De Voorzitter. – Aan de orde is het debat over zes ontwerpresoluties over Kazachstan(1).
Ona Juknevičienė (ALDE), auteur. – (LT) Op 13 februari is de bekende Kazachse politicus en oppositieleider A. Sarsenbayev samen met zijn chauffeur en bodyguard op brute wijze in Almaty vermoord. Nog niet zo lang geleden is een andere oppositieleider, Z. Nurkadilov, met drie schotwonden gevonden nadat hij de regering van corruptie had beschuldigd en verantwoordelijk had gesteld voor de moord op de freelance journalist Sharipzhanov. Volgens de officiële onderzoeksversie was er sprake van zelfmoord. Als een van de meest ontwikkelde landen in de regio probeert Kazachstan aansluiting te vinden bij de democratische landen in de wereld. Daarnaast wil dit land in 2009 het voorzitterschap van de OVSE bekleden. De OVSE is een organisatie die de democratie en stabiliteit binnen en buiten de Gemeenschap dient te waarborgen. Die organisatie heeft in december verklaard dat de presidentsverkiezingen in Kazachstan niet aan de internationale eisen voldeden. Wij weten dat de economie van Kazachstan een snelle groei doormaakt. Kazachstan is ook een belangrijke handelspartner van de Gemeenschap, maar – geachte collega’s – wij zijn niet alleen een economische Unie, maar ook een Unie van normen en waarden. Wij mogen in het kader van ons economisch beleid geen bekrompen economische doelen nastreven en wij mogen zeker onder geen beding toestaan dat de mensenrechten worden geschonden. President N. Nazarbayev geeft openlijk toe dat er in het verleden in zijn land geen sprake was van een democratie en zegt dat wij niet kunnen verwachten dat die democratie er van de ene op de andere dag wel is. Dat lijkt een poging om ons gerust te stellen dat er straks een beperkte democratie in Kazachstan zal komen, maar in wezen is het een rechtvaardiging voor een autoritair regime uit de sovjetperiode. Mijnheer de Voorzitter, wij weten allemaal dat landen wel of niet democratisch zijn. Beperkte en gedeeltelijke democratieën bestaan niet.
Albert Jan Maat (PPE-DE), auteur. – Voorzitter, (... spreker spreekt zonder microfoon) hadden wij dit debat vanmiddag niet gevoerd. Niet dat wij geen zorgen hebben over Kazachstan of dat wij vinden dat er niets aan de hand is. Natuurlijk hebben wij zorgen, maar in de vorige periode is er een scherpe resolutie door dit Parlement geaccepteerd over Kazachstan. Die resolutie is en door het Parlement en de regering van Kazachstan destijds serieus genomen. Het heeft geleid tot toelating van meer politieke partijen, het heeft in ieder geval geleid tot een stap vooruit in de persvrijheid.
Opnieuw hebben wij zorgen, maar wat nu opvalt ten opzichte van de vorige resolutie over de situatie in Kazachstan, is het feit dat de overheid, de president in ieder geval transparantie probeert te brengen, in die zin dat met betrekking tot moorden, met betrekking tot zaken, waarbij je vraagtekens kunt zetten, er in ieder geval alle gelegenheid is voor buitenlandse waarnemers om te zien wat er gebeurt.
Het is zeker, er broeit wat in Kazachstan, dat is waar, maar het neemt niet weg dat je volgens mij wel de situatie op een juiste manier moet taxeren en wat dat betreft vinden wij dat op dit moment deze resolutie te vroeg is. Wij zeggen dat ook, omdat wij niet vinden dat het allemaal geweldig is, maar wij constateren voor het eerst, dat er nu gevoeligheden liggen, dat er wellicht moorden gepleegd zijn en dat er ook echte moorden gepleegd zijn, dat volstrekt niet helder is onder welke omstandigheden en door wie, maar dat de bereidheid er is om te laten zien wat er gebeurt, hoe het restproces verloopt. Juist die punten zouden wij graag aan willen grijpen om onze relatie als Europese Unie met Kazachstan te versterken.
