De Voorzitter. Aan de orde is het verslag (A6-0057/2006) van Ingeborg Gräßle, namens de Begrotingscommissie, over het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen [COM(2005)0181 - C6-0234/2005 - 2005/0090(CNS)].
Dalia Grybauskaitė, Commissie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil het Parlement feliciteren met een zeer belangrijke dag, die de afsluiting vormt van onze debatten over het Financieel Reglement. Het is een belangrijke week omdat deze week de stemming in het Parlement zal plaatsvinden. Ik wil beide rapporteurs feliciteren met hun werk. Ik heb waardering voor de enorme klus die zij met het indienen van deze amendementen hebben geklaard. Ik wil graag bevestigen dat de Commissie het overgrote deel van de voorstellen van het Parlement zal opnemen in haar nieuwe, herziene voorstel.
Ook wil ik bevestigen dat de doelen van het Parlement en de Commissie min of meer dezelfde zijn.
In het licht van deze gedeelde doelen met betrekking tot het vereenvoudigen van regels en het verminderen van de bureaucratische rompslomp doet het mij genoegen om te kunnen aankondigen dat we heel snel na de stemming in het Parlement met een nieuw, herzien voorstel zullen komen. We weten dat de Raad bereid is om zeer binnenkort met een definitief besluit en een definitief standpunt te komen.
Ik wil u enkele voorbeelden geven van de vele amendementen die we heel graag willen opnemen in ons nieuwe voorstel: een expliciete verwijzing naar het proportionaliteitsbeginsel - dit zal helpen bij het vaststellen van een lichtere procedure voor kleinere projecten; voorlichting aan aanvragers van subsidies en gestandaardiseerde aanvraagformulieren voor dezelfde beleidsterreinen; en het versterken van de opsplitsing van aanbestedingscontracten in gespecialiseerde en/of deelkavels. Het vierde element dat we positief beoordelen is de tweefasenprocedure in het subsidieverleningsproces, waardoor voorkomen zal worden dat in de beginfase onnodige kosten gemaakt worden.
De Commissie en het Parlement zijn niet de enige twee spelers in het huidige wetgevingsproces. Het Europees Economisch en Sociaal Comité en de Europese Rekenkamer hebben hun mening gegeven tussen oktober en december 2005. De Raad is bijna klaar met zijn eerste lezing.
Ik wil beklemtonen dat in het wetgevingsproces met betrekking tot de herziening van de financiële regels van de Gemeenschap inmiddels substantiële vooruitgang is geboekt. Ons gezamenlijke doel is om nieuwe, eenvoudigere en modernere financiële regels te krijgen die beter zijn aangepast aan de nieuwe generatie uitgavenprogramma’s, en die hopelijk in werking zullen treden in januari 2007. Dat is waarom de timing zo belangrijk is en waarom we onze deadlines absoluut niet mogen overschrijden.
Ik zal mijn uiterste best doen tijdens de aankomende interinstitutionele onderhandelingen en trachten een verzoeningsproces tot stand te brengen dat gericht is op het bereiken van een werkzame consensus tussen het Parlement en de Raad.
Ingeborg Gräßle (PPE-DE), rapporteur. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw Grybauskaitė, dames en heren, ik leg vandaag aan het Parlement 135 amendementen op het Financieel Reglement voor. Mevrouw Grybauskaitė heeft mij vandaag een groot plezier gedaan door aan te kondigen dat zij de meest cruciale punten uit het verslag zal overnemen in de herziene versie van de Commissie.
Het Europees Parlement gebruikt deze eerste periodieke herziening van deze tekst, die zo belangrijk is op administratief vlak, om fundamentele problemen te verhelpen. We hebben zeer principiële en harde kritiek gehoord op de bureaucratische procedure. Aan onze hervorming en onze amendementen hebben talloze organisaties meegewerkt die subsidies aanvragen en bedrijven die deelnemen aan aanbestedingen voor het leveren van goederen en diensten, alsook de mensen in de Commissie en andere instellingen die het Financieel Reglement toepassen. Ik wil hen allemaal hartelijk bedanken. Uw vakinhoudelijke adviezen maken het mogelijk de procedures te verbeteren.
