindt dat alle instellingen van de Europese Unie - de Commissie, het Europees Parlement maar ook de Raad - het hierover eens zijn en er hetzelfde over zeggen. Dat vind ik van het grootste belang. Het debat dat wij hier vandaag hebben gehouden, zal ook het werk van de Raad in de toekomst gemakkelijker maken.

De voorzitter van de Commissie zei het al, vele sprekers zeiden het al, en ook namens de Raad wil ik herhalen wat ik in mijn inleidende verklaring zei: iedere aanval op een lidstaat van de Europese Unie, iedere boycot van een lidstaat van de Europese Unie is een aanval op de Europese Unie, en uiteraard zijn wij solidair met Denemarken. Dit wil ik ook namens de Raad zeggen.

Er zijn hier enkele zeer interessante ideeën naar voren gebracht die de Raad graag oppakt. Ik ben het eens met de heer Poettering dat het van belang is om ook - of vooral - de jeugd te bereiken: op school, maar ook in het gezin, want de opvoeding begint natuurlijk in het gezin. Ik ben het ook eens met de heer Poettering dat het belangrijk is om in de schoolboeken stereotypen en clichés te vermijden. Daarom lijkt het mij een goed idee om dit te gaan bekijken.

Ik ben het volkomen met de heer Rasmussen eens als hij spreekt over het belang van de dialoog tussen beschavingen en over de noodzaak van een open, kritische, respectvolle dialoog met elkaar. Dat lijkt mij het allerbelangrijkst. Inderdaad, we mogen extremisten niet laten winnen: dat is een fundamentele uitspraak die we hier moeten doen. Het spreekt vanzelf dat wij niet mogen buigen voor extremisten, welk voordeel ons dit ook oplevert. Hierin dienen wij solidariteit en eendracht te tonen. Ik ben het volledig eens met de heer Cohn-Bendit, en ik heb in mijn verklaring gezegd dat ook mijns inziens de pers zijn eigen verantwoordelijkheid heeft en moet nemen, en dat regeringen de pers niet kunnen voorschrijven wat mag en wat niet mag.

Ik weet dat door de jaren en decennia heen de Raad van Europa en andere instellingen herhaaldelijke pogingen hebben gedaan om een gedragscode op te stellen en dat die pogingen allemaal zijn mislukt. Ik ben van mening dat dit tot de eigen verantwoordelijkheid behoort. Dat is erg belangrijk.

De Raad zal in de geest van het debat van vandaag verder blijven werken aan de verbetering van het begrip tussen beschavingen en tussen godsdienstgemeenschappen. Maar de Raad zal ook duidelijke taal spreken als het gaat om het afwijzen van geweld of als het gaat om het veroordelen van geweld of boycots tegen lidstaten van de Europese Unie. Hierin moeten wij solidair zijn.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. - Tot besluit van het debat zijn zes ontwerpresoluties(1) ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2, van het Reglement.

Het debat is gesloten.

De stemming vindt morgen om 10.00 uur plaats.

 
  
MPphoto
 
 

  Ana Maria Gomes (PSE). - (PT) Ik heb voor deze resolutie gestemd, omdat ik de vrijheid van meningsuiting verdedig als een Europese en universele waarde en geweld als uitdrukking van verontwaardiging veroordeel, ongeacht het doelwit - dus ook als dit is gericht tegen Europese belangen en ambassades.

Ik heb ook voor gestemd omdat in de tweede alinea het aanzetten tot religieuze haat en de verspreiding van racistisch en xenofobisch gedrag veroordeeld wordt.

Ik vind echter wel dat de resolutie als geheel niet evenwichtig is, omdat alle aandacht uitgaat naar de vrijheid van meningsuiting. Er wordt niets gezegd over de islamvijandige bedoelingen achter de cartoons die door een rechts-extremistische, racistische en xenofobische krant in Denemarken zijn gepubliceerd.

Als we de vrijheid van meningsuiting en de meest elementaire mensenrechten willen bevorderen, zal het Parlement zich duidelijk moeten distantiëren van islamofobie en alle pogingen om de islam en de moslims met terrorisme te vereenzelvigen moeten veroordelen.

Mijn stem voor deze resolutie is ook een uitdrukking van solidariteit met het Deense volk. Ik kan de zelfingenomen en arrogante houding van de regering van Foch Rasmussen evenwel niet goedkeuren. Ik houd deze regering verantwoordelijk voor het feit dat extremistische en reactionaire krachten in het Westen én in de Islamitische wereld munt hebben kunnen slaan uit dit incident door te spreken over een “conflict tussen beschavingen”.

 
  

(1) Zie notulen.

Juridische mededeling - Privacybeleid