Het voorstel van de EVP-Fractie is dan ook dat wij de samenwerking tussen de parlementaire delegaties benutten. De parlementaire delegatie uit Kazachstan zal Brussel in mei bezoeken, wij zullen al deze zaken bespreken als collega's; wat de EVP-Fractie betreft, onze fractie zou graag zien dat wij een stap verder komen met betrekking tot de landen in Centraal-Azië; wat Kazachstan betreft moeten we in ieder geval uitdrukkelijk gaan spreken over een partnerschap om te kijken hoe we elkaar kunnen vinden op die punten waarop we wel een goede samenwerking hebben.
Kort samengevat, wij hebben zorgen over Kazachstan, wij zijn niet altijd onder de indruk van de democratie daar, maar wij constateren juist op dit moment dat er meer transparantie komt, dat er wat broeit, dat er veel onzekerheid is; ik wil in ieder geval de commissaris complimenteren voor de goede informatie die wij op dat punt hebben gekregen van haar vertegenwoordiger in Almaty. Dat hebben we zeer op prijs gesteld.
Wat de stemming betreft is het zo dat wij weliswaar meegewerkt hebben aan deze resolutie, omdat niet meewerken jezelf buiten het strijdtoneel zet, maar wij hebben wel een vijftal split votes aangevraagd en de uitslag daarvan is bepalend of wij deze resolutie zullen steunen. Kortom, zorgen hebben wij, maar wij willen die zorgen graag in goede collegialiteit met onze Kazachse collega's kunnen bespreken om te zien of we weer een aantal stappen voorwaarts kunnen doen met betrekking tot de democratie.
Bernd Posselt (PPE-DE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik wil heel kort iets zeggen. Onze collega mevrouw Pleštinská heeft vanmiddag gezegd dat er vandaag in Slowakije en vele andere landen kaarsen in de ramen staan uit solidariteit met de oppositie en de vrijheidsstrijd in Wit-Rusland. Om het brandalarm niet af te laten gaan hebben we slechts een kleine, symbolische kaars mee de vergaderzaal in genomen en op de tafel van mevrouw Pleštinská gezet. De kaars moet tot uitdrukking brengen hoe zeer wij ons bij de vrijheidsbeweging in Wit-Rusland betrokken voelen.
(Applaus)
De Voorzitter. – Hoewel ik het initiatief steun, moet ik u eraan herinneren dat het volgens het Reglement strikt verboden is om brandbare of gloeiende voorwerpen in deze zaal mee naar binnen te nemen. Daarom verzoek ik onze collega vriendelijk de kaars te doven. Dank u wel.
Józef Pinior (PSE), auteur. – (PL) Mijnheer de Voorzitter, de politieke oppositie in Kazachstan protesteert tegen de moord op voormalig minister en ambassadeur Altynbek Sarsenbayev, die in 2003 is overgestapt naar de oppositie en kritiek had op het politieke bestel onder president Noersoeltan Nazarbayev. Op 26 februari dit jaar vond er in Almaty een demonstratie plaats met zo’n 1 500 deelnemers en werd het lichaam van de 43-jarige Sarsenbayev gevonden met kogelwonden in de rug en in het hoofd, naast de lichamen van zijn bodyguard en chauffeur. Een aantal officieren van het Comité van nationale veiligheid zijn gearresteerd op verdenking van moord. Nartay Doebayev, het hoofd van het Comité voor nationale veiligheid heeft zijn ontslag aangeboden.