Ik wil in dit Parlement met name Voorzitter Borrell bedanken, evenals natuurlijk mijn collega's uit de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole, allereerst de heer Pahor en iedereen die in de interfractiewerkgroep maandenlang aan de amendementen heeft meegewerkt. Niet alleen vanwege de goede samenwerking, maar ook vanwege de algemeen gevoelde noodzaak om te hervormen hebben beide commissies het verslag met een grote meerderheid respectievelijk met eenparigheid van stemmen aangenomen. Ook mijn persoonlijke assistent, de heer Sichel, heeft hierbij een prima prestatie geleverd. Ik wil hem hiervoor dan ook hartelijk bedanken. Verder bedank ik de Commissie, mevrouw Grybauskaitė, directeur-generaal Romero en de heer Taverne en zijn medewerkers voor de vele vruchtbare gesprekken, die naar ik hoop zullen worden voortgezet en waarop ik mij echt bijzonder verheug.
Ik houd me al jarenlang bezig met het Financieel Reglement en iedereen vraagt zich af: wat is dit voor Europa dat zulke ingewikkelde en dure aanvraagprocedures eist? Tot een derde van het subsidiebedrag gaat op aan aanvraagkosten. Jaar na jaar gooien organisaties aanzienlijke bedragen weg door aan Europese aanbestedingen deel te nemen zonder dat zij enig zicht op succes hebben. Veertig bladzijden aan formulieren, met nog eens vijfhonderd bladzijden aan handleidingen daarbij: dat is eerder regel dan uitzondering. Slechts 5 tot 25 procent van de aanvragen wordt gehonoreerd. Stelt u zich met kosten die kunnen oplopen tot 200 000 euro per aanvraag eens het geld voor dat in Europa bij iedere deelname aan een EU-aanbesteding wordt verspild.
Wat is dit voor Europa, waar bedrijven niet meer willen meedoen aan aanbestedingen omdat zij zelfs voor routineaanvragen twee jaarrekeningen moeten overleggen? De Commissie heeft hieraan al veel gedaan en zij zal hieraan verder blijven werken om de belangrijke uitvoeringsvoorschriften te veranderen. Ik wil commissaris Grybauskaitė hierbij dan ook aanmoedigen en haar vriendelijk verzoeken alle voorstellen van het Europees Parlement over te nemen, omdat we niet willen dat de Commissie in Europa wordt gelijkgesteld met traagheid, bureaucratie en geldverspilling. We willen juist dat de Commissie in Europa als een dienstverlenende instelling wordt gezien voor iedereen die Europees beleid wil uitvoeren en ondersteunen.
Over onze belangrijkste amendementen zal morgen bij hoofdelijke stemming worden gestemd. Mevrouw Grybauskaitė heeft al aangekondigd enkele amendementen over te zullen nemen. Ik wil er nog een paar aan u voorleggen. Er moet een gegevensbank komen voor de registratie van aanvragers. Daardoor hoeven dezelfde documenten niet telkens opnieuw ingediend te worden en dit bespaart aanvragers tijd en geld. We willen verder dat de Commissie subsidie verleent op basis van een beschikking in plaats van op basis van uitgebreide contracten. Hierdoor kan de procedure worden verkort en kan juist in verband met kleine bedragen worden vermeden dat er onnodig hoge kosten moeten worden gemaakt.
Ons belangrijkste punt is dat de Commissie toekomstige aanvragers dient te ondersteunen gedurende de procedures. Dat is een cultuuromslag, maar wel een die positief zal uitpakken, vooral ook voor het aanzien van de Europese Unie. Onze doelen zijn meer voorspelbaarheid, betrouwbaarheid en rechtszekerheid. Ter verbetering van de flexibiliteit ligt er aan u een amendement voor dat betrekking heeft op de beperkte overdraagbaarheid van verplichtingen, die anders zouden vervallen. Ik zal morgen nog een mondeling amendement voorstellen dat geen concreet bedrag bevat, maar waarin wel een maximumbedrag wordt opgenomen. De onderhandelingen daarover zullen afhangen van de financiële vooruitzichten.
Ik doe een beroep op de Raad om de situatie niet te laten zoals die nu is. Wat heeft de Raad aan procedures die het onmogelijk maken geld beschikbaar te stellen, terwijl de organisaties uit de lidstaten tegelijkertijd zo veel geld verliezen? Dit Parlement heeft erkend dat wij zo niet verder kunnen gaan, vooral omdat we met deze ingewikkelde bureaucratische procedures niet eens het beoogde doel bereiken, te weten de bescherming van de communautaire middelen.
Daarom doe ik u een laatste verzoek: staat u ons toe te streven naar een herziening van het Financieel Reglement op de middellange termijn. In de lidstaten zijn financiële reglementen eenvoudige administratieve teksten; ze moeten immers dagelijks worden gebruikt. In de EU mag het Financieel Reglement niet behoren tot het ingewikkeldste wat het bestuur voor zijn eigen beheer heeft bedacht. Wat het Parlement betreft, blijft ook dit punt op de agenda staan.