Ik zou tevens uw aandacht willen vragen voor het feit dat de organisatie Reporters zonder grenzen de Kazachse autoriteiten ervan beschuldigt het internet te censureren en de vrijheid van meningsuiting in de traditionele media aan banden te leggen. Op 15 december vorig jaar hebben de veiligheidsdiensten de kantoren van het weekblad Pravo Ekonomika Politika Kultura doorzocht, nadat er in dit tijdschrift een brief was gepubliceerd die door de voorzitter van de kiescommissie was ondertekend en waarin stond dat er verkiezingsfraude was gepleegd bij de presidentsverkiezingen van 4 december. Daarnaast werd op 20 december het weekblad Juma-Times op last van de rechter in Almaty gesloten, op beschuldiging van het besmeuren van de reputatie van president Nazarbayev.
Erik Meijer (GUE/NGL), auteur. – Voorzitter, het ineenstorten van de Sovjet-Unie is geen garantie voor de democratie gebleken. Integendeel. Sommige politici die zijn voortgekomen uit de communistische periode zijn wel hun ideologie kwijtgeraakt, maar worden juist daardoor nu nog minder dan vroeger gehinderd in hun technieken om zelf duurzaam aan de macht te blijven of de staatsmacht over te dragen aan hun kinderen. Een van die technieken is het verlengen van de ambtstermijn van zittende presidenten met tien jaar of zelfs tot levenslang door middel van een referendum zonder de mogelijkheid om een of meer tegenkandidaten te stellen.
Een ander middel is het uitschakelen van serieuze tegenstanders door die op grond van valse beschuldigingen te laten opsluiten, door ze te laten verongelukken of door ze domweg te laten verdwijnen. In Oekraïne, Georgië en Kirgizië is een brede volksopstand tegen zo'n regime geslaagd, maar het blijft de vraag of het daar nu duurzaam beter blijft gaan. In Belarus, Oezbekistan, Turkmenistan en het grote Kazachstan slagen de machthebbers er vooralsnog in om elke verzet te breken. Sommigen hebben machtige buitenlandse vrienden, bijvoorbeeld vanwege hun rol bij de energievoorziening.
Kazachstan was lange tijd vooral een droog en dun bevolkt gebied waar te midden van een kleine Turkstalige bevolking Russische kolonisatie plaatsvond op plekken waar industrie of mijnbouw mogelijk bleek of een experimentele raketbasis kon worden gesticht. Inmiddels is een nieuwe hoofdstad gesticht, ver van de grote stad Almaty en wordt de invloed van het Russische bevolkingsdeel sterk teruggedrongen.
De toekomst van het grote dunbevolkte Kazachstan met zijn twee grote bevolkingsgroepen en de restanten van vroeger daarheen uit het Russische rijk verbannen minderheden, is uiterst onzeker. Terecht dringt de resolutie erop aan om in de betrekkingen met Kazachstan niet alleen te letten op economische betrekkingen, maar vooral op politieke gevangenen, ruimte voor opposities, democratische besluitvorming en mensenrechten.
Carl Schlyter (Verts/ALE), auteur. – (SV) Mijnheer de Voorzitter, niet alles is pikzwart in Kazachstan. Vergeleken met een heel stel andere landen in de regio gebeuren er ook positieve dingen, bijvoorbeeld een moratorium op de doodstraf en het feit dat politieagenten worden vervolgd voor martelingen. De laatste ontwikkeling is echter, paradoxaal genoeg, dat als de oppositie toeneemt en sterker wordt, ook de onderdrukking van die oppositie groeit. Deze twee moorden hebben de situatie verergerd.
De OVSE zei dat de verkiezingen niet correct zijn verlopen. Eigenlijk was het volstrekt onnodig om met de verkiezingen te knoeien omdat Nazarbayev ze volgens alle opiniepeilingen toch zou hebben gewonnen. Gezien de heersende situatie op het gebied van de media in Kazachstan is dat misschien niet zo vreemd. Er heerst ook een klimaat van angst. Gouverneurs durfden de slechtste verkiezingsuitslagen niet te rapporteren en aarzelden niet om wat extra stemmen toe te voegen, uit angst er qua financiën of positie op achteruit te gaan. Een dergelijk klimaat kunnen we niet hebben in een democratie, en we moeten op onze hoede zijn.