Ik wil iedereen nogmaals bedanken voor de medewerking en hoop morgen op uw steun te kunnen rekenen.
(Applaus)
Borut Pahor (PSE), rapporteur voor advies van de Commissie begrotingscontrole. – (SL) Ik zou eerst twee dankbetuigingen willen uitspreken: een eerste aan rapporteur Gräßle, die een belangrijke bron van inspiratie is geweest voor iedereen die samen met haar aan de voorbereiding van dit verslag gewerkt heeft. Ook bedank ik de voorzitter van de Commissie begrotingscontrole, collega Fazakas, die er onder enorme tijdsdruk alles aan gedaan heeft om de twee commissies, die uitstekend samenwerkten, dit verslag aan het Parlement te laten voorleggen.
Als co-rapporteur en rapporteur voor advies in verband met het Financieel Reglement benadruk ik dat de hoofdbedoeling van het verslag was het Financieel Reglement en zijn uitvoeringsvoorschriften minder bureaucratisch te maken, begrijpelijker, eenvoudiger en vooral gebruiksvriendelijker. Tegelijkertijd zouden we daardoor de begrotingsmiddelen efficiënter gebruiken. Zoals de rapporteur al opmerkte, schenkt het verslag extra aandacht aan aanbestedingen en subsidies. We hoorden namelijk tijdens verschillende vergaderingen vooral van niet-gouvernementele organisaties dat ze niet meer met de Europese Unie willen samenwerken omdat de bureaucratische procedures voor hen te lang en vooral te duur zijn.
Niemand, ook ik niet, drukt de wens uit om in de verordening ook maar iets te veranderen waardoor het gebruik van het geld van de belastingbetaler minder doorzichtig zou worden. Bij de voorbereiding van het verslag hebben we ons ingezet om een nieuw, succesvoller evenwicht te vinden tussen enerzijds een efficiënte aanwending van het geld en anderzijds een democratische controle erop. Vooral bij de Commissie begrotingscontrole, met voorzitter Fazakas, ligt deze kwestie extreem gevoelig. Daarom waren de adviezen van de Rekenkamer voor beide rapporteurs en vooral voor de Commissie begrotingscontrole vaak van doorslaggevend belang en werd er in dit verslag ook rekening mee gehouden.
Ten slotte wil ik nog opmerken dat niemand financiële schandalen wenst, zeker politici niet. Geen enkel voorschrift, hoe goed het ook opgesteld is, kan die echter ooit verhinderen. Voorschriften kunnen daarentegen wel een min of meer succesvolle omgang met begrotingsmiddelen mogelijk maken en het publiek een zeker vertrouwen in legitimiteit en efficiëntie geven. Sta me ten slotte toe om op te merken dat het verslag in de goede richting gaat, dat de voorgestelde oplossingen een nieuw, succesvol evenwicht mogelijk maken en dat ik uitkijk naar de aanvaarding van het verslag morgen.
Simon Busuttil, namens de PPE-DE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik feliciteer de rapporteur met haar imposante en doortastende werk.
Dit verslag zendt een duidelijke en krachtige boodschap aan de burgers, die inhoudt dat het Europees Parlement wil dat zij gemakkelijker toegang krijgen tot EU-gelden. Er wordt veel gewicht gegeven aan het debat over de financiële vooruitzichten, dat gaat over de vraag hoe hoog de begroting van de EU moet worden. Dat is prima, maar we moeten niet voorbijgaan aan de even belangrijke vraag hoe we dat geld gaan besteden en hoe we het voor de burgers makkelijker kunnen maken om ervan te profiteren. Wat voor zin heeft het om over grote bedragen aan EU-geld te praten wanneer burgers in toenemende mate gefrustreerd raken over de buitensporige bureaucratie bij het aanvragen van subsidies, over lange en onbegrijpelijke aanvraagformulieren en ambtenaren die weinig of niets doen om nadere uitleg te geven? Geen wonder dat veel mensen het zo snel opgeven. Dat is verkeerd en dat moeten we veranderen. We moeten dat veranderen door het Financieel Reglement te hervormen en ervoor te zorgen dat het allemaal makkelijker en toegankelijker wordt.
Dat is wat het verslag van de rapporteur doet: het stelt verschillende maatregelen voor om de toegang tot EU-gelden makkelijker te maken en verandert in dat opzicht virtueel EU-geld, dat je misschien wel kunt krijgen, in echt EU-geld dat werkelijk toegankelijk is. Dat is goed nieuws voor burgers, maar het is ook goed nieuws voor niet-gouvernementele organisaties en kleine ondernemingen. Ik roep de Commissie daarom op om onze bondgenoot te zijn bij deze hervorming.
Onze boodschap is duidelijk: als we echt het contact met de mensen willen herstellen, moeten we de dingen eenvoudiger maken.
Paulo Casaca, namens de PSE-Fractie. – (PT) Woorden van lof zijn in dit geval niet louter een formaliteit maar de erkenning van zeer voorbeeldig werk waar velen zich met toewijding voor hebben ingezet om twee duidelijke doelen te bereiken: eenvoudiger regels en evenredigheid bij de toepassing ervan. In dat opzicht is het verslag zeer geslaagd en kunnen we het niet genoeg prijzen.
Daarom zou ik u willen zeggen dat het mij van fundamenteel belang lijkt nu al te onderzoeken wat noodzakelijkerwijs de volgende fase zal zijn van dit hervormingsproces van het Financieel Reglement. Het is essentieel dat we garanderen dat het Europees Parlement net als bij de huidige financiële vooruitzichten ook tijdens de hele komende periode zijn medebeslissingsbevoegdheid kan blijven uitoefenen. Voor vier wezenlijke taken moeten wij namelijk mijns inziens in de nabije toekomst garant staan.
Op de eerste plaats dienen we de begrotingsdoctrine te actualiseren op een aantal specifieke terreinen als het jaarperiodiciteitsbeginsel en de flexibiliteitsmechanismen. Op de tweede plaats moeten we het aantal uitzonderingen tot het absoluut noodzakelijke minimum beperken, het primaat van het Financieel Reglement ten opzichte van sectorwetgeving bekrachtigen en een einde maken aan overlappingen en tegenspraken tussen de basisverordening en de toepassingsverordeningen, met inbegrip van de sectorverordeningen. Op de derde plaats dienen we de plichten, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de verschillende deelnemers aan de begrotingsprocedure te verduidelijken en op gepaste wijze tot uiting te laten komen in de budgettaire boekhouding. Tot slot moeten we het Financieel Reglement en het in de Interinstitutionele Overeenkomst afgesproken financiële kader elkaar onderling laten aanvullen en met elkaar coherent maken.
Deze taken lijken misschien eenvoudig maar zijn in werkelijkheid complex. Daarom dienen we er reeds vanaf nu alle mogelijke aandacht aan te schenken.
Kyösti Virrankoski, namens de ALDE-Fractie. - (FI) Mijnheer de Voorzitter, allereerst wil ik de rapporteurs, mevrouw Gräßle en de heer Pahor, bedanken voor het enorme werk dat zij hebben verricht met de voorbereiding van dit onderwerp. De herziening van het Financieel Reglement is een enorme klus geweest en bovendien zeer technisch en zwaar. Ze heeft veel tijd en concentratie geëist. Mevrouw Gräßle heeft onvermoeibaar veel vergaderingen van werkgroepen voorgezeten. Het feit dat het standpunt van het Parlement voor iedereen duidelijk is, is vooral te danken aan de uitstekende voorbereiding. Hiervoor wil ik hen hartelijk danken.
Het voorstel van de Commissie was gericht op de herziening van de verordening die drie jaar van kracht is geweest. De hoofddoelen waren het verminderen en vereenvoudigen van de bureaucratie, het vergroten van de flexibiliteit en het waarborgen van de financiële veiligheid.
De ontwikkeling van een nieuwe administratieve cultuur ligt hieraan ten grondslag. In 1999, na de crisis die leidde tot het aftreden van de Commissie, stelde een werkgroep van deskundigen voor het beheer van de Europese Unie zodanig te organiseren dat de persoonlijke verantwoordingsplicht duidelijker en het financieel beheer vereenvoudigd zou worden. Dit wetgevingspakket omvatte een hervorming van de begrotingsstructuur, opdat die op activiteiten gebaseerd zou zijn alsmede een herziening van het Financieel Reglement en de daarmee verband houdende bepalingen inzake de tenuitvoerlegging. Nu is het tijd voor een tussentijdse beoordeling.
Men kan zeggen dat het oorspronkelijke ambitieuze doel deels is bereikt. Tegenwoordig krijgen wij een duidelijker beeld van de kosten en resultaten van de verschillende beleidsterreinen van de Europese Unie. De enorme bureaucratie en de verschillende controles en inspecties bestaan echter nog steeds.
Het voorstel van de Commissie om het Financieel Reglement te wijzigen is naar onze mening juist, hoewel zeer voorzichtig wat de doelen betreft. De moed ontbreekt nog steeds om macht en verantwoordelijkheid beter te delegeren en wij zijn nog ver verwijderd van een op activiteiten gebaseerd beheer.