Het Europees Parlement vraagt eigenlijk niet veel: alleen maar dat Kazachstan zich houdt aan zijn eigen grondwet en dat er bijvoorbeeld een rechterlijk besluit nodig is voor een arrestatie. In paragraaf 3 zeggen we dat we internationale waarnemers bij het onderzoek naar de moorden willen hebben. De FBI is uitgenodigd om deel te nemen aan het onderzoek naar de moorden en we moeten ervoor zorgen dat ook andere internationale organen zich op de hoogte mogen stellen, zodat we inzage krijgen in het onderzoek naar en de opheldering van de moorden.
Janusz Wojciechowski (UEN), auteur. – (PL) Mijnheer de Voorzitter, Kazachstan is een belangrijk land met een groots verleden en het is een van de grootste landen van Europa. Inderdaad, Europa, want circa 150 000 km2 van het Kazachse grondgebied ligt binnen de aardrijkskundige grenzen van ons continent. Het is een land waar tot op de dag van vandaag duizenden van mijn Poolse landgenoten wonen die daarheen zijn gedeporteerd tijdens het regime van Stalin. De historische en politieke wortels van Kazachstan liggen echter duidelijk in Centraal-Azië. Het land heeft tevens een communistisch en sovjetverleden. Dit verleden mogen we niet uit het oog verliezen en we moeten beseffen dat het woord democratie daar niet altijd op dezelfde manier wordt opgevat als bij ons, in de Europese landen met een eeuwenoude democratische traditie.
Ik was een van de waarnemers van het Europees Parlement tijdens de presidentsverkiezingen in Kazachstan. Het land is zeker geen modeldemocratie, maar de eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat de Kazachse autoriteiten echt hun best doen om het openbare leven te democratiseren en vooral ook om westerse waarden ingang te doen vinden en het land te moderniseren. Dit moeten we weten te waarderen en dit proces verdient dan ook onze voorzichtige steun.
Het deel van de ontwerpresolutie dat om opheldering vraagt van de moord op de heer Sarsenbayev, de oppositiepoliticus, verdient onze steun, maar er staan ook dingen in het ontwerp die getuigen van een ongegrond wantrouwen. In heel veel landen komen er politici om in aanslagen of ongevallen, zonder dat dat altijd toe te schrijven is aan politieke intriges. Daarom pleit ik voor de nodige gematigdheid in de resolutie en voor het aannemen van een aantal amendementen.
Charles Tannock, namens de PPE-DE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, net als alle andere afgevaardigden in het Europees Parlement ben ik geschokt door de brute moord op 13 februari op oppositieleider Altynbek Sarsenbayev. Ik ben blij met het feit dat president Nazarbayev de hulp van de FBI heeft ingeroepen om de daders op te sporen. Ik verwelkom eveneens zijn verklaring van 21 februari dat de daders gestraft zullen worden. Ik vind het ook een bemoedigend teken dat er onlangs vijf verdachten zijn gearresteerd. Uiteraard bestaat er nog steeds bezorgdheid over de democratie en de mensenrechten in Kazachstan. De EU maakt zich terecht zorgen over elke vorm van instabiliteit in deze belangrijke strategische Centraal-Aziatische republiek, die niet te dicht richting Rusland en China wil schuiven, maar veel liever toenadering tot de EU zoekt.
Als rapporteur voor het Europees nabuurschapsbeleid heb ik voorgesteld om Kazachstan ook in dat beleid op te nemen. Dat past binnen de traditie die in gang is gezet door het Europees Parlement toen het voorstelde om de nabuurschapsstatus aan de drie Kaukasus-republieken te geven. Uiteindelijk is dat voorstel na verloop van tijd ook door de Raad goedgekeurd. Kazachstan heeft een uitloper naar het westen, wat geografisch gezien een sterk argument is voor het verlenen van de Europese nabuurschapsstatus. Het land kent ook een sterk seculiere traditie als erfenis uit het sovjetverleden; een zeer grote Europese christelijke minderheid woont er in harmonie samen met de autochtone Kazachse moslimbevolking.