De rapporteurs hebben naar onze mening voor de juiste benadering gekozen door ernaar te streven het noodzakelijke beheer te koppelen aan een beheersbaar geldbedrag. Momenteel zijn de procedures soms zo ingewikkeld en duur dat de maatregelen niet resulteren in het bereiken van de doelen die wij nastreven, zoals samenwerking met de particuliere sector.
Het verslag, dat door de commissies is aangenomen, is naar onze mening te voorzichtig. Wij hadden graag een liberaler en moediger benadering willen zien. Volgens ons bemoeit het Parlement zich nog steeds met het zogeheten microbeheer. Het belangrijkste bij het beheer zijn de resultaten en niet de procedures waarmee het beheer wordt uitgevoerd. Ingewikkelde beheerprocedures zorgen er alleen maar voor dat zwakke ambtenaren geen besluiten hoeven te nemen. Financieel beheer moet gebaseerd zijn op rationele beslissingen en persoonlijke verantwoordelijkheid.
Dit gezegd zijnde zijn wij toch bereid het verslag als geheel te steunen en wij kijken uit naar het komende debat over de bepalingen inzake de tenuitvoerlegging.
Kathalijne Maria Buitenweg, namens de Verts/ALE-Fractie. – Voorzitter, ook ik wil mevrouw Gräßle van harte danken voor haar werk, voor het zelfs opofferen van haar kerstvakantie, zo heb ik begrepen, en voor de vele vruchtbare overleggen die wij gezamenlijk hebben gehad. De herziening van het Financieel Reglement is echt heel hard nodig.
Als gevolg van het ontslag van de Commissie Santer zijn toen strengere regels vastgesteld, zijn de controlemechanismen herzien en ook mijn fractie heeft zich daar steeds voor ingezet. Wij hebben echter ook moeten concluderen dat dit opschoningsproces iets te ver is doorgeschoten. Het heeft tot overdreven bureaucratie geleid voor de aanvragen van subsidies en daar zijn met name de NGO's, de niet-gouvernementele organisaties en kleine en middelgrote bedrijven de dupe van. De angst voor een verkeerde besteding van geld is inmiddels zo groot dat Europese ambtenaren het risico, waar mogelijk, afschuiven naar de aanvrager van een subsidie. Daarmee hebben we dus nog steeds niet hetgeen wat we beoogden, namelijk een Europese Commissie waarin ambtenaren echt verantwoordelijk zijn en die verantwoordelijkheid ook kunnen nemen.
Ik ben dan ook een groot voorstander van de amendementen die hier voorliggen. De meeste van de voorliggende amendementen gaan over het versimpelen van de procedures. Het evenredigheidsprincipe wordt geïntroduceerd en ik ben ook erg blij met amendementen 110 en 101, die over de percentageregel gaan. Op dit moment is het zo dat op het moment dat begunstigden eigen middelen verwerven, ze dan ook waarschijnlijk meteen veel geld moeten gaan terugbetalen en het gevolg daarvan is dat je mensen eigenlijk afremt om initiatieven te nemen om ook verder eigen middelen te verwerven.
De Europese Commissie heeft gezegd dat zij een aantal hoofdpunten zal overnemen van die amendementen, maar de duivel schuilt natuurlijk ook vaak in de details. U heeft gezien bij de voorstellen die hier voorliggen, dat het doel van het Europees Parlement is om de procedures te versimpelen. Dat hangt niet alleen maar op het Financieel Reglement; veel zal ook afhangen van de uitvoeringsbepalingen; ook die zal de Europese Commissie gaan opstellen. Dus ik hoop dat u het principe zult overnemen dat er versimpeling moet optreden, die zal leiden tot een echte lastenverlichting.
Op dit moment wordt vaak gesproken over vermindering van de regeldruk vanuit Europa en dan denkt men meteen ook aan de grote bedrijven die anders gehinderd worden in hun concurrentiekracht. Maar het is ook van heel groot belang voor de kleine bedrijven en de non-profit organisaties, als zij nu van een administratieve lastenverlichting kunnen gaan profiteren. Dat is van belang voor de Europese Commissie bij het opstellen van de uitvoeringsregels, maar ik hoop dat ook de Raad dit tot zich zal nemen, dat het niet alleen gaat om de grote bedrijven, maar dat ook de kleinere bedrijven en de NGO's moeten profiteren van lastenverlichting uit Europa.
Zbigniew Krzysztof Kuźmiuk, namens de UEN-Fractie. – (PL) Mijnheer de Voorzitter, nu ik het spreekgestoelte betreed voor mijn bijdrage aan het debat over het verslag van mevrouw Gräßle over het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Unie, vraag ik de aandacht van het Huis voor de volgende onderwerpen.
Daar is allereerst de overtuiging van de Europese Commissie dat het niet nodig is wijzigingen aan te brengen in de structuur of de grondbeginselen van het Financieel Reglement, dat nu drie jaar van kracht is. Toch stelt de Commissie een hele reeks veranderingen voor die begrotingstechnische basisprincipes raken, onder meer de bekrachtiging van vorderingen. Volgens het voorstel dienen de vorderingen van de Gemeenschap door de lidstaten op dezelfde manier afgehandeld te worden als nationale financiële vorderingen. Bovendien noemt het voorstel een verjaringstermijn van vijf jaar voor deze vorderingen, die zowel voor overheidsopdrachten als voor contracten moet gelden. De bepalingen van het voorstel omvatten ook wijzigingen die nodig zijn om tegemoet te komen aan de nieuwe richtlijn van de Gemeenschap betreffende overheidsopdrachten en de gunningscriteria daarvoor. Doel is de regelgeving voor controles en garanties te vereenvoudigen.
De rapporteur stelt een groot aantal amendementen op de eerder al door de Europese Commissie geamendeerde verordening voor. De wijzigingen zijn bedoeld om de uitvoering van de EU-begroting te vergemakkelijken en de toegang tot fondsen uit die begroting voor begunstigden te verbeteren. Ik steun de meeste van deze amendementen en hoop oprecht dat het Financieel Reglement, zoals geamendeerd door de Europese Commissie en het Europees Parlement, het mogelijk maakt om de gelden die in de financiële vooruitzichten voor 2007-2013 gereserveerd zijn op een doeltreffendere en transparantere manier toe te wijzen dan tot nu toe het geval was. Dat is vooral van belang voor de nieuwe lidstaten, die in de periode 2007-2013 een bedrag tegemoet zien dat vele malen groter is dan in het verleden.
Tot besluit dank ik mevrouw Gräßle voor een goed verslag.
Salvador Garriga Polledo (PPE-DE). – (ES) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, vandaag, net als de vorige keer dat we het hebben herzien, debatteren we over het Financieel Reglement tijdens de avondvergadering. Ik hoop dat we vandaag, net als bij die vorige herziening, een fungerend voorzitter van de Raad treffen die openstaat voor onze voorstellen en niet een wantrouwige voorzitter die de huidige situatie wil handhaven zonder zich er rekenschap van te geven dat de omstandigheden zijn veranderd en dat we het functioneren van de instellingen moeten verbeteren om de uitvoering van de begroting te verbeteren.
Ook hebben we vandaag, net als de vorige keer, behoefte aan een Commissie die begrip toont voor het Parlement en eisen durft te stellen aan de Raad. De rapporteur is erin geslaagd een grote meerderheid achter haar voorstel te krijgen, zowel in de Commissie begrotingscontrole als in de Begrotingscommissie, en heeft waardevolle voorstellen opgenomen voor het wegnemen van bureaucratische obstakels, waarmee de financiële belangen van de belastingbetalers beschermd worden tegen fraude.
Met betrekking tot de ingediende amendementen wil ik nadrukkelijk wijzen op het compromisvoorstel van de rapporteur. Het voorstel van een andere fractie om de wederopvoering toe te staan van het totaal aan vastleggingskredieten die niet zijn gebruikt, is onrealistisch en kan het beginsel aantasten dat de begroting jaarlijks wordt vastgesteld, en schaadt met name onze positie ten aanzien van het recyclen van niet-gebruikte kredieten, die onderdeel uitmaakt van de onderhandelingsstrategie ten aanzien van de financiële vooruitzichten. Een limiet stellen, zoals de rapporteur doet in haar compromisamendement, lijkt een redelijkere en vooral meer werkbare optie om deze strategie te verdedigen.
Voor het overige, mijnheer de Voorzitter, denk ik dat de strategie duidelijk onderscheid zou moeten maken tussen de stemming over het wetgevingsvoorstel en het uiteindelijke besluit op het moment dat we positief bericht van de Raad ontvangen.
Catherine Guy-Quint (PSE). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, dames en heren, allereerst wil ik graag mijn waardering uitspreken voor het werk van de twee rapporteurs, Ingeborg Gräßle en Borut Pahor, en hen feliciteren met de kwaliteit van hun verslag.