De olie- en gasreserves van Kazachstan zijn van strategisch belang voor de EU. Het land wil ook graag olie en gas aan de EU verkopen zonder dat het volledig afhankelijk is van Russische pijpleidingen om zijn natuurlijke hulpbronnen te transporteren. Daarnaast omvat het Kazachse diversificatiebeleid ook plannen om het natuurlijke gas vloeibaar te maken en het via de trans-Kaspische route te exporteren.
In deze context, en dit is iets waarvan het belang vaak minder wordt ingezien, is het enorme voorraadpotentieel van Kazachstan aan verrijkt uranium uit mijnen die sinds kort in gebruik zijn genomen. Dat uranium is essentieel om te voorzien in de toekomstige nucleaire energiebehoeften van de EU. De EU dient alle mogelijke steun te geven aan dit uitgestrekte, onderbevolkte en geopolitiek gezien zeer belangrijke land. De PPE-DE-Fractie zal de vooringenomen gezamenlijke tekst dan ook niet steunen tenzij onze amendementen worden aangenomen.
John Attard-Montalto, namens de PSE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, staat u mij toe om in mijn eigen taal het woord te voeren.
(MT) De speech die wij hier zojuist hebben gehoord, verontrust mij ten zeerste. Het feit dat het Westen en de Verenigde Staten belangen hebben in Kazachstan – vooral vanwege de overvloed aan mineralen en de steun in de oorlog tegen het terrorisme – zou er, naar ik vrees, wel eens toe kunnen leiden dat de regering zich in staat waant om straffeloos bepaalde dingen te kunnen doen. Het is dan ook belangrijk dat wij op onze hoede zijn. Een tijd geleden heeft Kazachstan verzocht om tot de Raad van Europa te worden toegelaten. Ik heb toen een missie naar het land ondernomen. Het is waar dat Kazachstan vanuit geografisch oogpunt deel uitmaakt van Europa, maar iedereen weet dat dit land nog heel wat te leren heeft op het gebied van de democratie. Bovendien lijdt het geen twijfel dat het politieke klimaat de laatste tijd verslechterd is. Wij weten dat in drie maanden tijd twee oppositieleden vermoord zijn en dat Kazachstan de mensenrechten aan zijn laars lapt. Daarom mogen wij ons niet laten wijsmaken dat er geen controle hoeft te worden uitgeoefend op het doen en laten van Kazachstan omdat het land over grote rijkdommen beschikt en een bondgenoot tegen het terrorisme is.
Andreas Mölzer (NI). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, tot nu toe heeft de Kazachse president steeds gehandeld naar het oude spreekwoord “houd je vrienden dicht bij je in de buurt en je vijanden nog dichter” en geprobeerd deze aan zijn regime te verplichten. Hij lijkt daar evenwel steeds slechter in te slagen, hoewel hij pas geleden nog een kuurvakantie van een week in mijn geboortestreek Karinthië hield, kennelijk om op krachten te komen. De kritiek op hem neemt toe, zoals u weet.
Dan kan het haast geen toeval zijn als twee leden van de oppositie, naar ons ter ore is gekomen, kort nadat zij duistere zaakjes van de presidentiële clan openbaar gemaakt hebben onder raadselachtige omstandigheden de dood vinden. Het lijkt me werkelijk van het grootste belang dat het onderzoek naar deze moorden in alle openheid en met medewerking van onpartijdige krachten gebeurt.