Wij als afgevaardigden moeten inderdaad instemmen met wijziging van het Financieel Reglement, en wel om verschillende redenen. Het Financieel Reglement is hoognodig aan een herziening toe, hetgeen mijns inziens blijkt uit de uiteenlopende problemen waar wij als vertegenwoordigers van de Europese bevolking mee te kampen hebben gehad, met name op het gebied van de voorlichting aan de burgers. We moeten meer en beter met de burger communiceren. De herziening van het Financieel Reglement is een van de manieren om dat te bewerkstelligen. De forfaitaire bedragen voor aanbestedingen en voor de toekenning van subsidies zijn toe te juichen, daar zij een vooruitgang vormen in de richting van een beter financieel beheer. Dit geldt eveneens voor de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschappen, onder andere via de voorgestelde wijziging ten aanzien van de terugvordering, opschorting of uitvoering van opdrachten en sancties. Ik denk in het bijzonder aan de amendementen met het oog op vereenvoudigingsmaatregelen.
De uitdaging bestaat er voor ons in dat we een evenwicht moeten vinden tussen vereenvoudiging en goed financieel beheer. Ik verwelkom de benadering van de rapporteurs om de regels voor de begunstigden te vereenvoudigen, met name door de administratieve lasten te verlichten en tegelijkertijd het toezicht op de wijze van besteding van onze begroting te versterken. We moeten zorgen voor de middelen om de dialoog met de civiele maatschappij te versterken zonder een onterecht onderscheid te maken tussen de organisaties die de middelen zouden hebben om aan de communautaire programma's te beantwoorden en de organisaties voor wie dat niet geldt. Dankzij dit verslag zal het Parlement in de toekomst dezelfde rechten kunnen behouden, of het nu gaat om de toezichtbevoegdheid of om het recht op informatie als tak van de begrotingsautoriteit.
In hetzelfde verband wil ik graag benadrukken dat de bepalingen met betrekking tot de financiering van de politieke partijen of fracties van het allergrootste belang zijn. Het gaat daarbij namelijk op de vestiging van het Europees burgerschap, waaraan het Parlement dient bij te dragen ten behoeve van het ontstaan van de Europese publieke ruimte.
José Javier Pomés Ruiz (PPE-DE). – (ES) Mijnheer de Voorzitter, ik richt me tot de twintig collega’s die de nachtzitting bijwonen, iets wat bijna een heroïsche prestatie genoemd kan worden. Het is een schande dat we op dit tijdstip over zulke belangrijke onderwerpen moeten debatteren. Collega’s van ons hebben besloten dat er geen vergadering op vrijdag hoeft plaats te vinden, en kijk ons hier debatteren, op een onmogelijk tijdstip, dat op zijn zachtst gezegd geen recht doet aan de kwaliteit en de waardigheid van ons parlementaire werk.
In de tweede plaats zal ik zeggen dat we mevrouw Gräβle moeten feliciteren met haar goede werk en dat dit Parlement de plicht heeft om ervoor te zorgen dat het geld dat de burgers ons geven niet verloren gaat aan administratieve uitgaven en dat het op tijd en op een efficiënte manier bij de ontvangers terechtkomt, en dat is wat het verslag van mevrouw Gräβle beoogt.
Want er zijn twee filosofieën, en het doet me veel genoegen dat de meerderheid van de sprekers deze nieuwe filosofie deelt - die ik nog niet kende toen ik vier zittingsperioden geleden in dit Parlement kwam -, de filosofie dat we het beste moeten halen uit de mensen die aan het beheer van de begroting werken en dat we hun verantwoordelijkheid moeten geven. De politieke gewoonte om het etiket bureaucratie op uitgaven te plakken komt voort uit wantrouwen jegens onze ambtenaren, uit het feit dat wij, politici, geen enkel risico willen lopen.
Het idee is om ambtenaren die fouten maken de laan uit te sturen en daarom zeggen we tegen ze dat ze elke keer als ze een potlood moeten kopen een lange procedure moeten doorlopen, zodat wij er zeker van kunnen zijn dat de aanschaf van dat potlood naar behoren is uitgevoerd. We staan niet de geringste fout toe en we hebben ervaring met het slachtofferen van ambtenaren die heel vaak de goede beslissing namen, maar één keer de verkeerde.
Daarom gaat de filosofie om de procedure voor het doen van uitgaven minder ingewikkeld te maken ervoor zorgen dat het geld van de Gemeenschap, dat de Raad steeds verder rantsoeneert - we krijgen nog maar 1 procent van ze, in plaats van 1,2 procent - beter terechtkomt, en op tijd, want er zijn meer dan genoeg voorbeelden voorhanden dat het geld van de Gemeenschap, door ons Reglement en ons gebrek aan verantwoordelijkheidsbesef als politici, te laat en op de verkeerde manier arriveert bij de belastingbetaler, bij de Europese burger.