Hoe vooruitstrevend als Kazachstan ook moge zijn in zijn economische ontwikkeling, niet in de laatste plaats door zijn grote bodemschatten, in democratisch opzicht – en daar zijn we het allemaal over eens – loopt het ver achter. Er zijn beschuldigingen van fraude bij de presidentsverkiezingen van december vorig jaar geuit en de dochter van de onder zulke dubieuze omstandigheden gekozen president is directeur van ’s lands grootste tv-zender; haar man staat aan het hoofd van de belastingdienst. Sommige partijen is geweigerd zich te registreren en activisten worden vervolgd. Dan kijk je niet vreemd op als ook de mensen die bij de begrafenis van het slachtoffer aanwezig waren het moeten ontgelden.
Bij een dergelijk twijfelachtig democratisch gehalte is het een onverdraaglijk vooruitzicht dat Kazachstan in 2009 misschien het nagestreefde voorzitterschap van de OVSE toegewezen krijgt. Ik vind dat de EU zich daar krachtig tegen teweer moet stellen. Misschien is het ook het overwegen waard om het Amerikaanse voornemen te volgen en financiële zowel als economische hulp sterker af te laten hangen van vorderingen op het gebied van de democratie, de burger- en de mensenrechten.
Karin Scheele (PSE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, vandaag, een maand na de brute moord op de vooraanstaande politicus Sarsenbayev, lijkt mij het juiste moment om een spoeddebat over de situatie in Kazachstan te houden. In het tijdsbestek van drie maanden zijn er twee prominente oppositieleden vermoord en het politieke klimaat is aanzienlijk verslechterd.
We roepen de autoriteiten van Kazachstan op een uitputtend, onafhankelijk en transparant uitgevoerd onderzoek naar de omstandigheden van de moorden mogelijk te maken en daarbij internationale waarnemers toe te laten.
Deze politiek gemotiveerde moorden zijn maar het topje van de ijsberg. Er is sprake van censuur op internet en over de hele linie is de druk op oppositieleden en journalisten toegenomen. We veroordelen de opsluiting van deelnemers aan een vreedzame demonstratie naar aanleiding van de dood van Altynbek Sarsenbayev en roepen de Kazachse regering op om haar verplichtingen in het kader van het Partnerschaps- en Samenwerkingsverdrag na te komen en in het bijzonder om democratie en mensenrechten te respecteren.
Benita Ferrero-Waldner, lid van de Commissie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, over Kazachstan valt veel te zeggen. Enerzijds zou Kazachstan een belangrijke partner moeten zijn bij het bevorderen van de stabiliteit en regionale samenwerking in Centraal-Azië. Kazachstan is zelfs het belangrijkste land in deze regio en het is ook rijk aan energiebronnen, waardoor het door vele landen het hof wordt gemaakt.
Laten wij de regeringsverklaring van 1 maart van president Nazarbayev eens onder de loep nemen. Hij gaat daarin zeer uitgebreid in op de economische ontwikkelingen. Wat de democratische hervormingen betreft, was hij veel minder gedetailleerd, ondanks zijn beloften dat er een programma voor die democratische hervormingen zou komen en ondanks andere toezeggingen die hij de internationale gemeenschap heeft gedaan. Het concept van een “gestuurde democratie” werd weer opnieuw bevestigd of eigenlijk zelfs nog uitgebreid.
Sta mij toe om kort in te gaan op de positieve en op de negatieve punten, want wij moeten deze zaak natuurlijk van beide kanten bekijken. Wat de positieve punten betreft, ben ik blij dat Kazachstan in januari van dit jaar zowel het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten als het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten heeft geratificeerd. Dat is een stap in de goede richting. Wij hopen dat Kazachstan nu ook actie zal ondernemen om de optionele protocollen te ratificeren die individuele klachten mogelijk maken. De handhaving van het moratorium in verband met de doodstraf is ook een stap in de goede richting.