Veel dank, mevrouw Gräβle, voor dit uitstekende verslag.
Vladimír Maňka (PSE). – (SK) De wijziging van de ‘financiële bijbel’ raakt niet alleen het institutionele kader van de Europese Unie, maar ook haar burgers. De rapporteur, mevrouw Gräßle, heeft het ontwerp van de Commissie voortreffelijk behandeld, en nu ligt er een uitstekend voorstel voor ons. Ik beperk me tot de punten die ik het meest wezenlijk vind. We moeten de taken en gezamenlijke verantwoordelijkheden van de lidstaten met betrekking tot het beheer van de financiële middelen van de Gemeenschap duidelijk afbakenen. Met betrekking tot de structuurfondsen en in het belang van transparantie, betrouwbaarheid, efficiëntie en de goede reputatie van de Europese Unie bij haar burgers, moeten we komen tot transparante en snelle administratieve procedures in combinatie met duidelijk afgebakende verantwoordelijkheden voor de individuele actoren. Hetzelfde geldt voor de plaatsing van overheidsopdrachten. Tegenstrijdigheden en onnodig procedureel oponthoud komen ook op dit terrein vaak voor. Als voormalig burgemeester heb ik op dit vlak negatieve persoonlijke ervaringen opgedaan. Door dit document aan te nemen, dragen we naar mijn mening bij aan het beter functioneren van het financieel stelsel in de Europese Unie, en zo zorgen we dat de activiteiten van de EU voor haar burgers gemakkelijker te begrijpen zijn.
Herbert Bösch (PSE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik wilde drie punten aan de orde stellen: ten eerste mijn hartelijke gelukwensen aan de rapporteur; zij heeft fantastisch werk verricht. Wij kunnen mevrouw Gräßle alleen maar feliciteren met deze prestatie.
Ten tweede: de betekenis van dit werk komt tot uiting in de poging om tot meer efficiëntie te komen in het beheer van onze programma's en onze middelen. Dat betekent echter ook dat we het werk van de Commissie in de toekomst sterker op efficiëntie moeten beoordelen. Voor toekomstige kwijtingsprocedures in dit Parlement betekent dit dat we onze methoden moeten wijzigen en een einde moeten maken aan de betweterige houding met betrekking tot de toepassing van efficiëntere normen.
Ten derde verwacht ik als afgevaardigde uit een kleine regio in de Alpen – ook in verband met de vaak aangekondigde initiatieven op het vlak van transparantie – informatie te krijgen van de Commissie over de gemiddelde omvang van de bedrijven die aan de Europese programma's deelnemen, hoe groot bijvoorbeeld een kleine of middelgrote onderneming gemiddeld is die van Europees geld profiteert, en, tot slot, hoe lang een onderneming moet voorfinancieren voordat zij uiteindelijk kan beschikken over Europese middelen. Ook dat is voor de toekomstige beoordeling van het werk van de Commissie en van de tenuitvoerlegging van Europese programma's immers van groot belang.
Szabolcs Fazakas (PSE). – (HU) Mijnheer de Voorzitter, aan het einde van dit debat, dat inmiddels tot in de nacht voortduurt, wil ik als voorzitter van de betrokken Commissie begrotingscontrole en als afgevaardigde van een nieuwe lidstaat enkele woorden spreken.
Afgevaardigden van de nieuwe lidstaten hebben met veel genoegen en enthousiasme deelgenomen aan de parlementaire voorbereidingen van het Financieel Reglement, niet alleen omdat zij een enthousiaste inzet vertonen voor het parlementaire werk, maar ook omdat zij ervan overtuigd zijn dat wij een beter, eenvoudiger en effectiever Europa dienen.
Dit zeg ik omdat ons uit onze ervaring van bijna twee jaar is gebleken dat het Financieel Reglement van de Europese Unie vaak overdreven bureaucratisch en contraproductief is. Het is niet alleen in het belang van ons allen, maar ook ons aller plicht om verandering te brengen in deze situatie.
In dit bewustzijn hebben alle afgevaardigden die bij dit proces betrokken zijn met elkaar samengewerkt, waarmee zij het goede voorbeeld geven. De twee commissies versterkten hun samenwerking en benoemden twee voortreffelijke rapporteurs. Te beginnen bij de openbare hoorzitting over de stemming, stelden zij vervolgens alles in het werk om tot een resultaat te komen. We vertrouwen erop dat de Commissie en de Raad dit goede voorbeeld zo spoedig mogelijk zullen volgen, in het belang van het gemeenschappelijke en goede nieuwe Europa.