Met betrekking tot de negatieve punten en de kwesties die wij aan de kaak moeten stellen, baren de gebeurtenissen rondom de vooraanstaande politieke oppositieleider, de heer Sarsenbayev, ons grote zorgen. De moord op hem wijst op een gevaarlijke criminaliseringstendens in de Kazachse politiek. Aangezien Kazachstan niet over duidelijke constitutionele mechanismen beschikt die een vreedzame overdracht van de uitvoerende macht kunnen garanderen, is deze ontwikkeling zonder twijfel zorgwekkend. Wij hebben er dan ook bij de autoriteiten op aangedrongen dat zij zorg dragen voor volledige transparantie bij het onderzoek. Ik ben blij dat de FBI welkom is, maar ik vind dat Europa ook bij dat onderzoek vertegenwoordigd moet zijn. Wij houden ook het onderzoek naar de moord op Oksana Nikitina nauwlettend in de gaten. Zij was de dochter van een ander prominent lid van de oppositie. Ik maak mij ook zorgen naar aanleiding van de berichten dat oppositieleden worden lastig gevallen na twee vreedzame herdenkingsmarsen in Almaty na de begrafenis van de heer Sarsenbayev. Sommige afgevaardigden hebben daar ook naar verwezen.
Ik wil de aandacht ook op twee andere essentiële aspecten vestigen, namelijk de persvrijheid en de beperkingen die aan maatschappelijke organisaties worden opgelegd. Wij maken ons zorgen vanwege de talrijke pesterijen aan het adres van journalisten en vanwege de acties tegen vijf kranten en één website van de oppositie. Ook uit hoofde van de nieuwe wet op de nationale veiligheid die in juli 2005 is aangenomen, zijn overmatige beperkingen van maatschappelijke organisaties en activiteiten van ngo’s toegestaan.
Aan de ene kant zijn wij verheugd over de verbeteringen die de OVSE/ODIHR hebben geconstateerd bij het verloop van de presidentsverkiezingen in december 2005; ook enkele afgevaardigden van dit Parlement hebben die verkiezingen als waarnemer gevolgd. Wij betreuren echter ook dat de verkiezing op een aantal punten niet aan de OVSE-vereisten voldeed en dat er geen actie is ondernomen om het wettelijk kader aan te passen op basis van de aanbevelingen van de OVSE/ODIHR. Wij zullen ook de ontwikkelingen wat de vermeende fraudegevallen betreft, nauwlettend blijven volgen.
Onze aanhoudende zorg betreft de politieke vrijheid. Met het oog op de interne stabiliteit heeft Kazachstan een politieke oppositie nodig. Het is dan ook dringend noodzakelijk dat de autoriteiten de politieke oppositiepartijen een legale status geven en een echte dialoog met hen aangaan. Dat zou bijvoorbeeld kunnen gebeuren door de staatscommissie voor democratisering die binnenkort opgericht wordt en waarvan president Nazarbayev als voorzitter zal fungeren. Ik denk dat het met name belangrijk is dat de Kazachse autoriteiten hun weigering om de oppositiepartijen Alga en True Ak Zhol te registreren in heroverweging nemen.
Ik zou het bijzonder op prijs stellen als u een parlementaire delegatie zou samenstellen om de samenwerkingsbanden met delegaties uit Kazachstan aan te halen. Dat is een ander, zeer belangrijk communicatiekanaal om duidelijke signalen te geven en dit biedt ook nieuwe kansen. Laten wij niet te vroeg oordelen over het aanbod van Kazachstan om in 2009 als voorzitter van de OVSE te fungeren. Wellicht dat dit voor Kazachstan een belangrijke uitdaging vormt om hogere democratische normen te gaan hanteren.
Tot slot zijn wij ook bezorgd over de talloze meldingen van pesterijen aan het adres van journalisten en vanwege de acties tegen vijf kranten en één website van de oppositie. Ook uit hoofde van de nieuwe wet op de nationale veiligheid die in juli 2005 is aangenomen, zijn overmatige beperkingen van maatschappelijke organisaties en activiteiten van ngo’s toegestaan. Ik denk dan ook dat Kazachstan een land is waar wij veel aandacht aan moeten besteden, maar waartegen wij ook duidelijke en krachtige taal moeten spreken.